Bergmann, Anton

Persoon
Ludo Stynen (2023)

Anton Bergmann (1835-1874), zoon van George Bergmann, was een Lierse advocaat, Vlaamsgezind liberaal polemist, historicus en vernieuwend schrijver.

Alternatieve naam
Tony Bergmann
Geboorte
Lier, 29 juni 1835
Overlijden
Lier, 21 januari 1874
Leestijd: 5 minuten

Anton Bergmann (1853-1874) was de auteur van verschillende novellen en literaire schetsen. Hij werd vooral bekend met het autobiografisch getinte boek Ernest Staas, advocaat dat in 1874, kort voor zijn overlijden, verscheen.
Bergmann engageerde zich in liberale, vrijzinnige en Groot-Nederlandsgezinde kringen. Hij was een leerling van de bekende Groot-Nederlander Jacob Heremans en was één van de eerste leden van het onder zijn impuls gestichte ‘taalminnende’ studentengenootschap ’t Zal wel Gaan.
Na zijn studententijd bleef hij zich engageren in de taalkwestie. Zo pleitte hij bijvoorbeeld voor de invoering van de Noord-Nederlandse spelling in Vlaamse bladen en in het Vlaamse onderwijs.
In zijn journalistieke en literaire werk deed hij zijn ideologische overtuigingen uit de doeken, zonder daarbij de polemiek te schuwen. In 1857 stichtte Bergmann een eigen dagblad, De Lierenaar, waarin geregeld scherpe stukken van zijn hand verschenen.

Anton Bergmann kreeg van zijn vader George Bergmann, George
George Bergmann (1805-1893) was advocaat en rechter te Mechelen en liberaal burgemeester van Lier. Hij was de vader van de auteur en polemist Anton Bergmann. Lees meer
de gedachte ingeplant dat moedertaal burgerplicht is. Op zijn veertiende verhuisde hij van Lier naar Gent en aan het Stedelijk Atheneum daar was de Groot-Nederlandsgezinde Jacob Heremans Heremans, Jacob
Lees meer
zijn leraar Nederlands. Onder diens impuls werd daar het ‘taalminnende studentengenootschap’ ’t Zal Wel Gaan 't Zal Wel Gaan
Lees meer
gesticht en Bergmann was een van de eerste leden.

Aan de hogeschool profileerde het genootschap zich als liberaal en antiklerikaal en het stelde zich de verdediging van de taal en de beoefening der Nederlandse literatuur tot doel. Bergmann hekelde er de dictatuur van Napoleon III en protesteerde tegen de religieuze aanvallen op de vrijheid van onderwijs. Spraakmakende acties aan de universiteit leidden tot het vertrek van Bergmann.

In Brussel, waar hij meteen lid werd van het Vlaamse studentengenootschap dat zijn broer Georges er mee had opgericht, promoveerde hij op 12 april 1858 tot doctor in de rechten. Kort daarna huwde hij met de rijke notarisdochter Elisa van Acker, een jaar later werd hun enige dochter Lisette geboren. Hij werd advocaat aan de Mechelse balie. De burgerlijke familieman Bergmann was wel sociaalvoelend, maar veel minder radicaal dan zijn vrienden Julius Vuylsteke Vuylsteke, Julius
Lees meer
en Emiel Moyson Moyson, Emiel
Lees meer
. Kort voor zijn dood stichtte hij in Lier een van de eerste lokale afdelingen van het Willemsfonds Willemsfonds
Het Willemsfonds (1851-heden) is een liberaal-vrijzinnige culturele vereniging en drukkingsgroep die het gebruik van het Nederlands promoot en ondersteunt. Lees meer
. Thuis en in zijn sociale omgang gebruikte hij Nederlands, Frans en Duits door elkaar, zonder dat dat enige afbreuk deed aan zijn principiële steun voor de eisen van de Vlaamse beweging.

Geschiedenis

Nog tijdens zijn studies schreef Bergmann een tekst over de vermeende plunderingen van Marnix van Sint-Aldegonde te Lier. Op basis van bronnenonderzoek portretteerde hij hem als een tolerant en gematigd staatshervormer, een beeld dat paste bij Bergmanns liberale overtuiging. Hij wilde overigens de geschiedenis beoefenen om er lessen voor de eigen tijd uit te trekken. Later publiceerde hij nog enkele historische bijdragen om actuele vrijzinnige en liberale standpunten te ondersteunen. In 1873 verscheen zijn erg gedetailleerde en nog altijd relevante Geschiedenis van de stad Lier.

Ideologie en polemiek

In 1857 stichtte Bergmann De Lierenaar, het eerste ideologisch gekleurde blad van de stad. Hij ijverde voor het bundelen van de Vlaamse krachten, voor liberalisme en voor vooruitgang. De Lierenaar wilde voor alles Vlaamse ambtenaren, Vlaamse rechtspraak en Vlaams onderwijs, en de Vlaamse beweging werd beschouwd als een waarborg voor de Belgische nationaliteit. Pacifisme, scheiding van kerk en staat en de strijd tegen het ultramontanisme waren prioritair. Toen in 1872 de liberalen de verkiezingen verloren, veranderde het blad ingrijpend en, onder het pseudoniem ‘Boum’, nam hij de nieuwe meerderheid in scherpe satire op de korrel.

De taal

Op de Nederlandse Taal- en Letterkundige congressen Nederlandse Congressen
De Nederlandse Congressen waren gemeenschappelijke (culturele) ontmoetingen van Vlamingen en Nederlanders in Vlaanderen en Nederland die met onderbrekingen werden georganiseerd sinds 1849... Lees meer
steunde Bergmann de vraag om de Noord-Nederlandse spelling in Vlaamse bladen te doen gebruiken en drong hij aan op het invoeren ervan als onderwijsspelling in Vlaanderen (1860). Hij pleitte voor het oprichten van een leerstoel Germaanse talen aan een Vlaamse universiteit (1869 en 1873). In 1873 maakte hij van de Vlaamse zaak ook een sociale zaak door te wijzen op het misbruik dat de partijen maakten van het feit dat de hogere klassen de taal van het volk niet spraken. Volgens hem hadden kleine, multiculturele staten als België en Zwitserland een brugfunctie in Europa, als tenminste de verschillende talen en het meervoudige karakter van het volksbestaan behouden bleven. Taalstudie als zodanig ging hem ter harte en voor Winkler schreef hij een versie van de parabel van de Verloren Zoon in het Lierse dialect.

Literatuur

 In zijn studentenjaren publiceerde Bergmann, al snel onder de naam Tony, klein proza: realistisch, ironisch en bijzonder vlot geschreven. De teksten zijn niet moraliserend, spotten met clerus en devotie, met romantiek en met Vlaamse literatuur. In een tijd dat volksverheffing voorop stond, was dit spel met de literaire codes van zijn tijd een uitzondering. Vanaf 1869 verschenen enkele reisverhalen. Geschreven voor het plezier van het schrijven, maar soms net iets meer. Zo brak hij een lans voor de vrijheid en voor de republikeinse samenleving. Hij thematiseerde de Pruisische annexatie van Frankfurt in de novelle Fräulein Louise; in de novelle Marietta la Bella had hij aandacht voor het Italiaanse Risorgimento en in zijn Brigitta verdedigde hij het behoud van tradities, maar wees hij het West-Vlaamse taalparticularisme af. In de tekst ‘Een Brief van Tony aan De Toekomst’ zette hij zich af tegen clerus en obscurantisme, en suggereerde hij Vlamingen en Nederlanders om samen een Nederlandse kring op te zetten in Rome.

Kort voor zijn dood verscheen Ernest Staes, de ‘roman’ die hem beroemd zou maken. Autobiografisch getinte schetsen, herinneringen aan ’t Zal wel Gaan, uitspraken over pacifisme, sociaal aanvoelen in commentaren bij het werkmansboekje, misbruiken van de wet, huisjesmelkerij en de taal in rechtszaken passeren de revue in een badinerend-ernstig vertoog. De schetsen in het boek staan op de overgang tussen romantiek en realisme, ze zijn vernieuwend door hun aandacht voor kunstenaarsindividualisme en door een zintuiglijkheid die het impressionisme aankondigde.

Werken

– Philips van Marnix van St. Aldegonde. Plundering der hoofdkerk van Lier, 1857.
– Twee Rhijnlandsche novellen, 1870.
– Geschiedenis der stad Lier, 1873.
– Ernest Staes advocaat. Schetsen en beelden, 1874.
– Verspreide schetsen en novellen door Tony met een voorrede door J.F.J. Heremans, 1875.

Literatuur

– L. Stynen, De taal was gans het volk. Biografie van Anton Bergmann, 2006
– M. Mees (red.), Bergmann en Berckmans: schetsen en beelden uit het 19de-eeuwse Lier: jeugdherinneringen, 2010.

Suggestie doorgeven

1973: José De Ceulaer (pdf)

1998: Gaston Durnez (pdf)

2023: Ludo Stynen

Databanken

Inhoudstafel