Commissie Goddijn

Organisatie
Véronique Laureys (2023, herwerking), Gaston Durnez (1998, aanvulling)

De Commissie Goddijn werd in januari 1934 bij Koninklijk Besluit opgericht om de amnestiemaatregelen voor ambtenaren te onderzoeken.

Oprichting
6 januari 1934
Leestijd: 2 minuten

Deze commissie, opgericht bij Koninklijk Besluit van 6 januari 1934, ontleende haar naam aan de voorzitter, rechter Goddijn van het Hof van verbreking. Ze ontstond in de context van de beroering die vanaf 1932 bij de Belgische oud-strijders was gerezen over amnestie Amnestie
Lees meer
maatregelen ten gunste van bepaalde ambtenaren (zie commissie Colson Commissie Colson
In september 1932 richtte de Belgische regering, naar aanleiding van een interpellatie over de bestuurlijke amnestie door enkele Vlaamse Kamerleden, een adviescommissie op in verband met ... Lees meer
). Het betrof hier ambtenaren die na de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
onder beschuldiging van activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
waren afgezet.

Toen bekend werd dat een aantal ambtenaren mogelijkerwijze opnieuw in dienst zou kunnen komen, ondernamen Belgische oud-strijdersverenigingen, de zogenaamde Fraternellen, daartegen actie. Op 31 december 1933 organiseerden zij een manifestatie in Brussel, drongen de neutrale zone rondom het parlementsgebouw binnen en dreigden het te bestormen. Daarop schreef koning Albert I van Saksen-Coburg, Albert I
Koning Albert I (1875-1934) werd aan de vooravond van en tijdens de Eerste Wereldoorlog geconfronteerd met een radicaliserende Vlaamse beweging. De communautaire kwestie groeide daardoor ... Lees meer
op 3 januari 1934 een brief aan de premier. Hij stelde een verzoeningscompromis voor: een commissie van beroep, bestaande uit magistraten, moest over ieder geval afzonderlijk beslissen. De regering sloot zich hierbij aan. Dat werd dan de commissie Goddijn. Bij de bekendmaking van het verslag van de commissie Goddijn aan het einde van jaar dreigde nieuwe Belgicistische agitatie.

Het probleem van de bestuurlijke amnestie bleef inderdaad verder etteren en de commissie Goddijn wist dit niet te verhelpen. Het was namelijk zo dat een aantal gevallen van gestrafte ambtenaren – om onduidelijke redenen – door de commissie Colson niet onderzocht was. Dit had tot gevolg dat de commissie Goddijn evenmin de bevoegdheid bezat deze gevallen te onderzoeken, aangezien haar opdracht zich beperkte tot een loutere herziening.

Literatuur

– Wetten, Koninklijke Besluiten en Akten der Regeering, in: Belgisch Staatsblad, 6 januari 1934, p. 82.
– Wetsvoorstel van bestuurlijke amnestie, in: Gedrukt Stuk Kamer der Volksvertegenwoordigers, 13 mei 1937, 281, pp. 1-6.
– C. Bouwmeester (e.a.), Kroniek van de 20ste eeuw, 1985.
– L. Pauwels, Leo Baekeland, uitvinder bakeliet, in: Doorbraak, 23 februari 2022.

Suggestie doorgeven

1973: Gaston Durnez (pdf)

1998: Gaston Durnez (pdf)

2023: Véronique Laureys

Inhoudstafel