Germania

Publicatie
Winfried Dolderer (2023, aanvulling), Winfried Dolderer (1998)

Germania was een Duits-Vlaams tijdschrift, opgericht en gefinancierd door Alduitsers. Het bestond van 1898 tot 1905.

Volledige titel
Germania : Tijdschrift voor Vlaamsche Beweging: Letterkunde Kunst Wetenschap
Periode
oktober 1898 -
december 1905
Leestijd: 6 minuten

Germania kwam tot stand op initiatief van het Alldeutscher Verband, meer bepaald van de persmagnaat Theodor Reismann-Grone, met de bedoeling de Alduitse visie op de Nederlanden in Vlaanderen uit te dragen en de Franse invloed te bestrijden. Reismann-Grone bleef tot op het einde ook de enige geldschieter. Hoofdredacteur was vanaf 1898 tot aan zijn dood in 1901 de in Brussel woonachtige Duitse baron Adolf von Ziegesar, daarna tot 1904 diens geadopteerde zoon Jozef Haller von Ziegesar. In het laatste jaar van zijn bestaan, in 1905, werd het blad geleid door de Duitse rassenideoloog Ludwig Wilser. De redactie poogde in Vlaanderen het denkbeeld van de superioriteit van het Germaanse ras ingang te doen vinden en voerde onder meer campagne voor een Duits-Belgisch-Nederlands tolverbond. Dit paste in het kader van Alduitse geopolitiek die een onder Duitse heerschappij verenigd Midden-Europa op het oog had. Germania stuitte op weinig belangstelling. Het blad telde noch in Vlaanderen noch in Duitsland een noemenswaardig aantal abonnees. Maar het lokte ondanks de racistische, antidemocratische en imperialistische standpunten die er werden verkondigd, ook geen open tegenspraak uit. In de geschiedenis van de Duits-Vlaamse betrekkingen was het tijdschrift een kristallisatiekern van een groep Duitsvriendelijke flaminganten die anderhalve decennia later een rol zouden gaan spelen in het activisme.

Germania was een tweetalig Duits-Vlaams maandblad. Het verscheen in Brussel tussen oktober 1898 en december 1905.

Geschiedenis en programma

Germania was het resultaat van de bemoeienissen van het Alldeutscher Verband Alldeutscher Verband
Het Alldeutscher Verband (1891 - 1939) was een imperialistische drukkingsgroep in het Duitse keizerrijk die de Vlaamse beweging hoopte in te schakelen in een Duits expansiebeleid.Na 1918 ... Lees meer
met de Vlaamse zaak. Initiatiefnemer was Theodor Reismann-Grone Reismann-Grone, Theodor
Theodor Reismann-Grone (1863-1949) was een vooraanstaande Alduitse Vlaanderen-deskundige, initiatiefnemer en geldschieter van het tijdschrift Germania, vanaf het begin van de Eerste Werel... Lees meer
, uitgever van de Rheinisch-Westfälische Zeitung in Essen, die tijdens een bezoek aan Vlaanderen op 17 september 1897 met de Brusselse flaminganten Flamingant
Flamingantisme is een term die met verschillende betekenissen wordt toegekend aan actoren binnen de Vlaamse beweging en het Vlaams nationalisme. Lees meer
Jan-Matthijs Brans Brans, Jan Matthijs
Jan-Matthijs Brans (1853-1940) was onderwijzer en vertaler. Tijdens de Eerste Wereldoorlog schaarde hij zich achter het activisme. Lees meer
en Arthur Burvenich tot de stichting van een gezamenlijk tijdschrift besloot. Het project maakte ook deel uit van een tienpuntenprogramma voor Vlaanderen dat Reismann-Grone in december 1897 aan het bestuur van het Alldeutscher Verband voorlegde. Om medewerkers te ronselen voor het blad reisde hij in april 1898 weer naar Vlaanderen.

Tot op het laatst bleef Reismann-Grone ook de enige geldschieter van het tijdschrift, dat noch in Vlaanderen noch in Duitsland veel respons kreeg. Op de lijst van de medewerkers, van wie de meesten nooit een bijdrage leverden, stond een vijftigtal Duitsers tegenover 35 Vlamingen en vier Nederlanders. Hoofdredacteur was tot aan zijn dood in 1901 de in Brussel woonachtige Alduitser Adolf von Ziegesar Von Ziegesar, Adolf
Baron Adolf von Ziegesar (1849-1901) was een Alduitse ‘Vlamingenvriend’ en hoofdredacteur van het tijdschrift Germania. Lees meer
, nadien tot september 1904 zijn geadopteerde zoon Jozef Haller von Ziegesar Haller von Ziegesar, Jozef
Lees meer
. Na een onderbreking van drie maanden nam in januari 1905 de Duitse rassenideoloog Ludwig Wilser de leiding van het blad in handen.

De redactie stelde zich naar eigen zeggen ten doel om door wederzijdse voorlichting het ‘geestelijk contact’ en de ‘vriendschap’ tussen Vlamingen en Duitsers te bevorderen en beweerde noch verduitsing noch aanhechting van Vlaanderen op het oog te hebben. Binnen het referentiekader van de Alduitse ideologie leek dat toen voor de hand te liggen. De Alduitsers beschouwden het Nederlands immers als een variant van het Duits en konden dus niet ‘verduitsen’ wat volgens hen al Duits was. Ze waren op dat moment bovendien overtuigd dat de Nederlanden op termijn uit eigen beweging aansluiting zouden zoeken bij het Duitse Rijk. Dat dit in flamingantische kringen veelal anders werd begrepen, bleek uit de rel die aan de stichting van Germania was voorafgegaan.

Stichter en geldschieter Reismann-Grone drukte ook in inhoudelijk opzicht zijn stempel op de redactionele lijn. Hij was fervent anti-Brits en pleitbezorger van hechte verstandhouding met Rusland hetgeen aan Vlaamsgezinde kant doorgaans niet in goede aarde viel. Reeds in de eerste nummers van het nieuwe tijdschrift, rond de jaarwisseling 1898/99, kwam het daarover tot een botsing met de anglofiel Alfons Prayon van Zuylen die met het oog op ‘Germaanse’ solidariteit een alliantie met de Britten tegen het ‘Slavische gevaar’ voorstond. Prayon had bovendien de vloer durven aanvegen met het verduitsingsbeleid in de Poolse en Deense landsgedeeltes van Pruisen en ook daarmee Alduitse wrevel opgewekt. Reismann trachtte hem diets te maken dat Vlaamsgezinde sympathie voor de taalstrijd van de Polen, maar ook de Tsjechen in Oostenrijk-Hongarije indruiste tegen het Germaanse belang. Anti-Russische oprispingen bleven vervolgens achterwege, temeer daar het ten gevolge van de Boerenoorlog vanaf eind 1899 de Britten waren die als de grote vijand in de kijker kwamen te staan.

Germania als uitvloeisel van de Alduitse ideologie

In weerwil van de plechtige ontkenning van annexionistische bijbedoelingen was Germania toch een uitvloeisel van de Alduitse geopolitieke verbeelding. Daarin stond de doelstelling centraal van een door Duitsland beheerste Midden-Europese ruimte. In dit kader zou aan de beide Nederlanden wegens hun vermeende ‘Duitse’ karakter een plaats zijn toebedeeld als leden van een economisch, politiek en militair geïntegreerde Duitse Bond die op zijn beurt de kern zou vormen van een ruimere en lossere aaneensluiting van alleen economisch verbonden satellietstaten. De oprichters van Germania hadden dus van meet af aan niet alleen Vlaanderen, maar ook Nederland op het oog.

Tegen de achtergrond van het Mitteleuropa-plan voerde Germania vanaf de zomer van 1899 campagne voor een Duits-Nederlands-Belgische tolunie die enkele maanden lang zelfs in de internationale pers stof deed opwaaien. Het tijdschrift bracht ook regelmatig verslag uit over de activiteiten van het Alldeutscher Verband en besteedde bijzondere aandacht aan de boeren in Zuid-Afrika. Aan dit onderwerp was tussen 1901 en 1903 zowat een vijfde van de kopij besteed. De taaleisen van de Duitstaligen in België en de Nederduitse beweging in Duitsland kwamen eveneens aan bod.

De onderliggende ideologie was gebaseerd op de overtuiging dat de Germanen het bij uitstek superieure ras vormden dat als zodanig tot de wereldheerschappij was geroepen. Racistische denkbeelden waren in het algemeen vreemd aan de traditie van de Vlaamse beweging. Zoveel te opmerkelijker lijkt het dat Germania in bredere kringen van het toenmalige Vlaanderen hooguit onverschilligheid, maar geen tegenspraak uitlokte, en dat de liberale flaminganten die hun medewerking verleenden zich klakkeloos konden verzoenen met het antidemocratische en antiliberale gedachtengoed van hun Duitse deelgenoten. Dat het tijdschrift in ruime mate kopij mocht overnemen uit andere Vlaamse bladen, toont eveneens aan hoe weinig irritaties het blijkbaar opwekte.

De historicus Bruno Yammine noemt Germania een ‘Duits-Vlaams contactplatform’ dat vóór 1914 zo breed nooit had bestaan. Het belang van het tijdschrift bestaat erin dat hier reeds enkele flaminganten betrokken raakten bij een Duits project die anderhalve decennia later in het activisme zouden terechtkomen. Germania was een denktank die in verband met de propaganda rond de Flamenpolitik tijdens de Eerste Wereldoorlog door sommige woordvoerders werd herontdekt. Voor anti-Vlaamsgezinden was het tijdschrift evenwel ook een gretig aangegrepen voorwendsel om de hele Vlaamse Beweging ervan te betichten aan Duitsland verkocht te zijn.

Literatuur

– J. Behets, De breuk tussen de Vlaamse Bewegers en de Pangermanisten (1887-1907), in: WT. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, jg. 23, 1963, nr. 20, pp. 451-463.
– B. de Corte, Het tijdschrift Germania in het kader van de Vlaams-Duitse betrekkingen, KULeuven, Onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1982.
– B. Yammine: Drang nach Westen. De fundamenten van de Duitse Flamenpolitik, 2011.

Suggestie doorgeven

1973: Jan Behets (pdf)

1998: Winfried Dolderer

2023: Winfried Dolderer

Inhoudstafel