Herreman, Raymond

Persoon
Pseudoniem
Raymond Vere
Geboorte
Menen, 21 augustus 1896
Overlijden
Elsene, 6 maart 1971
Leestijd: 3 minuten

Werd na studies aan de Rijksnormaalschool Gent onderwijzer in Brussel en medewerker aan Het Laatste Nieuws, Ons Vaderland (1914-1922), Pallieter, het Volksblad en Le Peuple. In 1927 werd Herreman redacteur van Vooruit, wat hij bleef tot 1962, met onderbreking in de Tweede Wereldoorlog. Zijn bekendste rubriek, "Boekuil", startte hij in 1929 in het dagblad Vooruit: hij verzorgde daarin tot kort voor zijn dood korte notities over literatuur. Van 1929 af was hij tevens verbonden aan het Beknopt Verslag van de Senaat.

In 1921 behoorde Herreman tot de stichters van het tijdschrift 't Fonteintje. In 1938 won hij de driejaarlijkse staatsprijs voor poëzie. Buiten een viertal dichtbundels publiceerde hij talrijke essayistische en kritische bijdragen. Hij zetelde in de redactie van het tijdschrift Forum en was medestichter van het Nieuw Vlaams Tijdschrift. Sinds 1946 was hij lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde.

Herreman behoorde in zijn jeugd, zoals blijkt uit zijn medewerking aan het dagblad van de Fronters en aan het weekblad Pallieter, tot de activistischgezinde flaminganten. Hij evolueerde en schaarde zich aan de zijde van de Vlaamsgezinde socialisten. Het activisme bleef hij zien als een eerbare idealistische strijd, maar het nationalisme werd hem te eng en later kantte hij zich scherp tegen de collaboratie in de Tweede Wereldoorlog. Zijn opvattingen over de V.B. heeft hij onder meer uiteengezet in de brochure Vlaanderen, let op uw zaak. Een gemoedelijke aanbeveling tot redelijk civisme (augustus 1945). Hij besprak daarin de inertie waarin de V.B. door eng nationalisme was vervallen, meende dat België tegenover Vlaanderen een kans had verkeken, pleitte voor een epuratie die "eerder op dienst aan de democratie dan op wraakneming moet gericht zijn" en onderzocht de nieuwe opdracht. Naar zijn mening is het "voor België zowel als voor Vlaanderen noodlottig geweest, dat de socialistische partij niet van bij haar ontstaan de Vlaamse Beweging heeft weten in te schakelen", omdat zij er slechts een culturele strijd in herkende. "Zij zag al te zeer de geestelijke bloei in een nog verre toekomst, een bloei die het noodzakelijke gevolg zou zijn van de stoffelijke veroveringen." Maar het was nog niet te laat om de V.B. op te nemen "in een bredere stroom". Herreman vroeg een constructieve politiek, die een culturele renaissance zou nastreven. De Vlamingen moesten, nu hun rechten theoretisch erkend waren, in de praktijk aan hun persoonlijke ontplooiing gaan werken, en België moest zo verstandig zijn om daartoe de voorwaarden te scheppen, daarbij onderzoekend "of een zekere vorm van federalisme niet voor de inwoners van België nuttig zou zijn".

Werken

– Zeg mij hoe gij leest, 1941.
– Vergeet niet te leven, 1943.
– Vlaanderen, let op uw zaak, 1945.
– Boekuiltjes, 1960.

Literatuur

– Fr. Closset, Raymond Herreman, de dichter en de criticus, 1944.
– id., Raymond Herreman, 1961.
– J. Florquin, Ten huize van..., II, 1964.
– M. Rosseels, Gesprekken met gelovigen en ongelovigen, 1967.
– 'Raymond Herreman ("Boekuil") overleden', in Vooruit (8 maart 1971).
– J. Weisgerber, 'Een protest tegen de barbaren', in R. Herreman, Vergeet niet te leven, 1989.

Suggestie doorgeven

1998: Gaston Durnez

Databanken

Inhoudstafel