Suenens, Léon

Persoon
Louis Vos (2023, herwerking), Nele Bracke (1998)

Kardinaal Leo Jozef Suenens (1904-1996) speelde een cruciale rol in de strijd om ‘Leuven-Vlaams’, omdat het bisschoppelijk mandement van 13 mei 1966 ongewild een katalysator werd voor de groeiende communautaire tegenstellingen, het uiteenvallen van de politieke partijen en het einde van het unitaire België.

Volledige voornaam
Léon Joseph
Alternatieve naam
Leo Jozef Suenens
Geboorte
Elsene, 16 juli 1904
Overlijden
Brussel, 6 mei 1996
  • Lange versie
  • Korte versie
Leestijd: 5 minuten

Leo Jozef Suenens volgde lager onderwijs in het Nederlands in Boom en Brussel en Grieks-Latijnse humaniora in het Frans aan het Institut Sainte Marie in Schaarbeek. Hij studeerde van 1921 tot 1928 kerkelijk recht, filosofie en theologie aan de Gregoriana in Rome, onderbroken door een jaar legerdienst bij de Cibi. Intussen in 1927 in Mechelen tot priester gewijd was hij van 1928 tot 1940 professor filosofie eerst aan het Klein Seminarie van Mechelen Klein Seminarie van Mechelen
Het Klein Seminarie van Mechelen was een belangrijke onderwijsinstelling van het aartsbisdom Mechelen met humaniora en filosofieafdeling voor priesterstudenten. Ze speelde in de 19de eeuw... Lees meer
en later aan het Grootseminarie.

Kerkvorst en geleerde

In 1940 was hij enkele maanden gemobiliseerd, waarna hij vice-rector werd van de Leuvense Katholieke Universiteit toen rector Honoré van Waeyenbergh Van Waeyenbergh, Honoré
Honoré van Waeyenbergh (1891-1971) was vice-rector (1936-1940) en rector (1940-1962) van de Katholieke Universiteit Leuven. Hij droeg bij aan de vernederlandsing van de universiteit. ... Lees meer
tijdens de oorlog gevangen werd gezet omdat hij weigerde de bezetter studentenlijsten te overhandigen die zouden worden gebruikt om een aantal van hen verplicht tewerk te stellen in Duitsland. In 1945 werd Suenens door kardinaal Ernest-Joseph van Roey Van Roey, Ernest-Joseph
Ernest-Joseph van Roey (1926-1961) was Kardinaal-Aartsbisschop van Mechelen. Hij aanvaardde geleidelijk de onvermijdelijkheid van een eentalig Vlaanderen en bestreed het Vlaams-nationalis... Lees meer
tot hulpbisschop en vicaris-generaal benoemd.

In 1946 stichtte hij de Belgische afdeling van het Marialegioen. Zijn boek Kerk heet Missie (1955) had een invloed op de vernieuwing van de ecclesiologie en zijn boek Kloosterleven en apostolaat (1963) bracht een modernisering op gang van de actieve zustercongregaties.

In 1961 volgde hij Van Roey op als aartsbisschop van het bisdom Mechelen en een jaar later werd hij kardinaal. In België voerde hij de regionalisering van het aartsbisdom Mechelen door. Antwerpen werd een onafhankelijk bisdom en het aartsbisdom werd gesplitst in drie gebieden: Vlaams-Brabant, Waals-Brabant en Brussel. Het aartsbisdom heette voortaan Mechelen-Brussel en de kardinaal kreeg ook een verblijfplaats in Brussel. Hij richtte In 1964 het Johannes XXIII seminarie op in Leuven. Eind 1979 ging hij met emeritaat. Vooral vanaf toen werd hij de bezieler van de charismatische beweging in België, waartoe ook het vorstenhuis behoort.

In voorbereiding op het Tweede Vaticaans concilie werd Suenens in1962 lid van de centrale preconciliaire commissie. Tijdens het concilie werd hij een belangrijke woordvoerder van de progressieve strekking in de Kerk Kerk
De verhouding tussen Kerk en Vlaamse beweging vertoont historisch een tweevoudig beeld. Enerzijds waren de godsdienstige en de Vlaamsgezinde overtuiging innig verstrengeld en vormde de cl... Lees meer
.

Suenens bracht van het tweede Vaticaans concilie de opdracht mee zich te wijden aan oecumenisch werk in Engelstalige landen. In de jaren 1970 en 1980 gaf hij een reeks Documenten van Mechelen uit, waarin onder meer het oecumenisch werk en de charismatische beweging aan bod kwamen. In 1979 bood hij zijn ontslag aan als aartsbisschop en in 1980 werd hij opgevolgd door Godfried Danneels. Ook na zijn pensionering bleef hij zich inzetten voor de charismatische vernieuwing en zorgde voor beroering met het boek dat hij aan Boudewijn wijdde omdat hij daarin aan de hand van zijn privébrieven en dagboeknotities de intieme gedachten van de diepgelovige koning blootlegde.

Suenens en de Vlaamse beweging

Voor de Vlaamse beweging is vooral het optreden van Suenens in de strijd om ‘Leuven Vlaams’ cruciaal geweest. De gezamenlijke bisschoppelijke beslissing in 1966 om de Franstalige afdeling in Leuven te handhaven, lokte bij de Vlaamse studenten in Leuven de revolte uit en stuitte in heel Vlaanderen op grote weerstand. Ten eerste omdat de ‘verordening’ werd aangevoeld als een uiting van autoritair klerikalisme. Ten tweede omdat het behoud van een Franstalige universiteit in Vlaanderen werd gezien als een bedreiging voor het Vlaamse karakter van Brabant terwijl nog maar net in 1963 de taalgrens was vastgelegd met als bedoeling homogene taalgebieden te creëren, ééntalig Nederlands in Vlaanderen, ééntalig Frans in Wallonië en tweetalig in Brussel.

Toen in januari 1968 de Franstalige afdeling UCL blijkens haar expansieplan in Leuven wenste te blijven, leidde dat tot een tweede revolte, die sterker nog dan twee jaar eerder het hele Vlaamse land beroerde. Een eerste gevolg ervan was dat het eenheidsfront binnen de kerkelijke hiërarchie verloren ging en de Vlaamse en Waalse bisschoppen respectievelijk het standpunt van de eigen taalgemeenschap bijtraden. De facto liet vanaf toen Suenens de beslissing over de toekomst van de Leuvense universiteit over aan de politiek. Een tweede gevolg was dat de politieke partijen – te beginnen met de christendemocratische – uiteenvielen naar taalgroep, wat in 1968 leidde tot de val van de regering en parlementsverkiezingen. Een daaropvolgende regering, realiseerde de overheveling van de UCL naar Louvain-la-Neuve

De historische betekenis van Suenens mandement uit 1966 lag ten eerste op het niveau van de Kerk zelf, want door lijnrecht in te gaan tegen de verwachtingen in Vlaanderen betreffende een ééntalig Leuven, en door de autoritaire toon van het bisschoppelijk mandement, vernietigde het kerkelijk gezag er zijn eigen autoriteit. Maar ten tweede versterkte dit mandement het Vlaams-nationalisme en verscherpte de communautaire tegenstellingen in het land, zodat daarna staatshervormingen in federaliserende Federalisme
Sinds het begin van de 20ste eeuw behoort federalisme tot het programma van eerst de Waalse en vervolgens ook de Vlaamse beweging. Vanaf 1970 is de transformatie van België van unitaire t... Lees meer
zin onvermijdelijk werden. Ten derde verschoof de focus van de Leuvense studentenbeweging van Vlaamsgezind verzet tegen de bisschoppelijke verklaring, naar antiklerikalisme en anti-autoritarisme, en daarna naar een globale nieuwlinkse maatschappijkritiek, die na 1968 een decenniumlang de Leuvense studentenbeweging bleef oriënteren.

Literatuur

– J. Florquin, Ten huize van..., VIII, 1972, pp. 319-374.
– K.-H. Fleckenstein en L.J. Suenens, Voor de Kerk van morgen: gesprekken met kardinaal Suenens, 1979.
– L. Vos, Het politieke falen van een kerkvorst. Kardinaal Suenens en ‘Leuven Vlaams’ (1962-1968), in: WT. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, jg. 77, nr 4, 2018, pp. 328-364.

– Terugblik en verwachting: herinneringen van een kardinaal, 1991.
Gods onvoorziene wegen: herinneringen van een kardinaal, 1993.
Koning Boudewijn: het getuigenis van een leven, 1995.

Suggestie doorgeven

1975: Gaston Durnez (pdf)

1998: Nele Bracke

2023: Louis Vos

Databanken

Inhoudstafel