Verhoeven, Willem

Persoon
Herwig De Lannoy (2023, herwerking), Jozef Smeyers (1998)

Willem Verhoeven (1738-1809) was een Vlaams toneel- en geschiedschrijver, die in zijn geschriften het gebruik van het Nederlands en de ontwikkeling van de Vlaamse cultuur verdedigde als reactie tegen de verfransing.

Volledige voornaam
Willem Frans Gommaar
Geboorte
Lier, 22 juni 1738
Overlijden
Mechelen, 16 mei 1809
Leestijd: 10 minuten

Willem Verhoeven (1738-1809) was een Vlaams toneel- en geschiedschrijver, die in zijn geschriften het gebruik van het Nederlands en de ontwikkeling van de volksaard verdedigde, tegen de verfransing. In zijn Verhandelingen (1780) waarschuwde tot bij de hoogste ambtenaren tegen de onrustwekkende verwaarlozing van de Nederlandse taal in de Oostenrijkse Nederlanden. Tijdens de Brabantse Omwenteling twijfelde hij tussen oud en nieuw en hij ontkende achteraf het auteurschap van geschriften ten gunste van de statisten. In de Franse tijd schreef hij het omvangrijke epos Belgiade, dat de lezer in bewondering voor het verleden van de Zuidelijke Nederlanden moest meeslepen. Door zijn overlijden kon het boek echter niet worden uitgegeven.

Autodidact met een passie voor gedichten en toneel in het Nederlands

Willem Verhoeven genoot lager en middelbaar onderwijs in Lier, waar zijn vader vanuit Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
was ingeweken en getrouwd. Het laatste jaar van de humaniora volgde hij aan het jezuïetencollege in Mechelen. In deze stad vestigde hij zich als lakenhandelaar en hij bekleedde er na verloop van tijd aanzienlijke functies: onderdeken van de Meerseniers-Neeringe, lid van de Brede Raad, armenmeester, secretaris van de Academie van Teken- en Bouwkunde.

Voor de Lierse rederijkers Rederijkerskamers
De rederijkerskamers waren genootschappen die zich sinds de 15e eeuw toelegden op toneel en dichtkunst in de volkstaal. In de 18e en 19e eeuw speelden ze ook een belangrijke rol in de ver... Lees meer
schreef hij twee treurspelen en twee blijspelen (zie Toneel Toneel
Het Vlaamse toneel onderhield vanaf zijn ontstaan in de 19de eeuw een complexe en gelaagde verhouding met de Vlaamse beweging. Van een belangrijk emancipatorisch instrument en voorwerp va... Lees meer
, Literatuur Literatuur
De literatuur heeft een cruciale rol gespeeld in het ontstaan van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en ook in de daaropvolgende fasen van de Vlaamse natiewording zijn schrijvers vaak richting... Lees meer
). Zijn eerste dichtstuk, Proeve van Dichtkunde op de oudtheydt, eer, achtbaerheydt, en voort-gangh der vrye konsten (wellicht 1774), geschreven bij de verheffing van de tekenacademie tot 'koninklijke' instelling, zingt de lof van de 'konsten', vooral van de schilderkunst. Bij het overlijden van Maria-Theresia huldigt hij in een Treur-dicht (wellicht 1781) de overleden vorstin van de Oostenrijkse Nederlanden en haar opvolger, maar wijst hij tegelijk de 'pluymstrykery' af: 'Zoo lang men neerduytsch schreef was 't vleyen ongeboren, Dat heden onder ons in 't Fransch heel kreupel gaat'. Zelfs voor de troon van de keizer toont onze volksaard zich open en vrij!

Historische studies tegen de verfransing en voor de Nederlandse taal en volksaard

Toch heeft Verhoeven niet aan de dicht- en toneelwerken, maar aan de historische studies zijn grootste faam ontleend. In 1777 werd hij voor het eerst door de Académie impériale et royale van Brussel bekroond met een studie over de koophandel in de Nederlanden tijdens de 13de en 14de eeuw. De vijf volgende jaren zou hij bij die instelling telkens lauweren behalen, tweemaal voor een antwoord op een natuurwetenschappelijke vraag en driemaal voor een verhandeling over een historisch onderwerp. Zijn Algemeyne inleyding tot de al-oude en midden-tydsche Belgische historie, voor het eerst uitgegeven in 1778, ligt mee aan de basis van de 'uitvinding' van de nationale geschiedenis der Zuidelijke Nederlanden.

Verhoeven heeft geen hogere studies gedaan, was dus autodidact en erg belezen. Hij maakte zich voor zijn historisch onderzoek los van het patroon van de traditionele, lokale en louter politiek-militair gerichte geschiedschrijving. Om het verleden te documenteren ondernam hij reizen en zocht hij in archieven. Hij correspondeerde met het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen in Vlissingen en met de secretaris ervan, de historicus J.W. te Water. Zijn bibliotheek omvatte een vierduizendtal boekdelen: veel humanistische geschriften, kronieken, historische publicaties, daarnaast ook contemporaine buitenlandse auteurs. Wat de Noord- en Zuid-Nederlandse literatuur betrof, bezat hij zowel oud als nieuw werk, en hij was een van de zeldzame bezitters van het werk van Lambert ten Kate.

In zijn academische geschriften kwam Verhoeven als een originele, vrijmoedige en principiële man uit de verf. De grootheid van het verleden was een obsessie voor hem: 'O wonderlyk Vlaenderen dat zoo menigmael in deze eeuwen omgekeert, in kolen geleyd, gansch verbrand, en dog nog zeeg-haftiger uyt de asschen is opgerezen!'. De Guldensporenslag Guldensporenslag
De Guldensporenslag was een veldslag op de Groeningekouter nabij Kortrijk op 11 juli 1302. Hierbij werd het Franse ridderleger verslagen. De slag kreeg in de Vlaamse beweging een symbolis... Lees meer
van 1302 had voor ook hem een actuele betekenis. Hoewel hun vroegere grootheid in verval was geraakt, waren de Nederlanders hun volkscultuur steeds trouw gebleven: 'Dikwils gedempt en overwonnen, maer noyt ten onder gebrocht, altyd het zelve volk tot heden toe'. Trouw aan die eigen cultuur veronderstelde ook trouw aan de eigen taal. 'Déeze Redevoering dan, dunkt my nutter in de Vlaemsche tael, mids déeze voor al onzen Land-aerd onderwyst', schreef hij in de inleiding tot zijn bekroonde studie over de invoering van het Romeinse recht in onze gewesten. Hij staafde zijn stelling met een uitvoerig 'bewys-stuk': alle beschaafde volken schrijven in hun moedertaal. De Grieken en Romeinen deden het: Tasso, Cervantes, Camoës, Gessner, Milton, de Franse auteurs, ieder voor zijn land, Vondel en Wagenaar voor de Nederlanden.

De aandacht voor het verleden belette niet dat nieuwe invloeden hun spoor trokken in zijn werk. Dat blijkt onder meer uit zijn streven naar objectiviteit, uit zijn veroordeling van de 'bloedige' kruistochten, de inquisitie, vroegere religieuze misbruiken, uit zijn afwijzen van 'onnoodige religieuze orden', uit zijn bewondering voor de gotische bouwkunst in haar mooiste scheppingen. De Encyclopédie (1751-1772) van Diderot en D’Alembert was een van zijn trouwe informatiebronnen.

Naar de reden van het verzet dat in de Academie tegen zijn kandidatuur voor lidmaatschap heeft bestaan – volgens de geldende regels had hij na drie bekroningen als lid aanvaard moeten worden – kunnen we slechts gissen. Zijn verkiezing werd meermaals door het persoonlijk ingrijpen van voorzitter H. de Crumpipen belet. Hijzelf duidde academiesecretaris Jan des Roches Des Roches, Jan
Jan des Roches (1735-1787) was tijdens de Oostenrijkse tijd betrokken bij de organisatie van het onderwijs. Hij is vooral bekend als auteur van een Nederduitse spraakkunst waarin hij de A... Lees meer
aan als de schuldige. Zijn bewuste, zelfstandige houding en onverbloemde taal ('Zoo hebben wy veel tyds de aepen van de Fransche geweest!') moet het dociele publiek aan de Academie zeker afgeschrikt hebben. Ambitieus als hij was, heeft Verhoeven ook gedacht aan deelname aan buitenlandse wedstrijden. De Koninklijke Bibliotheek in Brussel bewaart fragmenten van zijn antwoorden op prijsvragen van de academies van Berlijn en Besançon.

Verhandelingen over de noodzaak van het Nederlands in het onderwijs

In 1780 bezorgde Verhoeven zijn Oordeelkundige Verhandelingen op de noodzaekelijkheijd van het behouden der nederduijtsche taele, en de noodige hervormingen in de schoolen (manuscript, 30 foliobladen) aan graaf Patrice François de Neny. Deze voorzitter van de Geheime Raad was het namelijk oneens met het voornemen van het regime om in de middelbare koninklijke colleges het Latijn als onderwijstaal in te ruilen voor het Frans. De concrete omstandigheden die de aanleiding vormden tot dit rapport van Verhoeven zijn niet duidelijk. Met argumenten die hij handig aan d'Alembert en Voltaire ontleende, waarschuwde hij tegen de groeiende verfransing. Hij verdedigde niet het Latijn, maar het Nederlands, waardoor hij zijn bijdrage leverde aan de taalstrijd, al bleef het voor hem belangrijk dat de Nederlanders die vreemde talen kenden. Maar minachting voor de eigen taal, stelde hij, leidt tot minachting voor eigen cultuur, want 'niets heeft meer gemeijns op de zeden als de tael'. Degelijk onderwijs Onderwijs
Lees meer
, gebaseerd op de moedertaal en gegeven door bekwame leermeesters – niet aan de hand van verouderde volksromans, maar aan de hand van auteurs als onder anderen Poirters en Vondel – was het middel om het tij te keren. In een apart hoofdstuk hekelde hij op felle toon en met spitse anekdotes de verfranste opvoeding aan de 'schoolen voor de dogters': de basis van de taal wordt in de eerste kinderjaren gelegd en de meisjes zijn de moeders van morgen. In zijn 'besluyt' schetste hij het verfransingsproces in onze gewesten: terwijl de Noord-Nederlanders Stichting Noord-Nederland Vlaanderen
De Stichting Noord-Nederland Vlaanderen (1936-1941), die nauwe banden onderhield met het Vlaams Nationaal Verbond (VNV),  was een Nederlandse organisatie die via activiteiten in verband ... Lees meer
hun taal naar de volmaaktheid voerden en de taal van de Prinsen van Oranje die van het volk was, volgde aan het Brusselse hof het Frans op het Spaans. Het toppunt van de “Fransdolheid” was bereikt en het staatsgezag diende in te grijpen.

De Verhandelingen – die niet verspreid werden en waarvan het handschrift pas in 1923 werd ontdekt – hebben geen invloed gehad op het Oostenrijkse onderwijsbestel. Ze bevatten nochtans krasse uitspraken. Zo noemde Verhoeven de Brusselse Academie, met haar grotendeels Nederlandsonkundige leden, een zo ongewoon geval als een ingebeeld soortgelijk genootschap in Parijs, waarvan evenveel academici geen Frans zouden kennen. De gevatte argumentatie en de krasse uitspraken hebben wellicht veeleer een averechts effect gehad. Bovendien is Verhoeven een typische intellectueel van de Oostenrijkse Nederlanden, met de meertaligheid en het taalpragmatisme die dat milieu kenmerkte. Hij koos voor het Nederlands als het kon, ook in de briefwisseling met de Brusselse Academie, maar gebruikte het Frans als dat aangewezen was, zoals in de correspondentie met buitenlandse contacten. Zijn politieke geschriften voerde hij in principe in de twee talen, om een zo ruim mogelijk publiek te bereiken.

In de wordingsgeschiedenis van de Vlaamse gedachte in de late 18de eeuw blijven de Verhandelingen, na De Verhandeling op d’onacht (1788) van Jan B. Verlooy Verlooy, Jan Baptist
Jan Baptist Verlooy (1746-1797) was een Brusselse advocaat en activist die schatplichtig was aan verlichte Franse denkers en ijverde voor het gebruik van het Nederlands als officiële taal... Lees meer
, het belangrijkste document, al missen ze het revolutionaire en moderne elan van het werkstuk van de Brusselse advocaat. Het opzet was ook beperkter, maar vooral was de visie traditionalistischer, sterk geworteld in de humanistische opvattingen over taal en volk, hoewel de invloed van de Verlichting niet ontbrak. Hoewel zowel de traditie als de vooruitgang Verhoeven hebben geïnspireerd, waren ze bij hem nog niet, zoals bij Verlooy, vergroeid tot één krachtige, naar de toekomst gerichte synthese.

Aarzelend tijdens de Brabantse Omwenteling

Uit zijn gedragingen en geschriften tijdens de Brabantse Omwenteling en de Franse tijd – in het Nederlands en sommige in het Frans – blijkt overigens hoe hij ook op het politieke vlak tussen oud en nieuw geaarzeld heeft. Een Ode aen den doorlugtigen Heer Henrik Van der Noot (1790) en een sterk anti-Jozefistische en anti-Encyclopedische Mémoire historique, politique et critique sur les Constitutions, la Religion et les Droits de la Nation Belgique (1790) situeren hem in het kamp van de statisten rondom Hendrik van der Noot, die de oude vrijheden wilden hersteld zien. Opmerkelijk is dat Verhoeven van beide werkjes achteraf het auteurschap ontkende, ten onrechte. Anonieme pamfletten vermeldden hem dan weer onder de aanhangers van Jan Frans Vonck, die komaf wilden maken met de standenmaatschappij onder het ancien régime. Verhoeven was meer dan eens op beslissende momenten aanwezig in Mechelen in hun gezelschap. Maar in zijn inleiding op de Grond-wet ofte Constitutie van Mechelen (1790) – een vertaling uit het Latijn in het Nederlands van een ordonnantie uit 1304 − is Verhoeven fel anti-Oostenrijks én vol lof over de Kerkleiders en de gouden tijd van de middeleeuwse vrijheden en ambachten, een standpunt van de statisten. De volgende jaren (1790-1795) vertaalde hij de Déclaration des droits de l'homme et du citoyen, maar hij trad slechts onder dwang en kortstondig tot de Mechelse municipaliteit toe. Toen hij tijdens de plechtigheid voor de viering van de aanhechting van de Zuidelijke Nederlanden bij Frankrijk Frankrijk & Vlaanderen
De verhouding tussen Vlaanderen en Frankrijk werd altijd gekenmerkt door een aanzienlijke dubbelzinnigheid. Hoewel er lange tijd een grote affiniteit met de Franse cultuur bestond, werd d... Lees meer
(november 1795) de Nederlandse tekst van het decreet moest voorlezen, werd de emotie hem haast te veel.

Vanaf december 1795 trok Verhoeven zich definitief terug uit het openbare leven en begon hij aan het schrijven van zijn Belgiade ofte Mannus, in de omkeering van den Belgischen en Celtischen staet, een epos dat hem naar eigen zeggen 'twaelfjaerig zweet' kostte: het manuscript beslaat 466 pagina's en 22.000 verzen. Zijn dood verhinderde de publicatie. In literair opzicht is het werk een onverteerbaar, opgeschroefd gewrocht. Belangrijk is echter vooral de inspiratie: dat Verhoeven zich in de donkere Franse tijd verplicht voelde om zijn ruime kennis van onze geschiedenis te vertolken in een heldendicht dat de lezer door zijn allure in bewondering voor dat verleden moest meeslepen. Het bewijst de intense spanning en de koppigheid van het nationale gevoel bij deze man.

Werken

– Mémoires sur les questions proposées par l'Académie impériale et royale... de Bruxelles omvat twee van zijn academische geschriften.
Oordeelkundige Verhandelingen, bewaard in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag (nr. 71 D76).
Belgiade, bewaard in Koninklijke Bibliotheek in Brussel, Van Hulthemfonds.

Literatuur

J. Muyldermans, Will. Fr. Gomm. Verhoeven (1738-1809). Over zijn leven en zijn schriften, in: Verslagen en Mededeelingen van de Koninklijke Vlaamsche Academie, 1920, pp. 817-858.
A. Jacob, Willem Verhoeven over de Volkstaal en het Schoolwezen aan den drempel van den Franschen tijd, in Van Gansen-Gedenkboek, 1943 (met portret en originele tekst van de Oordeelkundige Verhandelingen).
W. van den Steene, W.F.G. Verhoeven. Een Mechels geestesverwant van J.B.C. Verlooy, in Handelingen van de Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen, jg. 55, 1951, pp. 117-138.
E. Rombauts, Willem Frans Gommaar Verhoeven (1738-1809). Een levensbeeld, in: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie, 1959, pp. 213-228.
J. Smeyers, De Nederlandse letterkunde in het Zuiden, in: Geschiedenis van de Letterkunde der Nederlanden, dl. 6 1975.
R.F. Lissens, In het brongebied van de Vlaamse herleving. De "Oordeelkundige Verhandelingen" van Willem Verhoeven in de context van een tijdvak, in: R.F. Lissens, Letter en geest. Opstellen over Nederlandse letterkunde, 1982.
R. de Schryver, De "Belgische Historie" (1781) van G.F. Verhoeven, in: Cultuurgeschiedenis in de Nederlanden. Liber Amicorum J. Andriessen e.a., 1986.
J. Smeyers, De veilingcatalogus van de bibliotheek van W.F.G. Verhoeven (1738-1809); in: Miscellanea neerlandica. Opstellen voor Dr. J. Deschamps, 1987.
T. Verschaffel, Letterkunde in een meertalige cultuur, in: De weg naar het binnenland. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1700-1800: de Zuidelijke Nederlanden, 2017.

Suggestie doorgeven

1975: Jozef Smeyers (pdf)

1998: Jozef Smeyers

2023: Herwig De Lannoy

Databanken

Inhoudstafel