Cantillon, Eugène

Persoon
Nico Van Campenhout (2023)

Eugène Cantillon (1893-1942) werkte in 1915 vanuit Nederland kortstondig mee aan de activistische krant De Vlaamsche Post. Van 1918 tot zijn overlijden was hij journalist bij de krant Het Vaderland in Den Haag. Hij was er ook actief als historicus.

Geboorte
Halle, 7 januari 1893
Overlijden
Den Haag, 10 mei 1942
Leestijd: 4 minuten

Eugène Cantillon, zoon van een onderwijzer, volgde middelbaar onderwijs aan de Rijksmiddelbare Jongensschool van Halle en aan het Koninklijk Atheneum van Brussel. Vervolgens studeerde hij Germaanse filologie aan de Université Libre de Bruxelles, waar hij lid werd van de Vlaamsgezinde studentenvereniging Geen Taal Geen Vrijheid Geen Taal Geen Vrijheid
Geen Taal Geen Vrijheid is de kenspreuk en tot einde van de jaren 1940 de roepnaam van de Vlaamse studentenkring van de Brusselse universiteit. Lees meer
. In Brussel sloot hij vriendschappen voor het leven met Derk Hoek Hoek, Derk
De Nederlander Derk Hoek (1887-1976) studeerde vóór 1914 rechten aan de Brusselse universiteit en kwam er in contact met de Vlaamse beweging. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij betrok... Lees meer
, Frederik Gerretson Gerretson, Frederik C.
Frederik Carel Gerretson (1884–1958) was een Nederlandse historicus, zakenman en politicus, die vanuit zijn Groot-Nederlandse overtuiging het Vlaams-nationalisme trachtte te beïnvloeden.... Lees meer
en Leo Picard Picard, Leo
De vrijzinnige flamingant en journalist-publicist Leo Picard (1888-1981) engageerde zich in het activisme, maar sloeg al in de nazomer van 1915 een andere weg in en verhuisde naar Nederl... Lees meer
, die er alle drie gedurende kortere of langere tijd college liepen en er het flamingantische Flamingant
Flamingantisme is een term die met verschillende betekenissen wordt toegekend aan actoren binnen de Vlaamse beweging en het Vlaams nationalisme. Lees meer
universiteitsmilieu frequenteerden.

De Eerste Wereldoorlog

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
vervulde Cantillon zijn dienstplicht en raakte hij betrokken bij de vijandelijkheden. Toen zijn eenheid in het neutrale Nederland Nederland
Nederland is met Vlaanderen verbonden door de economische infrastructuur, de taal en de geschiedenis. Vanaf eind 18de eeuw kreeg die verbondenheid in taal en cultuur op uiteenlopende mani... Lees meer
terecht kwam, deserteerde hij, waardoor hij ontkwam aan militaire internering. Vanuit Den Haag, waar hij woonde tot zijn overlijden, werkte Cantillon in 1915 een tijdlang mee aan De Vlaamsche Post De Vlaamsche Post
Lees meer
. Nadat Leo Picard in september 1915 was opgestapt als hoofdredacteur van deze radicaal-activistische Gentse krant en zich eveneens in Den Haag had gevestigd, hield ook Cantillon zijn medewerking aan het blad voor bekeken.

Journalist

Vanaf 1918 waren beide uitgeweken Vlamingen werkzaam bij het Haagse liberale dagblad Het Vaderland, gedurende enige tijd allebei op de buitenlandredactie. In het Vlaamse literaire tijdschrift Ruimte Ruimte
Lees meer
publiceerde Cantillon, die op dat moment een vijftal jaren in Nederland verbleef, in 1921 een essay over de gelijkenissen en de verschillen tussen Vlaanderen en Holland.

In het begin van de jaren 1920 werkte Cantillon als nachtredacteur bij Het Vaderland, wat hem de gelegenheid bood om in opdracht van Gerretson de uitgave voor te bereiden van de correspondentie van de protestantse politicus en historicus Guillaume Groen Van Prinsterer Groen van Prinsterer, Guillaume
Guillaume Groen van Prinsterer (1801-1876) was een antiliberale en antirevolutionaire publicist en politicus. Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de protestants-christelijke politi... Lees meer
(1801-1876), waarvan het eerste deel in 1925 verscheen. Volgens Raymond Brulez Brulez, Raymond
Lees meer
zou Gerretson de vrijzinnige Cantillon hebben kunnen overhalen om toe te treden tot de protestantse denominatie waartoe hij behoorde. Cantillon, die door Gerretson werd omschreven als een van zijn ‘meest oprechte vrienden’, fungeerde ook bij andere gelegenheden als assistent-archiefonderzoeker en ghostwriter. Toen Gerretson in de vroege jaren 1930 de ‘Haagse Studiekring’ vormde, trad Cantillon echter als enige van het zogeheten ‘Haagse Kwartet’ – de vierkoppige vriendengroep met Leo Picard en Derk Hoek die in Brussel vóór de Eerste Wereldoorlog was gevormd – niet toe tot deze conservatieve en met het fascisme flirtende ‘denktank’.

Historicus

Na twee beroertes moest Cantillon in 1935 zijn job bij Het Vaderland opgeven. Een kleinzoon van de Nederlandse staatsman Johan Rudolf Thorbecke (1798-1872), die rechter was in Den Haag en het archief van zijn grootvader beheerde, zorgde er toen voor dat de papieren erfenis van de voormalige regeringsleider en voornaamste auteur van de grondwet van 1848 bij Cantillon thuis belandde. Cantillon, die al in de late jaren 1920 was begonnen met de ordening en inventarisering van deze rijke archiefcollectie, startte nu met het klaarmaken voor publicatie van de belangrijkste stukken ervan, waartoe de Thorbecke Stichting had besloten. Op die manier lag hij aan de basis van de meerdelige, geannoteerde brieveneditie van Thorbecke, die tussen 1955 en 2002 werd uitgebracht. Intussen publiceerde Cantillon over deze liberale politicus en hoogleraar (eerst in Gent en na 1830 in Leiden) in het Vlaams-Nederlands historische periodiek Nederlandsche Historiebladen Bijdragen voor de Geschiedenis der Nederlanden
Lees meer
(1938 en 1939), in de Bijdragen voor de Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde (1940 en 1941) en in de culturele tijdschriften De Waag (1940) en De Gids (1942 en 1944). Cantillon, die voordien van het (uitgangs)leven had genoten, kwam - nu zijn mobiliteit heel beperkt was geworden - pas echt toe aan het schrijven van een reeks historische bijdragen, iets wat hij vroeger slechts incidenteel had gedaan.

Afscheid van het ‘Haagse kwartet’

Op Cantillons begrafenis spraken Derk Hoek (mede in naam van Gerretson) en Leo Picard. Het ongesigneerde in memoriam in Het Vaderland, vermoedelijk van de hand van Picard, omschreef Cantillon als een ‘geheel Nederlander geworden Vlaming’ en stelde, verwijzend naar zijn werkzaamheden als archivaris en geschiedschrijver, dat ‘uit den archiefwerker een historicus’ was gegroeid en ‘uit den documentenuitgever een biograaf’.

Net als Hoek - en volkomen in tegenstelling tot Gerretson en Picard - was Cantillon na de Eerste Wereldoorlog overigens nauwelijks nog betrokken geweest bij de Vlaamse en de Groot-Nederlandse Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
beweging.

Literatuur

– Drs. Eugène Cantillon, in: Het Vaderland, 11 mei 1942.
– Begrafenis E. J. Cantillon, in: Het Vaderland, 16 mei 1942.
– Bewerking van het archief Thorbecke, in: Trouw, 15 augustus 1947.
– L. Picard, Een jeugdvriend: Eugène Cantillon, in: Julien Kuypers, Vlaams Europeeër, 1963, pp. 61-68.
– P. van Hees en G. Puchinger (eds.), Briefwisseling Gerretson-Geyl, 1979-1981, 5 dln.
– H. van Wijnen, Thorbecke gered, in: NRC Handelsblad, 8 juni 1991.

Suggestie doorgeven

1973: Leo Picard (pdf)

1998: Pieter Van Hees (pdf)

2023: Nico Van Campenhout

Inhoudstafel