Cornelis, Rik

Persoon
Joachim Traest (2023)

Hendrik (Rik) Cornelis (1910-1999) was een Vlaams koloniaal ambtenaar. In 1958 werd hij benoemd tot gouverneur-generaal van Belgisch Congo. Als oprichter van het tijdschrift Band in 1942 stimuleerde Cornelis het Vlaamse cultuurleven in Congo.

Volledige voornaam
Hendrik
Pseudoniem
Erik van Bever
Alternatieve naam
Henry
Geboorte
Bevere, 18 september 1910
Overlijden
Chaumont-Gistoux, 1999
Leestijd: 4 minuten

Jeugd en studententijd (1910-1933)

Rik Cornelis groeide op in Bevere, een deelgemeente van Oudenaarde. Na zijn middelbare schoolopleiding aan het Onze-Lieve-Vrouw-college in Oudenaarde studeerde hij aan de Gentse Rijksuniversiteit, waar hij in 1930 een diploma economie en financiën behaalde en in 1931 een diploma consulaire en koloniale wetenschappen (zie Kolonialisme). Vervolgens studeerde Cornelis in 1932 een jaar aan het Institut Universitaire des Hautes Études Internationales in Genève, om uiteindelijk in 1933 ook een doctoraat aan de Gentse universiteit te behalen.

Als student kwam Cornelis in contact met de Gentse Vlaamsgezinde studentenbewegingen Studentenbeweging
Lees meer
en ontwikkelde hij zo sympathie voor de Vlaamse beweging. Hij was vanaf 1929 zelf ook medeoprichter en secretaris van de Oudenaardse studentenvereniging Laetitia, een van de eerste Vlaamse studentenverenigingen te Gent naar het model van Albert Rodenbach Rodenbach, Albrecht
Albrecht Rodenbach (1856-1880) was een West-Vlaams studentenleider en dichter, die een sleutelrol speelde in het ontstaan van de Blauwvoeterij en de katholieke Vlaamse studentenbeweging. ... Lees meer
. Als student maakte Cornelis de vernederlandsing van de Gentse Rijksuniversiteit Hoger onderwijs in Gent
Met de vernederlandsing in 1930 als hoogtepunt is de Gentse universiteit een belangrijk strijdpunt geweest in de Vlaamse beweging. Van het Latijn uit 1817 tot het Engels van vandaag: het ... Lees meer
in 1930 van dichtbij mee.

Koloniale carrière (1934-1960)

Na zijn doctoraat vertrok Cornelis in 1934 naar Burundi, waar hij eerst als gewestbeheerder en vervolgens als hoofd van de financiële afdeling in dienst kwam. Vanaf 1937 bekleedde hij die laatste functie in de Congolese regio Katanga, waarna hij in 1939 tot hoofd van de provinciale financiële afdeling van Katanga gepromoveerd werd.

In 1940 werd Cornelis economisch en financieel adviseur van de gouverneur-generaal en directeur van de dienst voor valutacontrole van Belgisch-Congo Belgisch-Congo
Van 1885 tot 1908 was Congo als ‘Onafhankelijke Congostaat’ (OCS) in de handen van de Belgische koning Leopold II, die als een soevereine vorst over het land heerste. Om te vermijden dat... Lees meer
. Zes jaar later werd hij benoemd tot directeur voor economische zaken van de kolonie en in 1951 schopte hij het tot koninklijk commissaris van het Tienjarenplan van Belgisch-Congo.

In 1953 werd Cornelis benoemd tot vice-gouverneur-generaal en in 1958 volgde hij uiteindelijk Léon Pétillon op als gouverneur-generaal van Belgisch Congo. Cornelis was de eerste uitgesproken Vlaamsgezinde gouverneur-generaal en bekleedde die functie tot aan de onafhankelijkheid van Congo in 1960.

De zaak Cornelis (januari 1959 – april 1959)

Zes maanden nadat Cornelis als gouverneur-generaal was aangetreden, braken er in januari 1959 rellen uit in Leopoldstad. Die kwamen er nadat burgemeester Jean Tordeur een politieke demonstratie van de ABAKO-partij had verboden. De officiële dodentol van de rellen was 42 doden en 250 gewonden en tekende de gezagscrisis die op dat moment in het overbevolkte Leopoldstad heerste. Toenmalig minister van Belgisch Congo en Ruanda-Urundi Maurice van Hemelrijck wees Cornelis aan als de schuldige voor de politieke chaos in Leopoldstad en bood aan hem te vervangen. Cornelis stond hoog aangeschreven omwille van zijn economische en financiële talenten, maar aan zijn capaciteiten als politicus werd in België getwijfeld. Niettemin slaagde hij erin in april 1959 na gesprekken met koning Boudewijn van Saksen-Coburg, Boudewijn I
Boudewijn (1930-1993) moest als gevolg van de koningskwestie op jonge leeftijd en onvoorbereid zijn vader opvolgen. Zijn koningschap werd getekend door de Congolese dekolonisatie, staatsh... Lees meer
en premier Gaston Eyskens Eyskens, Gaston
Gaston Eyskens (1905-1988) was een Vlaamsgezinde katholieke econoom en politicus, die onder andere eerste minister was ten tijde van de Koningskwestie en aan de basis lag van de eerste st... Lees meer
zijn functie alsnog te behouden. In de kolonie genoot Cornelis dan ook in zowel blanke als inheemse kringen een hoog aanzien. De slechte verhouding tussen de gouverneur-generaal en de Belgische regering stelde wel de duurzaamheid van de Belgische aanwezigheid in Congo in vraag.

Gouverneur-generaal tijdens het Congolese onafhankelijkheidsproces (1959-1960)

Nadat in april 1959 zijn aanblijven als gouverneur-generaal verzekerd was, kreeg Cornelis de taak om het dekoloniseringsproces van Congo in goede banen te leiden. In België bleef men echter twijfelen aan de politieke capaciteiten van Cornelis. Ook Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
vreesde dat Cornelis te weinig gevoel voor politiek had om de Congolese onafhankelijkheid tot een goed einde te brengen. Niettemin bleef Cornelis aan als gouverneur-generaal en trachtte hij het uitvoerend college met figuren als Patrice Lumumba en Joseph Kasavubu bijeen te houden.

Na de Congolese onafhankelijkheid (1960-1999)

Na 1960 keerde Cornelis terug naar België. Hij werd er actief in het bankwezen als adviseur van Paribas en werd financieel adviseur voor de Gentse haven. Later zou Cornelis nog als adviseur van de Congolees Justin Bomboko fungeren tijdens diens voorzitterschap van het College van Commissarissen opgericht door Congolees president Joseph-Désiré Mobutu. Cornelis werd na zijn carrière in Belgisch Congo benoemd tot eregouverneur-generaal.

Vlaamsgezindheid in Congo

Cornelis had de Vlaamse sympathie die hij tijdens zijn studententijd in Gent had opgedaan meegenomen naar Congo. Door de bescherming van gouverneur-generaal Pierre Ryckmans en de steun van minister van Koloniën Albert de Vleeschauwer kon Cornelis zijn flamingantisme uiten zonder dat zijn koloniale carrière gedwarsboomd werd. Vanuit zijn koloniale ambten bouwde Cornelis het Vlaamse cultuurleven in de Belgische kolonie uit. Zo richtte hij in mei 1942 samen met Odo Spitaels het Vlaams algemeen-cultureel tijdschrift Band op, voor Vlamingen in Congo die door de oorlog het contact met het moederland verloren waren. Hiermee was de start gegeven voor een groter zelfvertrouwen bij de Vlaamse kolonisten en voor de ontwikkeling van het Vlaams cultureel verenigingsleven in de kolonie, waarvoor Cornelis zich tot 1960 bleef inzetten. In Band schreef hij losse bijdragen over de Belgische kolonisatie en het Vlaamse cultuurleven in Congo, vaak onder het pseudoniem van Erik van Bever. Na zijn terugkeer in België was hij in 1963 medestichter van de vereniging België in de Wereld.

Werken

– Artikelen in Band (onder pseudoniem E. van Bever).

Literatuur

– A. Schöller, Congo, 1959-1960: mission au Katanga, intérim à Léopoldville, 1982.
– G. Eyskens, Gaston Eyskens de mémoires, 1993.
– Z. Etambala, Congo 55/65: van koning Boudewijn tot president Mobutu, 1999.
– B. Ceuppens, Congo made in Flanders? Koloniale Vlaamse visies op blank en zwart in Belgisch Congo, 2003.
– Cornelis, Henri, in: AfricaMuseum – Archives, geraadpleegd op 28/10/22, op: https://archives.africamuseum.be/agents/people/347.

Suggestie doorgeven

1998: Arthur Verthé (pdf)

2023: Joachim Traest

Inhoudstafel