De Hoon, Hendrik

Studeerde bij de jezuïeten te Luik en daarna aan de Rijksuniversiteit Gent. In 1873 werd De Hoon doctor in de rechten en in 1875 doctor in de politieke en administratieve wetenschappen. Na enkele jaren balie te Gent en een ambtenaarsfunctie op het provinciebestuur van West-Vlaanderen (1880) doorliep hij de magistratuur te Brussel. Hij klom op van substituut-procureur des Konings (1882) tot eerste-advocaat-generaal bij het hof van beroep (1918).

De Hoon stamde uit een Vlaamsgezinde familie. Hij was een neef van Karel L. Ledeganck Ledeganck, Karel L.
Karel Lodewijk Ledeganck (1805-1847) was een Vlaams ambtenaar, politicus, jurist en dichter uit Eeklo. Hij was een cultuurflamingant en schreef een dichterlijke trilogie die in de Vlaamse... Lees meer en van Jacob F. Heremans Heremans, Jacob
Lees meer en een van de eerste juristen na de Omwenteling die een wetenschappelijk juridische studie in het Nederlands uitgaf (1877). Twee jaar later publiceerde hij Onze taal voor het strafgerecht in Vlaanderen, een polemisch geschrift waarin Vlaamsonvriendelijke rechtspraak van het hof van assisen van Oost-Vlaanderen werd aangeklaagd.

De Hoon legde zich vooral toe op de vorming van de Nederlandse rechtstaal in Vlaanderen. Zijn uitgangspunt daarbij was dat Vlaanderen zoveel mogelijk de rechtstaal uit Nederland moest overnemen. In 1891 werd hem de eerste cursus van strafrecht en strafvordering in het Nederlands aan de Brusselse rechtsfaculteit toevertrouwd. In 1896 publiceerde hij twee juridische handboeken over deze materie in het Nederlands en vulde zo, na de verregaande vernederlandsing van de strafrechtspleging in Vlaanderen sinds 1873, een lacune op. De (erg stroeve) Nederlandse vertaling uit 1841 van het burgerlijk wetboek van Ledeganck, waarvan de laatste uitgave uit 1867 dateerde, herwerkte De Hoon grondig, samen met Lodewijk de Hondt, raadsheer in het hof van cassatie; hun vertaling verscheen in 1899. Later zou De Hoon onder meer ook een beknopte, artikelsgewijze commentaar op de Belgische grondwet publiceren, zoals steeds in het Nederlands.

In 1897 was De Hoon ook betrokken bij de stichting van het Rechtskundig Tijdschrift Rechtskundig Tijdschrift (voor Vlaamsch-België)
Het Rechtskundig Tijdschrift (voor Vlaamsch-België) (1897-1964) evolueerde van een gematigd Vlaamsgezind juridisch blad naar een apolitiek vakblad. Tijdens de Tweede Wereldoorlog sympathi... Lees meer , waarvoor hij vele jaren in de redactie zat, en bij de heroprichting in 1899 van de Bond der Vlaamsche Rechtsgeleerden Bond der Vlaamsche Rechtsgeleerden
De Bond der Vlaamsche Rechtsgeleerden (1885-…) werd opgericht als een overkoepelende vereniging van Vlaamsgezinde juristen uit alle disciplines. De vereniging zette zich in voor de verned... Lees meer . In 1912 koos de vereniging hem tot ondervoorzitter en in 1930 werd hij voorzitter; hij bleef dat tot aan zijn overlijden.

Als eminent kenner van de Nederlandse rechtstaal was De Hoon van bij de oprichting in 1923 tot aan zijn overlijden voorzitter van de Centrale commissie voor Nederlandse rechtstaal en bestuurstaal in België Commissie-Van Dievoet
De Commissie-Van Dievoet was de commissie die de Nederlandse tekst voorbereidde van de Grondwet en de belangrijkste wetten, waarna deze, na goedkeuring door het parlement, dezelfde rechts... Lees meer . Die was belast met de vertaling van de wetboeken en de voornaamste wetten en besluiten waarvan geen officiële Nederlandse tekst bestond. ( gerecht Gerecht
Lees meer )