Delfosse, Leo

Persoon
Jaap Grave (2023, herwerking), Gilbert De Smet (1998, aanvulling)

Leo Delfosse (1895-1967) was een Vlaamse historicus, die zich tijdens de Eerste Wereldoorlog tot het activisme bekende en daarna in Duitsland ging wonen. Hij publiceerde diverse artikelen over de Vlaamse en Nederlandse geschiedenis, waarmee hij het Duitse leespubliek wilde informeren over de ‘organische eenheid’ van de Nederlanden.

Pseudoniem
Centigram
Alternatieve naam
Leo Delfos
Geboorte
Ronse, 3 september 1895
Overlijden
Göttingen, 24 december 1967
Leestijd: 6 minuten

Leo Delfosse begon na zijn middelbaar onderwijs aan het college te Oudenaarde in 1913 geschiedenis te studeren aan de Gentse universiteit ( Henri Pirenne Pirenne, Henri
Henri Pirenne (1862-1935) was een van de invloedrijkste Belgische historici uit de 20ste eeuw. Zijn werk, met name zijn zevendelige Histoire de Belgique, reflecteerde een Belgisch-nationa... Lees meer
, Paul Fredericq Fredericq, Paul
Paul Fredericq (1850-1920) was een vooraanstaande Gentse historicus, die als de officieuze ideoloog van het liberaal flamingantisme kan worden  omschreven. Als rector van de Gentse univer... Lees meer
). Hoewel hij uit een Franssprekende familie stamde, toonde hij tijdens zijn studententijd belangstelling voor de Vlaamse beweging. Zo nam hij in 1913 deel aan de Hugo Verriesthulde. Als oorlogsvrijwilliger had hij in het Belgisch leger dienst genomen. In oktober 1914 werd hij krijgsgevangen genomen en werd eerst naar Holzminden, vervolgens naar Göttingen getransporteerd. Daar werkte hij mee aan Onze Taal Onze Taal (1915-1918)
Onze Taal verscheen tussen 1915 en 1918 als tijdschrift voor de Vlaamse krijgsgevangenen in het kamp van Göttingen. Lees meer
en gaf hij blijk van activistische sympathieën.
Na de oorlog werd Delfosse bij verstek veroordeeld en zette in Freiburg (twee semesters) en in Göttingen (romanistiek, sociologie en geschiedenis) zijn studie voort. Hij promoveerde er in 1923 bij Karl Brandi op de jeugd van Karel V. Brandi had zelf veel belangstelling voor dit onderwerp en publiceerde tussen 1937-1941 Kaiser Karl V. Werden und Schicksal einer Persönlichkeit und eines Weltreiches. Van 1924 tot 1930 gaf Delfosse Duits, Frans en Italiaans aan het gymnasium te Turda (Roemenië). In het wintersemester 1930 werd hij plaatsvervangend lector Nederlands in Göttingen, en volgde zijn schoonvader, Raf Verhulst Verhulst, Raf
Raf Verhulst (1866-1941) was een Vlaamsgezinde schrijver, journalist en docent, die tijdens de Eerste Wereldoorlog een prominente rol opeiste in het activisme. Lees meer
, vanaf 1 januari 1932 op (Delfosse was getrouwd met Katelijne Verhulst).
Delfosse publiceerde diverse artikelen in Vlaamse en Noord-Nederlandse tijdschriften. In het tijdschrift Vlaanderen Vlaanderen (1922-1933)
Vlaanderen was een radicaal Vlaams-nationalistisch weekblad dat verscheen tussen 1922 en 1933. Het stond voor het grootste deel onder leiding van Robrecht de Smet en Josué de Decker. Het ... Lees meer
(1922-1933)
betoogde hij in 1927 dat Vlaanderen bezet was door de Walen, dat België de nationale staat van de Walen was en dat zij de Vlamingen onderdrukten. Van 1937 tot 1940 publiceerde hij artikelen in Nieuw Nederland, een maandblad van de Nationaal-Socialistische Beweging Nationaal-Socialistische Beweging
De Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) was een Nederlandse politieke partij, op 14 december 1931 opgericht en geleid door Anton Mussert. Lees meer
(NSB).
Tijdens de Tweede Wereldoorlog gaf hij enkele keren gevolg aan de vraag van de Wehrmacht om als tolk te fungeren bij de verhoren van Nederlandstalige gevangenen. Zijn bijdrage Aufbruch und Landnahme in Robert P. Oszwald Oszwald, Robert P.
Robert P. Oszwald (1883-1945) was een Duits ambtenaar. Hij was betrokken bij de Flamenpolitik tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ook tijdens het interbellum en het nationaalsocialistische re... Lees meer
s Deutsch-Niederländische Symphonie (1937), een bundel die ter gelegenheid van Verhulsts zeventigste verjaardag verscheen, werd in de tweede uitgave (1944) niet herdrukt. In zijn populariserende historische bijdragen (onder andere over de scheiding der Nederlanden en over 1302) beklemtoonde Delfosse steeds de organische eenheid van de Nederlanden en stelde hij Belgische ‘geschiedvervalsingen’ aan de kaak. Met zijn Kulturgeschichte von Niederland und Belgien (1962) wilde hij de Duitse onkunde over de Nederlanden en hun geschiedenis verhelpen. Opvallend is zijn gebruik van het ideologisch beladen begrip ‘Niederland’, dat hij, omdat het al in het Nibelungenlied (13de eeuw) voorkomt, als het oudste, meest authentieke en dus als het juiste begrip beschouwde.
Delfosses opvattingen sluiten aan bij opvattingen van de negentiende-eeuwse Duitse filologie, die toen met dat begrip de verwantschap tussen ‘stammen’ beklemtoonde. In 1939 en 1953 schreef hij in Die Westmark en Die Sammlung voor een breder Duits publiek informerend over de Vlaamse beweging. Delfosse maakte in zijn artikelen af en toe gebruik van eigen vondsten in archieven, waarbij zijn belangstelling vooral uitging naar de middeleeuwen en de zestiende eeuw.
Uit de documenten in het universiteitsarchief Göttingen blijkt dat Delfosse zich in het Derde Rijk aan de nieuwe ideologie aanpaste. Mogelijk heeft rector Friedrich Neumann van de universiteit Göttingen de activiteiten en publicaties van Delfos uit de periode 1933-1945 overdreven om hem als een oprecht nationaalsocialist te karakteriseren. Na de Tweede Wereldoorlog moest dit ongedaan worden gemaakt, zoals blijkt uit Delfosses informatie op de politieke vragenlijst over zijn activiteiten in het Derde Rijk. Daarin geeft hij aan dat hij ‘ongeschikt voor dienst’ was en hij was vaag over zijn lidmaatschap van een aantal nationaalsocialistische organisaties. Hij bleef met een geringe status en een laag salaris college geven tot 1966. Ook nam hij in de jaren zestig deel aan de eerste drie colloquia van de ‘Werkcommissie’, de latere ‘Internationale Vereniging voor Neerlandistiek’.

Werken

– Artikelen in Vlaanderen (1929-1930); De Noorderklok (1930); Het Vlaamsche Volk (1934); De Dietsche Gedachte (1936); Het Vlaamsche Land (1936); Wetenschap in Vlaanderen (1936); Dietbrand (1938); Nieuw Nederland (1937-1940); Wetenschappelijke Tijdingen (1950-1965).
1302 door tijdgenoten verteld, 1931.
– De omwenteling uit 1302 en het begrip ‘Vlaenderens eere’, in: Wetenschap in Vlaanderen, jg. 1, 1935, nr. 11, pp. 182-185.
Aufbruch und Landnahme, in: R.P. Oszwald, Deutsch-Niederländische Symphonie, 1937, pp. 16-47.
– De oorsprong der namen ‘Vlaming’ en ‘Vlaanderen’, in: Wetenschap in Vlaanderen, jg. 4, 1938, nr. 2, pp. 33-41.
– Conscience’s ‘Leeuw van Vlaanderen’ en de historische werkelijkheid, in: Dietbrand, aug.-sept. 1938, pp. 225-236.
Die Anfänge der Utrechter Union, 1577-1587. Ein Beitrag zur Geschichte der niederländischen Erhebung, insbesondere zu deren Verfassungsgeschichte. Berlin 1941.
Verkenningen door onze geschiedenis, 1944.
Het avontuur der Liebaards 1297-1302-1304. Geschiedenis van een Vlaamse opstand ‘omnde die defense van den lande’, 1952.
– Het Avontuur der Liebaards (en een kapitteltje middeleeuwse rekenkunde), in Wetenschappelijke Tijdingen. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, jg. 12 1952, pp. 94-98.
– Maerlant’s ‘scone die mi peisen doet’, in Wetenschappelijke Tijdingen. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, jg. 15, 1955, pp. 201-210.
– Maerlant in Italië, in: Wetenschappelijke Tijdingen. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, jg. 17, 1957, pp. 105-116.
– Dramatis personae in 1302, in: Wetenschappelijke Tijdingen. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, jg. 17, 1957, pp. 393-404.
Kulturgeschichte von Niederland und Belgien, 1962, ( = Sammlung Dietrich Band, nr. 245).
– De verbazende lotgevallen van Veldekes Eneinde, in: Wetenschappelijke Tijdingen. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, jg. 24, 1964, pp. 129-136.
– Hendrik van Veldeke onder de Brabanders, in Wetenschappelijke Tijdingen. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, jg. 24, 1964, pp. 345-360.
Raf Verhulst 1866-1941. Een dichter in dienst van zijn volk, 1966.
– De kennis (en onkunde) van de Noord- en Zuidnederlandse kultuurgeschiedenis in Duitsland, in: Ons Erfdeel, jg. 10, 1966, nr. 1, pp. 151-157.

Literatuur

– G. De Smet, In memoriam Leo Delfos, in: Ons Erfdeel, jg. 11, 1968, nr. 3, pp. 129-130.
– W. Thys, J.M. Jalink & F.P. Thomassen, In Memoriam Collega Delfos, in: Neerlandica Extra Muros, jg. 6, 1968, nr. 10, p. 1.
– H. Neumann, Gedenkrede in der Trauerfeier für Dr. Leo Delfos, in: Neerlandica Extra Muros, jg. 6, 1968, nr. 10, pp. 1-2.
– H. Wesche, Dr. Leo Delfos †, in: Neerlandia, jg. 72, 1968, pp. 233-235.
– I. Schöffer, Het nationaal-socialistische beeld van de geschiedenis der Nederlanden. Utrecht: HES, 1978 (tweede, ongewijzigde druk), pp. 102, 115, 144-149, 173, 194, 195, 143, 275.
– W. Dolderer, Activistische ballingen in Duitsland na de Eerste Wereldoorlog. Deel II, in: Wetenschappelijke Tijdingen Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, jg. 59, 2000, nr. 3, pp. 131-161.
– J. Monballyu, De strafrechtelijke repressie van het Vlaams activisme tijdens de Eerste Wereldoorlog in de Duitse krijgsgevangenkampen (november 1918 tot juli 1925). Deel 2, in: Wetenschappelijke Tijdingen. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, nr. 4, 2011, pp. 313-343.
– J. Grave, Leo Delfos, in: De Internationale Vereniging voor Neerlandistiek. Hoe het groeide. Gent: Academia Press, 2012, (Lage Landen Studies, nr. 15), pp. 120-123.

Suggestie doorgeven

1973: Gilbert De Smet (pdf)

1998: Gilbert De Smet (pdf)

2023: Jaap Grave

Inhoudstafel