Den Uyl, Willem

Willem F.J. den Uyl ontplooide naast zijn ambtelijke werkzaamheden op de Provinciale Griffie in Utrecht gedurende korte tijd een grote activiteit in de Groot-Nederlandse Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer beweging. Van 1923 tot 1927 was Den Uyl secretaris van het Algemeen-Nederlands Verbond Algemeen-Nederlands Verbond
Het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV) werd in 1895 opgericht. Aanvankelijk behartigde het de belangen van de Nederlandse taal. Later en tot op de dag van vandaag ijvert het voor de brede ... Lees meer (ANV), afdeling Utrecht, waarvoor hij vele bijeenkomsten met sprekers uit Vlaanderen organiseerde. Zijn voornaamste verdienste situeerde zich binnen De Dietsche Bond Dietsche Bond
De Dietsche Bond (1917-1941) werd opgericht als activistisch gezind alternatief voor het neutrale Algemeen-Nederlands Verbond. De bond nam verschillende prominente activisten op in zijn ... Lees meer (secretaris tot 1931) en het tijdschrift de Dietsche Gedachte Dietsche Gedachte
De Dietsche Gedachte (1926-1941) was het maandblad van de Dietsche Bond, een in 1917 opgerichte organisatie van Groot-Nederlandse strekking. Lees meer , dat Den Uyl in 1926 mee hielp oprichten en waarvan hij tot 1931 beheerder-redacteur was.

In november 1927 deed Den Uyl aan de redactie van dit blad  een voorstel om een Groot-Nederlands alternatief uit te werken voor de officiële Belgische onafhankelijkheidsviering. Dat zou ook in Nederland de nodige weerklank moeten vinden. Ook dacht Den Uyl aan een boek met bijdragen van verschillende auteurs over dat thema. Deze bundel zou uiteindelijk verschijnen via de Dietsche Gedachte onder de titel Voor - 1830 - Na. Een bundel opstellen en gedichten (Santpoort, z.j. [1930]).

Van 1923 tot 1931 was Den Uyl bestuurslid van de Koninklijke Vereeniging Het Nederlandsche Lied (1904-1943), die Nederlandse volksliederen verzamelde en repertorieerde. Na zijn pensionering bracht hij een aantal lokaalhistorische publicaties uit over Utrecht en enkele kleine stadjes in de gelijknamige provincie.