Moller, Hendrik

Persoon
Karim Schelkens (2023, herwerking), Pieter Van Hees (1998)

Hendrik Moller (1896-1940) was tussen 1900 en 1940 een van de voornaamste culturele voormannen in het katholieke volksdeel van Nederland. Via onderwijsvernieuwing, studentenverenigingen en politiek optreden verdedigde hij een op culturele eenheid gefundeerde Groot-Nederlandse gedachte.

Volledige voornaam
Hendrik W.E.
Geboorte
Amsterdam, 8 november 1869
Overlijden
Tilburg, 6 december 1940
Leestijd: 5 minuten

Vroege jaren

Geboren in Amsterdam, promoveerde in 1907 promoveerde Moller aan Universiteit van Amsterdam op een proefschrift in de Nederlandse letteren, over Vondel’s Heerlijckheit der Kercke. Zijn letterenstudie maakte hem een levenslang adept van de Kollewijn-spelling en een voorvechter van culturele ontvoogding van het katholieke volksdeel in Nederland. Zijn huwelijk met Alice Bourgonjon, uit de Gents beeldhouwersfamilie van Lodewijk Frans Bourgonjon (1835-1925), maakte Moller vertrouwd met de Vlaamse ontvoogdingsstrijd. Moller was leraar in Amsterdam tot hij in 1912 de Katholieke Leergangen (opleiding voor leraren middelbaar onderwijs) oprichtte en naar Noord-Brabant verhuisde.

Bezieler van de R.K. Leergangen

Moller woonde enkele jaren in ’s Hertogenbosch, later in Tilburg. Daar stelde hij onder meer G.P.D. Bourgonjon als docent beeldhouwen aan in de Leergangen, die onder zijn leiding een steutelrol speelden in de uitbreiding van het rooms-katholiek middelbaar onderwijs in Noord-Brabant. Daartoe richtte Moller met P.C. de Brouwer de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs op. De Leergangen waren gericht op de culturele ontvoogding van het als ‘achtergesteld’ ervaren zuiden van Nederland en vormden een voorbereiding op de inrichting van de katholieke universiteiten in het zuidelijke landsdeel (Nijmegen in 1923 en Tilburg in 1927), waarbij Moller met name in Tilburg de Groot-Nederlandse Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
gedachte inbracht bij de studentenverenigingen. Hij bevorderde de lectuur van teksten van Guido Gezelle Gezelle, Guido
Guido Gezelle (1830-1899) was een Vlaamse priester die de Vlaamse volkstaal verdedigde binnen het algemeen Nederlands. Hij verwierf grote bekendheid als lyrisch dichter van religieuze nat... Lees meer
, Wies Moens Moens, Wies
Lees meer
en Felix Timmermans Timmermans, Felix
Felix Timmermans (1886-1947) is de auteur van een omvangrijk en veelgelezen oeuvre. Tot zijn bekendste romans horen Pallieter (1916) en Boerenpsalm (1935). Tijdens de Eerste Wereldoorlog ... Lees meer
door Nederlandse studenten. Moller, die reeds in 1913 het Groot-Nederlandsch Studentenkongres steun toezegde, organiseerde in augustus 1920, het jaar waarin hij Moens leerde kennen, in Tilburg het ‘Heelnederlandsch Studentencongres’, een van de studentenlanddagen.

Tijdschriften en politiek engagement

Na een reeks conflicten met docenten en het Curatorium nam Moller in het najaar van 1920 ontslag als rector van de Leergangen. Dit leidde tot een clash waarbij studenten en adepten als Gerard Knuvelder Knuvelder, Gerard
Gerard Knuvelder (1902-1982) was een Nederlandse literatuurhistoricus en promotor van de Groot-Nederlandse gedachte. Afkomstig uit Gelderland was hij vooral invloedrijk in Noord-Brabant.... Lees meer
en Wouter Lutkie Lutkie, Wouter
Wouter Lutkie (1887-1968) was een Noord-Brabantse katholieke priester die de Groot-Nederlandse gedachte verdedigde en voorstander was van het corporatisme en Italiaanse fascisme. Lees meer
hem steunden, en vervolgens met hem diverse katholieke tijdschriften oprichtten. Na het snel ter ziele gegane Vreugde was het in 1922 gestichte maandblad Roeping Roeping
Roeping (1923-1975) was een Nederlands katholiek tijdschrift. Vanaf 1962 heette het Raam. Het blad toonde grote belangstelling voor de Vlaamse Beweging en telde meerdere Vlamingen in de ... Lees meer
het belangrijkste daarvan. Op vraag van Moller traden Vlamingen als Karel van den Oever Van den Oever, Karel
Karel Van den Oever (1879-1926) was de bezieler van het tijdschrift Vlaamsche Arbeid. Hij toonde zich in zijn literair proza een katholieke en strijdende flamingant. Lees meer
en Jozef Muls Muls, Jozef
Lees meer
toe tot de redactie. Voorts richtte hij zich op een politieke loopbaan. Aanvankelijk was hij enige tijd wethouder van Tilburg en vanaf 1925 werd Moller lid van de Tweede Kamer voor de Roomsch-Katholieke Staatspartij, waar hij zich met J.A. Veraart kantte tegen het katholieke corporatisme Corporatisme
Het corporatisme was in het interbellum, vooral in de crisisjaren 1930, een wijdverspreid, maar tegelijk vaag alternatief maatschappelijk en politiek model. Na de Tweede Wereldoorlog zou ... Lees meer
. Als kamerlid nam Moller openlijk afstand van de sympathie van rechtse katholieken in Nederland voor het Italiaanse fascisme. Ook in zijn politieke engagement mikte Mollers Groot-Nederlandse denken altijd meer op culturele eenheid met Vlaanderen dan op politieke unificatie. In 1926 bepleitte hij bijvoorbeeld gelijkstelling van Vlaamse en Nederlandse diploma’s met het argument dat in Vlaanderen ‘wonen vier miljoen Nederlanders’. Samenwerking kon in zijn ogen het gevaar van verfransing van België tegengaan.

Van 1923 tot aan zijn overlijden was Moller hoofdbestuurslid van het Algemeen-Nederlands Verbond Algemeen-Nederlands Verbond
Het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV) werd in 1895 opgericht. Aanvankelijk behartigde het de belangen van de Nederlandse taal. Later en tot op de dag van vandaag ijvert het voor de brede ... Lees meer
(ANV), waarbij zijn betekenis voor de Vlaamse beweging vooral daarin ligt, dat hij bij de onder zijn invloed gevormde katholieke intellectuele jongeren (zoals Anton van Duinkerken Asselbergs, Willem
Willem Asselberghs (1903-1968), ook bekend onder zijn pseudoniem Anton van Duinkerken, was hoogleraar taalkunde in Nijmegen. Hij ijverde voor de Vlaams-Nederlandse culturele integratie.... Lees meer
, Knuvelder en Lutkie) sympathie wekte voor de Groot-Nederlandse gedachte en de Vlaamse beweging. Dit uitte zich ook in politieke optredens. Moller behoorde in 1926 tot de zeldzame Nederlandse katholieke politici die het verzet van Frederik Carel Gerretson Gerretson, Frederik C.
Frederik Carel Gerretson (1884–1958) was een Nederlandse historicus, zakenman en politicus, die vanuit zijn Groot-Nederlandse overtuiging het Vlaams-nationalisme trachtte te beïnvloeden.... Lees meer
tegen het Belgisch-Nederlands Verdrag steunden. Hoewel hij in conservatieve en weinig democratisch denkende katholieke kringen verkeerde, waarvan fracties in de jaren 1930 onder aansturing van Arnold Meijer Meijer, Arnold
Arnold Meijer (1905-1965) was Nederlandse fascist en Groot-Nederlander. Hij was de oprichter van Zwart Front (1934-1940) en Nationaal Front (1940-1941). Lees meer
en diens Zwart Front Zwart Front
Het Zwart Front was een Nederlandse revolutionair-fascistische partij, op 5 mei 1934 door Arnold Meijer opgericht. De aanhang bleef grotendeels beperkt tot de provincie Noord-Brabant. Beg... Lees meer
het fascisme zouden gaan steunen, hield Moller zich in zijn optreden verre van nationaalsocialisme. In dit decennium behoorde hij niettemin tot de weinige Noord-Nederlandse politici die zich aanhoudend achter het Dietsch Studentenverbond Dietsch Studentenverbond
Het Dietsch Studenten Verbond was een van oorsprong Nederlandse nationalistische studentenvereniging, die in de periode 1922-1941 actief was in Nederland en Vlaanderen. Op haar hoogtepunt... Lees meer
(DSV) schaarden. Hij sprak met regelmaat op de congressen en bijeenkomsten van het DSV en van het IJzerbedevaartcomité. Een half jaar voor zijn overlijden in december 1940 verloor Moller zijn zoon Lodewijk in de strijd tegen nazi-Duitsland. Kort na Mollers dood werd zijn boekencollectie door de katholieke vereniging Brabantia Nostra geschonken aan de door de Duitsland geschonden Leuvense universiteitsbibliotheek met het oog op haar wederopbouw.

Mollers archief berust in het Katholiek Documentatiecentrum (Radboud Universiteit Nijmegen).

Werken

— Beknopte geschiedenis van de Nederlandse letterkunde, 1927.
— Het Zuid-Nederlands nationaliteitsbesef, in: Volkseenheid, 1935, pp. 42-67.

— De werken van Vondel. Volledige en geïllustreerde tekstuitgave in tien deelen, 1929-1940.

Literatuur

— Roeping, jg. 8, 1929-1930, nr. 3, (Mollernummer).
— G. Knuvelder, Moller overleden, in: Roeping, jg. 19, 1940-1941, pp. 129-133.
— id., Kitty en de mandarijntjes, 1964.
— J.A. Bornewasser, Vijftig jaar Katholieke Leergangen, 1962.
— L.M.H. Joosten, Katholieken en Fascisme in Nederland 1920- 1940, 1964.
— A.H.M. van Schaik, Dr. Hendrik Moller, 1869-1940: een ongemakkelijk initiator van onderwijs en cultuur in Noord-Brabant, 1988.
— Het katholieke nummer' van SIC, jg. 4, 1989, nr. 1-2.
— W. Lutkie, Dokter Moller, 1921.
— G. Knuvelder, Opstandige zonen. Terugblik op de jaren twintig, in: Brabantia, jg. 28, 1978, pp. 90-112.
— M. van der Plas, Uit het Rijke Roomsche Leven. Een documentaire over de jaren 1925-1935, Baarn, 1963.
— L. Vos, De Dietse studentenbeweging 1919-1940, in: Acta colloquium over de geschiedenis van de Belgisch-Nederlandse betrekkingen tussen 1815 en 1945, Gent, 1982, pp. 451-493.
— H.H. Knippenberg, Hendrik W.E. Moller. Levensschets (Opvoedkundige brochurereeks, 157), Tilburg, 1952.
— R.L. Schuursma, Het onaannemelijk tractaat. Het verdrag met België van 3 april 1925 in de Nederlandse publieke opinie, Groningen, 1975.
— J. Florquin, Ten huize van …, Leuven-Brugge, 1978, dl. 14.
— P. van Hees, De Groot-Nederlandse Studentenbeweging, in: W. Van den Broeke en P. van Hees (red.), Studenten en nationaal gevoel in Nederland. Einde achttiende eeuw tot en met de twintigste eeuw, Utrecht, 1998, pp. 46-47.
— G. Hoogbergen, Over geestdrift en bevlogenheid. 75 jaar Ons Middelbaar Onderwijs, 1916-1991, Tilburg, 1991.

Suggestie doorgeven

1975: Anthonius A. De Jonge (pdf)

1998: Pieter Van Hees

2023: Karim Schelkens

Databanken

Inhoudstafel