Renard, Raf
Rafaël Renard (1911-2002) was in de jaren ’30 actief in het Verdinaso. In de jaren ’60 was hij voorzitter van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en na zijn pensioen was hij president van de Orde van de Prince.
Rafaël Renard (1911-2002) was in de jaren ’30 actief in het Verdinaso. In de jaren ’60 was hij voorzitter van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en na zijn pensioen was hij president van de Orde van de Prince.
Pieter Robyn (1768-1823) schreef pre-romantische gedichten, waaruit een nationale en algemeen-Nederlandse visie sprak. Hij schreef ook toneelstukken en werkte mee aan diverse tijdschriften.
De katholieke flamingant Alexander Rodenbach (1786-1869) was lid van de Roeselaarse gemeenteraad en was 36 jaar lang volksvertegenwoordiger.
Rob Roemans (1904-1968) was een Vlaamsgezinde leraar, filoloog, bibliograaf en ijveraar voor ‘beschaafd’ Nederlands.
Psychiater Frits Sano (1871-1946) was een wereldvermaard pionier van de psychiatrie in België en medewerker aan het Vlaamse literaire tijdschrift Van Nu en Straks.
Lodewijk Scharpé (1869-1935) was een taalkundige die aan het begin van de 20ste eeuw bijdroeg tot de vernederlandsing van de Leuvense universiteit.
Lodewijk Schuermans (1821-1891) was een priester met een voorliefde voor de Nederlandse taalkunde, zo getuigen onder meer zijn ‘Algemeen Vlaamsch Idioticon’ en zijn betrokkenheid bij het studentengenootschap Met Tijd en Vlijt.
Domien Sleeckx (1818-1901) was op meerdere vlakken een pionier in de Vlaamse emancipatiestrijd, in het bijzonder in de vernederlandsing van het onderwijs.
Ernest Soens (1904-1996) was gedurende 36 jaar burgemeester van Strombeek-Bever voor de plaatselijke pluralistische volkspartij. Hij zorgde ervoor dat zijn gemeente geen faciliteitengemeente werd.
Priester Thaddeus Spaeninckx (1872-1947) promootte als leraar het ABN. Tijdens de Eerste Wereldoorlog sympathiseerde hij met het activisme. Daarna werd hij schooldirecteur in Baarle-Hertog.
Jan Spitz (1887-1945) kantte zich tegen de dominantie van het Frans in het onderwijs en de mijnbouw.
Onderwijzer Emiel T’Sjoen (1857-1909) was actief in het Vlaamse verenigingsleven in Brussel. Ook publiceerde hij in tal van tijdschriften over taalkunde en geschiedenis.
Jan te Winkel (1847-1926) was een Nederlandse hoogleraar in de Nederlandse taal- en letterkunde, die vanuit zijn sociale opvattingen over taal sympathiseerde met de Vlaamse beweging.