Buning, Lammert

Persoon
Nico Van Campenhout (2023)

De Nederlander Lammert Buning (1914-1979) ontwikkelde zich vanaf de late jaren 1960 tot een belangrijke, zij het controversiƫle historicus van de Vlaamse en de Groot-Nederlandse beweging, in het bijzonder over het activisme.

Geboorte
Assen, 17 november 1914
Overlijden
Winschoten, 17 oktober 1979
Leestijd: 5 minuten

Lammert Buning behaalde het diploma van onderwijzer, daarna bijzondere lesbevoegdheden voor onder meer godsdienst en vervolgens akten voor de vakken Nederlands en geschiedenis in het middelbaar onderwijs. Omdat hij geen gymnasium (met Latijn en Grieks) had gevolgd, koos hij er in het midden van de jaren 1950 voor om - ondanks zijn voorliefde voor geschiedenis - aan de Groningse universiteit sociale wetenschappen te studeren, een traject dat werd afgerond met een promotie tot doctor over een regionaal-historisch thema: Het Herenbolwerk. Politieke en sociale verkenningen in Drenthe over de periode 1748-1888 (1966). Intussen was Buning achtereenvolgens werkzaam in het lager, het middelbaar en het pedagogisch onderwijs, aanvankelijk in Den Haag (waar hij sinds zijn vierde levensjaar woonde) en later in Naaldwijk, Gorinchem en Winschoten. Op basis van zijn brede leservaring, in combinatie met een proefschrift, werd Buning in 1971 aangesteld als docent geschiedenis aan de lerarenopleiding Ubbo Emmius, met vestigingen in Groningen en Leeuwarden.

Regionalist

Bunings dissertatie over zijn geboortestreek tussen het midden van de 18de en het einde van de 19de eeuw sloot aan bij zijn betrokkenheid bij de regionalistische beweging die opkwam voor de eigenheid en de belangen van deze lang stiefmoederlijk behandelde, weinig welvarende en ver van het politieke centrum in de Randstad gelegen provincie. Hij organiseerde studiedagen, trad op als spreker en publiceerde in bladen zoals Drenthe, Drentse (Asser en Emmer-) Courant en Nieuwe Drentse Volksalmanak. Met zijn pensioen in het vooruitzicht was hij kort vĆ³Ć³r zijn overlijden de eerste voorzitter geworden van de pas opgerichte Historische Verenging Drenthe en had hij zijn medewerking toegezegd aan een overzichtswerk over de geschiedenis van zijn geboorteprovincie.

Zijn doctoraatsonderzoek bracht Buning onder meer in de pastorie van het Friese dorp Beetsterzwaag, waar de predikant hem een collectie documenten toonde van een van zijn voorgangers, Jan Derk Domela Nieuwenhuys Nyegaard Domela Nieuwenhuis Nyegaard, Jan
Jan Derk Domela Nieuwenhuis Nyegaard (1870-1955) was predikant en pangermanist. Tijdens beide wereldoorlogen collaboreerde hij met de Duitse bezetter met de bedoeling een zelfstandig Vlaa... Lees meer
, die daar van het eind van de Eerste Wereldoorlog tot 1943 voorganger van de plaatselijke protestantse kerkgemeenschap was geweest. In 1914 had Domela, die toen predikant was in Gent, de leiding op zich genomen van de radicale activistische groep Jong Vlaanderen. Bunings interesse voor Vlaanderen, die was gewekt tijdens een fietstocht in de jaren 1930, herleefde en hij verlegde zijn historisch onderzoek van het Drentse regionalisme naar het Vlaams-nationalisme.

Belangstelling voor het activisme

Vanaf de jaren 1960 verzamelde Buning - via lectuur, archiefonderzoek en een intensieve briefwisseling met en bezoeken aan nog levende actoren - een veelheid aan informatie en documentatie over het activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiƫle... Lees meer
tijdens de Eerste Wereldoorlog in het bijzonder en de geschiedenis van de Vlaamse beweging in het algemeen. Het door hem bij elkaar gebrachte materiaal bracht hij onder in het toenmalige Rijksarchief in Noord-Brabant in ā€™s Hertogenbosch (nu Brabants Historisch Informatie Centrum).

In de jaren 1970 publiceerde Buning op basis daarvan vervolgens een stortvloed van vooral biografische maar ook andere detailstudies met betrekking tot het activisme, zowel in de tijdschriften Het Pennoen Het Pennoen (1950-1977)
Het Pennoen was een Vlaamsgezind maandelijks opinieblad dat, geleid door Jan Olsen, verscheen tussen 1950 en 1977. Het evolueerde van een traditioneel jeugdblad naar een vernieuwend en la... Lees meer
en Wetenschappelijke Tijdingen Wetenschappelijke Tijdingen
Wetenschappelijke Tijdingen is een tijdschrift, in 1935 opgericht door Jozef Goossenaerts als Wetenschap in Vlaanderen. Het blad moest de Nederlandstalige wetenschap bevorderen en verschi... Lees meer
, het (Belgisch) Nationaal Biografisch Woordenboek, de Encyclopedie van de Vlaamse Beweging Encyclopedie van de Vlaamse Beweging
De tweedelige Encyclopedie van de Vlaamse beweging verscheen in 1973-1975 en gold jarenlang als het voornaamste naslagwerk met betrekking tot de geschiedenis van de Vlaamse beweging. ... Lees meer
als het Jaarboek van de Stichting Zannekin. In 1976 bracht hij het boek Het strijdbare leven van J. D. Domela Nieuwenhuys Nyegaard, Vlaming door keuze uit. Ook over de Groot-Nederlandse Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van Belgiƫ of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
beweging, zowel vĆ³Ć³r, tijdens als na de Eerste Wereldoorlog, publiceerde hij uitvoerig.

Bunings grootste verdienste is dat hij veel tot dan onbekend feitenmateriaal over de geschiedenis van de Vlaamse beweging tijdens de eerste helft van de 20ste eeuw bovenspitte en bekendmaakte, waardoor ook andere historici gebruik konden maken van zijn onderzoeksresultaten. Zijn romantische sympathie en emotionele empathie voor wat hij bestudeerde gingen daarbij echter geregeld zozeer met hem aan de haal, dat hij zijn onderzoeksthemaā€™s meermaals al te onkritisch en met te weinig wetenschappelijke distantie benaderde en presenteerde. Door er al te zeer de focus op te leggen, niet altijd even relevante historische gebeurtenissen en figuren uitputtend te bestuderen, bepaalde ontwikkelingen en figuren onvoldoende te relativeren en het bredere perspectief af en toe onvoldoende voor ogen te houden, gaf Buning sommige aspecten van de Vlaamse en de Groot-Nederlandse beweging meer gewicht dan zij in het licht van de ruimere geschiedenis verdienen. Hij schreef overigens altijd vlot en toegankelijk, net zoals hij als lesgever en spreker een boeiende verteller werd gevonden.

Betekenis als historicus

Vanuit zijn Groot-Nederlandse en anti-Belgische overtuiging kwam Buning herhaaldelijk expliciet uit voor zijn sympathie voor wat hij als historicus bestudeerde en beschreef. Zo loofde hij het boek Verraad of zelfverdediging? Bijdragen tot de geschiedenis van de zelfverdediging van Vlaanderen tijdens den oorlog, een apologetisch-propagandistische hoewel feitenrijke geschiedenis van het activisme uit 1933 van de na de Eerste Wereldoorlog naar Nederland gevluchte activist Arthur Faingaert Faingnaert, Arthur
Arthur Leopold Faingnaert (1883-1971) was van opleiding kleermaker, maar verwierf via avondonderwijs een ruime algemene ontwikkeling. Tijdens de Eerste Wereldoorlog engageerde hij zich in... Lees meer
als ā€˜het nog altijd onmisbare boek van mijn betreurde oude vriendā€™. De nationaalsocialistische en antisemitische Vlaams-nationalist Ward Hermans Hermans, Ward
Ward Hermans (1897-1992) was een Vlaams-nationalistische schrijver, journalist en politicus, die in de loop van het interbellum radicaliseerde in nationaalsocialistische zin. Tijdens de T... Lees meer
typeerde hij als ā€˜een oude strijderā€™ en 'een rebel tegen BelgiĆ«ā€™, ā€˜die Trouw Dietsā€™ was gebleven. Domela Nieuwenhuys karakteriseerde Buning, in weerwil van diens extreme en op annexatie door Duitsland gerichte pangermanisme, als ā€˜een trouwe Vlamingenvriendā€™, die ā€˜hartstochtelijk met zijn Vlaanderenā€™ had meegeleefd.

Buning liet als historicus een tweeledig intellectueel testament achter: de tekst van zijn titelloze en ongepubliceerde toespraak bij de voorstelling van de inventaris van zijn archief- en documentatiecollectie over de geschiedenis van de Vlaamse en de Groot-Nederlandse beweging in het Rijksarchief in Den Bosch op 28 juni 1979 (waarvan onder andere in het Letterenhuis in Antwerpen een exemplaar wordt bewaard) en de lezing De Groot-Nederlandse Gedachte. Iets over de idee, geschiedenis en historiografie, gedateerd januari 1979, die hij bij zijn oppensioenstelling had willen uitspreken (gepubliceerd in Wetenschappelijke Tijdingen en als zelfstandige brochure). In laatstgenoemde, postuum uitgebrachte tekst toonde hij zich andermaal een door zijn historiografisch werk gestimuleerde, weinig kritische promotor van het grootneerlandisme. In een van de bedenkingen die hij daarin formuleerde Ā - ā€˜cultureel grootneerlandisme, dat - zie ik het goed - sterker is dan ooit en geen enkel probleem oplevert, noch in Noord noch in Zuidā€™ - was de wens in niet onbelangrijke mate de vader van de gedachte.

Literatuur

ā€” A. Loupias, Inventaris van de Collectie Buning, Rijksarchief Noord-Brabant, 1978.
ā€” L.W., ā€˜Overlijdenā€™, Ā in Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden, 1981, pp. 96-97.
ā€” H. Prakke, Lammert Buning, in: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden 1980-1981, pp. 116-121 .

Suggestie doorgeven

1998: Pieter Van Hees

2023: Nico Van Campenhout

Databanken

Inhoudstafel