Cornelis, Ivo

Persoon

Ivo Cornelis (1887-1958) was een Vlaamsgezind priester in Mechelen, die tijdens en na de Eerste Wereldoorlog mee de christelijke arbeidersbeweging uitbouwde en vooral bekend werd met zijn jongenstehuis.

Volledige voornaam
Ivo Ernest Jozef
Geboorte
Niel, 14 oktober 1887
Overlijden
Antwerpen, 11 juli 1958
Leestijd: 4 minuten

Ivo Cornelis was de zoon van een sociaal geëngageerd geneesheer in de streek van de steenbakkerijen, waar veel armoede heerste en waar zijn vader voorzitter was van de ‘Rupelzonen’, een christendemocratische vereniging die banden had met de daensisten. Het gezin telde tien kinderen. Hij doorliep de lagere school allicht in Niel en de retorica aan het internaat van het Sint-Gummaruscollege in Lier en deed zijn priesterstudies aan het Klein en Groot Seminarie in Mechelen. Hij richtte samen met zijn broer Edgar Cornelis de Vlaamse Studentenbond ‘Leven is Streven’ op, die uitgroeide tot een van de grootste bonden van het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond
Het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond (1903-1935) was de organisatorische vormgeving van de katholieke Vlaamse studentenbeweging: een jeugdbeweging met plaatselijke bonden van ka... Lees meer
(AKVS). Cornelis was een tijdlang voorzitter, zelfs nog toen hij in Rome studeerde. In 1905 werd hij onverwacht en aanvankelijk tegen zijn zin door kardinaal Désiré Mercier Mercier, Désiré
Désiré Mercier (1851-1926) was van 1906 tot 1926 de kardinaal-aartsbisschop van het aarts­bisdom Mechelen. Hij was een vurig propagandist van het Belgisch patriottisme en leefde tijdens ... Lees meer
naar het Belgisch College en de Pauselijke universiteit Gregoriana in Rome gezonden. Daar studeerde hij zeven jaar, kwam er in contact met jonge, beloftevolle, Vlaamsgezinde christendemocraten als Philip van Isacker Van Isacker, Philip
Philip van Isacker (1884-1951) was een Vlaamsgezind historicus, advocaat, katholiek minister en bankier. Hij drukte mee de democratisering en vervlaamsing van de katholieke partij en van ... Lees meer
en promoveerde tot doctor in de Theologie en de Filosofie. In 1910 werd hij priester gewijd.

Na zijn terugkeer uit Rome werd Cornelis in september 1912 leraar Nederlands aan het Klein Seminarie van Basse-Wavre in Waals-Brabant. Omdat hij Franstalige leerlingen uit de taalgrensstreek gevoelig maakte voor Vlaamse ideeën, kreeg hij het aan de stok met de schooldirecteur. Kardinaal Mercier riep hem terug en stelde hem in oktober 1913 aan als onderpastoor van de Sint-Romboutsparochie in Mechelen. Daar engageerde hij zich meteen in de katholieke jeugdbeweging en startte het tijdschrift Het Katholiek Patronaat, dat tot 1920 verscheen. In een studiekring van de Katholieke Werkmanskring bracht hij een twintigtal jonge propagandisten en werklieden wekelijks samen, onder hen Ferdinand Wijnants, beeldhouwer en broer van kunstenaar Ernest Wijnants. In de patronaten en de studiekring wakkerde hij de zelfredzaamheid van de jongeren en arbeiders aan, maakte hij hen enthousiast voor de Vlaamse strijd, die voor hem een sociale strijd was, en bestreed hij de kwalijke invloeden van socialisme, materialisme en individualisme. Zijn Vlaamsgezindheid zou zijn promotie in de kerkelijke hiërarchie zwaar belemmerd hebben, zeker in de beginjaren. Het is inderdaad verwonderlijk dat een primus perpetuus van een college en Doctor van de pauselijke universiteit Gregoriana nooit doorgroeide naar een verantwoordelijke positie. Mercier zei over hem: 'C'est un saint prêtre, mais un flamingant'.

Cornelis stond als ' activist Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
' vermeld op een namenlijst van geestelijken die tussen september 1917 en september 1918 waarschijnlijk door het arrondissementeel activistisch propagandabureau van Mechelen op vraag van de Raad van Vlaanderen Raad van Vlaanderen (1917-1918)
De Raad van Vlaanderen (1917-1918) was een activistisch marionettenparlement tijdens de Eerste Wereldoorlog, dat onderdeel was van de Duitse plannen om in Vlaanderen een blijvende invloed... Lees meer
opgemaakt werd. Dat was onterecht, want hij was één van de prominenten in de studiekring van Philip van Isacker van de zogenaamde ' passieven Passivisme
Het begrip ‘passivisme’ verwijst naar de Vlaamsgezinden die tijdens de Eerste Wereldoorlog verdere pogingen om de Vlaamse eisen te realiseren tot na het einde van het politiek-militair co... Lees meer
'
, die elke vorm van samenwerking met de bezetter om de Vlaamse verzuchtingen te realiseren, kordaat afwezen.

Cornelis stichtte in 1924 samen met prominente katholieken als Philip van Isacker, Alfons Verbist Verbist, Alfons
Alfons Verbist (1888-1974) was een katholiek politicus, die als voorzitter van de KVV fungeerde en mee aan de basis lag van het beginselakkoord KVV-VNV. Na de oorlog was hij minister van ... Lees meer
, Edward Clottens Clottens, Edward
Edward Clottens (1891-1961) was oorlogsvrijwilliger in de jaren 1914-1918. Hij drukte mee de vervlaamsing en democratisering van de katholieke partij door. Daarnaast was Clottens een leid... Lees meer
en Cyriel Neefs een Strijdersbond tegen de Openbare Onzedelijkheid, die tien jaar later uitgroeide tot Zedenadel, een landelijke bond voor matigheid en onthouding. Zijn puriteins verzet tegen bioscoopaffiches en ander 'onzedelijk vertoon' en het verbod door het Mechels stadsbestuur op 'onkuise films', dat hij met de Strijdersbond uitlokte, haalden de nationale pers en de linkse opposanten reageerden verbolgen op die overdreven preutsheid en de censuur. Hier zat hij dan weer wel op de strenge morele lijn van kardinaal Mercier. Cornelis werd vanaf 1926 ook docent aan de katholieke Sociale School in Mechelen. De 'verheffing van het Vlaamse volk' stond voor hem voorop.

Het levenswerk van Cornelis was een opvangtehuis voor verlaten jongens en wezen in Mechelen, dat hij begin 1921 opstartte. Daarvoor kreeg hij de volle steun van de jonge generatie Vlaamsgezinde christendemocratische politici en militanten, onder wie alweer Philip van Isacker, Alfons Verbist en Edward Clottens. Vanaf oktober 1937 was Cornelis niet meer actief als onderpastoor in Mechelen, maar wijdde hij zich volledig aan zijn jongenstehuis, dat vanaf 1934 bijhuizen en kinderdorpen opende in Weelde (Ravels) nabij Turnhout, Genk, Niel, Bonheiden en Hoeilaart. Hij ving ook Baskische kinderen op tijdens de Spaanse burgeroorlog en stelde tijdens de Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
de deuren open voor vluchtelingen, joden en werkweigeraars, die hij hielp onderduiken.

Cornelis werd zwaar gewond toen een jongen uit het tehuis hem neersloeg en hij herstelde niet meer volledig. Hij overleed enkele maanden later na een heelkundige ingreep. Zijn opvolger priester Jan van Kerckhoven was opgegroeid in het tehuis. De vzw Jongenstehuizen Ivo Cornelis telde toen zo'n 300 jongens en mannen tussen 14 dagen en 33 jaar oud.

Literatuur

– Een held der christelijke naastenliefde. Z.E.H. Dr. Ivo Cornelis, 1961.
– J. Kempeneers, Ivo Cornelis: een voorman (1887-1958), in: Alle Quatro Fontane. Pontificio Collegio Belga 1983-1984, 1984, pp. 18-21.
– B. Dockx, Ivo Cornelis en de ontwikkeling van het Jongenstehuis in Mechelen 1921-1967. KU Leuven, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1988.
– K. Van Hoorick, Het activisme te Mechelen (1914-1918). Een microstudie over de organisatie en de impact op lokaal niveau. Universiteit Gent, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1993.
– M. Cornelis, Ivo Cornelis, een der Vlaamse groten in Kerk en samenleving, 2013.
– E. Meeussen en G. vanden Bosch, Ivo Cornelis, in: Odis, geraadpleegd op [http://www.odis.be/lnk/PS_69061], op 17 februari 2021.

Suggestie doorgeven

2023: Herwig De Lannoy

Inhoudstafel