De Cneudt, Richard

Persoon
Luc Vandeweyer (1998)

Richard de Cneudt (1877-1959) was een onderwijzer en dichter die tijdens de Eerste Wereldoorlog mee de Raad van Vlaanderen oprichtte en binnen de Raad vooral actief was rond onderwijs.

Geboorte
Gent, 24 september 1877
Overlijden
Gent, 29 januari 1959
Leestijd: 4 minuten

De Cneudt studeerde aan de normaalschool in Gent en was van 1898 tot 1916 onderwijzer in het Gentse lager gemeentelijk onderwijs. Hij was bovendien actief in het flamingantische culturele leven, en richtte onder andere kunstavonden en muziekonderwijs in. In 1912 organiseerde hij bijvoorbeeld mee de huldebetoging voor de schrijfster Virginie Loveling Loveling, Virginie
Virginie Loveling (1836-1923) was een Vlaamse, vernieuwende en vaak uitgesproken geëngageerde schrijfster. Ze was de zus van Rosalie Loveling en de tante van Cyriel Buysse. Lees meer
. Hij raakte in die jaren erg teleurgesteld over de macht van de Vlaamsgezinden in het politieke bedrijf.

Activisme, veroordeling en amnestie

Tijdens de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
speelde De Cneudt een belangrijke rol in het activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
. Hij sloot zich al vroeg aan bij de radicale Jong-Vlamingen Jong-Vlaanderen (1914-1918)
Jong-Vlaanderen (1914-1918) was een in Gent opgerichte activistische drukkingsgroep, die tijdens de Eerste Wereldoorlog een radicaal Vlaams-nationalistisch en anti-Belgisch politiek progr... Lees meer
, ondertekende het Zeven-punten-programma van oktober 1915 en werd medewerker van De Vlaamsche Post De Vlaamsche Post
Lees meer
en de Gazet van Brussel Gazet van Brussel (1914-1918)
Gazet van Brussel (1914-1918) was een Duits-activistisch persorgaan, dat als eerste Nederlandstalig dagblad in het bezette land verscheen. Als spreekbuis van het Duitse gouvernement-gener... Lees meer
. Begin 1917 was De Cneudt ook betrokken bij de stichting van de Raad van Vlaanderen Raad van Vlaanderen (1917-1918)
De Raad van Vlaanderen (1917-1918) was een activistisch marionettenparlement tijdens de Eerste Wereldoorlog, dat onderdeel was van de Duitse plannen om in Vlaanderen een blijvende invloed... Lees meer
, de organisatie die leiding moest geven aan de activistische politiek en de samenwerking met de Duitse bezetter. Binnen de Raad werd hij lid van en secretaris van de Kommissie voor Wetenschappen en Kunsten.

De Cneudt profileerde zich als onderwijzer vooral op het thema onderwijs, eerst als afdelingshoofd en daarna als directeur van het Vlaams ministerie van onderwijs, dat onder leiding van Josué de Decker De Decker, Josué
Classicus Josué de Decker (1879-1953) was tijdens de Eerste Wereldoorlog een kopstuk van het activisme en hoogleraar aan de vernederlandste Gentse universiteit. Daarna week hij uit naar N... Lees meer
door de Duitsers werd ingericht. Hij controleerde als 'bijzonder inspecteur' de toepassing van de taalartikelen van de wet van 19 mei 1914 in het lager onderwijs Lager onderwijs
De ‘taalstrijd’ in Vlaanderen is op het niveau van het lager onderwijs minder problematisch verlopen dan op dat van het middelbaar en van het hoger onderwijs. Toch was de verfransing van ... Lees meer
in Brussel. Via een uitgebreid klassenbezoek in 1917 kwam hij tot het inzicht dat 70 procent van de kinderen Nederlands sprak, maar het onderwijs in slechts een vijfde van de klassen min of meer Nederlandstalig was. Bovendien bestond er een sterke Vlaamsvijandige druk op de kinderen vanwege de leiding van de scholen. In de Raad van Vlaanderen ijverde De Cneudt daarom voor de snelle gedwongen vernederlandsing van de scholen in Groot-Brussel, evenals voor de afschaffing van Franstalige scholen in Vlaanderen. Zijn principe was dat de moedertaal van het kind bepaald werd door zijn afkomst en niet door de verklaring van de vader en dat een tweede taal niet in het lager onderwijs mocht aangeleerd worden. Hij voerde tevens het woord op tal van activistische meetings.

Begin november 1918 week De Cneudt uit naar Duitsland omdat hij bevreesd was voor een bestraffing door het Belgische gerecht. Hij werd bij verstek ter dood veroordeeld. In Duitsland moest hij zijn propagandawerk staken omdat de Duitse overheid geen Flamenpolitik Flamenpolitik
Met het begrip ‘Flamenpolitik’ wordt verwezen naar de politiek die de Duitse bezetter voerde ten aanzien van de Vlaamse beweging tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Sommige aute... Lees meer
meer wenste te voeren en omdat de daarvoor nog gereserveerde fondsen door de inflatie hun waarde verloren. Omwille van deze materiële noodtoestand vertrok hij in november 1919 naar Nederland. In Rotterdam, waar hij van 1922 tot 1937 leraar Frans aan de HBS was, leefde hij zeer afgezonderd van de andere activisten. Hij evolueerde tot een vereenzaamd dichter, die zich pas na de amnestie Amnestie na de Eerste Wereldoorlog
Na de Eerste Wereldoorlog ontstond als reactie op de bestraffing van de activistische collaboratie een Vlaamsgezinde amnestiebeweging, waarin Vlaams-nationalisten sterk vertegenwoordigd w... Lees meer
in 1937 over enige publieke erkenning in Vlaanderen kon verheugen. Er werd dat jaar een uitvoerige herdenking opgezet, met een speciaal comité dat zijn naam droeg. Sinds 1939 was hij weer in Gent gevestigd.

Tweede Wereldoorlog

Tijdens de Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
was hij bestuurslid van de Kamer voor Letterkundigen, een onderdeel van de Nieuwe-Orde-organisatie De Vlaamsche Kunstenaarsgilde Vlaamsche Kunstenaarsgilde
Lees meer
, en voorzitter van de Kamer van Oostvlaamse Letterkundigen. Tot december 1942 werkte hij mee aan het tijdschrift Westland Westland
Westland (1942-1944) was een cultureel en letterkundig tijdschrift onder leiding van Filip de Pillecyn, dat ondanks zijn verklaring dat het zich onafhankelijk zou opstellen pro-Duitse bij... Lees meer
. Hij maakte zich sterk dat hij daarbij geen diensten aan de Duitse politiek bewees. Na de oorlog moest hij de vergoeding die hij ontvangen had van de Bormscommissie Bormscommissie
De Bormscommissie was een commissie die tijdens de Tweede Wereldoorlog schadevergoedingen uitkeerde aan door de Belgische overheid gestrafte activisten van de Eerste Wereldoorlog. Lees meer
terugbetalen aan de Belgische staat.

Werken

– De vervlaamsing van het lager Onderwijs in Groot-Brussel, 1918.

Dichtbundels:

– Gevoel en Phantazie, 1895.
– Van Dichterleven, 1898.
– Wijding, 1902.
– Naar lichtende Wegen, 1912.
– De stille bloei, 1925.
– Verzen, 1937.
– Mijn hart verlangt, 1942.
– Liederen der bezinning, 1952.
– Romans: Geluk, 1905.
– De Primus, 1907.
– De secretaris van de dekenij, 1908.
– De schone droom van Dolf Verwilghen, in: Vlaamsch Leven, 1916.

Toneel:

– Een offer, 1901.

Literatuur

– W. Blockmans, Cneudt, Richard de, in: Nationaal Biografisch Woordenboek, dl. 5, 1972.
– H. van de Vijver, Het culturele leven tijdens de bezetting (België in de Tweede Wereldoorlog, nr. 8, 1990).
– D. Vanacker, Het aktivistisch avontuur, 1991.
– L. Stynen, Rosalie en Virginie. Leven en werk van de gezusters Loveling, 1997.

Suggestie doorgeven

1973: Wim Blockmans (pdf)

1998: Luc Vandeweyer (pdf)

Databanken

Inhoudstafel