Amnestie na de Eerste Wereldoorlog

Begrip
Antoon Vrints (2023, aanvulling), Luc Vandeweyer (1998)

Na de Eerste Wereldoorlog ontstond als reactie op de bestraffing van de activistische collaboratie een Vlaamsgezinde amnestiebeweging, waarin Vlaams-nationalisten sterk vertegenwoordigd waren en die vaak een anti-Belgisch karakter droeg.

Alternatieve term
Amnestie na WOI
Leestijd: 32 minuten

Na de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
werd vanuit de Vlaamse beweging geijverd voor amnestie voor twee categorieën gestraften. Om te beginnen waren er de (voormalige) soldaten die tijdens of na de oorlog bestraft waren door het Militair Gerecht. Binnen de Vlaamse beweging ging de aandacht in het bijzonder uit naar gestrafte militanten uit de Frontbeweging Frontbeweging
Aan het IJzerfront manifesteerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog flamingantisch verzet tegen de taaltoestanden in het leger. Naarmate het zich meer en meer organiseerde en groeide, vo... Lees meer
. Maar ook de bestraffing van de collaboratie met de Duitse bezetter in de Eerste Wereldoorlog (zie Activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
) lokte al snel een reactie uit die de geschiedenis zou ingaan als de amnestiebeweging van het interbellum. Ze was nauw verweven met de anti-Belgische agitatie die door het Vlaams-nationalisme werd ontplooid, al werd ze gedragen door een breed Vlaamsgezind front.

De activisten hopen op amnestie

Toen in de loop van oktober 1918 bleek dat de Duitsers zich uit België zouden terugtrekken, groeide onder de activisten de bezorgdheid om de gevolgen van hun collaboratie. Toch hoopten ze nog altijd dat de geallieerde overwinning niet totaal zou zijn, zodat de Duitsers eisen zouden kunnen stellen. Bovendien geloofden zij dat de Belgisch-loyale flaminganten rond Frans Cauwelaert (de zogenaamde passivisten Passivisme
Het begrip ‘passivisme’ verwijst naar de Vlaamsgezinden die tijdens de Eerste Wereldoorlog verdere pogingen om de Vlaamse eisen te realiseren tot na het einde van het politiek-militair co... Lees meer
) en de soldaten van de Frontbeweging Frontbeweging
Aan het IJzerfront manifesteerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog flamingantisch verzet tegen de taaltoestanden in het leger. Naarmate het zich meer en meer organiseerde en groeide, vo... Lees meer
nu snel massaal zouden optreden, wat de manoeuvreerruimte van de Belgische regering zou beperken.

In de Raad van Vlaanderen Raad van Vlaanderen (1917-1918)
De Raad van Vlaanderen (1917-1918) was een activistisch marionettenparlement tijdens de Eerste Wereldoorlog, dat onderdeel was van de Duitse plannen om in Vlaanderen een blijvende invloed... Lees meer
werd daarom de verwachting uitgesproken dat de Belgische regering snel amnestie zou verlenen. De Duitsers drukten de activistische top overigens op het hart dat amnestie een van de eisen zou zijn die door hen aan de onderhandelingstafel zou worden verdedigd. Berlijn wilde bovendien slechts een beperkt aantal van de meest bekende activisten behulpzaam zijn bij het tijdelijk uitwijken naar Nederland Nederland
Nederland is met Vlaanderen verbonden door de economische infrastructuur, de taal en de geschiedenis. Vanaf eind 18de eeuw kreeg die verbondenheid in taal en cultuur op uiteenlopende mani... Lees meer
en Duitsland Duitsland & Vlaanderen
Van de eerste helft van de 19de eeuw tot 1945 stond het Duitse beeld van Vlaanderen in het teken van etnisch-culturele verbondenheid. Die romantische perceptie leefde vooral bij een beper... Lees meer
. Velen van hun medewerkers uit de bezettingstijd zouden noodgedwongen moeten achterblijven en de bestraffing trotseren.

Josué de Decker De Decker, Josué
Classicus Josué de Decker (1879-1953) was tijdens de Eerste Wereldoorlog een kopstuk van het activisme en hoogleraar aan de vernederlandste Gentse universiteit. Daarna week hij uit naar N... Lees meer
zei in de Raad op 24 oktober 1918, dat hij verwachtte dat alle activisten die de Belgische justitie kon te pakken krijgen zouden worden geïnterneerd. Maar hij stelde de toehoorders gerust: Duitsland zou amnestie eisen, zodat de gevangenzetting van korte duur zou blijken. De beste mogelijkheid was uiteraard om tijdelijk uit te wijken en pas terug te keren na afkondiging van de te verwachten amnestie. Enkele honderden activisten zouden dat inderdaad doen. Anderen stelden zich bloot aan de publieke afkeuring, de Belgische rechtbanken en de gevangenis.

De bestraffingsgolf genereert de eerste eisen

De waarschuwing van Josué de Decker dat de naoorlogse reactie hevig zou zijn, bleek ietwat overdreven. Justitie legde zich toe op de al met al gematigde bestraffing van een beperkt aantal activisten. De activisten werden ook minder zwaar gestraft dan andere types collaborateurs. Maar vele flaminganten waren er niettemin van overtuigd dat activisten geviseerd werden en, met hen, de hele Vlaamse beweging. Die perceptie wijst al op een zekere mate van solidariteit met het activisme. De flaminganten in kwestie hekelden de atmosfeer waarin de bestraffing plaats vond. Maurits Basse Basse, Maurits
Maurits Basse (1868-1944) behoorde tot de vrijzinnige, liberale groep van atheneumleerkrachten en professoren die ook dicht bij het Willemsfonds stonden. Zijn betekenis voor de Vlaamse be... Lees meer
klaagde aan dat men ‘op een tram geen zuiver Nederlandsch kon spreken, zonder van activisme beticht te worden’. Vlaamsgezindheid werd verdacht gemaakt en ook mensen die tijdens de bezettingstijd buiten de collaboratie waren gebleven, kregen te maken met brutaliteiten vanwege Belgische patriotten. Het riep vragen op over de ernst en de eerlijkheid van de bestraffingsgolf en zo mogelijk nog meer over de epuratiegolf, die immers grotere aantallen mensen trof, waarbij de rechten van de verdediging beperkter waren (zie Repressie na de Eerste Wereldoorlog Repressie na de Eerste Wereldoorlog
De ‘repressie’ na de Eerste Wereldoorlog was de bestraffing van degenen die tussen 1914 en 1918 met de Duitse bezetter collaboreerden en misdrijven tegen de veiligheid van de (Belgische)... Lees meer
).

De individuele activisten die de grootste afkeuring hadden opgewekt waren meestal over de grenzen gevlucht. Maar het gerecht pakte ook activisten aan die zich minder radicaal hadden getoond en bijvoorbeeld afstand hadden bewaard tot de Raad van Vlaanderen en eerder voor hervormingen in de richting van federalisme Federalisme
Sinds het begin van de 20ste eeuw behoort federalisme tot het programma van eerst de Waalse en vervolgens ook de Vlaamse beweging. Vanaf 1970 is de transformatie van België van unitaire t... Lees meer
hadden gepleit. Sommigen van deze activisten, zoals Lodewijk Dosfel Dosfel, Lodewijk
Lodewijk Dosfel (1881–1925) was een jurist die in de Vlaamse beweging bekendheid verwierf door zijn engagement in de Vlaamse katholieke studentenbeweging en in de campagne voor Vlaamse ta... Lees meer
, hadden al voor de oorlog bekendheid verworven binnen de Vlaamse beweging. Hun bestraffing kon worden voorgesteld als een politieke afrekening zoals gebeurde bij de parlementsleden Adelfons Henderickx Henderickx, Adelfons
Adelfons Henderickx (1867-1949) was een Antwerpse katholieke volksvertegenwoordiger. Tijdens de Eerste Wereldoorlog engageerde hij zich in het activisme en tijdens het interbellum in het ... Lees meer
en Leo Augusteyns Augusteyns, Leo
Lees meer
.

De reacties in de diverse partijen waren erg uiteenlopend. De liberale partij Liberale partij
De verhouding tussen de liberale partij en het partijpolitieke liberalisme in België enerzijds, en de Vlaamse beweging anderzijds levert een gevarieerd en ingewikkeld beeld op dat evoluee... Lees meer
stond vrijwel integraal op de Belgisch-nationalistische Belgisch nationalisme
Lees meer
lijn en alleen in de kring rond Het Laatste Nieuws Het Laatste Nieuws
Het Laatste Nieuws was een liberaal en Vlaamsgezind dagblad, waarvan het eerste nummer op 7 juni 1888 verscheen. In 2023 bestaat de krant nog steeds als een populair dagblad voor een bree... Lees meer
werd nog af en toe een gematigd Vlaamsgezind standpunt ingenomen. Bij katholieken en socialisten lag het anders. In die partijen traden er vooraanstaande politici naar voren die stelden dat de bestraffing onoordeelkundig en overdreven was. Volgens hen profiteerden anti-Vlaamse kringen van de situatie om ook de patriottische vleugel van de Vlaamse beweging aan te vallen en af te remmen. Het was een feit dat een mildering van de bestraffing van het activisme de Vlaamsgezinde vleugels van deze beide partijen een aantal waardevolle militanten zou (terug)schenken.

De overtuiging groeide dat de bestraffingsgolf een anti-Vlaams karakter droeg en dat het activisme van menig Vlaming kon worden verklaard, zo niet verontschuldigd, door de tekortkomingen van de Belgische staat zelf, de staat die nu de aanklachten formuleerde. Enkele van de activistenprocessen wierpen immers een schril licht op de wantoestanden waartegen de Vlaamsgezinden hadden gereageerd. Verscheidenen van hun advocaten zoals Edmond van Dieren Van Dieren, Edmond
Edmond van Dieren (1879-1961) was een advocaat en een gematigd Vlaams-nationaal en onafhankelijk politicus. Hij was een pleitbezorger van de hereniging van Vlaamse katholieken en Vlaams-n... Lees meer
, Hendrik Borginon Borginon, Hendrik
Hendrik Borginon (1890-1985) was lid van de leiding van de Frontbeweging en Vlaams-nationalistisch politicus in de Frontpartij en het Vlaamsch Nationaal Verbond. Tijdens de bezetting fung... Lees meer
, Emiel Schiltz Schiltz, Emiel
Emiel Schiltz (1865-1929) was een katholieke advocaat en politicus, die ook sterk was geïnteresseerd in beeldende kunst en literair bedrijvig was. Hij zette zich sterk in voor de verneder... Lees meer
, Hector Lebon Lebon, Hector
De Vlaamsgezinde en maatschappelijk bewogen advocaat Hector Lebon (1863-1935) begon zijn politieke loopbaan in de daensistische beweging, maar stapte later over naar de katholieke partij.... Lees meer
, Jan Grauls Grauls, Jan
Jan Grauls (1887-1960) was een ambtenaar en taalkundige afkomstig uit Hasselt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog oefende hij achtereenvolgens de ambten uit van provinciegouverneur van Antwer... Lees meer
, Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
enzovoort, waren zelf sterk Vlaamsgezind en gebruikten dergelijke wantoestanden in de verdediging van hun cliënten.

Daarnaast verhoogden verschillende persoonlijke drama's de emotionele temperatuur van het debat. Enkele activisten stierven in de gevangenis of kort na hun vrijlating. Sommigen, zoals Marten Rudelsheim Rudelsheim, Marten
Marten Rudelsheim (1873-1920) was een progressief-liberale flamingant die tijdens de Eerste Wereldoorlog koos voor het activisme. Lees meer
, overleden wegens ziekte en Jan Hainaut Hainaut, Jan
Jan Hainaut (1877-1920) was medeoprichter van de Groeningerwacht te Merksem. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij activist en lid van de Gouwraad Antwerpen. Hij overleed in de gevangeni... Lees meer
pleegde zelfmoord, waardoor zijn kinderen als wezen achterbleven. De Belgische staat en de regering leden ondertussen imagoverlies omdat meer en meer Vlamingen overtuigd raakten van de ernst van de anti-Vlaamse toestanden aan het IJzerfront. Zo groeide er een geleidelijke openheid en werd men de door de bestraffing getroffen activisten zelfs gunstig gezind. De betrokkenen bij de Frontbeweging Frontbeweging
Aan het IJzerfront manifesteerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog flamingantisch verzet tegen de taaltoestanden in het leger. Naarmate het zich meer en meer organiseerde en groeide, vo... Lees meer
hadden al tijdens de oorlog toenadering gezocht tot de activisten. Na het verdrijven van de bezetter was het mede door hun invloed dat de sterk afwijzende houding tegenover het activisme werd afgezwakt, ook bij de mensen die de bezetting persoonlijk hadden meegemaakt. Zij zouden al in de loop van 1919 in de Antwerpse straten roepen om de vrijlating van Henderickx. Ook katholieke en socialistische Vlaamsgezinden, die het activisme tijdens de bezetting in de regel hadden afgekeurd en zelfs bestreden, gingen zich er positiever toe verhouden. Alleen binnen de liberale partij was dit nauwelijks het geval. Deze partij zou zich hardnekkig tegen amnestie blijven verzetten.

Al in de Volksgazet Volksgazet
Volksgazet (1914-1978) was een Antwerps socialistisch dagblad, gesticht door Camille Huysmans en Willem Eekelers, dat regelmatig Vlaamsgezinde standpunten innam. Lees meer
van 4-5 januari 1919 kantte Camille Huysmans Huysmans, Camille
Camille Huysmans (1871-1968) was een Vlaamsgezinde socialistische politicus, die van 1933 tot 1940 burgemeester van Antwerpen was, tweemaal een ministerpositie bekleedde en een jaar lang ... Lees meer
zich tegen ‘de uitbuiting der activistische dwaling’ waarmee men de Vlaamse beweging wilde treffen. Later zou Huysmans verschillende jonge activisten bij deze krant in dienst laten treden. De partij had de jonge intellectuelen broodnodig. Op een in april 1919 gehouden congres van de socialistische partij stelde de latere communistische leider Jacquemotte – die nadien nog vaker voor amnestie zou pleiten – een amnestiemotie voor, die goedgekeurd werd, nadat een amendement van Jules Destrée Destrée, Jules
Lees meer
de 'verraders' uitsloot.

Ook binnen de katholieke zuil was er een zekere toenadering tot het activisme. Jonge activisten als Jan Boon Boon, Jan
Jan Boon (1898-1960) was tijdens de Eerste Wereldoorlog betrokken bij het activisme. Later was hij hoofdredacteur van De Standaard. Van 1939 tot aan zijn overlijden had hij de leiding van... Lees meer
kregen een baan bij een Vlaams-katholieke organisatie ( De Standaard De Standaard (1914-)
Het eerste nummer van het dagblad De Standaard verscheen op 4 december 1918. De krant was gedurende vele decennia hét blad bij uitstek van de katholieke Vlaamse beweging in al haar varian... Lees meer
). Grote weerklank kreeg de Interpellatie van de drie Van's Interpellatie van de drie Van's
De Vlaamsgezinde katholieke parlementsleden Frans van Cauwelaert, Alfons van de Perre en Aloïs van de Vyvere interpelleerden in mei 1919 de regering van nationale unie over de taaltoestan... Lees meer
, de katholieke Kamerleden Alfons van de Perre Van de Perre, Alfons
Lees meer
, Aloïs van de Vyvere Van de Vyvere, Aloïs
Aloïs van de Vyvere (1871-1961) was een advocaat en katholiek politicus. Hij zetelde twintig jaar in de Kamer en vervulde meerdere ministerfuncties. Hij werkte onder andere mee aan initia... Lees meer
en Van Cauwelaert. Ze hadden het over de behandeling van de Vlamingen in het leger Leger
Lees meer
aan het front, maar door de teneur had hun uiteenzetting onvermijdelijk ook betrekking op de discussie over het activisme. Aanleiding tot die interpellatie was het verbod van de Militaire Veiligheid om bepaalde Vlaamse boeken via de post te verzenden: werk van auteurs als Albrecht Rodenbach Rodenbach, Albrecht
Albrecht Rodenbach (1856-1880) was een West-Vlaams studentenleider en dichter, die een sleutelrol speelde in het ontstaan van de Blauwvoeterij en de katholieke Vlaamse studentenbeweging. ... Lees meer
, Guido Gezelle Gezelle, Guido
Guido Gezelle (1830-1899) was een Vlaamse priester die de Vlaamse volkstaal verdedigde binnen het algemeen Nederlands. Hij verwierf grote bekendheid als lyrisch dichter van religieuze nat... Lees meer
, Emiel Hullebroeck Hullebroeck, Emiel
Emiel Hullebroeck (1878-1965) was een Vlaamsgezinde componist en dirigent. Hij is van grote betekenis geweest voor de Vlaamse liedbeweging in de 20ste eeuw en voor het sociale statuut van... Lees meer
, Stijn Streuvels Lateur, Frank
Lees meer
, Paul Fredericq Fredericq, Paul
Paul Fredericq (1850-1920) was een vooraanstaande Gentse historicus, die als de officieuze ideoloog van het liberaal flamingantisme kan worden  omschreven. Als rector van de Gentse univer... Lees meer
, August Vermeylen Vermeylen, August
August Vermeylen (1872-1945) was een schrijver, literatuur- en kunsthistoricus, en socialistisch senator. In het tijdschrift Van Nu en Straks, waarvan hij de leiding had, publiceerde hij ... Lees meer
enzovoort. Dit verbod illustreerde de mentaliteit waarmee sommige Belgische nationalisten, onder het mom van anti-activisme, de Vlaamsgezinden aanvielen.

Daarnaast vormde een vergelijking met de ontwikkelingen elders in Europa een bron van relativering (zie Internationaal-comparatief perspectief Vlaamse beweging in internationaal-comparatief perspectief
De Vlaamse beweging heeft zich altijd internationaal georiënteerd. Niet alleen vertoonde ze opvallende gelijkenissen met andere nationale bewegingen in Europa en elders, ze maakte geregel... Lees meer
). Dat gebeurde bijvoorbeeld in de reeks Open Brieven aan de Koning, die in april 1919 verscheen en geschreven was onder een schuilnaam: Demophile Demophile
Demophile was de uitgave in 1919 van een reeks open brieven gericht tegen de bestraffing van de activisten. Lees meer
. Hierin stond het contrast voorop tussen de verguisde activisten en de bewonderde Polen en Tsjechen die dankzij de oorlog, via een eigen activisme en zelfs door 'het omkeren van de kanonnen', hun eigen staat hadden verworven. Deze naties hadden echter aan de kant van de overwinnaars gestaan en dat konden de activisten niet zeggen. Het zou hen grote moeite kosten om zich van het odium van Duitsgezindheid te ontdoen.

Midden 1920 werden nochtans al op heel wat plaatsen amnestiemoties goedgekeurd, niet het minst door afdelingen van het Davidsfonds Davidsfonds
Het Davidsfonds is een katholieke Vlaamse cultuurvereniging, die werd opgericht in januari 1875. Lees meer
. In februari 1920 vroeg de socialistische Volksgazet amnestie voor de gestrafte soldaten, voor de meerderheid van de gevangen activisten en voor honderden gestraften uit de overheidsdienst. Op 10 juli 1920 verklaarde Huysmans op een Guldensporenviering in Gent, waar evenwel zijn Gentse partijgenoten ontbraken, dat de tijd voor amnestie was aangebroken. In oktober 1920 besprak de Katholieke Vlaamsche Kamergroep het probleem voor het eerst. Toen priester Eugeen van de Perre Van de Perre, Eugeen
Eugeen van de Perre (1876-1952) was onderpastoor van de Antwerpse Heilig Hartparochie. Hij zette zich na de Eerste en de Tweede Wereldoorlog in voor getroffenen door de repressie. Lees meer
, broer van Kamerlid Alfons, een campagne ondernam om de op 19 december 1920 om gezondheidsredenen vrijgelaten Dosfel gratie te verlenen, verzamelde hij 36.000 handtekeningen. Het was symptomatisch voor de verschuiving die zich binnen de Vlaamse beweging voordeed. Men verwierp wel het activisme, maar niet (meer) de activisten die de moed hadden gehad om niet te vluchten en zich voor de rechtbank te verantwoorden.

Op 18 januari 1921 hielden Huysmans en Edmond Doms Doms, Edmond
Edmond Doms (1873-1940) was voor de Eerste Wereldoorlog hoofdredacteur van de Gazet Van Brussel. Als socialistisch politicus in Leuven en in de Kamer ijverde hij later voor een verdere ve... Lees meer
, socialistisch Kamerlid voor Leuven, in dit verband een opzienbarende interpellatie in de Kamer. De eerste meeting voor amnestie had twee dagen voordien, op 16 januari, plaatsgegrepen. Huysmans stelde in zijn interpellatie de juridische gegrondheid van de naoorlogse bestraffing ter discussie en vroeg amnestie voor wie te goeder trouw was geweest. Hun argumenten vonden ook gehoor op de katholieke banken. Van Cauwelaert betwijfelde in dit debat of de naoorlogse bestraffingsgolf de nationale eendracht had gediend en vroeg, in afwachting van amnestie, voorwaardelijke invrijheidstellingen op ruime schaal en een einde van de vervolgingen. Minister Emile Vandervelde Vandervelde, Emile
Emile Vandervelde (1866-1936) was een socialistische partijleider en politicus die een vooraanstaande rol speelde in de Vlaamse vraagstukken van zijn tijd. Lees meer
antwoordde dat hij wel genademaatregelen en voorwaardelijke en voorlopige invrijheidstellingen wenste, maar tegenover amnestie, wat immers veel verder ging en vooral de reden voor bestraffing zou uitwissen, riep hij: ‘Vingt mille fois non!’.

Op 20 april 1921 verleende de Kamer amnestie aan oud-strijders die voor zuiver militaire misdrijven tot 20 jaar gevangenisstraf hadden gekregen. Het was een duidelijke verandering in de houding tegenover de bestraffing van oorlogsfeiten. Die mildering kwam ook tot uiting in de vele voortijdige vrijlatingen.

Dat was ook in de rechtbanken merkbaar. Toen de Brusselse activist Maurits Josson Josson, Maurits
Maurits Josson (1855-1926) was een liberale Brusselse jurist die ijverde voor de vernederlandsing van het openbare leven. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vervulde hij een trekkersrol binne... Lees meer
– die eerder bij verstek tot 15 jaar dwangarbeid was veroordeeld – zich in de herfst van 1920 ter beschikking van het gerecht stelde, kreeg hij geen zware straf. Ook dat proces zou gebruikt worden om de Belgische staat aan te klagen. De Leuvense hoogleraar Lodewijk Scharpé Scharpé, Lodewijk
Lodewijk Scharpé (1869-1935) was een taalkundige die aan het begin van de 20ste eeuw bijdroeg tot de vernederlandsing van de Leuvense universiteit. Na de Eerste Wereldoorlog zette hij zic... Lees meer
verklaarde er dat wanhoop en niet baatzucht de drijfveer was geweest voor de activisten. Hij kende onder hen alleen maar mensen die tijdens de bezetting een toestand wilden voorbereiden ‘opdat na de oorlog meer recht zou zijn voor de Vlamingen’. Ook de liberale journalist en letterkundige Abraham Hans Hans, Abraham
Lees meer
voer scherp uit en verklaarde dat het volk ondertussen walgde van de processen. Zowel hij als advocaat Edmond van Dieren stelden dat het volk ervan overtuigd was dat men de woekeraars ondertussen liet lopen, terwijl men van de Vlaamse activisten zondebokken maakte. Deze opmerkingen werden aangevuld door een indrukwekkende rij aanklachten tegen de Belgische staat. Het was het eerste activistenvonnis dat werd herzien.

Er was echter geen politieke meerderheid te vinden om ook gratiemaatregelen te treffen voor de activisten die zich aan het gerecht hadden onttrokken door naar het buitenland te vluchten. Wel werden er velen vrijgelaten of althans niet verder vervolgd door het gerecht. Veel activisten veroverden ondertussen opnieuw een plaats in het maatschappelijke leven.

Nochtans verklaarde minister Van de Vyvere op een ministerraad dat hij zich zorgen maakte om de groeiende amnestiebeweging. Als die ooit haar eisen zou kunnen waarmaken – en dat was niet denkbeeldig: ‘Celle-ci permettrait aux condamnés de rentrer dans l'arène politique. Elle constituerait un réel danger’(‘Hierdoor zouden veroordeelde criminelen opnieuw de politieke arena kunnen betreden. Het zou een reëel gevaar vormen’, vertaling redactie). De roep om amnestie was inderdaad niet langer alleen een middel om gestraften terug te laten keren naar het normale leven. Het was een wapen geworden tegen de Belgische staat en het politieke bestel.

De militaire amnestie

De eis om amnestie voor militaire delicten tijdens en na de oorlog, leefde in een veel breder milieu dan dat van de Vlaamse beweging. Alle grote Belgische oud-strijdersverenigingen ijverden voor de mildering of uitwissing van de militaire sancties die soldaten tijdens de oorlog opgelopen hadden. Die roep sorteerde effect, want tussen 1918 en 1940 stemde het parlement liefst zes amnestiewetten die schoon schip maakten met de strafrechtelijke gevolgen van de Eerste Wereldoorlog. Afgezien van de zwaarste categorie misdrijven (betreffende spionage, verraad en desertie naar de vijand) werden alle uitspraken van het krijgsgerecht ongedaan gemaakt. Het Belgische krijgsgerecht aan het IJzerfront mag dan wel niet de blinde repressiemachine zijn geweest die men er achteraf van gemaakt heeft, de perceptie ervan onder oud-strijders was uitgesproken negatief. Ze schilderden het af als draconisch en amateuristisch, erg grievend voor de mannen die hun leven veil hadden gehad voor het vaderland. Voor veel oud-strijders was de militaire rechtspraak na de Wapenstilstand niet alleen een symbolisch probleem. Het militaire gerecht zette de vervolging van tijdens de oorlog gepleegde misdrijven immers voort: door de bevrijding van het land konden nu bijvoorbeeld ook de overlopers naar de vijand vervolgd worden. En ook de vervolging van defaitistisch-activistische activiteiten ging door tot de zomer van 1922. Bovendien lieten de veroordelingen zich na de oorlog nog steeds voelen. Eind 1920 en 1921 zaten nog respectievelijk 549 en 301 oud-strijders vast. Veroordeelde militairen konden ook geen aanspraak maken op de verschillende voordelen, zoals vergoedingen en eretekens, die oud-strijders genoten. Een strafblad bemoeilijkte daarenboven hun herintegratie op de arbeidsmarkt. Dat een aantal soldaten de gevolgen van de militaire bestraffing moest blijven dragen, voelden de oud-strijders aan als een collectief gebrek aan erkenning. Dat de oud-strijders resoluut voor amnestie ijverden – de uitwissing van de veroordeling – en niet voor gematigdere opties zoals genade en eerherstel, toont aan hoe diep de onvrede over de militaire rechtspraak was.

De eis voor militaire amnestie was dus zeker niet exclusief flamingantisch, maar kreeg onder Vlaamsgezinden wel een eigen toon. Daarbij wees men steeds weer op het vermeende onrecht dat de Vlaamse soldaten berecht werden in een taal die ze niet begrepen. Het Verbond der Vlaamse Oud-Strijders Verbond VOS
Het Verbond der Vlaamse Oud-Strijders (VOS), opgericht in 1919, was een flamingantische vereniging voor oud-strijders van de Eerste Wereldoorlog, die in de loop van het interbellum tot ee... Lees meer
(VOS) voerde onder de flaminganten logischerwijs de strijd voor militaire amnestie aan. Via zijn vertegenwoordigers voerde het VOS die strijd vooral via het parlement, maar het wendde ook andere actiemiddelen aan. Op een van zijn eerste betogingen, op 26 december in Gent stond naast diensttijdverkorting en opzegging van het militaire akkoord met Frankrijk, de ‘amnestie voor de nog gekerkerde oud-strijders’ centraal. Het VOS voerde verder ook pressie via een petitie met vijftigduizend handtekeningen in 1921 en twee open brieven aan koning Albert I van Saksen-Coburg, Albert I
Koning Albert I (1875-1934) werd aan de vooravond van en tijdens de Eerste Wereldoorlog geconfronteerd met een radicaliserende Vlaamse beweging. De communautaire kwestie groeide daardoor ... Lees meer
in 1920 en 1922. Een van de belangrijkste VOS-militanten voor militaire amnestie was Ward Hermans Hermans, Ward
Ward Hermans (1897-1992) was een Vlaams-nationalistische schrijver, journalist en politicus, die in de loop van het interbellum radicaliseerde in nationaalsocialistische zin. Tijdens de T... Lees meer
. Hij spande in 1923 een proces aan tegen de kampcommandant van Auvours wegens de wantoestanden tijdens de oorlog. Hermans had tijdens de oorlog zelf in een strafcompagnie aan de Orne gezeten. Deze zogenaamde ‘ houthakkers van de Orne Houthakkers van de Orne
‘Houthakkers’ is een bijnaam die verwijst naar tien frontsoldaten die omwille van hun Vlaamsgezindheid van het front verwijderd werden. De legerleiding stuurde hen naar het houthakkerspel... Lees meer
’ zouden uitgroeien tot symbool van de Vlaamse soldaat die slachtoffer werd van het krijgsgerecht. In dezelfde geest protesteerde het VOS ook tegen de vervolging van de bij het VOS aangesloten volksvertegenwoordiger Adiel Debeuckelaere Debeuckelaere, Adiel
Adiel Debeuckelaere (1888-1979) was een Vlaams-nationalistisch politicus. Hij zou zijn imago vooral opbouwen dankzij zijn leidende rol in de Frontbeweging. Lees meer
( Frontpartij Het Vlaamsche Front
Het Vlaamsche Front was een Vlaams-nationalistische partij, die werd opgericht in 1919 en ook bekend stond onder de couranter gebruikte officieuze benaming Frontpartij. Gesticht als een ... Lees meer
), een van de voormalige voormannen van de Frontbeweging. Naar aanleiding van de publicatie van enkele bezwarende documenten door activistenjager Armand Wullus Wullus, Armand
Armand Wullus (1893-1969) publiceerde na WOI als tegenstander uitgebreid over de Flamenpolitik en het activisme. Lees meer
, was hij in de herfst van 1921 in vervolging gesteld wegens activisme aan het front. Naarmate het parlement de gevolgen van de militaire rechtspraak systematisch opruimde, verloor de strijd voor militaire amnestie later in de jaren 1920 veel van zijn urgentie. Het VOS bleef binnen zijn antimilitaristische agitatie het militaire gerecht wel hekelen.


In de jaren 1920 werden veel verzoekschriften voor amnestie aan de koning gericht, omdat er in het parlement geen politieke meerderheid voorhanden was. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis)
In de jaren 1920 werden veel verzoekschriften voor amnestie aan de koning gericht, omdat er in het parlement geen politieke meerderheid voorhanden was. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis)

Een wapen in de strijd tegen België

De beweging voor amnestie voor gestrafte activisten kon niet los worden gezien van het doorleven van de anti-Belgische beweging. Het begon met de toenadering tussen de militanten van de Frontbeweging en achtergebleven activistische kernen. Al heel snel kwamen deze beide groepen -de geest van de zogenaamde Sublieme Deserteurs Sublieme Deserteurs
De zogenaamde ‘Sublieme Deserteurs’ waren overlopers die in het voorjaar van 1918 door de Frontbeweging naar de Duitse linies werden gestuurd om contact op te nemen met het activisme. ... Lees meer
- tot gemeenschappelijke actie en werden er activisten opgenomen in de Opperste Raad die de partij moest leiden (zie Frontpartij Het Vlaamsche Front
Het Vlaamsche Front was een Vlaams-nationalistische partij, die werd opgericht in 1919 en ook bekend stond onder de couranter gebruikte officieuze benaming Frontpartij. Gesticht als een ... Lees meer
). Dat gebeurde echter binnenskamers, omdat de publieke opinie zoiets niet aanvaard zou hebben. De partij bleek voorlopig echter slagkracht te missen en bij vele oud-strijders-partijmilitanten was het anti-activisme nog sterk aanwezig. Om die redenen kende de Opperste Raad slechts een kort bestaan. Vanuit Nederland werd door emigranten en hun vrienden het anti-belgicisme aangevuurd. Daarbij speelde het weekblad Vlaanderen Vlaanderen (1922-1933)
Vlaanderen was een radicaal Vlaams-nationalistisch weekblad dat verscheen tussen 1922 en 1933. Het stond voor het grootste deel onder leiding van Robrecht de Smet en Josué de Decker. Het ... Lees meer
(1922-1933)
een belangrijke rol. Doordat de Vlaamse beweging tijdens de jaren 1920 op het vlak van taalwetgeving slechts traag vooruitgang boekte en de naoorlogse koninklijke belofte van 'gelijkheid in rechte en in feite' daardoor werd aangevoeld als een grote leugen, kon deze beweging aanhang verwerven.

Daarbij werd doelbewust gemikt op de katholieke Vlaamse studentenbeweging Katholieke Vlaamse studentenbeweging
De Katholieke Vlaamse Studentenbeweging was de georganiseerde deelname van de katholieke studerende jeugd aan de Vlaamse beweging. Ze leverde daartoe met haar grote aanhang van ca. 1875 t... Lees meer
. Veel teruggekeerde soldaten gingen opnieuw studeren en ook enkele activistische jongeren kwamen weer op de schoolbanken terecht. Beide groepen zouden een bepalende invloed uitoefenen. Zo bracht Filip de Pillecyn De Pillecyn, Filip
Filip De Pillecyn (1891-1962) was schrijver en journalist. Hij was actief in de Frontbeweging, werkte voor De Standaard en De Tijd en stichtte het satirisch weekblad Pallieter. Tijdens de... Lees meer
, een leidende figuur binnen de Frontbeweging, al in december 1918 een verbinding tot stand tussen het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond
Het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond (1903-1935) was de organisatorische vormgeving van de katholieke Vlaamse studentenbeweging: een jeugdbeweging met plaatselijke bonden van ka... Lees meer
(AKVS) en studenten die onder de oorlog in de marge van het activisme hadden verkeerd. Toen in de lente van 1919 een Algemeen Vlaamsch Hoogstudentenverbond Algemeen Vlaamsch Hoogstudentenverbond
Het Algemeen Vlaamsch Hoogstudentenverbond (AVHV) was een overkoepeling voor Vlaamsgezinde studentenverenigingen van verschillende universiteiten, gesticht door Leuvense en Gentse Vlaamse... Lees meer
(AVHV) werd opgericht, aanvaardde dit ook studenten die tijdens de oorlog in Gent hadden gestudeerd. Het tijdschrift De Vlaamsche Vlagge De Vlaamsche Vlagge (1875-1933)
De Vlaamsche Vlagge (1875-1933) was een West-Vlaams scholieren- en studententijdschrift onder wisselende redactie van seminaristen, universiteitsstudenten en priester-leraars. Het ademde ... Lees meer
, dat met Pasen 1919 opnieuw verscheen, toonde eveneens veel begrip voor de activisten. In het kerstnummer 1919 van De Student De Student
De Student was een katholiek scholieren- en studententijdschrift dat verscheen van 1881 tot in 1930. Het was voor 1914 het meest gezagvolle orgaan van de Katholieke Vlaamse Studentenbeweg... Lees meer
pleitte De Pillecyn voor amnestie en kort daarna vroeg het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond
Lees meer
(KVHV) in Leuven de tussenkomst van de paus om de oud-studenten van Gent in Leuven toe te laten.

De verkiezingsuitslagen van 1919 stuurden vier Fronters naar de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Ze toonden zich er al snel voorstander van amnestie, al werden vooral de maatregelen voor de militairen die tijdens de oorlog waren gestraft benadrukt. Dat hun actie gepaard ging met activistische propaganda vanuit Nederland wekte in patriottische kringen veel ergernis. Op 17 februari 1920 zou in de Kamer geïnterpelleerd worden over de ‘activistische en orangistische drijverijen’ die bleven voortduren. Belgische patriotten zagen in amnestie slechts deze anti-Belgische agitatie. Aan Vlaams-nationalistische zijde werd de volledige en onvoorwaardelijke amnestie voorgesteld als een daad van grootmoedigheid of barmhartigheid.

Het debat werd tot dan toe vooral in de kolommen van dag- en weekbladen gevoerd. Pas op 16 januari 1921 had in de Antwerpse Hippodroom de eerste grote meeting voor amnestie plaats. Ze werd georganiseerd door het ' Damescomité voor Amnestie Damescomité voor Amnestie
Lees meer
', onder leiding van Marie van Gastel Van Gastel, Marie
Maria van Gastel (1892-1980) was lerares, verpleegster en eerste voorzitter van het Hoogstudentinnenverbond. Ze sprak vaak op meetings en leverde tijdens de beide wereldoorlogen caritatie... Lees meer
. Het comité bestond verder uit An(na) Martens Martens, An
An(na) Martens (1894-1983) engageerde zich in tal van culturele activiteiten; tijdens de Tweede Wereldoorlog was ze hoofdredactrice van het aan de DeVlag gelieerde tijdschrift Laagland.... Lees meer
, Mimi Picard, Irma Lauwers, Anna Mortelmans Mortelmans, Anna
Anna Mortelmans (1893-1957) was tijdens WOI als feministe actief in het Antwerpse activisme. Later was ze schooldirectrice en actief in de Frontpartij en de Vlaamse Meisjesstudentenkring... Lees meer
, Suzanna de Vos, Maria Sterckens, Maria van Reeth, Anna Lauwers en Maria de Keyser. Verschillenden van hen hadden meegedaan met het activisme – Mortelmans was zelfs een bezoldigde voordrachtgeefster geweest – of waren familiaal verbonden met gestrafte activisten. Meer dan 5000 mensen vulden de zaal, een duizendtal stond buiten. Van Gastel, onder de oorlog Belgische propagandiste in de Verenigde Staten en gehuwd met Berten Pil Pil, Berten
De scheikundige Albert ‘Berten’ Pil (1892-1940) was oud-strijder van de Eerste Wereldoorlog en lag mee aan de basis van het Verbond der Vlaamse Oud-Strijders (VOS). Pil was erg actief in ... Lees meer
, een gewezen frontsoldaat en studentenleider die nu onder activistische invloed stond, riep op tot naastenliefde en vroeg amnestie voor soldaten, politieke gevangenen en ballingen.


Aankondiging van een Amnestie-meeting in Gent, ingericht door het Vrouwen-Comité voor Amnestie, 1921. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhps46926)
Aankondiging van een Amnestie-meeting in Gent, ingericht door het Vrouwen-Comité voor Amnestie, 1921. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhps46926)

Op dat moment zagen politieke kringen blijkbaar weinig bezwaar in deze agitatie: zij kon adhesiebetuigingen voorlezen van onder meer Camille Huysmans en zijn collega's Willem Eekelers Eekelers, Willem
Willem Eekelers (1883-1954) was een Antwerpse socialistische vakbondsleider en politicus die gedurende zijn carrière radicale Vlaamse standpunten innam. Lees meer
en Désiré Bouchery Bouchery, Désiré
Désiré Bouchery (1888-1944) evolueerde van marxist in de Socialistische Jonge Wacht tot Vlaamsgezind socialistische leider van de Belgische Werkliedenpartij tijdens het interbellum. Hij w... Lees meer
, van de Frontparlementsleden en van gravin Jos de Brouckhoven de Bergeyck Cornet de Peissant, Marie-José
Gravin Marie-José Cornet de Peissant (1871-1923) was de echtgenote van graaf Joseph de Brouchoven de Bergeyck. Na de Eerste Wereldoorlog steunde ze gebroodroofde activisten en pleitte ze ... Lees meer
. Sprekers waren Abraham Hans, Herman van Puymbrouck Van Puymbrouck, Herman
Herman van Puymbrouck (1884-1949) was medestichter van de Frontpartij en vervolgens hoofdredacteur van De Schelde, later Volk en Staat. Vanaf de late jaren 1930 steunde hij onverkort het ... Lees meer
en de advocaat Edmond van Dieren. Een collecte bracht 6000 frank op. In een motie aan de minister van Justitie werd gevraagd dat er onmiddellijk een wetsontwerp voor algemene amnestie zou worden ingediend. Na de meeting trok men in optocht naar de Antwerpse gevangenis waar bloemen werden neergelegd. Drie dagen daarna ging het damescomité ter gelegenheid van de interpellatie naar de minister van Justitie, de socialistische leider Emile Vandervelde Vandervelde, Emile
Emile Vandervelde (1866-1936) was een socialistische partijleider en politicus die een vooraanstaande rol speelde in de Vlaamse vraagstukken van zijn tijd. Lees meer
. Terwijl het comité ontvangen werd, drongen meer dan honderd vrouwen het parlement binnen terwijl ze ‘Amnestie!’ schreeuwden. Later zou het comité de actie proberen te internationaliseren. Het schreef een open brief aan de toen bekende Italiaanse strafrechtdeskundige Enrico Ferri en verschillende brieven aan de Deense auteur Georg Brandes. Op die manier wilde het comité druk uitoefenen. Het moest de regering doen vrezen voor het internationale imago van het land. Door gebrek aan steun zou de actie echter doodbloeden. Het grote publiek begreep dat deze amnestie erg ver ging in het goedpraten van de activisten. Slechts een beperkt aantal mensen was bereid om voor dit strijdpunt te gaan betogen. Ook het VOS hield zich lange tijd afzijdig van de amnestie-acties voor activistische collaborateurs. De leiding was zich er immers van bewust dat dit voor vele oud-strijders een brug te ver was. Toen in 1924 de Vlaams-nationalistische fractie het verbond in handen kreeg, vielen deze reserves weg. Het hoofdbestuur van het VOS koos vanaf dat jaar voor het standpunt dat het activisme slechts een logische uitkomst was geweest van bijna een eeuw onderdrukking van Vlaanderen.

Halverwege de jaren 1920 kwam de amnestiekwestie nog eens prominent op de agenda door de zogenaamde affaire Coppée. In juni 1924 werd de van economische collaboratie beschuldigde baron Evence Coppée in Brussel vrijgesproken, wat in Vlaanderen heftige kritiek opriep en een wetsvoorstel voor algemene amnestie uitlokte. Dit voorstel, ingediend door Huysmans en Hubin, liep al snel vast in de parlementaire procedures. De Antwerpse socialisten organiseerden op 24 juli 1924 nog een amnestiemeeting.

Hoewel de Vlaams-nationalisten bij de verkiezingen op 8 april 1925 geen doorbraak konden forceren, groeide ondertussen de amnestiebeweging. De regeringsverklaring beloofde de amnestiemaatregelen voor 'oorlogsfeiten' uit te breiden, maar slaagde er niet in dit waar te maken. Na nog heel wat discussie werd op 9 december 1926 een wetsvoorstel ingediend door Frans van Cauwelaert, Philip van Isacker Van Isacker, Philip
Philip van Isacker (1884-1951) was een Vlaamsgezind historicus, advocaat, katholiek minister en bankier. Hij drukte mee de democratisering en vervlaamsing van de katholieke partij en van ... Lees meer
, Eugène Soudan Soudan, Eugène
Eugène Soudan (1880-1960) was een advocaat, hoogleraar en socialistisch politicus. Hij was burgemeester van Ronse, Kamerlid en bekleedde meerdere ministerfuncties. Hij besteedde aandacht ... Lees meer
, Jules Boedt Boedt, Jules
Jules Boedt (1884-1966) was een Vlaamsgezinde, liberale politicus die een belangrijke activiteit ontplooide in het liberale verenigingsleven in Brussel. Lees meer
en M. Somerhausen. De nationalisten hadden kritiek op dit voorstel, dat overigens het voorwerp werd van vertragingsmanoeuvres. Op 31 mei 1927 kantte de liberale minister van justitie Paul Hymans Hymans, Paul
Paul Hymans (1865-1941) was een Brusselse, Franstalige en liberale politicus. Tussen 1918 en 1935 was hij minister van Buitenlandse Zaken. Hij toonde nooit veel begrip of belangstelling v... Lees meer
zich tegen het voorstel-Van Cauwelaert en er volgden debatten en amendementen. Als gevolg werd een redactiecomité opgericht dat een nieuwe tekst moest opstellen. Op 30 juli 1927 vroeg het congres van de Katholieke Vlaamsche Landsbond Katholieke Vlaamse Landsbond (1919-1964)
De Katholieke Vlaamsche Landsbond (1919-1955) was de federatie van de Katholieke Vlaamsche Arrondissementsbonden, die als drukkingsgroep streed voor de vernederlandsing van Vlaanderen met... Lees meer
amnestie of een regeringscrisis.

Ondertussen was het aantal activisten in de gevangenis sterk gedaald, wat de amnestieactie uiteraard niet erg stimuleerde. De laatste activist die nog gevangen bleef, was August Borms Borms, August
August Borms (1878-1946) speelde een prominente rol in de activistische collaboratie tijdens de Eerste Wereldoorlog en groeide nadien uit tot hét symbool van de amnestiebeweging, die een ... Lees meer
. Hij weigerde de vrijlating onder voorwaarden, omdat hij ervan overtuigd was dat zijn martelaarsrol op termijn de anti-Belgische beweging op politiek vlak in de kaart zou spelen.

De Bormscultus

Verschillende activistenprocessen – onder andere die van Lodewijk Dosfel, Wies Moens Moens, Wies
Lees meer
, Roza de Guchtenaere De Guchtenaere, Rosa
Rosa de Guchtenaere (1875-1942) was een Vlaams-nationalistisch activiste, onderwijzeres en feministe. Ze engageerde zich voor talrijke anti-Belgische comités en verwierf bekendheid als pr... Lees meer
, pater Desideratus A. Stracke Stracke, Desideratus
Desideratus (Desideer) A. Stracke (1875-1970) was een jezuïet en literatuurhistoricus, die een invloedrijke rol speelde in de katholieke Vlaamse beweging en het Vlaams-nationalisme. ... Lees meer
– werden uitgebuit door de anti-Belgische beweging. Dat gebeurde ook met het proces van August Borms, die tijdens zijn verdediging het radicale activisme verdedigde. Hij wilde daarmee onder meer een zo zwaar mogelijke straf uitlokken, zodat hij zich in een martelaarsrol kon profileren. In dat verband werd in Vlaams-nationalistische kringen een ware Bormscultus opgewekt. In het begin kon die alleen de overtuigden sterken, maar dat zou in de loop van de jaren veranderen omdat zijn standvastigheid in het weigeren van voorwaardelijke vrijlating bewondering opwekte.

De actie kreeg een nieuwe impuls nadat Antoon Jacob Jacob, Antoon
Antoon Jacob (1889-1947) was een atheneumleraar en later hoogleraar in Hamburg en Gent. Hij was actief bij activistische tijdschriften, nadien in de amnestiebeweging en later de culturele... Lees meer
in 1923 werd vrijgelaten. Hij had eveneens de voorwaardelijke invrijheidstelling geweigerd en was een van de zeer weinige activisten die de volle strafmaat uitzat. Hij kon zich moreel optrekken aan de steun die hij van buiten de gevangenis kreeg en aan het scenario dat hij had uitgetekend: op 25 november 1923 kreeg Jacob een huldebetoging in Antwerpen die op zijn verzoek veranderde in een amnestiemeeting en een hulde aan Borms. Daar maakte men voor het eerst het voornemen bekend de gevangen activistenleider naar het parlement te zenden. Jacob werd vanaf dat moment – in samenspraak met Borms – een van de bezielers van de amnestiebeweging. Op verschillende plaatsen werden huldigingen van Borms georganiseerd, onder meer in Leuven: na een toespraak van Jacob ging het in stoet naar het plein voor de gevangenis waar Borms opgesloten zat. De menigte knielde er en bad en er werden bloemen neergelegd door de dochters van Borms en van de uitgeweken activist René de Clercq De Clercq, René
Lees meer
.

De organisator van deze campagne was de Vlaams-nationalistische partij Het Vlaamsche Front Het Vlaamsche Front
Het Vlaamsche Front was een Vlaams-nationalistische partij, die werd opgericht in 1919 en ook bekend stond onder de couranter gebruikte officieuze benaming Frontpartij. Gesticht als een ... Lees meer
. In juni 1924 besliste de partijleiding in Antwerpen de kandidatuur van Borms voor te dragen voor de komende parlementsverkiezingen. Jacob stelde het voor als zou de stijgende verbittering om de niet waargemaakte beloften van 'gelijkheid in rechte en in feite' een dergelijke lijst veel winst opleveren. Hij eiste echter voor zichzelf een plaats aan de kop van de plaatsvervangerslijst. Het verwachte succes zou hem naar het parlement sturen in plaats van de onverkiesbare Borms. De partij voelde zich nu erg ongemakkelijk bij dit plan. De meerderheid van de Antwerpse militanten verkoos er niet in mee te stappen. De Bormskandidatuur werd uitgesteld.


Vanuit de gevangenis was August Borms kandidaat van de Frontpartij bij de tussentijdse verkiezingen van 1928 in Antwerpen. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhps850)
Vanuit de gevangenis was August Borms kandidaat van de Frontpartij bij de tussentijdse verkiezingen van 1928 in Antwerpen. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhps850)

In de loop van 1926 volgde een nieuwe golf van amnestieacties. Ditmaal nam het VOS het voortouw. De militanten van Het Vlaamsche Front Het Vlaamsche Front
Het Vlaamsche Front was een Vlaams-nationalistische partij, die werd opgericht in 1919 en ook bekend stond onder de couranter gebruikte officieuze benaming Frontpartij. Gesticht als een ... Lees meer
en vele gewezen activisten werden daardoor voorbijgestoken en dat zinde hen niet. Het was verder opmerkelijk dat enkel Vlaams-nationalistische en communistische politici zich nog met de amnestieactie wilden inlaten. De drie traditionele partijen legden de uitnodigingen naast zich neer. Ze wilden zich niet meer voor de kar van de Vlaams-nationalisten laten spannen.

Deze campagne zou culmineren in een grote Bormsbetoging naar de gevangenis in Leuven. De burgemeester vreesde ordeverstoring en verbood elke manifestatie, waarop het organiserende Amnestiecomité de manifestatie afblies. Het vreesde ernstige rellen omdat de radicale anti-Belgische nationalisten en de communisten de betoging zouden laten escaleren tot een confrontatie met de gewapende en massaal aanwezige ordehandhavers, in de hoop nieuwe martelaren te creëren. Het verbitterde veel radicale militanten dat deze campagne met een sisser afliep.

De regering zat ondertussen behoorlijk verveeld met het feit dat Borms het leven in de gevangenis en zijn rol als martelaar verkoos boven vrijlating. Op 8 februari 1928 begon hij zijn tiende jaar in de gevangenis. Die dag werd in de Kamer een verzoekschrift ingediend namens een sinds mei 1926 in Den Haag werkzaam Internationaal Amnestiecomité dat overal, behalve in Duitsland, handtekeningen verzamelde. In Nederland werd het onder meer door Leo Simons Simons, Leo
De Nederlandse uitgever en journalist-publicist Leo Simons (1862-1932) zette zich gedurende bijna een halve eeuw op diverse manieren in voor de Vlaamse en de Groot-Nederlandse beweging.... Lees meer
en Pieter Geyl Geyl, Pieter
Pieter Geyl (1887–1966) was een Nederlandse historicus met uitgesproken Groot-Nederlandse opvattingen, die een belangrijke rol speelde in het Vlaams-nationalisme tijdens het interbellum.... Lees meer
gesteund. Het verzoekschrift, waarvan Jules Spincemaille Spincemaille, Jules
Lees meer
de inspirator was, ging vergezeld van een brief ondertekend door bekende Vlamingen met uiteenlopende overtuigingen.

Ondertussen ging de actie in het parlement verder. Begin maart 1928 verklaarde het katholieke Kamerlid Jan van den Eynde, rapporteur van een amnestie-wetsvoorstel, dat amnestie een van de voornaamste eisen van de Vlaamse beweging was geworden. In september 1928 zou het Kamerdebat daarover beginnen, maar de minister van Justitie Paul-Emile Janson Janson, Paul-Emile
Lees meer
bekwam uitstel door het wetsvoorstel naar een speciale commissie te verwijzen. Om de zaak te ontmijnen en eindelijk resultaten te bekomen stelde katholiek Kamerlid Emiel van Dievoet Van Dievoet, Emiel
Lees meer
voor om de termen 'amnestie' en 'genade' te vervangen door 'uitdoving'. Zo kwam men tot een nieuwe tekst. Na verdere onderhandelingen volgde er een wet die op 6 december 1928 door de Kamer en op 19 januari 1929 door de Senaat werd goedgekeurd. Dit alles gebeurde in een atmosfeer die werd vertroebeld door een door amnestie-tegenstanders opgezette publicatie van de archieven van de Raad van Vlaanderen Raad van Vlaanderen (1917-1918)
De Raad van Vlaanderen (1917-1918) was een activistisch marionettenparlement tijdens de Eerste Wereldoorlog, dat onderdeel was van de Duitse plannen om in Vlaanderen een blijvende invloed... Lees meer
, die schokkende details over het activisme bevatten.

De Uitdovingswet Uitdovingswet
Lees meer
verklaarde alle straffen ‘onherroepelijk’, maar tegelijk ‘vervallen’. Alle aanhangige processen werden stopgezet. Nieuwe processen zouden niet meer worden aangespannen. De veroordelingen tot schadevergoeding, teruggave, proceskosten en geldboetes bleven bestaan. De veroordeelden konden evenwel beroep aantekenen. Wie minder dan tien jaar gevangenisstraf had gekregen, kon rehabilitatie aanvragen en een commissie van drie magistraten zou daarover oordelen. Daarna zou de koning, na advies van de minister van justitie, de beslissing treffen. Deze veroordeelden kregen na hun rehabilitatie automatisch hun burgerrechten terug. Borms was de enige van de tot meer dan tien jaar veroordeelde activisten die nog steeds in de gevangenis zat. Verder konden nu 161 bij verstek veroordeelden die nog in het buitenland verbleven vrij terugkeren. De wet was enkel van toepassing op 'politieke' gevallen en op een paar militaire misdrijven. Verklikkers en leveranciers van de vijand kwamen niet in aanmerking. De wet bepaalde ook dat mensen als Borms en de leden van de Raad van Vlaanderen hun politieke en burgerlijke rechten niet terugkregen. Borms was dus niet verkiesbaar.

De voorstanders van amnestie namen geen vrede met dit compromis. Dat lieten ze duidelijk blijken bij een tussentijdse verkiezing in Antwerpen, waarvoor de kandidatuur van Borms werd ingediend. Mede dankzij de officieuze medewerking van Camille Huysmans en van Frans van Cauwelaert, die de anti-Vlaamsgezinden een les wilden leren, kreeg Borms een overweldigende meerderheid (zie Bormsverkiezing Bormsverkiezing
De Bormsverkiezing – de verkiezing van de onverkiesbare, in de gevangenis verblijvende ex-activist August Borms tot Kamerlid bij tussentijdse verkiezingen in 1929 – was een politiek feit ... Lees meer
). Hij werd op 17 januari 1929, nog voor de publicatie van de nieuwe wet, vrijgelaten. Hoewel niemand meer in de gevangenis bleef, riskeerde een deel van de activistische bannelingen toch nog steeds een aanhouding wanneer ze de grens zouden oversteken.

De bestuurlijke amnestie

Veel omvangrijker dan de strafrechtelijke vervolging van het activisme was de administratieve epuratie. Tussen de drie- en de vierduizend ambtenaren van de diverse overheden werden geschorst of ontslagen. Deze mensen, lang niet allemaal voormalige activisten, zouden zich formeel buiten de amnestieacties voor de strafrechtelijk veroordeelde activisten houden en zouden hun acties zelfs coördineren met Waalse geëpureerde ambtenaren. Ze werden daardoor minder sterk met het onvaderlandse odium van het activisme geassocieerd en konden in politieke kringen op meer begrip rekenen.

Al in februari 1919 werd in Brussel een comité gevormd dat onrechtvaardig getroffenen, vooral ambtenaren, wilde bijstaan. Dit comité ontstond uit een studiekring waarvan August Vermeylen Vermeylen, August
August Vermeylen (1872-1945) was een schrijver, literatuur- en kunsthistoricus, en socialistisch senator. In het tijdschrift Van Nu en Straks, waarvan hij de leiding had, publiceerde hij ... Lees meer
voorzitter was. In de loop van 1920 kwam er een Bond van Vlaamsche Gebroodroofden en Verongelijkten tot stand. Hierin namen de katholieke partij en socialistische partij het voortouw. Zij wilden een zo groot mogelijk aantal getroffenen opnieuw in het arbeidsproces inschakelen. Op een buitengewoon congres van socialistische leraren en onderwijzers in april 1919 werd al geprotesteerd tegen het willekeurige optreden inzake de epuratie in de leraarsrangen. In februari 1920 vroeg de Volksgazet Volksgazet
Volksgazet (1914-1978) was een Antwerps socialistisch dagblad, gesticht door Camille Huysmans en Willem Eekelers, dat regelmatig Vlaamsgezinde standpunten innam. Lees meer
amnestie, waarbij de krant uitdrukkelijk wees op de honderden gestraften in overheidsdienst. Op 18 januari 1921 bracht Edmond Doms Doms, Edmond
Edmond Doms (1873-1940) was voor de Eerste Wereldoorlog hoofdredacteur van de Gazet Van Brussel. Als socialistisch politicus in Leuven en in de Kamer ijverde hij later voor een verdere ve... Lees meer
, socialistisch Kamerlid voor Leuven, in de Kamer de zaak van de geëpureerde ambtenaren en onderwijzers te berde. Niet toevallig bevonden zich onder deze ambtenaren verscheidene actieve socialisten. Vooral in Antwerpen was deze groep sterk genoeg om met resultaat druk uit te oefenen op de socialistische partij. Dat zou zelfs leiden tot een amnestiedebat in de Antwerpse gemeenteraad.

Toch zou de actie in het parlement niet echt tot resultaten leiden, al bekwam de christendemocraat Hendrik Heyman Heyman, Hendrik
Hendrik Heyman (1879-1958) engageerde zich in de christelijke vakbeweging en in de katholieke partij. Hij was onder meer de voorzitter van het Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV) en va... Lees meer
wel dat Vlaamse onderwijzers, wier diploma ongeldig was verklaard, opnieuw examen konden afleggen. Op 4 juni 1924 werd door de socialisten Camille Huysmans Huysmans, Camille
Camille Huysmans (1871-1968) was een Vlaamsgezinde socialistische politicus, die van 1933 tot 1940 burgemeester van Antwerpen was, tweemaal een ministerpositie bekleedde en een jaar lang ... Lees meer
en Eugène Soudan Soudan, Eugène
Eugène Soudan (1880-1960) was een advocaat, hoogleraar en socialistisch politicus. Hij was burgemeester van Ronse, Kamerlid en bekleedde meerdere ministerfuncties. Hij besteedde aandacht ... Lees meer
, de liberaal Jules Boedt Boedt, Jules
Jules Boedt (1884-1966) was een Vlaamsgezinde, liberale politicus die een belangrijke activiteit ontplooide in het liberale verenigingsleven in Brussel. Lees meer
en de katholieken Emile Blavier Blavier, Emile
Lees meer
en Hendrik Marck Marck, Hendrik
Lees meer
een wetsvoorstel ingediend dat de gemeenteraden toestond ontslagen ambtenaren weer in dienst te nemen. Huysmans diende op 3 december 1924, samen met Blavier, Heyman, Boedt, Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
, Soudan en Philip van Isacker Van Isacker, Philip
Philip van Isacker (1884-1951) was een Vlaamsgezind historicus, advocaat, katholiek minister en bankier. Hij drukte mee de democratisering en vervlaamsing van de katholieke partij en van ... Lees meer
, opnieuw een wetsvoorstel voor bestuurlijke amnestie in. Het bleek echter bijzonder moeilijk om in het parlement een politieke meerderheid te vinden, ook al waren de ondertekenaars afkomstig uit de drie traditionele partijen.

Ondertussen werd verder geijverd voor bestuurlijke amnestie. Het in december 1924 door Huysmans, Van Cauwelaert en anderen ingediende ontwerp dat in maart 1925 door de hoofdafdeling van de Kamer werd aangenomen, verviel in 1926, toen de parlementaire sessie was afgelopen. De regering besliste evenwel elk verzoek van afgezetten door het betrokken departement te laten onderzoeken, op voorwaarde dat er geen gerechtelijke straf bestond. Er kwamen meer dan 600 aanvragen. Een aantal van de betrokkenen kreeg eerherstel, anderen zagen hun afzetting veranderd in ontslag, zodat zij recht kregen op pensioen. Niet alle gevallen werden echter afgehandeld, zodat de agitatie doorging.

Op 23 februari 1932 interpelleerden zes Vlaamse Kamerleden (vier katholieken, een socialist en een nationalist) over bestuurlijke amnestie. De regering beloofde een onderzoek en er kwam in september 1932 een adviescommissie, de zogenaamde Commissie Colson Commissie Colson
In september 1932 richtte de Belgische regering, naar aanleiding van een interpellatie over de bestuurlijke amnestie door enkele Vlaamse Kamerleden, een adviescommissie op in verband met ... Lees meer
. Toen bekend werd dat een aantal ambtenaren opnieuw in dienst zou kunnen treden, begonnen rechtse Belgische oud-strijdersverenigingen, de zogenaamde Fraternellen (verenigd in de UFAC Vereeniging der Verbroederingen van het Veldleger
Union des Fraternelles de l'Armée de Campagne werd in 1928 vanuit het Hof en het leger opgericht als een Belgisch-nationalistische en militaristische oud-strijdersvereniging. Lees meer
), daartegen te ageren. Ze organiseerden op 31 december 1933 een manifestatie in Brussel, waaraan 10.000 personen deelnamen. Deze drongen de neutrale zone rondom het parlementsgebouw binnen. Koning Albert I van Saksen-Coburg, Albert I
Koning Albert I (1875-1934) werd aan de vooravond van en tijdens de Eerste Wereldoorlog geconfronteerd met een radicaliserende Vlaamse beweging. De communautaire kwestie groeide daardoor ... Lees meer
schreef op 3 januari 1934 in afspraak met de liberale en de Franstalige ministers een brief aan de premier. Hij stelde een compromis voor dat minder ver ging. Er zou een commissie van beroep worden ingesteld, bestaande uit magistraten. De regering sloot zich bij dit voorstel aan. Op 6 januari 1934 richtte een Koninklijk Besluit de zogenaamde Commissie Goddijn Commissie Goddijn
De Commissie Goddijn werd in januari 1934 bij Koninklijk Besluit opgericht om de amnestiemaatregelen voor ambtenaren te onderzoeken. Lees meer
op. Eind 1934 dreigde nieuwe patriottische agitatie bij het verslag van de commissie. Het probleem van de bestuurlijke amnestie bleef voor spanningen zorgen. In mei 1937 zei de liberale minister Victor de Laveleye dat de door de Commissie Colson en -Goddijn goedgekeurde afzettingen van ambtenaren zouden worden gehandhaafd.

De zogenaamde bestuurlijke amnestie bleek erg moeilijk uit te voeren omdat de betrokken kringen hun financiële eisen hoog stelden en omdat de ambtenarij niet bereid was de betrokkenen terug in haar midden op te nemen. Het ging in vele gevallen immers om mensen die onder de bezetting een benoeming of bevordering hadden aanvaard. De voornaamste motor van deze agitatie, het Comité voor Recht en Herstel, werd in de jaren 1930 overigens beheerst en geïnstrueerd door overtuigde en vooraanstaande activisten ( Jozef van Wetteren Van Wetteren, Jozef
Jozef Van Wetteren (1891-1946) lag tijdens WOI mee aan de basis van het activisme in Antwerpen. Daarna week hij uit naar Nederland. Daarna was hij nog actief in het VNV. Lees meer
en Jan Matthijs Brans Brans, Jan Matthijs
Jan-Matthijs Brans (1853-1940) was onderwijzer en vertaler. Tijdens de Eerste Wereldoorlog schaarde hij zich achter het activisme. Lees meer
), die in hun collaboratie over het algemeen heel wat verder waren gegaan dan alleen maar het aanvaarden van een bevordering of benoeming tot ambtenaar.

De jaren 1930

In de jaren 1930 zouden verschillende parlementaire initiatieven en roerige manifestaties op straat het amnestie-thema actueel houden. In 1931 organiseerden enkele nationalistisch geïnspireerde comités, die geleid werden door in het buitenland wonende activisten, verschillende initiatieven om de eis van volledige amnestie kracht bij te zetten. Deze acties vonden bijval in het Vlaams-nationalistische milieu, wat onder meer tot uiting kwam op de IJzerbedevaart IJzerbedevaarten
De IJzerbedevaart is een jaarlijkse herdenking van de Vlaamse gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog, die ontstond omstreeks 1920. Dit voor de Vlaamse beweging erg symbolische gebeur... Lees meer
van 1932, waar volledige amnestie werd gevraagd.

De Vlaams-nationalisten herbegonnen hun amnestieacties. Op de IJzerbedevaart van 1936 klonk het dat de strijd "op beslissende wijze" zou worden aangegaan en het weekblad Nieuw Vlaanderen Nieuw Vlaanderen (1934-1944)
Nieuw Vlaanderen (1934-1944) had als uitgangspunt de eentaligheid van Vlaanderen. Door zijn federalistische stellingname midden jaren 1930 was het blad radicaler dan de katholieke partij ... Lees meer
(1934-1944)
riep alle Vlaamse verenigingen en de pers op tot een gezamenlijke actie. Op 4 november 1936 diende de regering een wetsontwerp in dat voor burgers onvoorwaardelijke en voor militairen gedeeltelijke amnestie voorzag. Na de verkiezingsstrijd tussen Rex Rex
Rex was een Belgische politieke partij (1935-1940) en een collaboratiebeweging in Franstalig België (1940-1944). Lees meer
-leider Léon Degrelle Degrelle, Léon
Léon Degrelle (1906-1994) was de leider van Rex, initieel een Belgische, extreemrechtse nationalistische beweging, nadien omgevormd tot partij, die na 1936 radicaliseerde in fascistische ... Lees meer
en premier Paul van Zeeland Van Zeeland, Paul
Toen hoogleraar en bankier Paul van Zeeland (1893-1973) tussen 1935 en 1937 aan het hoofd stond van de Belgische regering, werden onder andere de taalwet in rechtszaken en een amnestiewet... Lees meer
kwam de kwestie opnieuw aan bod. De liberale partij Liberale partij
De verhouding tussen de liberale partij en het partijpolitieke liberalisme in België enerzijds, en de Vlaamse beweging anderzijds levert een gevarieerd en ingewikkeld beeld op dat evoluee... Lees meer
kantte zich tegen het wetsontwerp en de liberale minister van Justitie François Bovesse Bovesse, François
François Bovesse (1890-1944) was een liberale politicus, die meerdere ministerposten bekleedde en later gouverneur van Namen was. Hij speelde een prominente rol binnen de Waalse beweging.... Lees meer
, die het ontwerp mee had ondertekend, nam 'om gezondheidsredenen' ontslag. Hij werd vervangen door zijn partijgenoot Victor de Laveleye, die zich door de handtekening van Bovesse niet gebonden hoefde te achten. Het liberale verzet werd gestimuleerd door rechtse patriottische oud-strijders. De Verbroederingen van het Veldleger, de 'Fraternellen' hielden op 2 mei 1937 opnieuw een massale betoging in Brussel. Op 23 mei wilden de Vlaamse amnestievoorstanders daarop op hun beurt in de hoofdstad een antwoord geven. Het VOS nam bij deze organisatie het voortouw. De betoging werd eerst door de liberale burgemeester Adolphe Max Max, Adolphe
Lees meer
verboden, maar na verontwaardigde interpellaties door Vlaamse volksvertegenwoordigers in de Kamer toch toegelaten.

Vier dagen daarvoor, op 19 mei, begon in de Kamer het debat over het wetsontwerp. Premier Van Zeeland verkondigde dat amnestie een nationale noodzakelijkheid was geworden, maar hij was het eens met een amendement van de commissie Justitie dat bepaalde categorieën van verkiesbaarheid bleef uitsluiten. De regering wilde geen gewezen leden van de Raad van Vlaanderen in het parlement zien. In het debat traden Fronter Hendrik Borginon Borginon, Hendrik
Hendrik Borginon (1890-1985) was lid van de leiding van de Frontbeweging en Vlaams-nationalistisch politicus in de Frontpartij en het Vlaamsch Nationaal Verbond. Tijdens de bezetting fung... Lees meer
en Frans van Cauwelaert naar voren als pleitbezorgers van amnestie. De socialistische partijleider Emile Vandervelde Vandervelde, Emile
Emile Vandervelde (1866-1936) was een socialistische partijleider en politicus die een vooraanstaande rol speelde in de Vlaamse vraagstukken van zijn tijd. Lees meer
toonde zich ook een voorstander, maar wilde het amendement doen aanvaarden opdat, naar hij zei, een Vlaamse meerderheid haar wil niet aan een Waalse minderheid zou opdringen. Zijn Vlaamse partijgenoot Willem Eekelers Eekelers, Willem
Willem Eekelers (1883-1954) was een Antwerpse socialistische vakbondsleider en politicus die gedurende zijn carrière radicale Vlaamse standpunten innam. Lees meer
wilde persoonlijk volledige amnestie, maar wees erop dat in de commissie de noodzakelijkheid van een compromis was gebleken.

Voor de Vlaamse manifestatie van 23 mei 1937 in Brussel werden vele duizenden op de been gebracht. De schattingen gingen van 12.000 door de Brusselse politie tot 100.000 volgens Volk en Staat Volk en Staat
Volk en staat (15 november 1936 - 3 september 1944) was een Vlaams-nationalistisch dagblad en orgaan van het Vlaamsch Nationaal Verbond. Het blad verscheen als opvolger van De Schelde (1... Lees meer
. Er waren 64 parlementsleden bij, onder wie de leiding van de Katholieke Vlaamsche Volkspartij, verder de rexist L. Duysburgh, de liberaal Angel Boeckx Boeckx, Angel
De Antwerpse liberale politicus Angel Boeckx (1886-1963) steunde na de Eerste Wereldoorlog het streven naar amnestie voor de activisten. Lees meer
en de socialisten August Balthazar Balthazar, August
De Vlaamsgezinde socialist August Balthazar (1893-1952) was tijdens het interbellum een van de sterkhouders van de Belgische Werkliedenpartij in Gent. Van 1938 tot 1944 was hij minister.... Lees meer
en Gaspard Jamar Jamar, Gaspard Urbain
Gaspard Urbain Jamar (1876-1940) was een Antwerpse socialistische onderwijzer en journalist, die tijdens de Eerste Wereldoorlog uitweek naar Nederland, waar hij de internationalistische ... Lees meer
. De straten werden ontruimd en de politie sloot alle toegangswegen af om incidenten met tegenbetogers te vermijden.


Amnestiebetoging in Brussel, 23 mei 1937. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph4578)
Amnestiebetoging in Brussel, 23 mei 1937. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph4578)

De regering wilde de vertrouwenskwestie stellen op het amendement over de verkiesbaarheid. De raad van de socialistische partij aanvaardde dit. Bij de Katholieke Vlaamsche Kamergroep was een meerderheid tegen, maar het regeringsbelang won het van de bezwaren. Op 2 juni werd er in de kamer gestemd. Alleen de Vlaams-nationalisten en de rexisten waren tegen. De Senaat keurde het ontwerp goed op 11 juni 1937. De wet verscheen in het Belgisch Staatsblad van 13 juni. Als gevolg werden de veroordelingen in het strafregister geschrapt en veroordeelden kregen hun kiesrecht terug. Ter dood veroordeelden konden evenwel niet gekozen worden. Deze bepaling was vooral tegen August Borms gericht.

Rechtse Belgisch-nationalistische oud-strijdersgroeperingen zoals de Fraternellen en de Vuurkruisen reageerden woedend op die amnestie. Sommigen gooiden hun decoraties op het graf van de Onbekende Soldaat in Brussel of knielden er om vergiffenis te vragen. Er klonken eisen die het ontslag van de regering vroegen. Bij een betoging van deze oud-strijders in Brussel, op 23 juni, werd de neutrale zone overrompeld. De politie werd ervan beschuldigd onvoldoende krachtdadig op te treden.

Koning Leopold III van Saksen-Coburg, Leopold III
Leopold III (1901-1983) werd aan de vooravond van en tijdens de Tweede Wereldoorlog het boegbeeld van een autoritaire stroming in de Belgische politiek. Zijn controversiële houding en mee... Lees meer
nodigde afgevaardigden van de oud-strijdersverenigingen, ook van de VOS, uit op een onderhoud. Aan hen verklaarde hij dat hij niet kon of mocht ingaan tegen de wil van de meerderheid en dat de amnestiewet geen aanslag op de waardigheid van het land was. Hij vroeg tucht en eerbied voor de overheid. De oproep had resultaat, al had er op 8 juli nog wel een patriottische rouwoptocht plaats en volgde er nog veel scherpe agitatie van Belgischgezinde oud-strijders en hun sympathisanten. Op de volgende IJzerbedevaart vormden Vlaamse oud-strijders – als reactie daartegen – met hun oorlogsdecoraties een groot opschrift: ‘Amnestie 1937’.

Het was duidelijk dat zelfs de verregaande amnestie van 1937, die expliciet de steun van de koning kreeg, niet volstond om de gemoederen te bedaren. Eind 1938 laaide een afgeleide van het vraagstuk en het verzet daartegen weer hoog op naar aanleiding van de benoeming op 7 november 1938 van de gewezen activistische arts Adriaan Martens Martens, Adriaan
Lees meer
tot lid van de pas opgerichte Koninklijke Vlaamse Academie voor Geneeskunde Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België
De Vlaamse Academie voor Geneeskunde van België, werd in 1938 door Frans van Cauwelaert opgericht vanuit een streven naar Vlaamse culturele autonomie. De Academie kende even moeilijkhede... Lees meer
. Dit veroorzaakte scherpe protesten van Belgisch-nationalistische kant. In februari 1939 maakte het Verbond van Vlaamsche Cultuurvereenigingen Verbond van Vlaamse Cultuurverenigingen Antwerpen
Het Verbond van Vlaamse Cultuurverenigingen Antwerpen (VVCA) was een pluralistische koepelorganisatie van Vlaamsgezinde socioculturele verenigingen in Antwerpen, die werd opgericht in 193... Lees meer
het zogenaamde Manifest van Antwerpen Manifest van Antwerpen
In het Manifest van Antwerpen (februari 1939), dat ondertekend werd door vier Vlaamse en evenveel katholieke parlementariërs, werd op basis van het principe van culturele autonomie gepone... Lees meer
bekend. Dit was opgesteld door Van Cauwelaert en Camille Huysmans en mee ondertekend door de socialisten August Vermeylen, Eekelers en Edward Anseele (jr.), en de katholieken Alfons Verbist Verbist, Alfons
Alfons Verbist (1888-1974) was een katholiek politicus, die als voorzitter van de KVV fungeerde en mee aan de basis lag van het beginselakkoord KVV-VNV. Na de oorlog was hij minister van ... Lees meer
, Edgard Maes en Paul Orban Orban, Maurice
Maurice Orban (1889-1977) was een Oost-Vlaamse hoogleraar en politicus voor de katholieke partij, die zowel in zijn advocatenpraktijk als in het politieke leven blijk gaf van een vaak ona... Lees meer
. Dit opzienbarende manifest legde uit waarom er een werkelijke amnestie moest komen. Aan de Walen werd gevraagd de benoeming van Martens als ‘een Vlaams feit’ te aanvaarden in het licht van ‘de juiste opvatting van culturele autonomie’

Het Manifest verscheen op het ogenblik dat de regering viel: de liberale ministers namen ontslag omdat de socialistische premier Paul-Henri Spaak Spaak, Paul-Henri
Paul-Henri Spaak (1899-1972) was een Franstalige socialistische politicus die een rol speelde in talrijke communautaire kwesties. Lees meer
niet wilde ingaan op hun eis om Martens uit zijn functie te ontheffen. Het was al minstens de derde keer dat een regering door deze kwestie in gevaar kwam. Spaak werd opgevolgd door de katholiek Hubert Pierlot, die een coalitie met de socialisten vormde en die de (in het licht van de culturele autonomie) gevraagde reorganisatie van het ministerie van onderwijs beloofde. Ook deze regering viel spoedig, omdat men het niet eens werd over de zaak-Martens. Er volgden verkiezingen die evenwel door de internationale toestand (de Duitse inval in Praag op 15 maart 1939) een heel ander aanzien kregen. De zich pro-Duits tonende Vlaams-nationalisten werden daarbij fel aangevallen. Op 2 april hadden de verkiezingen plaats. Op 16 april eiste het congres van VOS algemene onvoorwaardelijke amnestie. Maar de Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
stond voor de deur. Het is duidelijk dat elke vorm van amnestie uitgaande van de Belgische staat, hoe compleet ook, steeds onvoldoende zou zijn voor de anti-Belgische nationalisten die het vraagstuk als wapen tegen die staat gebruikten.

Literatuur

– M. Basse, De Vlaamsche Beweging van 1905 tot 1930, 1933, dl. II.
– Amnestie. Verslag van de vergadering gehouden te Brussel op 6 december 1951, in: Tijdingen van het Algemeen Vlaams Oud-Hoogstudentenverbond, jg. 1, 1952, nr. 1.
– Liquider la répression, in: La Revue Nouvelle, 1959, pp. 33-49.
– A.W. Willemsen, Het Vlaams-nationalisme. De geschiedenis van de jaren 1914-1940, 19692.
– H. Elias, 25 jaar Vlaamse Beweging 1914-1939, 1969, dl. I.
– Dossier amnestie en de gevolgen van de repressie, in: Kultuurleven, jg. 43, 1976, nr. 7, pp. 581-639.
– A. Bourgeois, 'Balans van de repressie en de epuratie, in: Kultuurleven, 1976, pp. 589-598.
– R. Derine, Repressie zonder maat of einde?, 1978.
– L. Huyse en K. Hoflack, Het leven na de straf. De reïntegratie van collaborateurs uit de Tweede Wereldoorlog in België, Nederland en Frankrijk, in: Panopticon, 1992, pp. 429-440.
– E. Conan en H. Rousso, Vichy, un passé qui ne passe pas, 1994.
– P. Romijn, Snel, streng en rechtvaardig. Politiek beleid inzake de bestraffing en reclassering van 'foute' Nederlanders, 1945-1955, 1989.
– L. Wils, Honderd jaar Vlaamse Beweging, 1985-1989, dln. II-III.
– L. Huyse, S. Dhondt (e.a.), Onverwerkt verleden. Collaboratie en repressie in België. 1942-1952, 1991.
– L. Huyse en K. Hoflack, Onverwerkt verleden. Een naschrift, 1994.
– E. Conan en H. Rousso, Vichy, un passé qui ne passe pas, 1994.
– B. de Wever, Greep naar de macht. Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945, 1994.
– G. Deneckere, Oudstrijders op de vuist in Brussel. Het amnestieconflict tijdens het interbellum, in: BTNG, nr. 3-4, 1995, pp. 273-327.
– L. Vandeweyer, Amnestie voor oorlogsfeiten. Een probleem van 'verzoening' voor de kerk in België?, in: R. Burggraeve en J. de Tavernier (red.), Terugkeer van de wraak? Een tijd verscheurd tussen revanche, vergelding en verzoening, 1996, pp. 186-214.
– M. Schoups en A. Vrints, De overlevenden. De Belgische oud-strijders tijdens het interbellum, 2017.

Suggestie doorgeven

1975: Gaston Durnez (pdf)

1998: Luc Vandeweyer

2023: Antoon Vrints

Inhoudstafel