De Clercq, René

Persoon
Koen Hulpiau (2023, ongewijzigd), Koen Hulpiau (1998)
Pseudoniem
H.C. Joesken
Alternatieve naam
Declercq
Geboorte
Deerlijk, 14 november 1877
Overlijden
Maartensdijk, 12 juni 1932
Leestijd: 6 minuten

Mocht als jongste zoon uit een kroostrijk gezin van kleine middenstanders studeren: humaniora in Tielt en Kortrijk, een jaar geneeskunde en, na bemiddeling van Paul Fredericq Fredericq, Paul
Paul Fredericq (1850-1920) was een vooraanstaande Gentse historicus, die als de officieuze ideoloog van het liberaal flamingantisme kan worden  omschreven. Als rector van de Gentse univer... Lees meer
, filologie in Gent. Na zijn promotie tot doctor in de Germaanse filologie in 1902 werd De Clercq leraar: eerst als collega van August Borms Borms, August
August Borms (1878-1946) speelde een prominente rol in de activistische collaboratie tijdens de Eerste Wereldoorlog en groeide nadien uit tot hét symbool van de amnestiebeweging, die een ... Lees meer
in Nijvel, daarna in Oostende en ten slotte in 1907 aan het atheneum te Gent, waar hij onder meer Adiel Debeuckelaere Debeuckelaere, Adiel
Adiel Debeuckelaere (1888-1979) was een Vlaams-nationalistisch politicus. Hij zou zijn imago vooral opbouwen dankzij zijn leidende rol in de Frontbeweging. Lees meer
, Jozef Goossenaerts Goossenaerts, Jozef
Jozef Goossenaerts (1882-1963) was een Vlaams-nationalistische duivel-doet-al, die gedurende meer dan een halve eeuw betrokken was bij uiteenlopende socioculturele, (partij)politieke en i... Lees meer
, Oscar de Gruyter De Gruyter, Oscar
Lees meer
en Hippoliet Meert Meert, Hippoliet
Hippoliet Meert (1865-1924) was de oprichter van het Algemeen-Nederlands Verbond. Hij ijverde voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit en engageerde zich tijdens de Eerste Were... Lees meer
als collega's kreeg. In die vooroorlogse tijd ontpopte hij zich tot een bijzonder geliefd volksdichter. Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog week hij uit naar Nederland, maar hij keerde als activist naar Vlaanderen terug. Na de oorlog vestigde hij zich definitief in Nederland, waar hij als letterkundige werkzaam bleef.

De Clercq speelde tot 1915 slechts een beperkte rol in de Vlaamse beweging. Als voorzitter van de Gentse katholieke studentenvereniging Rodenbach's Vrienden Rodenbach's Vrienden (1887-1923)
Lees meer
, die in 1901 samen met 't Zal wel gaan 't Zal Wel Gaan
Lees meer
het tweede studentencongres voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit organiseerde, kwam hij op voor het stelsel-Mac Leod ( Vlaamse hogeschoolcommissies Vlaamse Hogeschoolcommissies
Van 1896 tot de realisatie ervan in 1930 organiseerden vijf opeenvolgende hogeschoolcommissies het studiewerk over en de propaganda voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit. Zo... Lees meer
). In Jong Vlaanderen (1900-1902) Jong Vlaanderen (1900-1902)
Jong Vlaanderen (1900-1902) was een Gentse periodiek die jonge flaminganten en letterkundigen wilde bijeenbrengen. Het bevatte zowel politieke als literaire bijdragen. Lees meer
sympathiseerde hij in een aantal artikelen met de christen-democraten, omdat zij de Vlaamse strijd koppelden aan de sociale strijd. Tien jaar later verdedigde hij in het strijdblad Witte Kaproen Witte Kaproen
De Witte Kaproen was een flamingantisch strijdblad dat van 1910 tot 1921 in Gent werd uitgegeven door Alfons Sevens. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verscheen het niet. Van 1918 tot 1921 n... Lees meer
opnieuw de vernederlandsing van de Gentse universiteit. Hij reageerde er, samen met Alfons Sevens Sevens, Alfons
Alfons Sevens (1877-1961) was een Vlaamsgezinde onderwijzer en auteur, die onder meer medestichter was van Jong Vlaanderen (1902). Tijdens de Eerste Wereldoorlog belandde hij in de gevang... Lees meer
, onder meer tegen Albéric Rolin en diens Union pour la défense de la langue française à l'université de Gand Union pour la Défense de la Langue Française à l'Université de Gand
De Union pour la dĂ©fense de la langue française Ă  l’universitĂ© de Gand werd in 1910 gesticht met als doel de vernederlandsing van de Gentse universiteit tegen te gaan. Nog vĂ³Ă³r de Eerste ... Lees meer
. Tijdens meetings wekte hij de geestdrift op met de lectuur van zijn destijds bekende Kaproenenlied.

De Duitse invasie vervulde De Clercq met verontwaardiging. Hij week uit naar Nederland waar hij woonde in Bussum en leraar werd aan de Belgische School in Amsterdam. Hij trad op 1 februari 1915 toe tot de redactie van De Vlaamsche Stem De Vlaamsche Stem (1915-1916)
De Vlaamsche Stem (1915-1916) was een Vlaamsgezind dagblad dat in Nederland verscheen en na een tijd in Duitse handen overging. De koerswijziging die het dagblad als gevolg daarvan onderg... Lees meer
. Voor hem was het blad op dat moment nog "de tolk van het Belgisch voelend Vlaanderen". Zijn bijdrage bestond vooral uit Belgisch-nationalistische, royalistische en anti-Duitse gedichten. Eind juni zette De Clercq zich in een paar polemische artikelen af tegen de wijze waarop een bepaalde Franstalige pers de Vlaamse zaak verdacht probeerde te maken. Hij droeg op die manier bij tot de radicalisering van het blad. Hij trad ook samen met Albéric Deswarte Deswarte, Albéric
Albéric Deswarte (1875-1928) was een radicaal Vlaamsgezinde socialistische politicus, die onder andere ijverde voor Nederlandstalig hoger onderwijs. Tijdens de Eerste Wereldoorlog schippe... Lees meer
op tijdens de geruchtmakende 11 juli-viering Elf juli-vieringen
Lees meer
te Bussum en pleitte voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit dadelijk na de oorlog. Beide sprekers ondertekenden er in naam van de aanwezigen een huldetelegram aan koning Albert I van Saksen-Coburg, Albert I
Koning Albert I (1875-1934) werd aan de vooravond van en tijdens de Eerste Wereldoorlog geconfronteerd met een radicaliserende Vlaamse beweging. De communautaire kwestie groeide daardoor ... Lees meer
( Bussumer Telegram Bussumer Telegram
Het Bussumer Telegram was een motie opgesteld door RenĂ© de Clercq, gericht aan koning Albert I en verzonden op 11 juli 1915. Daarin werd aan de vorst gevraagd om ‘Vlaanderens volkomen gee... Lees meer
), waarin ze hun vertrouwen uitdrukten in diens haute sagesse pour garantir la Flandre autonome dans la Belgique indépendante. Het ontwijkende antwoord van de vorst vertaalde De Clercq ontgoocheld als: "Vlamingen, vecht en zwijgt". Toen hij na de breuk in de redactie van De Vlaamsche Stem naast Antoon Jacob Jacob, Antoon
Antoon Jacob (1889-1947) was een atheneumleraar en later hoogleraar in Hamburg en Gent. Hij was actief bij activistische tijdschriften, nadien in de amnestiebeweging en later de culturele... Lees meer
hoofdredacteur was geworden, bleef hij het standpunt verdedigen dat de Vlamingen recht hadden op een "geruststellend woord" van de koning. Na een onderhoud met minister Prosper Poullet Poullet, Prosper
Hoewel hij afkomstig was uit een Franstalig aristocratisch milieu, realiseerde de katholieke burggraaf Prosper Poullet (1886-1937) mee de eentaligheid van Vlaanderen en leidde hij de eers... Lees meer
weigerde hij terug te treden uit de redactie van het dagblad, dat vanaf de zomer van 1915 met Duits geld in stand werd gehouden. Hij werd daarop bij koninlijk besluit van 5 oktober 1915 ontslagen als atheneumleraar. Dat wekte bij de flamingant Flamingant
Flamingantisme is een term die met verschillende betekenissen wordt toegekend aan actoren binnen de Vlaamse beweging en het Vlaams nationalisme. Lees meer
en grote verontwaardiging. De tuchtmaatregel werd geĂ¯nterpreteerd als een maatregel tegen de Vlaamse beweging zelf en leidde tot meer radicalisme, ook bij de activisten in Vlaanderen. De Clercq vroeg nu zelf om zijn ontslag bij de Belgische School in Amsterdam. Intussen werd hij, zonder veel gevolg, bewerkt door de Jong-Vlaamse groep ( Jong-Vlaanderen Jong-Vlaanderen (1914-1918)
Jong-Vlaanderen (1914-1918) was een in Gent opgerichte activistische drukkingsgroep, die tijdens de Eerste Wereldoorlog een radicaal Vlaams-nationalistisch en anti-Belgisch politiek progr... Lees meer
) uit Gent. Hij bleef vertrouwen op de Koning. Hij wilde nog steeds "noch Waal, noch Pruis" zijn. Daarentegen bleek uit menig artikel en gedicht zijn groeiende Groot-Nederland Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
se overtuiging. Zijn striemend anti-regeringspamflet Havere tegen Vlaanderen (1915-1916) verscheen in Dietsche Stemmen Dietsche Stemmen
Dietsche Stemmen was een Groot-Nederlands georiĂ«nteerd tijdschrift (1915-1918) dat het activisme steunde, een zelfstandig Vlaanderen nastreefde en Nederlandse ‘stamgenoten’ voor dit prog... Lees meer
. Hij was van bij de start redactielid van dit "Tijdschrift voor Nederlandsche Stambelangen" en trad ook toe tot de redactie van het eveneens Groot-Nederlandse weekblad De Toorts De Toorts
De Toorts verscheen tussen 1916 en 1921 en werd uitgegeven in Utrecht. De ondertitel van het tijdschrift luidde: Staat- en Letterkundig weekblad voor Holland, Vlaanderen en Zuid-Afrika on... Lees meer
. Na zijn ontslag schreef hij talrijke Vlaamse strijdliederen. Ze verschenen in De Vlaamsche Stem en daarna in De Toorts, waarvan de redactie steun verleende aan het activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
. De vaak lapidaire verzen werden geregeld overgenomen door de activistische pers in Vlaanderen. De flaminganten voelden ze aan als de treffende en meestal kernachtige verwoording van hun eigen overtuiging en gevoelens. Samen met de broodroof waarvan De Clercq in hun ogen het slachtoffer was, droegen zijn gedichten bij tot zijn grote populariteit. De vaak emotionele lyriek, in 1916 gebundeld als De Noodhoorn, sloeg veel sterker aan dan zijn soms verwarde artikelen. Toch onderhield hij weinig persoonlijke contacten met activisten in het Zuiden en zijn optreden met het Nationaal Vlaamsch Comiteit tot Verdediging van de Vlaamsche Zaak in België Nationaal Vlaamsch Comiteit tot Verdediging van de Vlaamsche Zaak in België
Het Nationaal Vlaamsch Comiteit tot Verdediging van de Vlaamsche Zaak in België was een kortstondig in Nederland gevestigde formatie, waarvan de in 1914 naar Nederland getrokken Vlamingen... Lees meer
werd, samen met dat van de andere leden, vanuit Vlaanderen met wrevel gevolgd.

Toen bleek dat de Raad van Vlaanderen Raad van Vlaanderen (1917-1918)
De Raad van Vlaanderen (1917-1918) was een activistisch marionettenparlement tijdens de Eerste Wereldoorlog, dat onderdeel was van de Duitse plannen om in Vlaanderen een blijvende invloed... Lees meer
na zijn stichting in het voorjaar van 1917 moeilijk van de grond kwam, besefte de leiding dat men de volksgeliefde dichter goed kon gebruiken voor de propaganda. De Clercq liet zich overhalen om terug te keren naar België en deed dat met branie en theatraal vertoon op de 11 juli-vieringen in Brussel en Antwerpen. Het succes was groot. Hij pleitte nu in een anti-Belgisch kader voor een zelfstandig Vlaanderen maar dan enkel als tussenstap naar een politiek Groot-Nederland. Jong-Vlaming was hij niet. Hij werd hoofdredacteur van de Gazet van Brussel Gazet van Brussel (1914-1918)
Gazet van Brussel (1914-1918) was een Duits-activistisch persorgaan, dat als eerste Nederlandstalig dagblad in het bezette land verscheen. Als spreekbuis van het Duitse gouvernement-gener... Lees meer
en, om den brode, conservator van het Wiertz-museum. Hoewel De Clercq lid was van de Raad van Vlaanderen en in januari 1918 zelfs ondervoorzitter van het bureau, kan men niet beweren dat hij een leidende rol speelde in het activisme. Zijn taak bestond er veeleer in als dichter en bevlogen redenaar de massa te bezielen en aan te trekken. Hij trad op tijdens meetings en bezocht herhaaldelijk Vlaamse krijgsgevangenkampen in Duitsland. Dat Duitsland deze activiteiten niet alleen mogelijk maakte, maar ook in hoge mate bepaalde, heeft De Clercq niet van actie weerhouden.

Na de oorlog vestigde hij zich opnieuw te Bussum en daarna in Amsterdam. Zijn terdoodveroordeling belette hem naar Vlaanderen terug te keren. Hij bleef als lid van de commissie van De Dietsche Bond Dietsche Bond
De Dietsche Bond (1917-1941) werd opgericht als activistisch gezind alternatief voor het neutrale Algemeen-Nederlands Verbond. De bond nam verschillende prominente activisten op in zijn ... Lees meer
en van de opstelraad van Dietsche Gedachte Dietsche Gedachte
De Dietsche Gedachte (1926-1941) was het maandblad van de Dietsche Bond, een in 1917 opgerichte organisatie van Groot-Nederlandse strekking. Lees meer
ijveren voor de Groot-Nederlandse opvattingen. De vrijlating van Borms in 1929 schonk hem nieuwe hoop en de oprichting van de derde Raad van Vlaanderen Raad van Vlaanderen (1931-1940)
De Raad van Vlaanderen (1931-1933) moest leiding geven aan de Vlaamse strijd, maar had geen concrete politieke invloed. Haar maandblad Tijdingen van de Raad van Vlaanderen bleef verschij... Lees meer
(1931)
steunde hij met al wat hem nog aan invloed en krachten restte. De tekst van de uiteenzetting die hij op 12 juni 1932 op een vergadering van de Raad zou houden, lag klaar toen hij diezelfde morgen bij vrienden te Maartensdijk overleed.

In 1982, naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van De Clercqs overlijden, werden zijn stoffelijk overschot en zijn door Jozef Cantré Cantré, Jos
Lees meer
gebeeldhouwde grafmonument vanuit Nederland naar Deerlijk overgebracht. Er werd eveneens een Stichting René de Clercq opgericht, die in het Deerlijkse gemeentehuis een archief- en documentatiecentrum opzette en een actie startte voor de restauratie van De Clercqs geboortehuis. In juni 1991 werd in het inmiddels gerestaureerde huis het René de Clercq-Museum geopend.

Werken

– Artikelen en gedichten in Jong Vlaanderen; Witte Kaproen; De Vlaamsche Stem; De Toorts; Gazet van Brussel; Dietsche Gedachte.
– Dichtbundels: De zware kroon, 1915.
– De Noodhoorn, 1916.
– Pamflet: Havere tegen Vlaanderen, 1916.

Literatuur

– A. Jacob, 'René de Clercq', in Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden (1936-1937), p. 123-147.
– K. Hulpiau, 'René de Clercq als flamingant', in WT, jg. 41 (1982), p. 212-225; jg. 42 (1983), p. 83-96 en 236-247; jg. 43 (1984), p. 89-102.
– id., René de Clercq 1877-1932. Een monografie, 1986.
– M. van der Heide (red.), Dagboek 1917-1920 (A.F. Pieck) en Herinneringen aan René de Clercq (Betty Pieck), 1993.

Suggestie doorgeven

1973: Koen Hulpiau (pdf)

1998: Koen Hulpiau (pdf)

2023: Koen Hulpiau

Databanken

Inhoudstafel