de Saint-Genois des Mottes, Jules

Persoon
Ruben Mantels (2023)

Jules de Saint-Genois (1813-1867) was een Gentse cultuurflamingant. Hij was onder meer voorzitter van het Willemsfonds, hoofdbibliothecaris van de Gentse stads- en universiteitsbibliotheek en schepen van Onderwijs in Gent.

Volledige voornaam
Jules Ludger Dominique Ghislain
Geboorte
Sint-Kwintens-Lennik, 2 maart 1813
Overlijden
Gent, 10 september 1867
Leestijd: 10 minuten

Jules de Saint-Genois (1813-1867) behoorde tot de eerste generatie ‘hoofdmannen’ van de Vlaamse beweging. Hij werd geboren in de tijd van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden en ontplooide zich na de Belgische Revolutie Belgische Revolutie
De Belgische Revolutie is de naam van de opstand van 1830-1831 in de zuidelijke provincies van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden van koning Willem I. De opstand leidde tot de splits... Lees meer
zowel op letterkundig als op politiek vlak. Met zijn grote vermogen en adellijke achtergrond steunde hij als oprichter, financier, medestander, redacteur of voorzitter verschillende verheffende initiatieven uit de jonge Vlaamse beweging. De Saint-Genois was ook een auteur van historische romans. Zijn letterkundige werk beschouwde hij net als zijn andere functies als een vorm van maatschappelijk engagement. Ook als archivaris, bibliothecaris en historicus heeft hij een belangrijke rol gespeeld. De Saint-Genois was tevens lid van de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique. Als katholiek zag hij met lede ogen aan hoe de Vlaamse beweging aan het einde van zijn leven door levensbeschouwelijke twisten bezwaard werd.

Biografie en historische context

Jules de Saint-Genois werd op 22 maart 1813 geboren in Sint-Kwintens-Lennik. Hij overleed op 10 september 1867 op zijn domein in Rooigem nabij Gent en werd begraven in Sint-Amandsberg in de familiegrafkelder. De Saint-Genois huwde op 26 april 1837 met de in 1811 in Gent geboren Albine-Henriette van der Bruggen, met wie hij meerdere kinderen kreeg. De familie De Saint-Genois-Van der Bruggen was zeer gefortuneerd. Ze bezat meer dan 50 hectaren grond in Brussel en omgeving en meer dan 240 hectaren in Oost-Vlaanderen, was eigenaar van verschillende huizen en beschikte zowel in de regio van Brussel als van Gent over een lusthof.

Na zijn collegetijd in Mechelen studeerde De Saint-Genois vanaf 1831 rechten aan de Rijksuniversiteit Gent waar hij vriendschap sloot met Pierre de Decker, de latere minister van Binnenlandse Zaken. Zijn mentor Leopold Warnkönig, die hij in 1836 zou opvolgen als redactielid van de Messager des sciences historiques, zette hem er op de weg van de rechtsgeschiedenis. Zijn Histoire des avoueries en Belgique (uitgegeven in 1837) werd in 1834 bekroond door de Académie royale; vanaf 1838 werd hij briefwisselend lid van de academie en in 1846 gewoon lid van de Classe des Lettres et des Sciences morales et politiques. De historische en wetenschappelijke bedrijvigheden van De Saint-Genois kregen bevestiging in aanstellingen als archivaris van de provincie Oost-Vlaanderen (1836-1843) en als hoofdbibliothecaris van de Gentse stads- en universiteitsbibliotheek (1843-1867). Als archivaris en bibliothecaris publiceerde De Saint-Genois inventarissen (Inventaire analytique des chartes des comtes de Flandre, 1843-1846; Catalogue méthodique et raisonné des manuscrits de la bibliothèque de la ville et de l'université de Gand, 1849-1852), soms bibliofiel uitgegeven historische studies (La Bataille de Roosebeke, 1849) en zowel Franstalige (Le faux Baudouin, 1840) als Nederlandstalige (Anna, 1844) historische romans in de stijl van zijn grote voorbeeld Sir Walter Scott.

Historisch werk verrichte hij ook als redacteur van de Messager – het vlaggenschip van de Gentse oudheidkundige beweging –, in het kader van de Commission de la biographie nationale, waarvan hij voorzitter was, en als bezorger van handschriften binnen de schoot van de Maetschappy der Vlaemsche Bibliophilen Maetschappy der Vlaemsche Bibliophilen
De Maetschappy der Vlaemsche Bibliophilen was een Gentse vereniging van filologen en historici, in 1839 opgericht door onder meer Philip M. Blommaert en Constant P. Serrure. Lees meer
, waarvan hij in 1839 een van de stichtende leden was. Deze Maatschappij richtte zich op ‘het uitgeven van letter- of geschiedkundige ongedrukte stukken en oorkonden in de Vlaemsche taal’. De Saint-Genois was ook lid van andere historische commissies, zoals de Commission royale pour la publication des anciennes lois et ordonnances de la Belgique. Zowel naar de vaderlandse geschiedenis als de Gentse lokale geschiedenis ging zijn belangstelling uit.

‘Vieux manuscrits, anciennes archives ! A ces mots je ne sais quel doux souvenir se réveille en moi,’ noteerde De Saint-Genois in 1852. Zowel als historicus als in zijn persoonlijkheid was hij gevormd door de romantiek. Hij las als jongeman gedichten van Lord Byron en ondernam als “Wanderer” tochten in het land van Goethe. Hij verzamelde portretten en autografen van de grote schrijvers, dichters en historici van zijn tijd en was bekend met grootmeesters van de Franse romantiek zoals Jules Michelet en Charles Nodier. Als man van de studeerkamer, volgens tijdgenoten een zacht en goedhartig persoon, was de politieke actie minder zijn terrein. In 1857 waarschuwde Hendrik Conscience Conscience, Hendrik
Hendrik Conscience (1812-1883) was de eerste auteur die het in België aandurfde een roman in het Nederlands te schrijven en te publiceren. Zijn oeuvre van zo’n 65 romans, dat ook een bred... Lees meer
hem hiervoor: ‘Het is, voor letterkundigen en dichters, niet goed in het politiek geharrewar.’ Toch verliet de Saint-Genois in de jaren 1850 en 1860 meer en meer zijn schrijf- en studeerkamer voor bestuurlijk werk in dienst van de Vlaamse beweging.

Letterkundig en journalistiek werk

Tegelijk had Conscience hem getaxeerd als ‘een goed vaderlandsch schryver’, als ‘eenen man die bekwaem is om onze moedertael te verheerlyken en door zyne voortbrengsels te verspreiden’. Dat was naar aanleiding van De Saint-Genois’ eerste Nederlandstalige roman Anna (1844), die werd omschreven als een ‘historisch tafereel uit de Vlaemsche geschiedenis, tydens Maria van Bourgonje (1477)’. Hiermee wilde De Saint-Genois ‘eenen steen aenbrengen tot het opbouwen onzer tegenwoordig aengroeijende vlaemsche litteratuer’. Zijn romaneske geschiedschrijving – Anna was een historische roman met voetnoten – was ook door zijn toonzetting romantisch gekleurd en had als doel het grote publiek te laten kennismaken met het nationale verleden. Vaderlandse trots aanwakkeren door middel van de literatuur Literatuur
De literatuur heeft een cruciale rol gespeeld in het ontstaan van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en ook in de daaropvolgende fasen van de Vlaamse natiewording zijn schrijvers vaak richting... Lees meer
was het doel. In het voorwoord van de roman thematiseerde De Saint-Genois de ‘twee letterkunden’ van het jonge België: een Franstalige (‘den romaenschen stam’) en een Nederlandstalige (‘den germaenschen [stam]’). Aan beide wilde hij bijdragen.

Naast romans publiceerde De Saint-Genois ook in diverse tijdschriften, die hij vaak ook financiële steun verleende. Behalve de Messager ging het om de Revue belge (1835-1843), het Nederduitsch Letterkundig Jaarboekje Nederduitsch Letterkundig Jaerboekje
Het Nederduitsch Letterkundig Jaarboekje was een gewaardeerd anthologietijdschrift gericht op een breed publiek dat tussen 1834 en 1875 in Gent verscheen. Het bracht jaarlijks een goed ov... Lees meer
(1837-1867), het Kunst- en Letterblad Kunst- en Letterblad
Het Kunst- en Letterblad (1840-1845) was een tijdschrift dat van 1840 tot 1843 in Gent en daarna in 1844 en 1845 in Antwerpen verscheen. Het besteedde aandacht aan de Nederlandstalige lit... Lees meer
(1840-1845), het Belgisch Museum Belgisch Museum
Het Belgisch Museum voor de Nederduitsche Tael- en Letterkunde en de Geschiedenis des Vaderlands was een filologisch en historisch tijdschrift dat in Gent verscheen tussen 1837 en 1846.... Lees meer
(1845), Het Taelverbond Het Taelverbond
Het Taelverbond (1845-1855) was een Antwerps literair maandblad, dat gaandeweg vooral op geschiedenis en taalkunde focuste. Het tijdschrift had een sociaaleconomische inslag en cultiveerd... Lees meer
(1845-1855), De Eendragt De Eendragt
De Eendragt – vanaf 1864 als De Eendracht gespeld – was een algemeen cultureel tijdschrift dat in Gent verscheen van 1846 tot 1879. Het volgde de evolutie van de Vlaamse beweging op de vo... Lees meer
(1846-1867), de Handelingen van de Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen (1849- 1867) en het Leesmuseum Leesmuseum
Leesmuseum (1856-1959) was een flamingantisch algemeen literair, geschiedkundig en cultureel tijdschrift, dat verscheen in Gent. Lees meer
(1856). De Saint-Genois’ letterkundige activiteiten strekten zich ook uit tot jurywerk. Hij zetelde onder meer in de jury die in 1855 de eerste Vijfjaarlijkse Staatsprijs voor Vlaamse Letterkunde toekende aan Conscience. Hij was bestuurslid van De Tael is gan(t)sch het Volk De Tael is gansch het Volk
Lees meer
, het Gentse genootschap dat met bijeenkomsten, lezingen en prijsvragen, een tijdschrift, bibliotheek en leeszaal handelde naar de onsterfelijke dichtregel van Prudens van Duyse Van Duyse, Prudens
Lees meer
. Zowel het kabinet dat De Saint-Genois aanhield als hoofdbibliothecaris aan de Ottogracht als zijn privéwoning in de Keizer Karelstraat fungeerden als een flamingantische pleisterplek waar letterheren als Jan Frans Willems Willems, Jan Frans
Jan Frans Willems (1793-1846), de “vader van de Vlaamse beweging”, was dichter, polemist, filoloog, tekstediteur en initiatiefnemer of lid van tal van academies en genootschappen in binne... Lees meer
, Constant Serrure Serrure, Constant P.
Constant Philippe Serrure (1805-1872) was een Gentse historicus, bibliofiel, numismaat, cultuurflamingant en filoloog. Hij was tevens hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Gent. Lees meer
, Ferdinand Snellaert Snellaert, Ferdinand A.
Ferdinand Augustijn Snellaert (1809-1872) was een arts, filoloog, letterkundige en leidende figuur in de Vlaamse beweging. Lees meer
en Philip Blommaert Blommaert, Philip M.
Lees meer
bijeenkwamen. De Saint-Genois’ omvangrijke briefwisseling en handschriftelijke nalatenschap, bewaard in de Gentse universiteitsbibliotheek, getuigen van de verbindende rol die hij gespeeld heeft in het milieu van de taalminnaars.

Politiek engagement

In het denken van de Saint-Genois over de Vlaamse beweging was België nooit ver weg. Een Vlaamse bewustwording binnen een tweetalige context was voor hem het element dat België onderscheidde van zijn buurlanden en dat de nationale identiteit moest versterken en aanscherpen. Die gedachten ontplooide hij in een periode dat de nationale soevereiniteit nog niet onbedreigd was. In Wat zullen wy worden (1848), een vlugschrift dat hij in maart 1848 na de Februarirevolutie publiceerde, bracht hij het Franse annexionisme van de jaren 1790 en 1800 in herinnering. Samen met de monarchie Monarchie
In deze bijdrage over de Belgische vorsten, van Leopold I tot en met Albert II (1831-2013), wordt gepeild naar hun oordeel over en aandeel in de ontwikkeling van de Belgische taalstrijd e... Lees meer
plaatste De Saint-Genois de Vlaamse beweging als belangrijkste kracht tegenover de Franse republikeinse dreiging:

'Mogt nu iedereen in België zonder achterdocht de vaderlandsche poogingen der Vlaemsche Beweging begrypen naer haren waren zin; mogten alle de Vlamingen daeraen deel! nemen trouwens in dit oogenblik van gevaer , van angst en onzekerheid is die beweging het krachtigste element der belgische nationaliteit.'

De ware patriot, aldus De Saint-Genois, moest wel Vlaamsgezind zijn, en omgekeerd. Aan Snellaert schreef hij op 16 september 1853 in die zin: ‘Wij moeten uit het oog niet verliezen dat wy tegelyk vlaemsch en belg – dat heet nationael – moeten zijn. […]. Dus de Vlaemsche zaak voortgezet, maer in eenen Belgischen zin, ziedaer wat ik in myne schild voer’. De parallel met het historische en letterkundige werk van De Saint-Genois ligt voor de hand: ook daar lag de finaliteit in het grondvesten en legitimeren van de Belgische natie en in het versterken van het Vlaamse element door middel van cultureel en literair opbouwwerk.

Op het terrein vertaalde dit zich in diverse initiatieven. De Saint-Genois was samen met Snellaert nauw betrokken bij de inrichting van het eerste Nederlandsch Letterkundig Congres in 1849 te Gent. Hij zou zich blijven inzetten voor de congressen Nederlandse Congressen
De Nederlandse Congressen waren gemeenschappelijke (culturele) ontmoetingen van Vlamingen en Nederlanders in Vlaanderen en Nederland die met onderbrekingen werden georganiseerd sinds 1849... Lees meer
, die Vlamingen en Nederlanders rond taal- en letterkundige thema’s bijeenbrachten, en bijvoorbeeld het zevende congres in 1862 voorzitten. Hij werd in 1851 de eerste voorzitter van het Willemsfonds Willemsfonds
Het Willemsfonds (1851-heden) is een liberaal-vrijzinnige culturele vereniging en drukkingsgroep die het gebruik van het Nederlands promoot en ondersteunt. Lees meer
: ook een in Gent gesticht Vlaamsgezind initiatief, dat in de eerste jaren nog een levensbeschouwelijk neutrale koers voer en waarin naast liberalen ook katholieken zetelden. De Saint-Genois legde in 1861 zijn mandaat als voorzitter neer, nadat jongeren als Julius Vuylsteke Vuylsteke, Julius
Lees meer
de werking van het Willemsfonds in een radicaal liberaal-vrijzinnige plooi legden en de levensbeschouwelijke strijd binnen de Vlaamse beweging brachten. Voor de unionist en de gematigde persoonlijkheid die De Saint-Genois was, vielen de ruzies en het tweespalt zwaar.

Nog meer op het politieke voorplan stond de Grievencommissie ( Vlaemsche Commissie Vlaemsche Commissie
De Vlaemsche Commissie of Grievencommissie inventariseerde op vraag van de regering in 1856-1857 voor de eerste keer de problemen in verband met de positie van het Nederlands in België en... Lees meer
) die in 1856 bij koninklijk besluit geïnstalleerd werd. De Saint-Genois werd geen lid van de commissie, maar had achter de schermen bij de bevoegde minister Pierre de Decker De Decker, Pierre
Lees meer
de installatie ervan bepleit.

Op lokaal vlak participeerde De Saint-Genois aan het Gentse stadsbestuur, vanaf 1848 als gemeenteraadslid en tussen 1854 en 1857 als schepen van Onderwijs Onderwijs
Lees meer
. In 1857 werd De Saint-Genois niet meer verkozen. De onderwijskwestie zou hij echter niet loslaten. Hij trad in 1863 toe tot de Verbeteringsraad van het middelbaar onderwijs. Zijn laatste roman, Les Flamands d’autrefois (1866), bevatte historische novellen die hij had geschreven voor de schooljeugd ‘ten einde in jonge harten het heilige vuur der vaderlandsliefde te ontsteken of herop te wekken’.

De Saint-Genois overleed in de zomer van 1867. Zijn vrienden memoreerden hem als een ‘dierbre Letterbroeder’ maar ook als een gewezen ‘hoofdman’ van Vlaanderen. De betekenis van De Saint-Genois voor de Vlaamse beweging was inderdaad dubbel. Aan de ene kant was hij betrokken bij de uitbouw van de beweging op het terrein en nam hij vooral in Gent een leidende rol op; aan de andere kant had hij zich verdiept in de geschiedenis en de letterkunde om via de weg van de cultuur het fundament te leggen van het vaderland dat hij voor ogen had: een eensgezind België, waarin het Vlaamse element tot volle wasdom zou komen. In 1846 had hij misschien wel zijn geestelijk testament geschreven: ‘Ik ben Vlaming met hart en ziel […] maer Belg blijve ik voor alles, en uit dien naem aenschouw ik als een heilige pligt alle middels in te spannen om een broederlyke eendragt onder de verschillende volkstammen van ons land te onderhouden.’

Werken

Een volledige ‘Lijst der werken, door den heer baron Julius de Saint-Genois uitgegeven’ is terug te vinden in P. de Decker, Het leven en de werken van den heer baron Julius de Saint-Genois, 1869, pp. 78-83.

Literatuur

Le baron de Saint-Genois des Mottes : discours prononcés sur sa tombe, au cimetière de Saint-Amand, le 13 septembre 1867, précédés d'une esquisse nécrologique et d'un arbre généalogique, 1867.
– P. de Decker, Het leven en de werken van den heer baron Julius de Saint-Genois, 1869.
– P. de Decker, Notice sur la vie et les travaux de M. le baron Jules de Saint-Genois, membre de l’Académie, in: Biographie Nationale de Belgique, dl. 7, 1880, pp. 601-607.
– F. Rens, Baron Julius de Saint-Genois, in: Annuaires de l'Académie royale des sciences, des lettres et des beaux-arts de Belgique, jg. 35, 1869, pp. 147-206.
– F. Rens, Notice sur la vie et les travaux de M. le Baron Jules de Saint-Genois par De Decker, in: De Eendracht, jg. 23, 1869, p. 78.
– K. de Volkaersbeke, Le baron de Saint-Genois, in: Messager des sciences et des arts en Belgique, 1867, pp. 409-435.
– A. Derolez, Jules de Saint-Genois, medestichter en eerste voorzitter van het Willemsfonds (1813-1867), in: De Vlaamse Gids, jg. 56, 1972, pp. 33-37.
– M. Steels, Geschiedenis van het stedelijk onderwijs te Gent, 1828-1914, 1978.
– J. Tollebeek, Geschiedenis en oudheidkunde in de negentiende eeuw: de Messager des sciences historiques 1823-1896, in: Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden, jg. 113, 1998, pp. 23-55.
– L. Valcke, Twee stille en rijke, adellijke Gentse flaminganten: Philippe Blommaert en Jules de Saint-Genois, in: J. Art en L. François (red.), Docendo discimus liber amicorum Romain van Eenoo, 1999, pp. 615-627.
– I. van Damme, Leven en werk van Baron J. de Saint-Genois 1813-1867. Inventaris en bronnenbeschrijving van de briefwisseling 1831-1867, 1975.
– B. Coupé, Leven en werk van Baron J. de Saint-Genois 1813-1867. Inventaris van de briefwisseling, 1977.
– J. Rock, Papieren monumenten: Filologie en nationalisme in de Lage Landen, 1591-1863, 2012.
– R. Mantels, Torens van boeken. Universiteitsbibliotheek Gent 1797-2020, 2020.
– F. Cotman, De Saint-Genois, Jules (1813-1867), 22 november 2019, laatst geraadpleegd op 8 november 2023, op: https://www.ugentmemorie.be/personen/de-saint-genois-jules-1813-1867.

Suggestie doorgeven

1975: Ada Deprez (pdf)

1998: Ada Deprez

2023: Ruben Mantels

Databanken

Inhoudstafel