Hulin de Loo, Georges

Persoon
Ruben Mantels (2023)

Georges Hulin de Loo (1862-1945) was een hoogleraar en kunsthistoricus die zich ontpopte als een hevige tegenstander van de vernederlandsing van de Rijksuniversiteit Gent. In december 1930 werd een incident rond zijn persoon een staatszaak.

Geboorte
Gent, 10 december 1862
Overlijden
Brussel, 27 december 1945
Leestijd: 8 minuten

Georges Hulin de Loo (1862-1945) was in de eerste plaats een wetenschapper, een kunsthistoricus gespecialiseerd in de studie van de Vlaamse primitieven. Hij behoorde tot de Franstalige, Belgische elite. Zijn rol in de Vlaamse beweging was dan ook niet die van actor, maar van tegenstrever. De gebeurtenissen van december 1930 waarin hij centraal stond, vormden een omslagpunt in de geschiedenis van de vernederlandsing van de Rijksuniversiteit Gent.

Hulin de Loo stamde uit een zeer welstellende familie. Het familiale vermogen berustte op een omvangrijk grond- en huizenbezit. Hulin de Loo woonde afwisselend in een groot herenhuis aan het Bisdomplein in Gent en in een riante villa in Lotenhulle. Hij groeide op in een landelijk, liberaal milieu, dat wel Franstalig maar niet vrijzinnig was. Aan het Koninklijk Atheneum in Gent voltooide hij zijn middelbare studies. Vervolgens behaalde hij aan de Rijksuniversiteit Gent het doctoraat in de letteren en wijsbegeerte in 1883 en in de rechten in 1886.

Na studieverblijven aan enkele buitenlandse universiteiten werd Hulin de Loo vanaf 1889 hoogleraar psychologie en logica aan de Rijksuniversiteit Gent. Hij doceerde er ook filosofie en kunstgeschiedenis en gold internationaal als een eminent deskundige op het gebied van de Vlaamse schilderkunst (zie Beeldende kunst Beeldende kunst
De beeldende kunsten en de Vlaamse beweging onderhielden van 1830 tot vandaag een complexe en gelaagde relatie, die pendelde tussen gematigde sympathie, radicaal engagement en kritische a... Lees meer
). Hij verzamelde zelf oude Vlaamse kunst en adviseerde zowel de Gentse als Brusselse Musea voor Schone Kunsten in hun aankoopbeleid. Zijn faam vestigde hij in 1902 naar aanleiding van de in Brugge gehouden tentoonstelling Les Primitifs flamands et l'art ancien. Als lid van het organisatiecomité zette hij zich in voor het verwerven van de bruiklenen en kon hij contacten leggen met vooraanstaande kenners zoals Max Friedländer (1867-1958). Hulin de Loo publiceerde een alternatieve catalogus van de tentoongestelde werken, waarin hij de methode en de principes van de wetenschappelijke studie van de Vlaamse Primitieven formuleerde en zichzelf lanceerde als kunsthistoricus. In 1908 kreeg Hulin de Loo in Gent de primeur van het nieuwe vak ‘la peinture flamande’.

Flamenspel vernageld

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Hulin de Loo ook burgemeester van Lotenhulle. De Flamenpolitik Flamenpolitik
Met het begrip ‘Flamenpolitik’ wordt verwezen naar de politiek die de Duitse bezetter voerde ten aanzien van de Vlaamse beweging tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Sommige aute... Lees meer
van Duitse bezetter en de activisten, waardoor Vlaamse eisen ingewilligd werden om de bezetting te legitimeren, beschouwde Hulin de Loo als een aantasting van zijn Franstalige leefwereld (zie Activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
). Ook was de politiek van de Duitse bezetter volgens hem een aantasting van de Gentse universiteit, die in 1916 als Vlaamsche Hooggeschool heropend werd. Zijn woede en verbolgenheid gaf Hulin de Loo vorm in twee handgeschreven dichtbundels, die bewaard worden in de universiteitsbibliotheek: Les Flamboches et leur Hoogeschool- Universitätersatz. Epigrammes et satires, samengesteld tussen juni en oktober 1916, en Met scherpen punt en hamerslag. Het Flamenspel vernageld, gemaakt tussen augustus 1916 en april 1917.

De beide bundels, waarin Hulin de Loo de Vlaamse activisten gedicht na gedicht beschimpt, werden na de oorlog uitgegeven. De haat tegen de ‘flamboches’ krijgt er vorm in rijmelarij, woordspelletjes en poëzie, en de activistische professoren worden door de mangel gehaald: ‘dweeperduitsers voor een deel, / kwakzalvers voor ’t meerendeel, / grabb’lend naar ’t profijtaandeel’.

1930

In de jaren 1920 belandde Hulin de Loo in het kamp van de tegenstanders van de vernederlandsing van de Rijksuniversiteit Gent. Zij verloren uiteindelijk het pleit: in 1923 werd Gent gedeeltelijk, en op 5 april 1930 volledig vernederlandst. Dat verliep echter niet zonder slag of stoot: betogingen en tegenbetogingen, studentenprotesten, campagnes in de pers, frontvorming en tweespalt tussen Vlaamsgezinde hoogleraren en hun tegenstanders bezwaarden nog tot het midden van de jaren 1930 het klimaat aan de universiteit (zie Hoger onderwijs Gent Hoger onderwijs in Gent
Met de vernederlandsing in 1930 als hoogtepunt is de Gentse universiteit een belangrijk strijdpunt geweest in de Vlaamse beweging. Van het Latijn uit 1817 tot het Engels van vandaag: het ... Lees meer
). Hulin de Loo was een cas célèbre.

De werking van de nieuwe, Nederlandstalige universiteit werd door de Franstalige en anti-Vlaamsgezinde hoogleraren ondermijnd met de Ecole des Hautes Etudes Ecole des Hautes Etudes
De Ecole des Hautes Etudes werd in 1923 door de francofone elite gesticht als reactie tegen de vernederlandsing van de Gentse rijksuniversiteit. Lees meer
. Deze school was het geesteskind van de Ligue nationale pour l’unité belge Ligue nationale pour l'unité belge
De Ligue nationale pour l'unité belge was een vereniging die koste wat het kost het Franstalig universitair onderwijs in Gent en de positie van het Frans in Vlaanderen wilde veiligstellen... Lees meer
, een drukkingsgroep die ijverde voor de verfransing van Vlaanderen en die gesticht was door Jacques Pirenne Pirenne, Jacques
Jacques Pirenne (1891-1972) was advocaat, historicus en hoogleraar. Hij toonde nooit veel interesse voor de Vlaamse beweging, zocht tijdens de Eerste Wereldoorlog toenadering tot de Belgi... Lees meer
. De Ecole, die gevestigd was op de Gentse Korenlei, bood op een boogscheut van de universiteit concurrerend onderwijs aan. Verschillende Gentse professoren gaven les aan de Ecole des Hautes Etudes of namen bestuursfuncties in de school op, terwijl de voormalige rector Eugène Eeman (1856-1933) voorzitter was van de Ligue nationale. Op 15 oktober 1930 verbood de liberale minister van Kunsten en Wetenschappen Maurice Vauthier (1860-1931) deze ‘cumul’. Het was aan de pas aangestelde rector August Vermeylen Vermeylen, August
August Vermeylen (1872-1945) was een schrijver, literatuur- en kunsthistoricus, en socialistisch senator. In het tijdschrift Van Nu en Straks, waarvan hij de leiding had, publiceerde hij ... Lees meer
om de tegenspartelende ‘cumulards’ een voor een aan te pakken. Voortdurend gedekt door de minister, die Vermeylen onder meer in de wandelgangen van de Senaat briefde, wist Vermeylen de professoren onder het dreigement van ontslag te doen verzaken aan hun mandaat aan de Ecole des Hautes Etudes, op één hardnekkig geval na: Georges Hulin de Loo, die weigerde in te binden.

Als gevolg van zijn verzet pakten de studenten Hulin de Loo op woensdag 17 december 1930 hardhandig aan door zijn college te bestormen, hem met blauwsel te overgieten, uit de universiteitsgebouwen te verjagen en al joelend en jouwend op straat te beschimpen. De studenten haalden de nationale pers en hun acties werden een staatszaak. Vermeylen, die blijkens zijn dagboek al had vermoed dat er iets op til stond, stelde een onderzoeksverslag op dat bestemd was voor de ministerraad. Aangezien de liberale partij Liberale partij
De verhouding tussen de liberale partij en het partijpolitieke liberalisme in België enerzijds, en de Vlaamse beweging anderzijds levert een gevarieerd en ingewikkeld beeld op dat evoluee... Lees meer
al sinds het besluit van Vauthier verzet aantekende tegen het verbod op de cumul was de Ecole des Hautes Etudes uitgegroeid tot een heikel politiek dossier.

Zowel premier Henri Jaspar Jaspar, Henri
Henri Jaspar (1870-1939) was een Brusselse katholieke politicus die een oplossing wilde voor de Vlaamse kwestie. Lees meer
als minister Vauthier hielden vast aan de staatsraison – de vernederlandsing van Gent was noodzakelijk voor de stabiliteit van het land – en kozen gedurende de regeringscrisis positie tegen de cumulards en hun politieke achterban. De relschoppers mochten hoogstens een lichte straf ontvangen. Dit standpunt moest Vermeylen verdedigen in de Academische Raad, waar de zaak voorkwam. ‘Jaspar belt me op, ik stel hem op de hoogte. Hij kan me alleen antwoorden, dat ik doen zou wat ik kan,’ schreef Vermeylen op 30 december 1930 in zijn dagboek, vlak voor het begin van de zitting. Tijdens de zitting wist hij met 44 tegen 38 stemmen een compromis te laten goedkeuren waarin gesteld werd dat er geen maatregelen genomen konden worden, aangezien de schuldigen niet te identificeren waren (hoewel het wel bekend was de actie geleid werd door de studenten Herman Bouchery en Willem Melis Melis, Willem
Willem Melis (1907-1984) was een advocaat, ambtenaar en journalist, vooral bekend als Verdinaso-lid, als directeur van de Dienst pers en propaganda van de Nationale Landbouw en Voedingsco... Lees meer
). De eis van de Fransgezinden om de studenten hard aan te pakken haalde het niet. Een groep van 33 Vlaamse hoogleraren wist daarentegen een minderheidsmotie te laten optekenen die stelde dat de ‘weerspannige en tuchtelooze houding van prof. Hulin de Loo’ aan de studentenagitatie ten grondslag lag. De eerste zitting van de Academische Raad onder het rectorschap van Vermeylen werd zo een kleine triomf voor de Vlaamse zaak.

Precedent

Het belang van het voorval-Hulin was symbolisch groot. De Franstalige professoren bleken niet onaantastbaar te zijn en moesten wijken voor de wet en voor de institutionele overgang van Université de Gand naar Rijksuniversiteit Gent. Dat was de nieuwe realiteit. Hoewel er nog andere incidenten zouden volgen, was Hulin de Loo een duidelijk precedent. Een tweede gevolg was dat er voor het eerst een ruim en eensgezind front van Vlaamse professoren was opgestaan tegen de nog aanwezige Franstalige elite in het korps.

De weerspannige Hulin de Loo werd in januari 1931 geschorst en ging op 10 december 1932 in alle stilte op emeritaat. Hij bleef nog wel verbonden aan de Ecole des Hautes Etudes. De studenten die zijn les waren binnengevallen, moesten zich in juni 1931 nog wel verantwoorden voor de rechtbank – wat opnieuw leidde tot commotie in de pers.

Vermeylen zelf verklaarde later, in een dagboeknotitie van 29 juli 1939: ‘Een ontdekking voor mij is vandaag Hulin de Loo geweest. Toen hij zich indertijd als een ploert tegenover mij gedroeg, heb ik hem dat toch gemakkelijk vergeven, omdat ik wist, dat hij door zijn klerikale en franskiljonsche drift verblind was: daar kan brutale eerlijkheid in zitten’, noteerde hij, na een avond in gezelschap een heel andere Hulin de Loo ontdekt te hebben.

Hulin de Loo kwam in 1945 op een tragische manier aan zijn einde. Op 83-jarige leeftijd werd hij in Brussel overreden door een voertuig van de geallieerden. Zijn nalatenschap is voor een deel naar de Universiteitsbibliotheek Gent gegaan, waar bijvoorbeeld fotoboeken en briefwisseling met zijn buitenlandse contacten bewaard worden.

Literatuur

- G. Deneckere, Turbulentie rond de vernederlandsing van de Gentse universiteit na de Eerste Wereldoorlog: analyse van een besluitvormingsproces, in: Handelingen der Maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde te Gent. Nieuwe reeks, jg. 48, 1994, pp. 201-231.
- J. Huysmans, Pour le maintien de la culture française en Flandre. De reaktie van de Franssprekende elite op de sociale veranderingen na Wereldoorlog I. Haar houding ten opzichte van de vernederlandsing van het openbare leven. Gent 1918-1940, 1980.
- K. Palinckx, “Nu naar Gent!” Vlaams-nationale en katholieke studentenbeweging te Gent 1928-1940, 1995.
- P. Laroy, Un intellectuel de Lootenhulle. Over het antiflamingantisme van Georges Hulin de Loo, in: Appeltjes van het Meetjesland, jg. 47, 1996, pp. 55-76.
- E. Tahon, Impact 1902 revisited: tentoonstelling van Oude Vlaamsche kunst, Brugge 15 juni tot 15 september 1902, 2002.
- K. Dobbelaere, Georges Hulin de Loo (1862-1945): een biografische schets, 2009.
- R. Mantels en H. Vandevoorde, ‘Maar wat een wespennest!’. Het rectoraat van August Vermeylen en de vernederlandsing van de Gentse universiteit, 2010.
- R. Mantels, Gent. Een geschiedenis van universiteit en stad 1817-1940, 2013.
- G. Deneckere, Uit de ivoren toren. 200 jaar Universiteit Gent, 2017.
- P. Laroy, Satire rond het proces Hulin de Loo (1931), in: Appeltjes van het Meetjesland, jg. 68, 2017, pp. 177-193.
- Ik denk nog het best met een pen in de hand’. Het dagboek 1939-1944 van August Vermeylen. Bezorgd door Ruben Mantels en Hans Vandevoorde met medewerking van Janna Aerts, 2019.
- Hulin de Loo Georges, 1862-1945, laatst geraadpleegd op 19 oktober 2022, op: http://www.ugentmemorialis.be/catalog/000000028.

Suggestie doorgeven

1973: Guido Provoost (pdf)

1998: Koen Palinckx

2023: Ruben Mantels

Databanken

Inhoudstafel