Koninklijke Nederlandse Schouwburg

Organisatie
Pieter Van Hees (2023, ongewijzigd), Pieter Van Hees (1998)
Afkorting
KNS
Oprichting
6 oktober 1853
Stopzetting
augustus 1998
Leestijd: 5 minuten

Toneel Toneel
Het Vlaamse toneel onderhield vanaf zijn ontstaan in de 19de eeuw een complexe en gelaagde verhouding met de Vlaamse beweging. Van een belangrijk emancipatorisch instrument en voorwerp va... Lees meer
gezelschap van de stad Antwerpen, opgericht op 6 oktober 1853.

In aansluiting bij een programmapunt van het Vlaemsch Midden-Comiteit Vlaemsch Midden-Comiteit
Het Vlaemsch Midden-Comiteit (1849-1857) was een Vlaamsgezind genootschap in Brussel, dat ijverde voor de volledige vernederlandsing van het lager en middelbaar onderwijs in Vlaanderen.... Lees meer
(mei 1851: verzoek aan de Vlaamse gemeentebesturen een Nationael Tooneel Nationael Tooneel
Lees meer
te bevorderen), vroeg Victor Driessens Driessens, Victor
Lees meer
te Antwerpen voor zijn amateurgroep De Dageraad aan het stadsbestuur om de schouwburg te bespelen en om financiële steun. Burgemeester Loos stelde voor een vaste groep uit de beste amateurspelers te vormen. Hieruit ontstond het Nationael Tooneel van Antwerpen, dat op 6 oktober 1853 zijn eerste voorstelling gaf.

De opzet van dit beroepstoneel lag binnen de doelstellingen van de V.B.; het toneel, opgevat als een didactisch vermaaksinstrument voor de minder ontwikkelde bevolkingsgroepen, diende propaganda te maken voor de Vlaamse cultuur, de taal en de burgerlijke zeden.

De eerste periode, 1853-1882, was een aanlooptijd. Het repertoire was gericht op massale bijval en sterke emotie, maar de vrijwel exclusieve voorkeur van Driessens voor het Franse melodrama riep kritiek op. Het was on-Vlaams. Een ander probleem was dat de talrijke directeuren op persoonlijk financieel risico speelden en geen aandacht hadden voor vernieuwing.

Op 16 augustus 1874 werd de Nederlandse Schouwburg (Kipdorpbrug) geopend. Het KNS-gezelschap zou er tot 1934 spelen. Daarna trad het gezelschap vrijwel continu op in de Bourlaschouwburg. Bij de opening uitte Jan van Beers Van Beers, Jan
Jan van Beers (1821-1888) was een Vlaams leraar en dichter uit Antwerpen. Lees meer
de wens, dat de schouwburg "niet een huis van louter uitspanning en vermaak, maar een brandpunt van geestesverlichting en gemoedsveredeling, eene kweekschool van vaderlandsliefde en zelfstandige volksontwikkeling, een wezenlijke tempel van Nederlandsche beschaving en Nederlandsche kunst" zou mogen zijn.

De tweede fase, die van directeur F. van Doeselaer (1882-1906) werd door deze burgerlijke mentaliteit gekenmerkt. Het accent lag op een bevestigingsdramatiek, met een duidelijke aandacht voor het Vlaamse drama, met een schuchtere nadruk op de 'kunstavonden', waar het theater ver van een onmiddellijke relatie met het leven bleef. Theater werd een manifestatie van burgerlijke kennis en beschaafdheid. Shakespeare verscheen op het repertoire (1884); het lyrisch drama werd opgenomen ( Peter Benoit Benoit, Peter
Peter Benoit (1834-1901) was een Vlaamsgezinde componist en muziekpedagoog. Lees meer
, Edward Keurvels Keurvels, Edward
Edward Keurvels (1853-1916) was als secretaris van Peter Benoit nauw betrokken bij het Koninklijk Vlaams Conservatorium. Ook voerde hij vele werken uit van Benoit en was hij zelf actief a... Lees meer
) (1890), tot het een eigen huis kreeg in de Koninklijke Vlaamse Opera Vlaamse Opera
Lees meer
(1907).

De derde fase bracht een grondige repertoire- en stijlvernieuwing onder de directie van G. de Lattin en F. van Laer (1906-1912). Zij wilden bij de tijd zijn, niet modernistisch, maar rustig informerend en A. van den Heuvel als regisseur selecteerde weloverwogen, bracht het gezelschap een realistisch-idealistisch stijlgevoel bij en versoberde de psychologische uitbeelding. De te eenzijdig-literaire kritiek zag het belang van deze evolutietijd niet in. L. Bertrijn en A. van der Horst (geschoold in het Noord-Nederlandse toneelwerk van Heijermans) (1912-1914) konden reeds voortbouwen op de nieuwe speelcode, maar werden door de oorlog uitgeschakeld. Een nieuw programmapunt werd de aandacht voor de taalzuiverheid op het toneel. Deze ontwikkeling werd opgepakt door Oscar de Gruyter De Gruyter, Oscar
Lees meer
, directeur van 1922-1929. Hij schakelde de KNS in de kunstevolutie van zijn tijd in, met de nadruk op de woordkunstige zuiverheid van de taal en op de harmonie van het samenspel. Regisseurs C. Gilhuys en Joris Diels Diels, Joris
Lees meer
gaven veel aandacht aan in goed Nederlands vertaalde klassieke stukken. Het leverde verwijten op van te weinig aandacht voor Vlaams toneelwerk. Soms ook oordeelden raadsleden van katholieke zijde dat de goede zeden werden aangetast, maar Camille Huysmans Huysmans, Camille
Camille Huysmans (1871-1968) was een Vlaamsgezinde socialistische politicus, die van 1933 tot 1940 burgemeester van Antwerpen was, tweemaal een ministerpositie bekleedde en een jaar lang ... Lees meer
en Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
hielden de KNS de hand boven het hoofd. Wel moesten er soms komedies en melodrama's op het repertoire gezet worden om financieel niet ten onder te gaan. Ondanks deze problemen zette W. Benoy (1929-1935) de traditie van De Gruyter voort, daarbij in niet geringe mate gesteund door de regisseur Diels. Deze leverde een belangrijke bijdrage tot de ontwikkeling van de KNS als een allround gezelschap. Hij voerde van 1935 tot 1938 de directie. Zijn benoeming werd niet verlengd. Diels had geen politieke achterban in de Antwerpse raad. Na het interimbestuur van C. Gilhuys en J. Cammans keerde Diels in 1939 terug en bleef hij directeur tot in 1944. Hij hield de KNS tijdens de oorlog in stand, maar moest daartoe concessies doen aan de Duitse bezetters. Interessant is de oprichting onder zijn leiding in 1942 van een speciaal kindertheater. Ondanks een onvoorwaardelijke vrijspraak in 1948 was zijn loopbaan in Vlaanderen gebroken. In Nederland heeft hij nog vele jaren gewerkt.

Tijdens het korte bestuur van V. de Gruyter (1944-1947) vond een nauwe samenwerking plaats tussen de door Herman Teirlinck Teirlinck, Herman
Lees meer
opgerichte beroepsopleiding voor acteurs te Antwerpen en de KNS. Deze band tussen de KNS en de Studio Herman Teirlinck bleef tot 1966 standhouden. Veel jonge spelers vonden werk bij de KNS-Nationaal Toneel.

Inmiddels had Firmin Mortier Mortier, Firmin
Antwerpenaar Firmin Mortier (1899-1972) was tijdens WOI betrokken bij het activisme. Daarna militeerde hij in de Frontpartij en de BWP. Na WOII was hij directeur van de Koninklijke Neder... Lees meer
de directeursfunctie aanvaard. Hij bleef tot 1963. Verdere vernieuwingen heeft hij niet ondernomen. Wel bloeide te Antwerpen evenals elders het kamertoneel in de jaren 1950 en 1960 op. Onder zijn opvolger B. van Kerckhoven (1963-1968) kwam ook het absurdistisch toneel (Ionesco) aan de orde. De jonge regisseur Walter Tillemans zou de komende jaren voor vele vernieuwende elementen verantwoordelijk zijn. Politiek en maatschappelijk engagement kwamen naar voren in de keuze en interpretatie van toneelwerk van Bertold Brecht, P. Kohout, R. Hochhut en auteurs van eigen bodem als Walter van den Broeck, Tom Lanoye en J. Christiaens. Het publiek was er niet altijd gelukkig mee. Het maatschappelijk engagement had zich inmiddels losgemaakt van de Vlaamse emancipatiestrijd en golden internationale vraagstukken als bijvoorbeeld de Vietnamoorlog. De directeuren R. Verstraete (1969-1972) en D. de Gruyter (1972-1986) aanvaardden Tillemans' werk wel, maar Tillemans zelf wenste verder te gaan en richtte in 1979 de experimentele groep Raamtheater op. In 1984 verliet hij de KNS. Onder de directies van De Gruyter en Ivonne Lex (1986-1991) lag bij de KNS het accent toch in de eerste plaats op de rol van publiekstheater zijn. Tillemans keerde in 1991 met zijn groep Raamtheater terug naar de KNS en bleef er tot 1994 als directeur. Onder zijn opvolger F. Redant (1995-1998) verdween de naam KNS. Na de fusie van de KNS met de Blauwe Maandag Compagnie in augustus 1998 zouden beide gezelschappen verder gaan als Het Toneelhuis met als vaste speelplaats de Bourla- schouwburg.

Literatuur

– P. Arents, F. Mortier, G. Schmook en E. Willekens, De Koninklijke Schouwburg jubileert, 1883- 1953, 1953.
– F. Brouwers en D. de Gruyter, 125 jaar Koninklijke Nederlandse Schouwburg, 1979.
– D. Hellemans, R. Geerts en M. van Kerkhoven (red.), Op de voet gevolgd. 20 jaar Vlaams theater in internationaal perspectief, 1990.
– R.L. Erenstein (red.), Een theatergeschiedenis der Nederlanden. Tien eeuwen drama en theater in Nederland en Vlaanderen, 1996.

Suggestie doorgeven

1975: Carlos Tindemans (pdf)

1998: Pieter Van Hees

2023: Pieter Van Hees

Databanken

Inhoudstafel