Van de Wijer, Hendrik

Persoon
Ingrid Van De Wijer (2024, herwerking), Ingrid Van De Wijer (1998)

Hendrik J. van de Wijer (1883-1968), germanist, naamkundige en gewoon hoogleraar te Leuven, was als stichter en hoofdredacteur de drijvende kracht achter het weekblad Nieuw Vlaanderen en een van de initiatiefnemers in de frontvorming rond de zogenaamde Vlaamsche Concentratie.

Volledige voornaam
Hendrik Jozef
Alternatieve naam
Henri Van de Wijer
Geboorte
Budingen, 16 november 1883
Overlijden
Leuven, 4 december 1968
Leestijd: 9 minuten

Biografie

Hendrik Jozef van de Wijer werd op 16 november 1883 geboren te Budingen (Zoutleeuw). Hij was het vijfde kind en de jongste zoon uit een landbouwersgezin. Na Grieks-Latijnse humaniora aan het Onze-Lieve-Vrouwecollege te Tienen, studeerde hij Germaanse filologie in Leuven (1901-1905) en promoveerde op de dissertatie Bijdrage tot de theoretiese Geschiedenis van de Nieuwnederlandse Spelling: De spellingstelsels in de XVI. en de XVII. eeuw. Na een studieverblijf in Oxford, Cambridge en Londen (1907-1908) en Berlijn (1908-1909), waar hij tevens de eerste lector in de Nederlandse taal- en letterkunde was, werd hij leraar aan het Koninklijk Atheneum te Brugge (1906-1918), docent (1918) en gewoon hoogleraar (1920-1954) aan de universiteit in Leuven. Hij doceerde onder andere Vergelijkende spraakkunst van de Indo-Europese en van de Germaanse talen, Historische spraakkunst, Gotisch, Grondige verklaring van Duitse schrijvers (Middeleeuwen) en de keuzevakken Oudsaksisch en Oudfries. In 1931-1932 was hij decaan van de Faculteit Wijsbegeerte en Letteren.

Van de Wijer was gehuwd met Céline Timmermans (’s-Herenelderen 1887-1970). In het gezin werden vier zonen geboren. Van de Wijer overleed onverwachts thuis te Leuven op 4 december 1968.

Hendrik .J. van de Wijer was de stichter van het Instituut voor Vlaamsche Toponymie (1923) – het latere Instituut voor Naamkunde (1947) – en van de Vlaamsche Toponymische Vereeniging (1925). Hij was lid van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie (1926), corresponderend (1928) en vanaf 1934 werkend lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde
De Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (KANTL, 1886) is een instelling die zich in de loop van haar geschiedenis heeft ingezet zowel voor taalculturele, -wetenschappeli... Lees meer
, in 1944 bestuurder; lid van de Zweedse Academie te Uppsala. Hij was van 1950 tot aan zijn dood in 1968 secretaris-generaal van het International Committee of Onomastic Sciences en stichter van het International Centre of Onomastics te Leuven (1949). Hij was lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden en van de Koninklijke Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, vice-president van de English Place-Name Society in Londen, erelid van de American Name Society in New York, en lid van talrijke buitenlandse naamkundige verenigingen.

In 1955 verleende de Universiteit van Salamanca hem het doctoraat honoris causa in de letteren als erkenning van zijn verdiensten als organisator van het internationaal naamkundig onderzoek. Op 17 maart 1967 werd hem erfelijke adeldom verleend met de persoonlijke titel van ridder. Als wapenspreuk koos hij ‘In steder trouwe’.

Nieuw Vlaanderen, KVOHV en Vlaamsche Concentratie

Hendrik Jozef van de Wijer maakte een bescheiden debuut in de Vlaamse beweging als secretaris van de plaatselijke afdeling van het Algemeen-Nederlands Verbond Algemeen-Nederlands Verbond
Het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV) werd in 1895 opgericht. Aanvankelijk behartigde het de belangen van de Nederlandse taal. Later en tot op de dag van vandaag ijvert het voor de brede ... Lees meer
te Brugge. In Kortenberg, waar hij van 1919 tot 1928 woonde, richtte hij de Christelijke Volksbond op. Hij werd voorzitter van de Katholieke Vlaamsche Landsbond Katholieke Vlaamse Landsbond (1919-1964)
De Katholieke Vlaamsche Landsbond (1919-1955) was de federatie van de Katholieke Vlaamsche Arrondissementsbonden, die als drukkingsgroep streed voor de vernederlandsing van Vlaanderen met... Lees meer
(KVL) en nam later de leiding in soortgelijke initiatieven in Leuven zoals de Vliebergh-Dosfelvereniging, de Vlaamsche Club, de Christene Volkspartij Christene Volkspartij
De Christene Volkspartij (1893-1919) was de eerste daensistische politieke partij. Lees meer
met haar orgaan Nieuw Leven.

Eind 1934 stichtte Van de Wijer samen met een aantal Leuvense collega's en vrienden het ‘Algemeen Weekblad’ Nieuw Vlaanderen Nieuw Vlaanderen (1934-1944)
Nieuw Vlaanderen (1934-1944) had als uitgangspunt de eentaligheid van Vlaanderen. Door zijn federalistische stellingname midden jaren 1930 was het blad radicaler dan de katholieke partij ... Lees meer
, waarvan hij de hoofdredacteur werd, en dat op 5 januari 1935 in het eerste nummer (na twee proefnummers) blokletterde: ‘Wij wenschen: ‘Eén Ziel en één Hart in VLAANDEREN’. Het waarom van dit nieuwe tijdschrift zette Van de Wijer uiteen in een ‘Ter verantwoording’ in het eerste van twee proefnummers (16 december 1934): ‘een eensgezindheid van handelen’ verkrijgen om Vlaanderen te leiden naar ‘algeheele ontvoogding’. In het nummer van 17 augustus 1935 pleitte Van de Wijer voor frontvorming, ‘De Concentratie der Vlaamse Strijdkrachten op de Federale Gedachte’. Tijdens het interbellum was Nieuw Vlaanderen een van de invloedrijkste katholieke Vlaamsgezinde weekbladen.

Na de verkiezing van Van de Wijer als algemeen voorzitter van het door hem in 1936 opgerichte Katholiek Vlaamsch Oud-Hoogstudentenverbond Katholiek Vlaams Oud-Hoogstudentenverbond
Lees meer
(KVOHV) – waarvan het naoorlogse Algemeen Vlaams Oud-Hoogstudentenverbond Algemeen Vlaams Oud-Hoogstudenten Verbond
Lees meer
(AVOHV) en het Verbond der Vlaamse Academici Verbond der Vlaamse Academici
Het Verbond der Vlaamse Academici was een drukkingsgroep die de Vlaamse hooggeschoolden moest verenigen. Het was de voortzetting van het Algemeen Vlaams Oud-Hoogstudentenverbond, dat mee ... Lees meer
(VVA) de verdere uitbouw zijn – werd Nieuw Vlaanderen de spreekbuis van dit verbond. Op initiatief van dit blad en in samenwerking met het KVOHV en de KVL werd op 19 juli 1936 te Leuven het Congres der Vlaamsche Concentratie Vlaamsche Concentratie
Vlaamsche Concentratie (1935-±1940) was de naam voor de idee en de beweging die streefde naar de hergroepering van alle katholieke Vlamingen. Lees meer
gehouden. Van de Wijer was voorzitter en sprak tevens de openingsrede uit. Het congres zocht naar mogelijkheden tot een Vlaamsgezinde rechtse politieke frontvorming. Het is een van de grote Vlaamse gebeurtenissen geweest in de tussenoorlogse periode. Ondanks het Beginselakkoord KVV-VNV Beginselakkoord KVV-VNV
Het beginselakkoord KVV-VNV werd ondertekend door vertegenwoordigers van de Katholieke Vlaamsche Volkspartij (KVV) en het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) op 8 december 1936. Het moest ee... Lees meer
in december 1936 tussen de Katholieke Vlaamsche Volkspartij Katholieke Vlaamsche Volkspartij
De Katholieke Vlaamsche Volkspartij was de Vlaamse vleugel van het Blok der Katholieken van België, opgericht op 11 oktober 1936 met als Franstalige tegenhanger de Parti catholique social... Lees meer
(KVV) en het Vlaamsch Nationaal Verbond Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
(VNV), mislukte de eigenlijke opzet; het was volgens Van de Wijer in 1942 ‘een lange reis in het land van Utopia’ geweest. Bij de aanvang van de Tweede Wereldoorlog moest Nieuw Vlaanderen een zuiver cultureel weekblad worden. Van de Wijer is erin geslaagd het tot in 1944 onafhankelijk in leven te houden.

Leuvense Oud-germanistenvereniging en faculteitskring Germania

 

In Leuven heeft Van de Wijer tot aan de Tweede Wereldoorlog een rol gespeeld in de Vlaamse hoogstudentenbeweging. Samen met Lodewijk Scharpé Scharpé, Lodewijk
Lodewijk Scharpé (1869-1935) was een taalkundige die aan het begin van de 20ste eeuw bijdroeg tot de vernederlandsing van de Leuvense universiteit. Na de Eerste Wereldoorlog zette hij zic... Lees meer
en Arthur Boon Boon, Arthur
Priester en hoogleraar Arthur Boon (1883-1938) leverde een grote bijdrage aan de revitalisering van het Davidsfonds na de Eerste Wereldoorlog. Hij pleitte daarbij vooral voor een apolitie... Lees meer
stichtte hij op 28 april 1928 de Leuvense Oud-germanistenvereniging, waarvan hij in 1935 de Voorzitter werd; hij was ook de eerste erevoorzitter en de leidsman van de faculteitskring Germania, door René F. Lissens in 1930 opgericht.

Als hoogleraar was Van de Weijer begaan met de studenten, ook buiten de collegezaal. Hij was een trouw bezoeker van de Verbondsvergaderingen en heeft zich in de woelige jaren voor de vernederlandsing van de universiteit ingespannen. Zijn college Vergelijkende spraakkunst van de Germaanse talen in de tweede kandidatuur bleef hij tot op hoge leeftijd doceren (1963).

Toponymie en onomastiek, en het Instituut voor Naamkunde te Leuven

Op wetenschappelijk gebied zal de naam van Van de Wijer onverbrekelijk verbonden blijven met de bevordering en de organisatie van het wetenschappelijk onderzoek der plaatsnamen in Vlaanderen, een nieuwe discipline in de Leuvense filologie, die hij ook internationaal zou uitbouwen. Hij stichtte het Instituut voor Vlaamsche Toponymie (1923), dat in 1947 omgedoopt werd in Instituut voor Naamkunde, en de Vlaamsche Toponymische Vereeniging (1925) en legde de principes vast voor het wetenschappelijk onderzoek van de Vlaamse plaatsnamen.

Als de pionier en de organisator van een jonge wetenschap in Vlaanderen, maakte hij zich verdienstelijk door de uitgave van een aantal toponymische studiën, alsmede van het tijdschrift Mededelingen van de Vereniging voor Naamkunde te Leuven en de Commissie voor Naamkunde te Amsterdam (jg. 1, 1925) – dat sinds 1969 verschijnt onder de titel Naamkunde – en van de verschillende reeksen van het Instituut voor Naamkunde te Leuven.

Onder meer in opdracht van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie, heeft hij de spelling van de Vlaamse gemeentenamen aan de vigerende spelling van het Nederlands aangepast. Zijn Bibliographie van de Vlaamsche plaatsnaamkunde (begin XIXe eeuw tot en met 1927) (afzonderlijk uitgegeven in de reeks Nomina Geographica Flandrica. Studiën, I, Brussel 1928) verscheen in 1927 en 1928 in de Handelingen van deze commissie en werd door de Vlaamsche Toponymische Vereeniging in de brochure De Vlaamsche gemeentenamen in moderne spelling (1929) gepubliceerd. Na een lange discussie, vooral in de Franstalige pers, werden op 15 augustus 1937 de nieuwe schrijfwijzen verplicht in alle officiële diensten.

In 1949 was H.J. van de Wijer de grote inspirator van de oprichting van het International Committee of Onomastic Sciences (I.C.O.S), waarvan hij tot aan zijn dood secretaris-generaal was. De vereniging was aangesloten bij de International Council for Philosophy and Humanistic Studies van UNESCO. Hij was tevens directeur van het International Centre of Onomastics, hoofdzetel en wetenschappelijk centrum van het ICOS, dat hij onderdak verleende in zijn Leuvense Instituut voor Naamkunde. In 2002 zou het Centre of Onomastics naar het Institute for Language and Folklore (SOFI) te Uppsala worden overgebracht.

In 1950 werd een internationaal naamkundig tijdschrift boven de doopvont gehouden, Onoma. Bibliographical and Information Bulletin, met Leuven als zetel. Het zou een van de belangrijkste tijdschriften worden op het vlak van de onomastiek. Van de Wijer bleef tot aan zijn dood hoofdredacteur van het tijdschrift (1950-1968).

Werken

– Bio-bibliografie van H.J. van de Wijer, in: Jaarboek van de KVATL, 1958, 159-168 en 1960, p. 161.

Literatuur

– Germania (gedenkboek), uitgegeven naar aanleiding van het tweede lustrum (in 1940) van de Faculteitskring Germania te Leuven, 1942.
– Prof. dr. H.J. van de Wijer zestig jaar, in: Nieuw Vlaanderen, 13 november 1943 [Huldenummer].
– H. Draye, H.J. van de Wijer. Biographie – bibliographie, in: Feestbundel H.J. van de Wijer, den Jubilaris aangeboden ter gelegenheid van zijn vijfentwintigjarig hoogleraarschap aan de R.K. Universiteit te Leuven 1919-1943, 1944, dl. I, pp. 7-17.
– H. Draye, Twintig jaar toponymisch onderzoek in Vlaanderen, in: Feestbundel H.J. van de Wijer, den Jubilaris aangeboden ter gelegenheid van zijn vijfentwintigjarig hoogleraarschap aan de R.K. Universiteit te Leuven 1919-1943, 1944, dl. I, pp. 61-118. Ook verschenen in: Med. Vla. Top. Ver., 1943 [1945], dl. XIX, pp.1-58.
– H. Draye, Vijftig jaar germanistiek te Leuven, in: Leuvense Bijdragen - Bijblad, XXXIX, 1949, pp. 1-33.
– H. Draye en K. Roelandts, Tien jaar naamkunde te Leuven, in: Mededelingen van de Vereniging voor Naamkunde, 1954, pp. 1-17.
– S. Pop, Henri Joseph van de Wijer: Notice biographique et bibliographique, et doctorat honoris causa (Salamanque, 1955), 1957.
– H. Draye, Het wetenschappelijk werk van Prof. Dr. H.J. Van de Wijer, in: Mededelingenblad van het V.V.A. (Huldenummer Prof. Dr. H.J. Van de Wijer), 1963, pp. 4-8.
– J. Lebeer, De aktiviteit van Prof. Dr. H.J. Van de Wijer op Vlaams gebied en meer in het bizonder in het K.V.O.H.V., in: Mededelingenblad van het V.V.A. (Huldenummer Prof. Dr. H.J. Van de Wijer), 1963, pp. 9-16.
– In memoriam H.J. van de Wijer 1883-1968, in: Mededelingenblad van de Vereniging voor Naamkunde, 1968, pp. 97-104.
– H. Draye, Uit de geschiedenis van het Leuvens Instituut voor Naamkunde, in: Naamkunde, 1969, dl. I, pp. 1-12.
– H. Draye, Hendrik Jozef van de Wijer (1883-1968), in: Med. Ver. Naamk., XLIV, 1969, pp. 97-104. Zie ook: Onoma, XII, 1966-1967 [1968], pp. 189-191; Beiträge zur Namenforschung N.F., IV, 1969, pp. 111-113; Wetenschappelijke Tijdingen, XXVIII, 1969, pp. 145-146.
– H. Draye, Prof. Dr. H.J. van de Wijer en de Vlaamse plaatsnaamkunde, in: Onze Alma Mater, XXIII, 1969, pp. 77-90.
– H. Draye, In memoriam Prof. Dr. H.J. van de Wijer, in: Handelingen Kon. Commissie voor Toponymie en Dialectologie, XLIII, 1969 [1971], pp. 39-57.
– H. Draye, Herdenking van Prof. Dr. H.J. van de Wijer (1883-1968), in: Jaarboek van de KVATL, 1971, pp. 96-104.
– L. Ulens, Over het ontstaan van het Instituut voor Vlaamsche Toponymie, in: Naamkunde, 5, 1973, pp. 215-222.
– H. Draye, Hendrik van de Wijer, in: Nationaal Biografisch Woordenboek, VIII, 1979, pp. 905-916.
– G. Eyskens, De memoires, 1993.
– M. de Smedt, Honderd jaar Germaanse filologie in Leuven (1894-1994), 1994.
– V. Mennen, Een historische verkenning van de laatste 100 jaar toponymie in Vlaanderen, in: Naamkunde, 29, 1997, pp. 149-171.
– M. de Smedt, Hendrik Jozef Van de Wijer, in: Internationales Germanistenlexikon 1800-1950, 2003, 1928-1929.
– Germaanse. Herinneringen aan een opleiding (1894-2004), onder redactie van G. Brône en F. van de Velde, 2004, p. 143.
– S. Hendrix, Germania. Een geschiedenis 1930-1974, 2005.
– E. Gerard, Hoe de vorming van een Vlaams en rechts front mislukte. De geschiedenis van de Vlaamse concentratie in 1936, in: WT. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, LXXV, 2016, pp. 339-374.
– E. de Stefani, Notes on the history of ICOS, geraadpleegd op 24 april 2022, op: https://icosweb.net/about-icos/brief-history/

Suggestie doorgeven

1975: Henri Draye (pdf)

1998: Ingrid Van De Wijer

2024: Ingrid Van De Wijer

Inhoudstafel