Vlerick, André

Persoon
Ophelia Ongena (2023, herwerking), Nico Wouters (1998)

André Vlerick (1919-1990) speelde als econoom en politicus in de periode 1950-1970 een belangrijke rol in de studie en in het beleid met betrekking tot de Vlaamse economische ontwikkeling.

Volledige voornaam
André Jozef Arthur
Geboorte
Kortrijk, 11 september 1919
Overlijden
Beernem, 3 december 1990
Leestijd: 5 minuten

André Vlerick studeerde vanaf 1937 aan de Katholieke Universiteit Leuven en behaalde er een baccalaureaat in de thomistische wijsbegeerte (1941), een doctoraat in de rechten (1942) en een licentie in de staats- en sociale huishoudkunde (1943). Na een assistentschap bij Gaston Eyskens Eyskens, Gaston
Gaston Eyskens (1905-1988) was een Vlaamsgezinde katholieke econoom en politicus, die onder andere eerste minister was ten tijde van de Koningskwestie en aan de basis lag van de eerste st... Lees meer
(1943-1945) en een jaar studie economie aan de Cambridge University werd Vlerick in 1948 adviseur en in 1949 directeur-generaal van het Belgisch Bestuur voor Economische Samenwerking, opgericht in het kader van het Marshallplan voor België.

Op het Paascongres der Vlaamse jongeren Paascongressen der Vlaamse Jongeren
De Paascongressen waren bijeenkomsten van en voor Vlaamse jongeren die plaatshadden in Antwerpen (1948 en 1951), Maastricht (1952) en Brussel (1953). Lees meer
in 1948 veroorzaakte Vlerick met onder meer Robert Gits heftige polemieken door als jonge CVP Christelijke Volkspartij
Lees meer
'er te pleiten voor een breuk met bepaalde vooroorlogse ideeën binnen de Vlaamse beweging, zoals het anti-belgicisme en extreme Vlaams-nationalisme.

Studie van de Vlaamse economische ontwikkeling

In 1953 werd Vlerick docent (vanaf 1957 gewoon hoogleraar) in de bedrijfseconomie aan de Rijksuniversiteit Gent. Vlerick was pionier in de Vlaamse managementopleiding. Hij stichtte aan de Gentse universiteit een Seminarie voor productiviteitsstudie en -onderzoek, dat uitgroeide tot de vermaarde Vlerick-School die duizenden economisten, bedrijfsleiders en ondernemers zou vormen.

In 1954 richtte hij ook het Seminarie voor Toegepaste Economie (SERUG) op, waarbinnen het Studiecentrum voor Regionale Economie/Ontwikkeling heel wat baanbrekend onderzoekswerk verrichtte naar regionale economische ontwikkeling, een materie die Vlerick nauw aan het hart lag (zie Economie). Onder begeleiding van Vlerick werd een hele reeks studies en verhandelingen gemaakt, waarvan een groot deel focuste op de regionale socio-economische diversiteit. Het onderzoek van Vlerick en zijn medewerkers richtte zich op het groeipotentieel van het Vlaamse bedrijfsleven Bedrijfsleven
Onder impuls van intellectuelen, ondernemers en gesalarieerde kaders verkreeg de Vlaamse beweging een economische oriëntatie. De uitbouw van een Vlaams bedrijfsleven behelsde een politiek... Lees meer
, de verbetering van de Vlaamse infrastructuur en het wegwerken van sociale ongelijkheid in Vlaanderen door werkloosheid en pendel. Volgens het SERUG-onderzoek van de jaren 1950 en 1960 moest de beleidsfocus verschuiven van de traditionele (Waalse) industrie naar het kleinere (Vlaamse) bedrijfsleven.

Vlerick werd een van de pleitbezorgers van de streekeconomie en was van 1956 tot 1972 gecoöpteerd lid van de Economische Raad voor Vlaanderen (ERV) en vanaf 1957 ook van het Vlaams Economisch Verbond (VEV) Vlaams Economisch Verbond
Het Vlaams Economisch Verbond (VEV) is een Vlaamsgezinde belangengroep en patronale organisatie, die werd opgericht in 1926. Tijdens het interbellum zette het VEV zich in voor algemeen ec... Lees meer
. Vanuit de Vereniging voor Economie speelde hij een belangrijke rol in de organisatie van de Vlaamse wetenschappelijke congressen Vlaamsche Wetenschappelijke Congressen
De Vlaamsche Wetenschappelijke Congressen (1887-1942) ijverden in uiteenlopende vakgebieden voor een Nederlandstalige wetenschapsbeoefening in Vlaanderen. Lees meer
. Op 16 en 17 april 1955 organiseerde de onderzoeksgroep van Vlerick het Tweede Vlaams Wetenschappelijk Economisch Congres in Gent. Dit congres kreeg heel wat weerklank. Vertegenwoordigers uit de academische wereld discussieerden twee dagen lang over één centraal thema, de regionale economie.

Economisch beleid

In 1968 werd Vlerick aangesteld als eerste Staatssecretaris voor Vlaams Streekbeleid en bleef dit tot 1971. In deze functie kon hij zijn jarenlange onderzoekservaring omzetten in de praktijk. Zo speelde hij een belangrijke rol in de uitwerking van de Wet betreffende planning en economische decentralisatie, op basis waarvan later de Gewestelijke Economische Raad voor Vlaanderen Gewestelijke Economische Raad voor Vlaanderen
Lees meer
en de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappijen Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappijen
Lees meer
werden opgericht.

Vlerick gaf ook een op dat moment in bepaalde opzichten vernieuwende invulling aan het expansiebeleid voor Vlaanderen. Zo besteedde hij in zijn functie van Staatssecretaris voor Streekeconomie als eerste aandacht aan leefmilieuproblemen ten gevolge van de economische expansie (zie Natuur, milieu en landschap Natuur, milieu en landschap
Tot de Tweede Wereldoorlog bestond er een band tussen de Vlaamse beweging en de natuurverenigingen in Vlaanderen. Een gevoeligheid en zorgzaamheid voor het landschap en de schoonheid van... Lees meer
). Investeringsprojecten die een negatieve impact konden hebben op het leefmilieu werden aan een voorafgaand ‘milieuhygiënisch onderzoek’ onderworpen. Daartoe richtte hij binnen zijn kabinet in 1970 een Werkgroep ‘Industriële Ecologie’ op. Deze werkgroep kreeg de opdracht de toestand van de belangrijkste industriezones van Vlaanderen op het vlak van milieuverontreiniging in kaart te brengen en eventuele saneringsmaatregelen voor te stellen. Deze beleidstendens paste binnen een ruimere tendens tot het doorbreken van de tot dan toe louter economische focus in het economisch expansiediscours.

Vlerick bracht belangrijke multinationals ertoe in Vlaanderen te investeren en plaatste de Vlaamse streekontwikkeling in een Europees perspectief. In 1971 werd hij senator voor de Christelijke Volkspartij (CVP), waarna hij minister van Financiën (1972-1973) werd. Als dusdanig verzette hij zich tegen een begrotingspolitiek die, ten gevolge van de paritaire verdeling van de rijkskredieten, in het nadeel van de Vlaamse meerderheid dreigde uit te lopen. Ook nam hij het initiatief tot het Koninklijk Besluit dat taalkaders moest invoeren bij de ASLK (januari 1973), maar dat na Franstalig protest door de Raad van State werd vernietigd. Na de val van de tweede regering-Gaston Eyskens-André Cools was hij nog Senator (1973-1974) en gecoöpteerd Senator (maart 1974-1977). Van 1980 tot 1989 volgde hij Eyskens op als voorzitter van de raad van beheer van de Kredietbank, waarin hij reeds sinds 1953 zetelde.

Vlerick koesterde een bijzondere sympathie voor Zuid-Afrika Zuid-Afrika
Deze bijdrage belicht de relatie tussen de Vlaamse beweging en Zuid-Afrika van de 19de tot de 21ste eeuw. Lees meer
, wat zich concreet uitte in het feit dat hij samen met Wim Jorissen Jorissen, Wim (sr.)
Wim Jorissen (1922-1982) was een radicaal Vlaams-nationalistisch boegbeeld van de Volksunie (VU), die in de pioniersjaren van de partij en tot het midden van de jaren 1970 het succes en d... Lees meer
en Camiel de Vleeschauwer De Vleeschauwer, Camiel
Camiel de Vleeschauwer (1918-2004) was lid van het Jong Dinaso en vervolgens van de Eenheidsbeweging-VNV. Hij emigreerde na de Tweede Wereldoorlog naar Zuid-Afrika, waar hij een rol speel... Lees meer
stichter (en later ook erevoorzitter) was van het Vlaamse Cultuurhuis Johannesburg en in 1977 medestichter en eerste voorzitter (tot zijn dood) van Protea Protea
De vereniging Protea werd in 1977 gesticht met als doel de contacten tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika te bevorderen ten tijde van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. De belangrijkste pe... Lees meer
.

Werken

– Regionale economie. Handelingen van het Tweede Vlaams Wetenschappelijk Economisch Congres (Gent, 16-17 april 1955), Gent, Voseko (Rijksuniversiteit Gent), 1955.
Technisch onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in Vlaanderen, in: VEV-Berichten, 30 juni 1957.
Het Vlaams bedrijfsleven tegenover de Euromarkt, in: VEV-Berichten, 15 juni 1958.
Economische expansie en regionaal evenwicht, in: VEV-Berichten, 15 juni 1960.
M. Anselin, A. Buyst en J. Maton, (o.l.v. A. Vlerick), Economisch structuurbeeld van Oost-Vlaanderen, Gent, 1959. (SERUG-publicaties. Reeks regionaal-economische studiën, 1).
– De ontwikkeling van de Vlaamse economie in internationaal perspectief
, Brussel, GERV, 1974, 12 dln.

Literatuur

H. Ooghe, Management en economische vooruitgang. Wetenschappelijke bijdragen aangeboden aan Prof. dr. A.J. Vlerick en Verslag van de academische zitting gehouden te Gent op 27 september 1973 (Bibliotheek voor wetenschappelijk bedrijfsbeheer, nr. 6, 1975).
H. Gaus (red.), Politiek Biografisch Lexicon, 1989.
C. Vlerick, Voor eeuwig!, 1993.
A. van de Voorde, André Vlerick: een minister-manager: een politieke biografie: van Vlaamse Streekeconomie tot Financiën, 1996.
O. Ongena, Een geschiedenis van het sociaaleconomisch overleg in Vlaanderen (1945-2010): 25 jaar SERV, 2010.
O. Ongena, ‘Werk in eigen streek!’ Ontstaan en evolutie van een economisch beleid op maat van streken en regio’s. België, tweede helft van de 20ste eeuw, Universiteit Gent, 2024 (onuitgegeven studie, ter perse).

Suggestie doorgeven

1975: Manu Ruys (pdf)

1998: Nico Wouters

2023: Ophelia Ongena

Databanken

Inhoudstafel