Zuid-Afrika

Gebied
Axel Buyse / Geraldine Reymenants (2023, aanvulling), Jan M. Goris / Bart De Graaff (1998)

Deze bijdrage belicht de relatie tussen de Vlaamse beweging en Zuid-Afrika van de 19de tot de 21ste eeuw.

Bovenliggend gebied
Afrika
Leestijd: 38 minuten

In 1652 stichtte de Nederlander Jan van Riebeeck in opdracht van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) een verversingspost aan de zuidpunt van Afrika ten behoeve van het scheepvaartverkeer tussen Nederland Nederland
Nederland is met Vlaanderen verbonden door de economische infrastructuur, de taal en de geschiedenis. Vanaf eind 18de eeuw kreeg die verbondenheid in taal en cultuur op uiteenlopende mani... Lees meer
en Azië. Jan van Passel, een brouwer uit de Kempische gemeente Geel, maakte deel uit van Van Riebeecks scheepsbemanning en vestigde zich als een van de eerste kolonisten in het gebied dat nu Kaapstad is. Uit deze volksplanting groeide het Afrikanervolk, een volk van voornamelijk boeren met een eigen cultuur en een eigen taal: het Afrikaans – een taal die weliswaar zijn oorsprong vond in het 17de-eeuwse Nederlands, maar sterk werd beïnvloed door onder andere Koi, Maleis, Portugees, Frans, Engels en Duits, en die geenszins uitsluitend door de Afrikaners werd (en wordt) gesproken.

De ontwikkeling van de Kaapkolonie genoot weinig aandacht in Nederland. De VOC was niet gesteld op veel belangstelling voor haar overzeese werkzaamheden, waarbij kwam dat de nederzetting aan de Kaap minder tot de Nederlandse verbeelding sprak dan de Aziatische bezittingen.

Toen de Kaapkolonie in 1806 onder Brits bewind kwam, verloor Nederland de daar toen ongeveer 26.000 zielen tellende witte bevolking, gewoonlijk Afrikaners of Boeren genoemd, vrijwel geheel uit het oog. De Grote Trek, waarmee tussen 1834 en 1840 enkele duizenden van hen noordwaarts het binnenland van Afrika introkken, maakte op Nederland geen diepe indruk. Ook de stichting van de Zuid-Afrikaansche Republiek (Transvaal, 1852) en de Republiek van Oranje-Vrijstaat (1854), ging aan Europese tijdgenoten vrijwel onopgemerkt voorbij. Notabele uitzonderingen in Vlaanderen waren de letterkundigen Theodoor van Ryswyck Van Ryswyck, Theodoor
Theodoor van Ryswyck (1811-1849) was een Vlaamse dichter die in dichtbundels, kranten en tijdschriften een omvangrijk literair oeuvre bij elkaar schreef. Met zijn gedichten gaf hij vorm a... Lees meer
en Guido Gezelle Gezelle, Guido
Guido Gezelle (1830-1899) was een Vlaamse priester die de Vlaamse volkstaal verdedigde binnen het algemeen Nederlands. Hij verwierf grote bekendheid als lyrisch dichter van religieuze nat... Lees meer
, die in respectievelijk 1842 en 1867 sympathiebetuigingen schreven aan het adres van de Boeren. Deze incidentele uitingen van Boerenliefde vonden echter weinig navolging. Tot 1880 zou slechts een handjevol intellectuelen uit de kringen van het liberale Willemsfonds Willemsfonds
Het Willemsfonds (1851-heden) is een liberaal-vrijzinnige culturele vereniging en drukkingsgroep die het gebruik van het Nederlands promoot en ondersteunt. Lees meer
belangstelling en sympathie voor de Boeren tonen. De belangrijkste onder hen was de Gentse hoogleraar Paul Fredericq Fredericq, Paul
Paul Fredericq (1850-1920) was een vooraanstaande Gentse historicus, die als de officieuze ideoloog van het liberaal flamingantisme kan worden  omschreven. Als rector van de Gentse univer... Lees meer
. Vooral het streven naar de erkenning van het Afrikaans als volwaardige landstaal van Zuid-Afrika, waarin hij een parallel zag met de Vlaamse Beweging, genoot zijn warme steun.

Toen het door wanbestuur en burgeroorlogjes geplaagde Transvaal in 1877 door Engeland werd geannexeerd, maakte dat nieuws weinig indruk op het Vlaamse publiek. Uit alles blijkt dat de belangstelling voor Transvaal in Vlaanderen op dat moment nog zeer gering was. Zelfs de weinige Boerenvrienden roerden zich nauwelijks. Fredericq veroordeelde weliswaar het Britse imperialisme, maar legde zich neer bij de annexatie van Transvaal omdat hij daar toch ook voordeel van verwachtte; hij voorspelde een schitterende toekomst voor de Boeren en voor de Nederlandse taal binnen een Brits staatsverband.

Eerste Boerenbeweging

In 1880-1881 haalden de Boeren het wereldnieuws met hun poging de Britse annexatie van 1877 gewapenderhand teniet te doen. Vooral in Nederland wekte deze gebeurtenis, die later de Eerste Anglo-Boerenoorlog werd genoemd, grote beroering. Er ontstonden tientallen verenigingen die zich inzetten voor het bevorderen van economische betrekkingen met Zuid-Afrika en het versterken van de Nederlandse taal en cultuur aldaar.

Deze explosie van Boerenliefde was vooral een uiting van een opkomend Nederlands nationalisme dat zich, bij ontstentenis van andere redenen om trots te zijn op Nederlands internationaal aanzien, trachtte op te trekken aan de krachtige ‘Afrikaner neven’. De Afrikaners werden immers als bloedverwanten beschouwd: zij vormden de jongste loot aan de Nederlandse stam en als zodanig het levend bewijs van het feit dat deze stam nog volop levenskracht bezat. Tijdgenoten zagen de “stamverwante” Boeren dan ook algauw als de Geuzen Geuzen
De Geuzen waren opstandige edelen in de 16de-eeuwse Nederlanden, die rebelleerden tegen de Spaanse overheersing. Eind 19de eeuw groeide de term ‘geus’ in Vlaanderen uit tot een populair h... Lees meer
van de 19de eeuw.

In het spoor van Nederland en geënt op gelijkaardige nationalistische gevoelens van algemeen-Neerlandisme, ontstond in Vlaanderen de Eerste Boerenbeweging. De initiatiefnemer ervan was de Antwerpse dichter Julius de Geyter De Geyter, Julius
Julius de Geyter (1830-1905) was een progressief-liberale en Groot-Nederlandse flamingant in Antwerpen, die Nederlandstalige gedichten, liederen en krantenartikelen schreef. Lees meer
, die in 1881 het gedicht De Zegetocht der Boeren publiceerde. De Geyter liet zich duidelijk inspireren door de Nederlandse Boerenvrienden. Wel zorgde hij ervoor de Nederlandse historische beeldspraak aan te passen aan situaties die door Vlamingen konden worden begrepen.

De Eerste Boerenbeweging sloeg echter nooit aan bij het grote publiek. Ze was wezenlijk een eenmansactie van De Geyter die weerklank vond binnen de kringen van het Willemsfonds, en dan nog hoofdzakelijk in Antwerpen Antwerpen
Lees meer
, Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
en Gent Gent
Lees meer
. Toch werden ook bij enkele katholieke flaminganten al de eerste tekenen van Boerenliefde kenbaar. Om politiek-religieuze redenen hielden zij zich echter afzijdig van de uit liberale kring afkomstige initiatieven. Dat bleek duidelijk bij het bezoek dat een Transvaalse deputatie in 1884 aan België bracht. De driekoppige afvaardiging had in Londen succesvol onderhandeld over herstel van de Transvaalse onafhankelijkheid, en bezocht daarna onder meer Antwerpen en Brussel, waar ze door Vlaamse Boerenvrienden triomfantelijk werd verwelkomd.

In Nederland werd de Boerenliefde gevoed door contacten met de talrijke Nederlandse ambtenaren in Transvaal – die daar een waar “Hollanderbolwerk” vormden – en op relaties met Afrikaners die in Nederland gestudeerd hadden. Ze kon ook aanknopen bij de historische en kerkelijke banden die Nederland met Zuid-Afrika verbonden. In deze nooit totaal verbroken verhouding tussen Nederland en de Afrikaners ligt de verklaring waarom de pro-Boerbeweging in Nederland zoveel sterker en invloedrijker was dan in Vlaanderen, waar de voedingsbodem ontbrak waarop een sterke pro-Boerbeweging kon gedijen. Tussen België België
Geen Vlaamse beweging zonder België. Het is ook onmogelijk om België te begrijpen zonder de geschiedenis van de Vlaamse beweging erbij te betrekken. Tussen het ontstaan van een culturele ... Lees meer
en de Boerenrepublieken bestonden geen belangrijke culturele of economische betrekkingen, het aantal Vlamingen dat naar Zuid-Afrika emigreerde Emigratie
De Vlaamse migratie was een tweezijdig proces tussen ontvangst- en oorsprongsregio's, beïnvloed door sociale, economische en politieke factoren. Vooral regio's als Oost- en West-Vlaander... Lees meer
was minimaal (zo'n 150 gedurende de hele 19de eeuw) en ook de religieuze banden tussen het katholieke Vlaanderen en de als streng calvinistisch bekendstaande Boeren waren van geen betekenis.

Na de ontdekking van goud aan de Witwatersrand (1886) evolueerde Transvaal op korte termijn van een typische landbouwstaat naar een mijnbouwland. De economische perspectieven die dit bood, werden door de Belgische regering echter vrijwel genegeerd. In het kader van haar strikte neutraliteitspolitiek liet ze zich leiden door de wens Groot-Brittannië zo min mogelijk aanstoot te geven, en zocht ze geen toenadering tot de Boerenrepublieken. Voor elke stap met betrekking tot Zuid-Afrika die diplomatieke gevolgen kon hebben, werd in de regel eerst het advies van Londen ingewonnen. Het enige noemenswaardige Belgische initiatief was afkomstig van de Société Générale, die halverwege de jaren 1880 trachtte in aanmerking te komen voor de aanleg en exploitatie van spoorwegen in de Boerenrepublieken. Ondanks de niet-aflatende inzet van de Brusselse Groot-Nederlander Pieter Scherpenseel, moest de Société Générale het onderspit delven voor de Nederlandsche Zuid-Afrikaansche Spoorwegmaatschappij.

Tot ver in de jaren 1890 beperkte de Vlaamse Boerenliefde zich in de praktijk tot wat romantische dweperij met de Transvalers. Die vond zijn oorsprong in de Vlaamse beweging en kwam tot uiting op de taalcongressen, in publicaties en in het organiseren van feestelijke manifestaties ter ere van bezoekende Afrikaners. De als taal- en stamverwant beschouwde Boeren werden (analoog aan wat in Nederland gebeurde) op één lijn gesteld met grootheden uit het eigen verleden en als lichtend voorbeeld voor het heden afgeschilderd. Met het herwinnen van hun onafhankelijkheid hadden de Boeren immers bewezen dat een klein volk de strijd voor de onafhankelijkheid en het behoud van de eigen culturele en taalidentiteit tot een goed eind kon brengen.

Naarmate de Transvaalse opstand tegen Groot-Brittannië verder in het verleden kwam te liggen, verflauwde de toch al geringe Vlaamse belangstelling voor Zuid-Afrika nog verder. Veelzeggend was dat het bezoek van de Vrijstaatse president F.W. Reitz in 1894 aan België, vrijwel onopgemerkt bleef. De Eerste Boerenbeweging in Vlaanderen leek op sterven na dood.

Tweede Boerenbeweging

Eind 1895 deed een handvol Britse avonturiers, met medeweten van de Britse autoriteiten in de Kaapkolonie, een poging de Transvaalse regering met geweld ten val te brengen. Deze zogenaamde Jameson-inval mislukte jammerlijk, maar leidde wel tot groeiende spanningen tussen het imperialistische Groot-Brittannië en de Boerenrepublieken. In oktober 1899 zouden die uitmonden in de Tweede Anglo-Boerenoorlog.


Leden van het opstandige Boerenleger, ca. 1900. (ADVN, VFB2265/88)
Leden van het opstandige Boerenleger, ca. 1900. (ADVN, VFB2265/88)

De Jameson-inval bracht in Vlaanderen een Tweede Boerenbeweging op gang. Ze was geïnspireerd door de geest van het Algemeen-Nederlands Verbond Algemeen-Nederlands Verbond
Het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV) werd in 1895 opgericht. Aanvankelijk behartigde het de belangen van de Nederlandse taal. Later en tot op de dag van vandaag ijvert het voor de brede ... Lees meer
(ANV), dat in juni 1895 door Hippoliet Meert Meert, Hippoliet
Hippoliet Meert (1865-1924) was de oprichter van het Algemeen-Nederlands Verbond. Hij ijverde voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit en engageerde zich tijdens de Eerste Were... Lees meer
was opgericht. Het waren veelal jongere flaminganten die, in een geest van pluralistische verdraagzaamheid tussen liberalen Liberale partij
De verhouding tussen de liberale partij en het partijpolitieke liberalisme in België enerzijds, en de Vlaamse beweging anderzijds levert een gevarieerd en ingewikkeld beeld op dat evoluee... Lees meer
en katholieken Katholieke partij
De katholieke partij, later CVP (vanaf 1945) en CD&V (vanaf 2001) speelde een cruciale rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De partij had een belangrijk aandeel in onder m... Lees meer
, onmiddellijk voor de Boeren in de bres sprongen. Onder impuls van Meert vervulde het ANV-tijdschrift Neerlandia Neerlandia
Neerlandia, gesticht door Hippoliet Meert in 1896, werd in 1897 de spreekbuis van het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV). Na verloop van tijd werd Neerlandia een zelfstandig kwartaalperiod... Lees meer
een spilfunctie in het propageren van de Boerenliefde. Dit maandblad werd het belangrijkste propagandablad van de Boeren in Vlaanderen, en maakte zich vooral sterk voor het behoud van de Nederlandse taal en het Groot-Nederlandse Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
'stambewustzijn' in Zuid-Afrika.

De Tweede Boerenbeweging in Vlaanderen had een drietal hoofdkenmerken. Ten eerste was er het ongekende enthousiasme voor de Boeren dat volgde op het uitbreken van de oorlog op 11 oktober 1899. Het oorlogsnieuws werd op de voet gevolgd en in nagenoeg elke gemeente kreeg minstens een herberg een Transvaalse naam; met meer dan 70 verenigingen en firma's en een twintigtal straten gebeurde hetzelfde. De steun aan en verering van de Boeren uitte zich ook in de talrijke gelegenheidspoëzie en straatliederen die verschenen. De geestelijkheid liet zich evenmin onbetuigd. Zo doopten de paters oblaten van Waregem hun junioraat in 1901 om tot Klein Seminarie van Transvaal. In tal van voordrachten riepen zij de Vlaamse jeugd op om de geliefde Transvaalse stambroeders, die slechts als gebrek hadden dat ze niet katholiek waren, te helpen bekeren tot het ware geloof. Vlaamse oblaten bouwden later in Transvaal een actieve katholieke missionering uit. De eerste apostolische prefect en latere bisschop van Klerksdorp was tussen 1965 en 1994 een Vlaamse oblaat, Daniel Verstraete.

Het volkse enthousiasme werd gevoed uit twee bronnen. Allereerst hadden de Boeren een voorbeeldfunctie als klein volk dat bereid was te vechten voor het behoud van hun culturele identiteit en daarin aanvankelijk nog leek te slagen ook. Daarnaast refereerden Boerenvrienden vaak aan de historische verwantschap tussen Afrikaners en Vlamingen. Hoewel later onderzoek heeft uitgewezen dat het Vlaamse aandeel in de vorming van het Afrikanervolk slechts een bescheiden één procent bedroeg, dachten de Boerenvrienden destijds dat het aantal Afrikaners met Vlaamse stamvaders aanzienlijk was. Deze gedachte bestempelde de Vlaamse Boerensympathie in feite tot uiting van eigenliefde, en verklaart aldus tot op grote hoogte het emotionele karakter ervan. De Tweede Anglo-Boerenoorlog beroerde sterk de ziel van de Vlamingen. Buiten de acties rondom de Gelijkheidswet Gelijkheidswet
De gelijkheidswet van 1898 stelde het Nederlands voor officiële publicaties gelijk aan het Frans. De wet werd vanuit de Vlaamse beweging breed ondersteund, en leidde, na de Waalse afwijzi... Lees meer
(1896-1898), had ook nooit een deel van het gedachtegoed van de Vlaamse beweging zoveel weerklank gevonden als de Boerenliefde – een fenomeen waarvan de begripsinhoud toch wezenlijk door flaminganten was bepaald. De Boerenliefde drong door tot in alle sociale geledingen en oversteeg partijpolitieke en levensbeschouwelijke grenzen. Als zodanig was zij een samenbindend element in de sterk in zichzelf verdeelde Vlaamsgezinde gemeenschap.

Een tweede kenmerk van de Vlaamse Boerenliefde van rond 1900 was de anti-Engelse inslag ervan. Het Britse imperialisme kreeg in het Zuid-Afrikaanse conflict de schurkenrol toebedeeld, en dat uitte zich in een niet-aflatende anti-Britse toon in de Belgische pers Pers
Van bij het ontstaan van de Vlaamse beweging vervulde de Nederlandstalige pers een belangrijke rol als spreekbuis. De veelheid aan Vlaamse kranten en (week)bladen die in de 19de en 20ste ... Lees meer
. De Engelse gezant in Brussel, F.R. Plunkett, deed er regelmatig zijn beklag over bij de Belgische regering. Die hield zich overigens angstvallig aan haar officiële neutraliteitspolitiek, uit vrees Groot-Brittannië tegen zich in het harnas te jagen. In het parlement kwam de Zuid-Afrikaanse oorlog slechts zelden ter sprake. Het meest uitvoerig gebeurde dat bij de bespreking van moties die gemeenteraden hadden aangenomen om de Belgische regering te verzoeken in Londen aan te dringen op internationale arbitrage. De verzoeken werden door minister van Buitenlandse Zaken Paul de Favereau overigens afgewimpeld.

De strikte Belgische neutraliteitspolitiek bezorgde de Tweede Vlaamse Boerenbeweging als derde hoofdkenmerk dat ze zich in de praktijk beperkte tot het verlenen van humanitaire hulp aan de Zuid-Afrikaanse republieken. Op initiatief van de letterkundige Pol de Mont De Mont, Pol
Pol de Mont (1857-1931) was een dichter, essayist, folklorist, journalist, kunstcriticus en redenaar. In al zijn activiteiten gaf hij de Vlaamse strijd absolute prioriteit. Decennialang w... Lees meer
orkestreerde het ANV in Antwerpen de oprichting van het Hulp-Komiteit voor Transvaal en Oranje-Vrijstaat (oktober 1899), dat tot 1905 werkzaam zou blijven. De door het Komiteit georganiseerde uitzending van een Rode Kruis-ambulance naar het oorlogsfront, was het grootste concrete succes van de Tweede Vlaamse Boerenbeweging. Eveneens in Antwerpen werd in oktober 1900 het Hulpcomiteit voor de Zuid-Afrikaansche bannelingen opgericht. Het verleende aanvankelijk financiële steun aan een vijftigtal naar Europa uitgeweken Zuid-Afrikaners; later verruimde het zijn werking tot steunverlening aan alle (Afrikaner) oorlogsslachtoffers. Dit waren de twee belangrijkste pro-Boerenorganisaties in Vlaanderen. Vergeleken met hun Nederlandse tegenhangers bleven ze overigens steeds relatief bescheiden en zwak op zowel organisatorisch als financieel gebied.


Tijdens de Tweede Anglo-Boerenoorlog (1899-1902) zou het ANV de 'Boerenliefde' sterk aanwakkeren. Er kwam humanitaire hulp aan de strijdende Zuid-Afrikaanse republiek op gang. Het Antwerpse Hulp-Komiteit stuurde een ambulance naar het oorlogsfront. Hier zien we de vrijwilligers bij hun vertrek. Tot de flaminganten die de werving in handen namen, behoorden Pol de Mont en Adolf Pauwels, Antwerpen, ca. 1890. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph26612)
Tijdens de Tweede Anglo-Boerenoorlog (1899-1902) zou het ANV de 'Boerenliefde' sterk aanwakkeren. Er kwam humanitaire hulp aan de strijdende Zuid-Afrikaanse republiek op gang. Het Antwerpse Hulp-Komiteit stuurde een ambulance naar het oorlogsfront. Hier zien we de vrijwilligers bij hun vertrek. Tot de flaminganten die de werving in handen namen, behoorden Pol de Mont en Adolf Pauwels, Antwerpen, ca. 1890. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph26612)

De nasleep van de Boerenoorlog

Na de vrede van Vereeniging, die op 31 mei 1902 een einde maakte aan de onafhankelijkheid van de Boerenrepublieken, verloor Vlaanderen de Boeren snel uit het oog. De bovengenoemde comités hielden in 1905 op te bestaan. Aan de actuele politieke ontwikkelingen in Zuid-Afrika werd door pers en publiek weinig aandacht meer geschonken. Niettemin kwam er in de naoorlogse jaren een bescheiden culturele uitwisseling met Zuid-Afrika op gang. Persoonlijke contacten tussen de Afrikaanse taalkundige Willem Viljoen en Paul Fredericq leidden ertoe dat tussen 1903 en 1914 zeven Afrikaners in Gent kwamen studeren. Twee Vlamingen, de germanist A. Lodewijckx en de historicus Willem Blommaert, werden docent aan het Victoria Kollege (vanaf 1918: Universiteit) in Stellenbosch. Blommaert ontwikkelde zich in de periode 1909-1934 tot de belangrijkste culturele schakel tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika. Hij zette zich actief in voor de erkenning van het Afrikaans als landstaal (wat in 1925 gebeurde), was een van de grondleggers van de wetenschappelijke geschiedschrijving in Zuid-Afrika en speelde een hoofdrol in het ontwerpen van een nationale vlag in de jaren 1920. Van 1926 tot 1933 stond Blommaert aan het hoofd van de Universiteit van Stellenbosch, toentertijd de belangrijkste intellectuele kweekvijver van het Afrikaner nationalisme.

Maar ook in politieke kringen bleef er belangstelling bestaan voor Zuid-Afrika en het Afrikaans. Tijdens de parlementaire debatten over de overname van Congo Congo
Lees meer
door de Belgische staat in 1908, meer bepaald bij de bespreking van artikel 3 van het Koloniaal Charter dat handelde over taal en taalrechten, verwezen verschillende Vlaamsgezinde politici naar de taalkundige en etnische verwantschap tussen de Afrikaners in Zuid-Afrika en de Vlamingen in Congo (zie Taalpolitiek en -wetgeving Taalpolitiek en -wetgeving
Situaties van taalonderdrukking vindt men wereldwijd. Daarom besteedt deze bijdrage eerst aandacht aan gehanteerde taalpolitieke strategieën. Ook in België verzette een gedomineerde taalg... Lees meer
). De toekenning aan het Nederlands in Congo van een statuut gelijkwaardig aan dat van het Frans, zou volgens hen dan ook bijdragen aan de ontwikkeling van het Nederlands in Afrika. Ook zou het opportuniteiten bieden aan de Afrikaners die sinds de jaren 1870 vanuit Zuid-Afrika verder noordwaarts waren getrokken, onder andere naar het zuidoosten van Belgisch-Congo, zoals de Zuid-Afrikaanse dominee (en latere president) D.F. Malan vaststelde tijdens zijn reis in 1912 naar het toenmalige Rhodesië en Congo. In 1914 bracht Kamerlid Louis Franck Franck, Louis
De inzet van Louis Franck (1868-1937) voor de vernederlandsing van het middelbaar onderwijs en de Gentse universiteit bracht hem rond 1910 op het hoogtepunt van zijn Vlaams-liberale roem.... Lees meer
dan weer een bezoek aan Zuid-Afrika, waar hij lezingen hield over de Vlaamse taalstrijd en contact had met politici.

Ondanks de qua omvang zeer bescheiden contacten tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika, bleven Vlaamse studenten – met name de katholieken onder hen – nog lang na afloop van de oorlog dwepen met de Boeren. En ook het romantische bekeringsideaal van de paters oblaten zinderde na. Het leidde na enige jaren van voorbereiding in 1910 uiteindelijk tot de stichting van een benedictijnermissie in Noord-Transvaal. De Vlaamse missionarissen richtten hun apostolaat vooral op de zwarte bevolking, maar door hun langdurige verblijf in Zuid-Afrika leerden zij ook de witte Afrikaners van nabij kennen. Over hen schreven zij in de regel positief. Aldus hielpen zij in Vlaanderen een gunstig beeld van de Boeren mee instandhouden.

De Eerste Wereldoorlog, 1914-1918

In 1910 werden de vier Britse koloniën in Zuid-Afrika samengevoegd in een staatsverband. De voormalige Boerengeneraal Louis Botha werd premier van deze Unie van Zuid-Afrika. Kort na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
richtte de Britse regering een verzoek aan Botha om het aan de Unie grenzende Duitse Zuidwest-Afrika te veroveren. De premier toonde zich bereid aan het verzoek te voldoen. Dat viel echter niet bij iedereen in goede aarde. Het verlangen naar herstel van de in 1902 verloren gegane republikeinse onafhankelijkheid leefde nog bij veel Afrikaners. Nu Engeland verwikkeld was in een Europese oorlog, leek voor sommigen onder hen de tijd rijp voor het afwerpen van het Britse juk. Ruim 11.000 Afrikaners rebelleerden tegen de regering-Botha in een (vergeefse) poging de zelfstandigheid van de oude Boerenrepublieken gewapenderhand te herstellen. In januari 1915 werden de laatste opstandelingen door regeringstroepen verslagen. De opstand had toen drie maanden geduurd en aan ruim 300 mensen het leven gekost.


Na de Duitse inval in België in 1914 kwam het erop aan de Zuid-Afrikaanse Boeren voor deelname aan de oorlog aan de zijde van het Britse Imperium te winnen. Kamerlid Alfons van de Perre (tweede van rechts) werd met dat doel naar Zuid-Afrika gestuurd. (Collectie Stad Antwerpen, tglhph27148)
Na de Duitse inval in België in 1914 kwam het erop aan de Zuid-Afrikaanse Boeren voor deelname aan de oorlog aan de zijde van het Britse Imperium te winnen. Kamerlid Alfons van de Perre (tweede van rechts) werd met dat doel naar Zuid-Afrika gestuurd. (Collectie Stad Antwerpen, tglhph27148)

Nog voor het uitbreken van de rebellie had de Unieregering aan België gevraagd een parlementaire delegatie naar Zuid-Afrika te sturen, om daar propaganda voor de geallieerde zaak te voeren. Na overleg met Londen zond Brussel de Vlaamse parlementariërs Alfons van de Perre Van de Perre, Alfons
Lees meer
en Eugène Standaert, omdat die de veelal pro-Duitse Afrikaners in hun eigen taal zouden kunnen toespreken. Tussen december 1914 en februari 1915 hielden de twee een reeks toespraken in de Unie. Een onverdeeld succes was hun zending echter niet. Enerzijds werd hun gebruik van de Nederlandse taal door de Britse pers in Zuid-Afrika als pro-Afrikaanse partijdigheid bekritiseerd. Anderzijds zagen tal van nationalistische Afrikaners de twee Belgen als Engelse agenten, een opvatting die werd gedeeld door de geradicaliseerde Vlaamsgezinden, die weldra tot het activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
– de collaboratie met de Duitse bezetter in België – zouden overgaan. Vooral in De Vlaamsche Post De Vlaamsche Post
Lees meer
werd de delegatie als pro-Engels veroordeeld.

Over het algemeen ging de rebellie aan het door de oorlog getroffen België echter vrijwel onopgemerkt voorbij. Ook in het bezette deel van het land besteedde de Vlaamse activistische pers er weinig aandacht aan. De activisten waren in de regel niet erg Groot-Nederlands Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
georiënteerd. Een petitie ten gunste van de gevangengenomen rebellenleider en voormalige Boerengeneraal Christiaan de Wet, waarmee vrouwen in Nederland en België wilden pleiten voor diens vrijlating, leverde slechts 363 handtekeningen op. Ter vergelijking: in Nederland waren dat er 16.000.

Toen in de zomer van 1915 bekend werd dat aan het IJzerfront Zuid-Afrikaanse troepen zouden worden ingezet, deed Van de Perre in De Belgische Standaard De Belgische Standaard
Lees meer
een oproep tot de Vlaamse bevolking om de Zuid-Afrikanen hartelijk te verwelkomen. In flamingantische kringen ging het gerucht dat de Belgische leger Leger
Lees meer
leiding maatregelen had genomen om te voorkomen dat Vlaamse en Zuid-Afrikaanse soldaten met elkaar in contact zouden komen. Het opperbevel zou vrezen dat Afrikaners en Vlamingen elkaars nationalisme zouden aanwakkeren. Van een dergelijke verbroedering tussen de twee groepen aan het front (een Zuid-Afrikaanse brigade vocht in het najaar van 1917 aan de IJzer) bleek in de praktijk overigens niets.


<p>Omslag van <em>De Toorts</em>, jg. 3, 1918, nr. 2. (ADVN, VY553)</p>

Omslag van De Toorts, jg. 3, 1918, nr. 2. (ADVN, VY553)

Het interbellum, 1918-1940

Ook tijdens het interbellum namen de betrekkingen met Zuid-Afrika allesbehalve een hoge vlucht. Ter verklaring daarvoor kan enerzijds gewezen worden op de aard van het toenmalige Afrikaner nationalisme. Dat uitte zich in deze jaren vooral als een etnisch exclusieve emancipatiebeweging, gericht tegen de maatschappelijke en politieke dominantie van het Engelstalige bevolkingsdeel in de Unie. De uitbouw en versterking van de Afrikaner cultuur was hierbij een van de speerpunten. Om het eigen karakter daarvan te benadrukken werd ze vaak afgezet tegen de Nederlandse cultuur waaruit zij was voortgekomen. De herhaaldelijk beleden afkeer van culturele "Nederlandse smetstof" was een van de uitingen van het feit dat het Afrikaner nationalisme niet de bewustheid van een groter stamverband insloot. Bestond dus in Zuid-Afrika nauwelijks belangstelling voor het aanknopen van contacten met cultuurgenoten overzee, in Vlaanderen was die behoefte evenmin erg groot. Slechts een klein deel van de Vlaamsgezinden was daadwerkelijk Groot-Nederlands georiënteerd, en daarvan richtten de meesten zich noordwaarts naar Nederland en niet naar de zuidpunt van Afrika. In het algemeen mag gesteld worden dat het gros van de Afrikaners en de meerderheid van de Vlamingen te zeer bezig waren met de eigen emancipatiestrijd om veel aandacht aan de overzeese stamverwanten te kunnen of willen besteden.

Hoewel de belangstelling voor de lotgevallen van de Boeren bij het grote publiek in de loop van de jaren steeds verder verflauwde, verdween ze in Vlaanderen echter nooit geheel. Onder intellectuelen viel geleidelijk aan zelfs een groeiende (culturele) belangstelling waar te nemen. Vooral de Afrikaanse literatuur Literatuur
De literatuur heeft een cruciale rol gespeeld in het ontstaan van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en ook in de daaropvolgende fasen van de Vlaamse natiewording zijn schrijvers vaak richting... Lees meer
werd een blikvanger. De belangrijkste promotor van de Afrikaanse letterkunde in Vlaanderen tijdens het interbellum was Jan Grauls Grauls, Jan
Jan Grauls (1887-1960) was een ambtenaar en taalkundige afkomstig uit Hasselt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog oefende hij achtereenvolgens de ambten uit van provinciegouverneur van Antwer... Lees meer
, die in 1919 Dichters uit Zuid-Afrika publiceerde. Tot 1937 gaf hij bovendien een honderdtal voordrachten over Afrikaanse taal- en letterkunde. Na verloop van tijd trok de groeiende culturele belangstelling voor Zuid-Afrika de aandacht van tijdelijk in Nederland verblijvende Afrikaner intellectuelen. In de jaren 1930 brachten zij steeds vaker bezoeken aan Vlaanderen, waar zij door middel van lezingen de Afrikaanse letterkunde meer bekendheid gaven en zich ook zelf lieten inspireren door Vlaamse en Noord-Nederlandse schrijvers (C.M. van den Heever door Stijn Streuvels Lateur, Frank
Lees meer
, W.E.G. Louw door Geerten Gossaert (pseudoniem Frederik Gerretson Gerretson, Frederik C.
Frederik Carel Gerretson (1884–1958) was een Nederlandse historicus, zakenman en politicus, die vanuit zijn Groot-Nederlandse overtuiging het Vlaams-nationalisme trachtte te beïnvloeden.... Lees meer
)). De Afrikaanse Skrywerskring knoopte betrekkingen aan met de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen Vereniging van Vlaamse Letterkundigen
De Vereniging van Vlaamse Letterkundigen (VVL), opgericht in 1907 te Antwerpen, pleitte voor culturele toenadering tussen Noord en Zuid. Tijdens de Eerste Wereldoorlog ontstonden interne... Lees meer
en wierf in 1936 Vlaamse medewerking voor haar Jaarboek.

Een belangrijke Vlaamse voorvechter en popularisator van Afrikaans was voordrachtskunstenaar en bestuurslid van het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV) Modest Lauwerijs Lauwerijs, Modest
Modest Lauwerijs (1887-1967) was een Vlaamsgezinde voordrachtkunstenaar en acteur. Hij was leraar aan het Conservatorium in Antwerpen. Ook promootte hij het gebruik van het ABN. Lees meer
. Hij verzorgde onder meer een reeks radioprogramma's en ondernam in de jaren 1920 driemaal een tournee door Zuid-Afrika. Daar speelde hij een belangrijke rol in de ontwikkeling van het Afrikaanstalige toneel Toneel
Het Vlaamse toneel onderhield vanaf zijn ontstaan in de 19de eeuw een complexe en gelaagde verhouding met de Vlaamse beweging. Van een belangrijk emancipatorisch instrument en voorwerp va... Lees meer
. Twee grootheden uit de Zuid-Afrikaanse toneelgeschiedenis, Stephanie Faure en Danie Smal, werden door Lauwerijs in Antwerpen opgeleid.

Hier moet ook Emiel Hullebroeck Hullebroeck, Emiel
Emiel Hullebroeck (1878-1965) was een Vlaamsgezinde componist en dirigent. Hij is van grote betekenis geweest voor de Vlaamse liedbeweging in de 20ste eeuw en voor het sociale statuut van... Lees meer
worden genoemd. Hij leverde een grote bijdrage tot de opkomst van de Afrikaanse liederkunst, zowel in Nederland en Vlaanderen als in Zuid-Afrika zelf. In opdracht van het ANV vertrok Hullebroeck in 1920 voor enkele maanden naar de Unie, waar hij met groot succes liederavonden organiseerde en onder meer het volksliedje Sarie Marais voor het eerst onder de aandacht van een breed publiek bracht.


<p>Liederbrochure, <em>Skoon Suid-Afrika: 22 &eacute;&eacute;n- en tweestemmige Zuid-Afrikaansche liederen bewerkt door Emiel Hullebroeck</em>, ca. 1930. (ADVN, VBRB5801)</p>

Liederbrochure, Skoon Suid-Afrika: 22 één- en tweestemmige Zuid-Afrikaansche liederen bewerkt door Emiel Hullebroeck, ca. 1930. (ADVN, VBRB5801)

De kennismaking met de Afrikaanse literatuur en de grote populariteit van de door Hullebroeck in Vlaanderen bekendgemaakte Afrikaanse liederen, droegen ertoe bij dat het romantische beeld dat rond de eeuwwisseling van de Boeren was ontstaan, voortleefde in Vlaanderen. Dat was vooral het geval onder radicale jongeren uit Groot-Nederlandse kring. Organisaties als het Verdinaso Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen
Het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso) (1931-1941) was een fascistisch geïnspireerde beweging onder leiding van Joris van Severen, die een staats- en maatschappijherv... Lees meer
en het Dietsch Studentenverbond Dietsch Studentenverbond
Het Dietsch Studenten Verbond was een van oorsprong Nederlandse nationalistische studentenvereniging, die in de periode 1922-1941 actief was in Nederland en Vlaanderen. Op haar hoogtepunt... Lees meer
wezen herhaaldelijk op ‘de groote waarde, zoowel voor Nederland en Vlaanderen als voor Zuid-Afrika, van een nauwe cultureele samenwerking tusschen de verspreide deelen van onzen Stam’. Veel concrete gevolgen had deze gedachte echter niet. Het militante Verdinaso had in België weinig aanhang en het Dietsch Studentenverbond nog veel minder.

De eeuwfeestviering van de Grote Trek, die haar hoogtepunt beleefde in 1938, gaf de Vlaamse belangstelling voor Zuid-Afrika een nieuwe impuls. De priester en oude Boerenvriend Cyriel Verschaeve Verschaeve, Cyriel
Cyriel Verschaeve (1874-1949) was een West-Vlaamse priester, literair auteur, kunstbeschouwer en publicist, die bekend werd als icoon van de Frontbeweging en het opkomende Vlaams-national... Lees meer
publiceerde zijn Voortrekkerspad, terwijl de flamingantische dichter Wies Moens Moens, Wies
Lees meer
zich verdiepte in de Afrikaner literatuur. Afrikaner studenten gaven toneelvoorstellingen in Vlaanderen en de Vlaamse Toeristenbond Vlaamse Toeristenbond
VTB-VAB (1922) was een cultureel-toeristische organisatie die bijdroeg aan de ontwikkeling van het toerisme en de mobiliteit in Vlaanderen. Ze was door haar financiële en culturele slagkr... Lees meer
maakte plannen voor het organiseren van goedkope reizen naar Zuid-Afrika. Dom Modest (Alfons) van Assche Van Assche, Alfons
Alfons van Assche (1891-1945) was als dom Modest abt van de Sint-Pietersabdij van Steenbrugge. Hij was tijdens het interbellum geestelijk leider van de Katholieke Jongeren Vredesactie. Hi... Lees meer
, abt van Steenbrugge, stichtte in 1937 het tijdschrift Dietsland Suid-Afrika Dietsland Suid-Afrika
Dietsland Suid-Afrika was een tweemaandelijks tijdschrift dat van mei 1937 tot april 1940 uitgegeven werd door de Sint-Pietersabdij in Steenbrugge. Lees meer
. Twee jaar later werd in zijn abdij een documentatiecentrum over Zuid-Afrika opgericht.

Het gevolg van deze activiteiten was dat in de Vlaamse pers artikelen over Zuid-Afrika weer een frequent verschijnsel werden. De opleving was echter tijdelijk: ze werd in de kiem gesmoord door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
.

De Duitse bezetting, 1940-1944

De Duitse bezetters namen tegenover het fenomeen van de Boerenliefde in zowel België als Nederland een tweeslachtige houding aan. Enerzijds was Berlijn gekant tegen alles wat zweemde naar de Groot-Nederlandse gedachte, omdat deze ideologie de inlijving van België en Nederland bij het Duitse Rijk in de weg stond. Anderzijds werd de stamverwantschapsidee sterk naar voren gebracht door Duitse propagandisten, die de oude, uit de tijd van de Boerenoorlog nog welbekende, tegenstelling tussen Boer en Brit benadrukten in de hoop daarmee anti-Engelse gevoelens onder de bevolking te cultiveren. Ten gevolge daarvan verschenen in de collaborerende Vlaamse pers geregeld artikelen over de Boeren van Zuid-Afrika. Uitgeefster Martha vande Walle Vande Walle, Martha
Martha vande Walle (1902-1980) was actief in de katholieke Vlaamse meisjesbeweging en de drijvende kracht achter de uitgeverijen Zeemeeuw en Wiek Op. Vande Walle speelde onder andere als ... Lees meer
publiceerde Betrekkingen tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika, waarin ruimschoots aandacht werd geschonken aan de anti-Britse gevoelens die rond de laatste eeuwwisseling in Vlaanderen opgeld deden.

Gedurende de oorlogsjaren kon van intensief verkeer tussen België en Zuid-Afrika geen sprake zijn. In het geval van Belgisch Kongo lag dat uiteraard heel anders. Ongeveer 300 Belgen werden bij de Zuid-Afrikaanse luchtmacht tot piloot opgeleid en namen deel aan geallieerde acties in Europa. Belangrijk was ook dat veel koloniale ambtenaren, hiertoe aangespoord door de overheid, hun vakanties gingen doorbrengen in Zuid-Afrika. Zo leek zich een gelegenheid voor te doen om culturele contacten te leggen tussen Afrikaners en Vlamingen in Kongo. Er kwam evenwel niets concreets tot stand. In Band Band (1942-1960)
Lees meer
, het in 1942 opgerichte tijdschrift voor Vlamingen in Congo, werd enkele malen over Zuid-Afrika geschreven. Plannen voor de oprichting van een algemeen Diets Diets
Het woord ‘Diets’ stamt uit het Middelnederlands. In de context van de Vlaamse beweging dook deze term voor het eerst op in de loop van de 19de eeuw, meestal als equivalent voor Nederlan... Lees meer
tijdschrift, een initiatief van Rik Cornelis Cornelis, Rik
Hendrik (Rik) Cornelis (1910-1999) was een Vlaams koloniaal ambtenaar. In 1958 werd hij benoemd tot gouverneur-generaal van Belgisch Congo. Als oprichter van het tijdschrift Band in 1942 ... Lees meer
en de Afrikaner schrijver C. Louis Leipoldt, kwamen echter niet van de grond. De voormalige Zuid-Afrikaanse gezant in Nederland en België, H.D. van Broekhuyzen, riep in 1943 via de radio op tot toenadering tussen de Vlamingen in Kongo en hun stamgenoten in de Unie. Ook dit bleef zonder concrete gevolgen.

Ontwikkelingen na 1945

Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam een relatief groot aantal Vlaamsgezinden in de collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
terecht. Dat heeft het gedachtegoed van de Vlaamse beweging in de naoorlogse jaren ernstig gecompromitteerd. Des te opmerkelijker is dan ook dat de Boerenliefde, die toch deel uitmaakte van dit gedachtegoed, in Vlaanderen reeds kort na de oorlog weer opgeld deed.

In de jaren 1950 en 1960 was er in België, en Vlaanderen in het bijzonder, een grote mate van sympathie voor Zuid-Afrika. De taalverwantschap tussen het Nederlands en het Afrikaans stond daarin centraal. Vlamingen konden zich identificeren met de culturele en taalstrijd van de Afrikanergemeenschap, waarin ze hun eigen strijd voor culturele, economische en politieke ontvoogding herkenden. In die context hadden ze begrip voor het streven van de Afrikaners om hun eigen identiteit te verzekeren en te versterken binnen het nieuwe Zuid-Afrika – een begrip dat overigens wederzijds was, en dat leidde tot een vorm van solidariteit tussen de beide gemeenschappen die werden “bedreigd” door grotere en sterkere talen en culturen. Nauwe banden tussen Vlamingen en Afrikaners zouden in die zin zowel het Nederlands en het Afrikaans ten goede komen.

Het traditionele, romantische beeld van de Boeren werd onder meer gevoed door de boeken van Renaat Joostens Joostens, Renaat
Renaat Joostens (1902-1973) was dichter en jeugdschrijver. Ook werkte hij mee aan De Vlaamse Linie en Rommelpot. Lees meer
, die onder het pseudoniem van Albe in 1946 Ossewagens op de Kim publiceerde, een heldenepos over de Grote Trek. Als Kapitein Zeldenthuis schreef Joostens later nog vijf jongensboeken rond dezelfde thematiek. In Ons Volkske verschenen in 1952-1953 stripverhalen van de hand van Karel Verschuere met titels als Boeren Voorwaarts en Strijd om Land. De Vlaamse jeugd participeerde ruimschoots in de Boerenromantiek. In de jaren 1950 werden tal van Zuid-Afrika-activiteiten ontplooid door zowel katholieke, liberale als socialistische verenigingen. In Vlaanderen waren vooral het katholieke Davidsfonds Davidsfonds
Het Davidsfonds is een katholieke Vlaamse cultuurvereniging, die werd opgericht in januari 1875. Lees meer
en de pluralistische Vlaamse Toeristenbond actief in dit verband. De bijeenkomsten bestonden in de regel uit een lezing of een film over een algemeen cultureel of toeristisch thema en het zingen van Afrikaanse liederen.


De Vlaamse jeugd komt in de jaren 1950 onder meer via de stripalbums van Karel Verschuere in aanraking met het traditionele, romantische beeld van de Boeren.
De Vlaamse jeugd komt in de jaren 1950 onder meer via de stripalbums van Karel Verschuere in aanraking met het traditionele, romantische beeld van de Boeren.

Hoewel ze nooit geïnventariseerd zijn, moeten er in de jaren 1950 een paar duizend gelijkaardige bijeenkomsten zijn gehouden. Dat lijkt te duiden op een verbazingwekkende, hernieuwde belangstelling in Vlaanderen voor Zuid-Afrika. Bij nadere beschouwing blijkt dat echter tegen te vallen. Er was veeleer sprake van een laatste stuiptrekking van de oude Boerenliefde. De belangstelling was meer op het verleden dan op het heden gericht: het was het anachronistische, romantische beeld van de Boeren dat mensen aansprak. Al was het maar als nostalgische herinnering aan de tijd van de Tweede Anglo-Boerenoorlog, waarin ze de Vlamingen een sindsdien ongekend gevoel van nationale saamhorigheid had bezorgd. Tot noemenswaardige initiatieven op economisch, cultureel of politiek gebied leidden deze bijeenkomsten niet.

Ook de emigratie Emigratie
De Vlaamse migratie was een tweezijdig proces tussen ontvangst- en oorsprongsregio's, beïnvloed door sociale, economische en politieke factoren. Vooral regio's als Oost- en West-Vlaander... Lees meer
naar Zuid-Afrika nam aanvankelijk nooit grote vormen aan, al week na 1945 een aantal collaborateurs (waaronder Herman de Vleeschauwer De Vleeschauwer, Herman
Herman de Vleeschauwer (1899-1986) was filosoof, hoogleraar en bibliothecaris. Hij collaboreerde tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Vlaamsch Nationaal Verbond en week na de bevrijding ... Lees meer
) uit naar het land – waar tijdens de oorlogsjaren ook veel Afrikaners fascistische sympathieën hadden getoond. Dat veranderde na de onafhankelijkheid van de Belgische kolonies, begin jaren zestig. Een behoorlijk grote groep vooral Vlaamse ‘colons’ week uit naar Zuid-Afrika, vooral via Katanga. Vanaf de jaren zeventig zouden ook enkele honderden jonge artsen hun geluk in Zuid-Afrika beproeven – vaak nadat zij stages hadden gelopen in Stellenbosch en aan andere universiteiten. In totaal zouden er tegen 1983 ongeveer 18.000 Belgen in Zuid-Afrika zijn gevestigd.

De belangrijkste culturele betrekkingen tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika na 1945 vonden plaats op letterkundig gebied. De grote Vlaamse tijdschriften, vooral Dietsche Warande en Belfort Dietsche Warande en Belfort
Dietsche Warande en Belfort was een Vlaams tijdschrift voor literatuur- en geestesleven. Het ontstond in 1900 door de samensmelting van de tijdschriften Dietsche Warande en Het Belfort.... Lees meer
en het Nieuw Vlaams Tijdschrift Nieuw Vlaams Tijdschrift (NVT)
Lees meer
, besteedden veel aandacht aan Afrikaanse letterkunde. Ook in het in 1957 opgerichte Ons Erfdeel Ons Erfdeel
De Vlaams-Nederlandse vzw Ons Erfdeel werd opgericht in 1957 en informeert via haar tijdschrift over uiteenlopende ontwikkelingen in het Nederlandse taalgebied. De titel van het gelijknam... Lees meer
verschenen tal van artikelen over Zuid-Afrika. De Antwerpse germanist Rob Antonissen speelde een belangrijke rol in de letterkundige contacten tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika. Hij doceerde van 1950 tot aan zijn overlijden in 1972 aan de Rhodes-universiteit te Grahamstad (nu: Makhanda), en publiceerde in 1955 een standaardwerk over de Afrikaanse letterkunde. In dat jaar werd hij ook lid van de redactie van het literaire tijdschrift Standpunte. Andere Vlaamse auteurs die aan Zuid-Afrikaanse tijdschriften meewerkten, waren Karel Jonckheere Jonckheere, Karel
Karel Jonckheere (1906-1993) was een auteur en propagandist voor de Vlaamse letterkunde in binnen- en buitenland. Lees meer
en André Demedts Demedts, André
André Demedts (1906-1992) was een Vlaamsgezinde auteur, voordrachtgever en inspirator van literaire organisaties. Zo werd hij in Vlaanderen een belangrijke cultuurdrager. Demedts gold bov... Lees meer
; zij zetelden respectievelijk in de redactie van Standpunte en het Tydskrif vir Letterkunde. Demedts publiceerde zeer geregeld in het Tydskrif vir Letterkunde en werd erelid van de Afrikaanse Skrywerskring, die het tijdschrift uitgaf.


Op de IJzerbedevaart wordt de verbondenheid met Zuid-Afrika beklemtoond. Hamersma brengt een groet uit Zuid-Afrika op de 30ste IJzerbedevaart, 1957. Foto Nestor Gerard. (ADVN, VFFY6/031)
Op de IJzerbedevaart wordt de verbondenheid met Zuid-Afrika beklemtoond. Hamersma brengt een groet uit Zuid-Afrika op de 30ste IJzerbedevaart, 1957. Foto Nestor Gerard. (ADVN, VFFY6/031)

In 1954 sloten België en Zuid-Afrika een Cultureel Akkoord, in het kader waarvan een structurele uitwisseling van academici, kunstenaars en studenten op gang kwam. Die bleef echter zeer bescheiden van omvang, vooral als ze vergeleken wordt met het uitwisselingsprogramma dat in 1953 tussen Zuid-Afrika en Nederland van kracht was geworden. Zo stelde de Zuid-Afrikaanse regering aan studiebeurzen voor Nederlandse studenten bijna zevenmaal zoveel geld beschikbaar als voor Belgische studenten. Al met al leidde het Cultureel Akkoord, dat zo'n twintig jaar zou functioneren, tot weinig concrete resultaten op wetenschappelijk of artistiek gebied. Opvallend is verder dat het culturele verkeer tussen Zuid-Afrika en België een hoofdzakelijk witte aangelegenheid was. De Zuid-Afrikaanse overheid hanteerde het akkoord in de eerste plaats als instrument om internationaal begrip voor het door haar gevoerde rassenbeleid te kweken. Cultuuruitingen van zowel zwarte Zuid-Afrikanen als de overwegend Afrikaanstalige ‘kleurlingen’ bleven daarbij vrijwel geheel buiten beeld.

Apartheid

In 1948 was in Zuid-Afrika de Nasionale Partij aan de macht gekomen. In de daaropvolgende decennia zou zij onder de naam 'apartheid' een beleid voeren van strikte rassenscheiding op elk denkbaar maatschappelijk gebied (zie Racisme Racisme
Lees meer
). Apartheid leidde tot een stelselmatige bevoorrechting van de witte bevolking, met name van de Afrikaners, op sociaaleconomisch gebied. Verzet hiertegen van de politiek monddood gehouden zwarte meerderheid werd met harde hand onderdrukt. De Zuid-Afrikaanse rassenpolitiek werd door de internationale gemeenschap alom afgewezen. In 1952 werd apartheid voor het eerst als afzonderlijk agendapunt behandeld door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (VN). Veertien lidstaten noemden het toen een flagrante schending van de mensenrechten en zelfs een bedreiging voor de wereldvrede. Het was een mening die, zij het in wat mildere bewoordingen, in de jaren 1960 uiteindelijk gemeengoed zou worden binnen de VN.

De apartheidspolitiek had uiteraard zijn weerslag op het beeld van Zuid-Afrika in het buitenland, en op dat van de in vroeger tijden zo bejubelde Afrikaners. In de loop van de jaren 1960 smolt de hier en daar nog bestaande Boerenliefde in Vlaanderen weg. Ook in intellectuele kringen nam de aandacht voor Zuid-Afrika af en in de Vlaamse literaire tijdschriften werd steeds minder aandacht besteed aan de Afrikaanse taal- en letterkunde.

In vergelijking met Nederland werd de apartheidspolitiek in Vlaanderen tot aan de jaren 1970 evenwel met wat meer welwillendheid bejegend. Hieruit sprak enerzijds het feit dat in Nederland gevoelens van culturele en religieuze verwantschap met de Afrikaners altijd veel sterker waren geweest dan in Vlaanderen. De internationaal verfoeide apartheid riep daarom in Nederland sterkere emoties op dan in Vlaanderen. Anderzijds mag worden verondersteld dat men in Vlaanderen wellicht iets meer oog (en begrip) had voor het sociaaleconomische emancipatiestreven van de Afrikaners, dat mede ten grondslag lag aan het apartheidsbeleid. In tijdschriften als Ons Leven Ons Leven
Ons Leven (1888) is een Leuvens studententijdschrift en het blad van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV). Lees meer
(1961), West-Vlaanderen West-Vlaanderen
Lees meer
(1962), De Vlaamse Gids De Vlaamse Gids (met) Boek & Biliotheek
De Vlaamse Gids (1905-2000) was een flamingantisch en liberaal tijdschrift. Het werd gesticht door Max Rooses, met medewerking van Paul Fredericq en Jozef Vercoullie. Het blad was feiteli... Lees meer
(1963) en De Autotoerist De Autotoerist
Lees meer
(1964) verschenen artikelen waarin positief over apartheid werd geoordeeld.

Niettemin lieten ook Vlamingen van allerlei wereldbeschouwelijke richting zich gaandeweg steeds vaker kritisch uit over de Zuid-Afrikaanse rassenpolitiek. Tekenend voor de veranderende stemming jegens de Afrikaners is de houding van het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV). In 1963 werden in het maandblad Neerlandia al kritische kanttekeningen geplaatst bij de apartheidspolitiek en vanaf de jaren 1970 zou in het tijdschrift heel wat minder over Zuid-Afrika worden geschreven dan voorheen; er zijn zelfs verschillende jaargangen waarin helemaal geen gewag meer wordt gemaakt van het land. Uiteindelijk verklaarde het ANV-bestuur in november 1977 onomwonden dat het apartheid een afkeurenswaardige zaak achtte.

Net als het ANV ging ook het Davidsfonds zich geleidelijk aan kritischer opstellen tegenover Zuid-Afrika. Dit bleek bijvoorbeeld uit de publicatie van Aster Berkhofs tendensroman Het huis van Mama Pondo in 1972.

Verdeelde reacties op apartheid

De hierboven aangegeven verandering in het denken over Zuid-Afrika werd deels veroorzaakt door de in de jaren 1970 steeds verder toenemende repressie in Zuid-Afrika, die in de internationale pers breed uitgemeten en algemeen werd veroordeeld. Ook in de Vlaamse pers waren gaandeweg meer kritische geluiden te lezen. Auteur en uitgever Steven Debroey Debroey, Steven
Steven Debroey (1913-2002) was een Diets jeugdleider, bediende, schrijver en uitgever. Lees meer
speelde in dat verband een belangrijke rol. Debroey kwam in de jaren zestig in aanraking met Afrika, en knoopte vertrouwelijke relaties aan met de presidenten Julius Nyerere (Tanzania) en Kenneth Kaunda (Zambia). Bij zijn kennismaking met Zuid-Afrika in 1972 kreeg onmiddellijk een afkeer van het apartheidsregime. Debroey publiceerde in afspraak met hoofdredacteur Manu Ruys Ruys, Manu
Manu Ruys (1924-2017) was een Vlaamsgezind journalist en publicist, die van 1975 tot 1989 als politiek hoofdredacteur van De Standaard fungeerde. Ruys gold als een invloedrijk commentator... Lees meer
de bevindingen van zijn reizen naar het land in de krant De Standaard De Standaard (1914-)
Het eerste nummer van het dagblad De Standaard verscheen op 4 december 1918. De krant was gedurende vele decennia hét blad bij uitstek van de katholieke Vlaamse beweging in al haar varian... Lees meer
en beïnvloedde op die wijze sterk de Vlaamse opinie ter zake.

Daarnaast waren de activiteiten van Vlaamse anti-apartheidsgroeperingen als Alternatief Kritak, het Centrum voor Vorming en Actie U.C.O.D. en het Vlaams Angolacomité belangrijk voor de veranderende houding. Anti-apartheidsactivisten voerden actie tegen bedrijven die zakendeden met Zuid-Afrika, riepen op tot het nemen van politieke en economische strafmaatregelen tegen de Zuid-Afrikaanse regering en ijverden voor het verbreken van culturele contacten met de witte bevolking van Zuid-Afrika. Emotioneel waren hun protestacties tegen het zingen van het Zuid-Afrikaanse volkslied (Die Stem) op de IJzerbedevaart IJzerbedevaarten
De IJzerbedevaart is een jaarlijkse herdenking van de Vlaamse gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog, die ontstond omstreeks 1920. Dit voor de Vlaamse beweging erg symbolische gebeur... Lees meer
en op het Vlaams Nationaal Zangfeest Vlaams Nationale Zangfeesten
Het Vlaams Nationaal Zangfeest is een Vlaams-nationalistische bijeenkomst die sinds 1933 jaarlijks wordt georganiseerd door het Vlaams Nationaal Zangverbond, later Algemeen Nederlands Zan... Lees meer
. Ook kleine linkse Vlaamsgezinde groepen, zoals de Werkgroep Arbeid Werkgroep Arbeid
Werkgroep Arbeid was een linkse, flamingantische groep die in 1972 werd opgericht door Paul van Caeneghem. Lees meer
, protesteerden op de IJzerbedevaart tegen Die Stem. Dat leidde in de straten van Diksmuide herhaaldelijk tot knokpartijen met radicaal-rechts Rechts-radicalisme
De rechts-radicale traditie begon toen het Vlaams-nationalisme in het interbellum koos voor Nieuwe Orde en collaboratie. Na de oorlog evolueerde radicaal-rechts in Vlaanderen van nostalgi... Lees meer
.


Affiche uitgegeven door het Vlaams Anti-Apartheidsfront (VAAF) tegen apartheid: 'Geen banden met apartheid. Solidariteit met het Zuidafrikaans verzet!', 1977. (Amsab-ISG, af000146)
Affiche uitgegeven door het Vlaams Anti-Apartheidsfront (VAAF) tegen apartheid: 'Geen banden met apartheid. Solidariteit met het Zuidafrikaans verzet!', 1977. (Amsab-ISG, af000146)

Vanaf 1982 beschikten de Vlaamse anti-apartheidsactivisten over een eigen tijdschrift, het maandblad Amandla. Het werd opgericht op initiatief van de Leuvense socioloog Jan Vanheukelom en was een gezamenlijke uitgave van het Aktiekomitee Zuidelijk Afrika (Akza) en de Boycot Outspan Aktie. Amandla was de Vlaamse editie van het gelijknamige Nederlandse blad dat enige jaren eerder door drie Nederlandse anti-apartheidsorganisaties in het leven was geroepen. Afgezien van enkele pagina's met redactionele bijdragen over de anti-apartheidsbeweging in België en over de Belgische aanwezigheid in Zuid-Afrika, was het in Vlaanderen verschijnende Amandla een kopie van het Nederlandse moederblad.

De anti-apartheidsorganisaties in Vlaanderen opereerden evenwel op veel kleinere schaal dan in bv. Nederland, en Vlaanderen heeft nooit een leidende rol gespeeld in de strijd tegen de apartheid. Hoeveel invloed de verschillende anti-apartheidsgroepen precies hebben gehad op de publieke opinie in Vlaanderen, is overigens onduidelijk.

Enkelingen werden ook actief in de struggle, de strijd voor gelijkberechtiging van de zwarte bevolking tijdens het apartheidsregime, en in die context zijn de acties van de Belgisch-Nederlandse antropologe Hélène Passtoors het vermelden waard. Begin jaren 80 vestigde Passtoors zich samen met haar echtgenoot, de Nederlander Klaas de Jonge, in Maputo (Mozambique), waar ze bevriend geraakten met Joe Slovo, communist en een vooraanstaand lid van het Afrikaans Nationaal Congres (ANC), en zijn vrouw Ruth First. Eind 1981 benaderde het ANC Passtoors en De Jonge om actief het ANC te steunen met geheime missies in Zuid-Afrika. De Jonge en Passtoors scheidden en zij week uit naar Johannesburg. Tijdens haar bijna vier jaar (1981-1985) bij de Special Operations Unit van Umkhonto we Sizwe, de gewapende tak van het ANC, was ze onder meer betrokken bij de zogenaamde Kerkstraatbomaanslag tegen het hoofdkwartier van de Luchtmacht in Pretoria, in mei 1983. Daarbij vielen 19 doden (ten dele burgers) en meer dan 200 gewonden. De aanslag was een reactie op de moord op Ruth First in Maputo en een reeks raids op ANC-strijders het jaar voordien. In juni 1985 werd Passtoors in Zuid-Afrika gearresteerd en verbleef ze acht maanden in eenzame opsluiting. Ze werd beschuldigd van hoogverraad en in mei 1986 veroordeeld tot tien jaar opsluiting. De aanval in de Kerkstraat van 1983 maakte geen deel uit van de aanklacht. In 1989 werd zij vrijgelaten na tussenkomst van de Belgische regering. In 2002 kreeg Passtoors amnestie via de Waarheids- en Verzoeningscommissie.

In Vlaams-nationalistische kringen bleef de sympathie voor Zuid-Afrika evenwel groot, niettegenstaande de culturele boycot en anti-apartheidsbetogingen. Zo werden in 1977 twee organisaties opgericht die zich ten doel stelden de als te negatief beschouwde berichtgeving over Zuid-Afrika in de media te neutraliseren. De eerste was de Belgisch-Zuid-Afrikaanse Interparlementaire Vereniging. Ze keerde zich tegen een boycot van Zuid-Afrika en trad in plaats daarvan in dialoog met collega-parlementariërs uit het land. De vereniging telde ongeveer honderd, vooral Vlaamse leden, gerekruteerd uit de gelederen van de Christelijke Volkspartij Christelijke Volkspartij
Lees meer
(CVP), de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang Partij voor Vrijheid en Vooruitgang
Lees meer
(PVV) en de Volksunie Volksunie
Tussen 1954 en 2001 bepaalde de Volksunie (VU) als Vlaams-nationalistische partij mee de politieke evolutie in België, van unitaire staat tot federaal koninkrijk. Ze groeide uit tot de tw... Lees meer
(VU).

Daarnaast werd op initiatief van oud-minister André Vlerick Vlerick, André
André Vlerick (1919-1990) speelde als econoom en politicus in de periode 1950-1970 een belangrijke rol in de studie en in het beleid met betrekking tot de Vlaamse economische ontwikkeling... Lees meer
(CVP) de Vlaams-Zuid-Afrikaanse contactclub Protea Protea
De vereniging Protea werd in 1977 gesticht met als doel de contacten tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika te bevorderen ten tijde van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime. De belangrijkste pe... Lees meer
opgericht. Tot de stichtersleden behoorden ongeveer veertig parlementsleden en een aantal prominenten uit de economische en financiële wereld. Protea organiseerde voor haar leden vooral voordrachten en studiebijeenkomsten.

In beide verenigingen speelde VU-senator Wim Jorissen Jorissen, Wim (sr.)
Wim Jorissen (1922-1982) was een radicaal Vlaams-nationalistisch boegbeeld van de Volksunie (VU), die in de pioniersjaren van de partij en tot het midden van de jaren 1970 het succes en d... Lees meer
een belangrijke rol. Hij groeide in de late jaren 1970 uit tot de belangrijkste apartheidsapologeet in Vlaanderen. Van zijn hand verschenen onder meer Zuid-Afrika, realistisch bekeken (1978) en Zondebok Zuid-Afrika (1980).


Het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime was aantrekkelijk voor een aantal groepen die nauw wilden aansluiten bij het door nationaal-socialistische idealen geïnfecteerde gedachtegoed van de collaboratie. (ADVN, VAFA437)
Het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime was aantrekkelijk voor een aantal groepen die nauw wilden aansluiten bij het door nationaal-socialistische idealen geïnfecteerde gedachtegoed van de collaboratie. (ADVN, VAFA437)

Naast deze verenigingen bestonden er nog twee radicaal-rechtse Vlaams-nationalistische bewegingen die zich in de jaren 1970 en 1980 onomwonden voor de apartheid uitspraken: de Vrienden van Zuid-Afrika (voortgekomen uit het Algemeen Nederlands Suid-Afrikaans Verbond Algemeen Nederlands Suid-Afrikaans Verbond
Het Algemeen Nederlands Suid-Afrikaans Verbond (1952-1968) was een Vlaams-nationalistische vereniging van Groot-Nederlandse strekking die de culturele banden tussen Vlaanderen, Nederland ... Lees meer
) en Voorpost Voorpost
Voorpost is een Vlaams-Nederlandse uiterst-rechtse actiegroep, opgericht in 1976 door Luc Vermeulen. Met straatacties in Vlaanderen en Nederland strijdt Voorpost vooral tegen België en m... Lees meer
. De laatste vereniging had in haar statuten opgenomen dat: ‘vanwege de gemeenschappelijke afstamming, en de daardoor historisch bepaalde taal- en cultuurverwantschap met de Afrikaner Boerenbevolking, [..] Voorpost in broederlijke solidariteit naast blank Zuid-Afrika [staat].’ Beide verenigingen vormden vanaf het einde van de jaren 1980 een toevluchtsoord voor teleurgestelde Protea-leden, die de hervormingsgezinde koers ten aanzien van apartheid van het Protea-bestuur niet wilden steunen.

Cultureel Akkoord

De verdeeldheid binnen de Vlaamse (en in feite de gehele Belgische) samenleving over het al dan niet treffen van concrete maatregelen tegen de Zuid-Afrikaanse rassenpolitiek heerste ook op regeringsvlak. Het Belgische beleid ten aanzien van Zuid-Afrika was in de jaren 1970 en 1980 weinig doortastend en niet zeer consequent. Enerzijds werd de apartheid ten sterkste afgekeurd, maar anderzijds was de regering huiverig om er stappen tegen te nemen omdat die mogelijk de Belgische economische belangen in Zuid-Afrika zouden kunnen schaden. Deze halfslachtige opstelling tegenover apartheid was overigens een vrij algemeen West-Europees verschijnsel. Eenzelfde houding werd aangenomen door de regeringen van onder meer Groot-Brittannië, Nederland, West- Duitsland Duitsland & Vlaanderen
Van de eerste helft van de 19de eeuw tot 1945 stond het Duitse beeld van Vlaanderen in het teken van etnisch-culturele verbondenheid. Die romantische perceptie leefde vooral bij een beper... Lees meer
en Frankrijk Frankrijk & Vlaanderen
De verhouding tussen Vlaanderen en Frankrijk werd altijd gekenmerkt door een aanzienlijke dubbelzinnigheid. Hoewel er lange tijd een grote affiniteit met de Franse cultuur bestond, werd d... Lees meer
. Feitelijk waren alleen de Scandinavische Scandinavië & Vlaanderen
Lees meer
landen echt bereid tot het instellen van betekenisvolle economische sancties tegen Zuid-Afrika.

In december 1977 gaf de Belgische regering een duidelijk anti-apartheidssignaal. In navolging van Nederland schortte ze toen het in 1954 gesloten Cultureel Akkoord met Zuid-Afrika op. Sindsdien werd van officiële zijde niets meer gedaan om de onderlinge culturele betrekkingen te onderhouden. Overigens was de opschorting van het akkoord, die er vooral kwam onder druk van Franstalige politici, niet onomstreden binnen de Vlaamse samenleving. Tot ver in de jaren 1980 werd, onder meer binnen de Vlaamse Raad Vlaams Parlement
Het Vlaams Parlement is de parlementaire vergadering van de Vlaamse deelstaat in het federale België. Zijn geschiedenis kent drie grote fasen: de periode van de Cultuurraad voor de Neder... Lees meer
, heftig gedebatteerd over de mogelijkheid een nieuw cultureel verdrag te sluiten. Zover kwam het echter nooit; de christendemocraten waren verdeeld over deze kwestie, en de socialisten verbonden aan de eventuele sluiting van een nieuw akkoord de voorwaarde dat Zuid-Afrika eerst een democratische regering moest hebben.

Hernieuwde samenwerking tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika

De afschaffing van de apartheid in 1990 bood echter perspectieven voor hernieuwde contacten tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika. Sinds het begin van de jaren 1990 kwam in de Vlaamse Raad dan ook geregeld de herneming van relaties met Zuid-Afrika aan bod, terwijl bijvoorbeeld ook de Nederlandse Taalunie Nederlandse Taalunie
Lees meer
de mogelijkheid tot samenwerking onderzocht. Een uitgebreid debat in de Vlaamse Raad op 22 juni 1993, na een interpellatie van CVP’er Herman Suykerbuyk Suykerbuyk, Herman
Herman Suykerbuyk (1934) was een politicus voor de Christelijke Volkspartij. Hij was gemeenteraadslid en burgemeester van Essen en zetelde in de Kamer, Senaat en het Vlaams Parlement. Hij... Lees meer
, leidde een dag later tot de beslissing van de Vlaamse Regering Vlaamse Regering
De Vlaamse regering is de uitvoerende macht van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest, geïnstalleerd na de staatshervorming van 1980 en aanvankelijk aangeduid met de term 'executie... Lees meer
om de betrekkingen met Zuid-Afrika te normaliseren, weliswaar op voorwaarde dat er een akkoord over de Overgangsgrondwet zou zijn en legitieme interimstructuren zouden worden geïnstalleerd. Net vóór de eerste democratische verkiezingen in Zuid-Afrika (27 april 1994), nam de Vlaamse Raad een resolutie aan over haar beleid ten aanzien van Zuid-Afrika (Resolutie betreffende het Zuid-Afrikabeleid van de Vlaamse Gemeenschap, 19 april 1994). Daarin werd gesteld dat de samenwerking, die pas tot stand zou kunnen komen na de installatie van een democratisch verkozen regering in Zuid-Afrika, het democratiseringsproces, de economische ontwikkeling en de sociale rechtvaardigheid moest ondersteunen. De taalverwantschap tussen het Afrikaans en het Nederlands werd weliswaar belangrijk geacht voor nieuwe culturele relaties tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika, maar initiatieven ter zake zouden niet mogen ingaan tegen de multiculturele samenleving en de gelijkberechtiging van alle talen. Veeleer dan een vernieuwing van het in 1977 opgedoekte cultureel akkoord, werd dan ook gepleit voor een breed akkoord dat alle beleidsdomeinen zou omvatten die relevant waren voor de wederopbouw van de Zuid-Afrikaanse samenleving én die tot de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap Vlaamse Gemeenschap
De Vlaamse Gemeenschap (1980) is een van de drie gemeenschappen in België (naast de Franse en Duitstalige Gemeenschap) die bevoegd is voor de zogenaamde ‘persoonsgebonden aangelegenheden’... Lees meer
behoorden.

De Intentieverklaring die op 4 november 1994 werd ondertekend door toenmalig Vlaams minister-president Luc van den Brande Van den Brande, Luc
Luc van den Brande (°1945) was een christendemocratisch federaal minister van Tewerkstelling en Arbeid (1988-1991) en leidde van eind 1992 tot 1999 de Vlaamse executieve/Vlaamse Regering.... Lees meer
en de Zuid-Afrikaanse viceminister van Buitenlandse Zaken Aziz Pahad, tijdens de eerste officiële ministeriële zending vanuit Vlaanderen naar Zuid-Afrika, beantwoordde in grote mate aan de resolutie van eerder dat jaar. Beide partijen namen zich voor om de wederzijdse relaties te intensiveren met het oog op een zo breed mogelijke samenwerking op alle relevante beleidsdomeinen die tot de bevoegdheid van beide partijen behoorden, en om de hernieuwde samenwerking te ontplooien en in te schakelen in het proces van duurzame economische en maatschappelijke opbouw en ontwikkeling van Zuid-Afrika. In het bijzonder onderwijs Onderwijs
Lees meer
en vorming, KMO-beleid, huisvesting, plattelandsontwikkeling, gemeenschapsvorming en wetenschap Wetenschap
Lees meer
, evenals taal en cultuur werden naar voren geschoven als mogelijke domeinen van samenwerking. Bovendien was de verwachting van de Vlaamse Regering dat Zuid-Afrika een toegangspoort zou kunnen vormen voor samenwerking met andere landen in de regio. In deze intentieverklaring werd ook de mogelijkheid van een breed samenwerkingsakkoord naar voren geschoven. Daaropvolgend stelde de Vlaamse Raad op 29 november 1994 voor dat de Vlaamse Regering Zuid-Afrika een prioriteit zou maken van het Vlaamse buitenlandse beleid.

De ondertekening in 1995 van twee verdere intentieverklaringen tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika voor samenwerking inzake enerzijds kunst Kunst
Lees meer
, cultuur en jeugdwerk en anderzijds huisvesting, ging vooraf aan het afsluiten op 28 oktober 1996 van een formeel verdrag tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika over de samenwerking op het gebied van onderwijs, kunst, cultuur, wetenschap, technologie en sport. In 2002 werd dat samenwerkingsverdrag uitgebreid naar alle Vlaamse bevoegdheden. Daarnaast werden nog verschillende intentieverklaringen en memoranda van overeenstemming ondertekend voor specifieke steun aan projecten, provincies of sectoren, onder andere rond KMO-ontwikkeling, diamantbewerking, training en opleiding en gemeenschapskunstencentra.

Vanaf 1995 werden door de Vlaamse Regering projecten gefinancierd die uitvoering moesten geven aan de nieuwe bilaterale relatie tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika. In een eerste fase was de samenwerking zeer breed, met betrokkenheid van meerdere Vlaamse ministers en departementen, evenals van wetenschappelijke instellingen, het Vlaamse hoger onderwijs Hoger onderwijs
De evolutie van het Vlaamse hoger onderwijs werd gekenmerkt door een moeizame vernederlandsingspolitiek, gaande van het vroegste verschijnen van Nederlandstalig onderwijs tot de integrale... Lees meer
, niet-gouvernementele organisaties, de culturele sector, bedrijven en private spelers. Het betrof onder andere studiebezoeken, informatie- en expertise-uitwisseling, samenwerking tussen wetenschappelijke instellingen, beurzen voor havenopleiding, vorming en coaching, financiële steun aan lokale actoren. Een symbolisch belangrijk project in die eerste jaren van de samenwerking was de Vlaamse steun aan de Waarheids- en Verzoeningscommissie, in 1995 opgericht in Bloemfontein. De Vlaamse Regering gaf financiële steun voor de vertaalapparatuur, de opleiding van de tolken en registratie van de getuigenverklaringen.

Ook ontwikkelingssamenwerking zou een belangrijk deel gaan uitmaken van de Vlaams-Zuid-Afrikaanse relaties, waartoe in 2001 een Memorandum van overeenstemming werd afgesloten. Vanaf 2005 werd gewerkt met vijfjarige strategienota’s voor ontwikkelingssamenwerking, waarin de strategische lijnen, focussectoren en -provincies voor de samenwerking werden vastgelegd.

Op ambtelijk niveau werd de bilaterale samenwerking tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika vormgegeven en opgevolgd via het instrument van de Vaste Gemengde Commissie, die voor het eerst in 1998 werd georganiseerd. Specifiek voor de programma’s ontwikkelingssamenwerking werd daarnaast een Jaarlijkse Consultatie in het leven geroepen, waarvan de eerste in 2003 werd georganiseerd. Ondertussen was in februari 1999 ook een Gemeenschapsattaché van de Vlaamse Gemeenschap aangesteld voor zuidelijk Afrika, met standplaats in Pretoria, die bevoegd werd voor de diplomatieke Diplomatie
In deze bijdrage staat de strijd voor een gelijkwaardige vertegenwoordiging van de Vlamingen en de gelijkberechtiging van het Nederlands in de diplomatie centraal. Lees meer
relaties tussen Vlaanderen en de regio. Ook was er, en dat al sinds 1994, een Vlaamse handelsattaché voor de bevordering van de economische en handelsrelaties tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika.

Tijdens de eerste twee decennia van de hernieuwde samenwerking was de belangstelling en de betrokkenheid van het Vlaamse beleid voor Zuid-Afrika zeer groot, getuige het aantal projecten dat werd gefinancierd, de ministeriële bezoeken aan het land die nagenoeg jaarlijks plaatsvonden en de Actuele Vragen – vragen om uitleg en interpellaties – over Zuid-Afrika in het Vlaams Parlement Vlaams Parlement
Het Vlaams Parlement is de parlementaire vergadering van de Vlaamse deelstaat in het federale België. Zijn geschiedenis kent drie grote fasen: de periode van de Cultuurraad voor de Neder... Lees meer
. Daarna lijkt het enthousiasme enigszins te tanen. Dit valt enerzijds te kaderen in de toegenomen concentratie van de Vlaamse samenwerking, via landenstrategienota’s, maar evenzeer in de besparingen in de Vlaamse administratie, met budgetvermindering voor internationale en ontwikkelingssamenwerking tot gevolg. Anderzijds verliep de samenwerking niet altijd even vlot en leverden de projecten niet noodzakelijk de gewenste resultaten op.

Sinds 2005 was de voornaamste financieringsbron van de Vlaams-Zuid-Afrikaanse samenwerking dan ook het beleid ontwikkelingssamenwerking. In haar regeerakkoord 2019-2024 besliste de Vlaamse regering evenwel om de samenwerking met Zuid-Afrika, dat ondertussen wordt geclassificeerd als een hoger-middeninkomensland, te heroriënteren van een ontwikkelingssamenwerking naar een sterke politieke, economische en diplomatieke samenwerking, waarvoor niet langer middelen van de ontwikkelingssamenwerking zullen worden ingezet. Tegelijk werd Zuid-Afrika herbevestigd als prioritair samenwerkingsland voor het Vlaamse buitenlands beleid.

Nieuwe impuls aan de culturele relaties tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika

De culturele relaties tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika hadden ongetwijfeld geleden onder het opzeggen van het Belgisch-Zuid-Afrikaans cultureel akkoord in 1977 en door het algemene isolement van Zuid-Afrika onder apartheid. Van bij de heropstart van de samenwerking in het begin van de jaren negentig werd aan taal- en culturele betrekkingen evenwel weer een belangrijke rol toegekend, getuige de Intentieverklaring inzake culturele samenwerking van 6 maart 1995. De taalverwantschap tussen het Nederlands en het Afrikaans werd daarin weliswaar als randvoorwaarde naar voren geschoven, maar tevens werd beklemtoond dat de samenwerking op het gebied van kunst, cultuur en jeugdwerk moest gebeuren met respect voor de diverse taalgroepen en met het oog op het uitbouwen van een multiculturele en verdraagzame samenleving. Sindsdien ondersteunde de Vlaamse Regering geregeld culturele uitwisselingen, samenwerkingen en projecten met Zuid-Afrika, zowel op bilateraal niveau als met kunstenfestivals, culturele organisaties en private actoren.

Een belangrijke actor in de culturele samenwerking tussen Nederland, Vlaanderen en Zuid-Afrika is de Nederlandse Taalunie. Sinds 1994 ondersteunt de Taalunie de studie van het Nederlands en het Afrikaans aan Zuid-Afrikaanse universiteiten. In de marge daarvan werd ook een aantal infrastructuurprojecten ontwikkeld, zoals een woordenboek Afrikaans-Nederlands en Nederlands-Afrikaans. In 2010 ondertekenden de Taalunie en het Zuid-Afrikaanse Ministerie van Kunst en Cultuur een intentieverklaring tot nadere samenwerking. In het kader daarvan werd vooral op het vlak van taal- en spraaktechnologie samengewerkt. In 2020 hebben het Algemeen Secretariaat van de Taalunie en de Afrikaanse Taalraad een aanvullende overeenkomst afgesloten om nieuwe samenwerking te stimuleren, met als doel om kennis en ervaring uit te wisselen op het gebied van taaltechnologie en -infrastructuur, talenkennis, talige cultuur, taalbeleid in meertalige contexten, en Nederlands en Afrikaans als onderwijsvakken en in academische programma’s. Daarnaast ondersteunt de Taalunie ook culturele evenementen in Nederland en Vlaanderen met een focus op Zuid-Afrika, zoals de Week van de Afrikaanse Roman, en de deelname van Nederlandstalige schrijvers aan literaire festivals en evenementen in Zuid-Afrika.

Dat er in Zuid-Afrika, vooral bij de Afrikaanssprekende bevolking, interesse blijft bestaan voor Nederlandstalige literatuur en cultuur is in niet geringe mate te danken aan Zuid-Afrikaanse uitgeverijen zoals Protea en Naledi, die – vaak met financiële steun van de Vlaamse en Nederlandse letterenfondsen – een groot aanbod aan Nederlandstalige schrijvers in hun fonds hebben. Ook SASNEV, het Zuid-Afrikaanse Centrum voor Nederland en Vlaanderen dat in 1997 in Kaapstad werd opgericht door de Willem de Zwijger-Stichting als het Huis der Nederlanden, speelt een belangrijke rol in de promotie van de Vlaamse en Nederlandse cultuur in Zuid-Afrika en in het versterken van de culturele banden tussen Nederland, Vlaanderen en Zuid-Afrika.


Het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime was aantrekkelijk voor een aantal groepen die nauw wilden aansluiten bij het door nationaal-socialistische idealen geïnfecteerde gedachtegoed van de collaboratie. (ADVN, VAFA437)
Het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime was aantrekkelijk voor een aantal groepen die nauw wilden aansluiten bij het door nationaal-socialistische idealen geïnfecteerde gedachtegoed van de collaboratie. (ADVN, VAFA437)

In Vlaanderen is er dan weer een aantal organisaties, zoals het Vlaams Instituut voor Zuidelijk Afrika (VIZA) en de Vlaams Zuid-Afrikaanse Vereniging (VZAV), die zich inzetten voor informatieverspreiding over en promotie van Zuid-Afrika in Vlaanderen. Die laatste organisatie werkt intens samen met het Zuid-Afrika Huis in Amsterdam (ZAHA), een cultuurcentrum waarvan de oorsprong teruggaat op organisaties die ontstonden ten tijde van de Boerenoorlogen. Het ZAHA en de VZAV organiseren jaarlijks samen onder meer ‘inkomende’ en ‘uitgaande’ jeugdreizen vanuit en naar Zuid-Afrika.

Anno 2023 telt het ZAHA twee Vlamingen in zijn bestuur. De organisatie is ook co-financier van de leerstoel Zuid-Afrika van het Gents Centrum voor het Afrikaans en de studie van Zuid-Afrika, dat in 2014 aan de Universiteit Gent werd opgericht (zie Hoger onderwijs Gent Hoger onderwijs in Gent
Met de vernederlandsing in 1930 als hoogtepunt is de Gentse universiteit een belangrijk strijdpunt geweest in de Vlaamse beweging. Van het Latijn uit 1817 tot het Engels van vandaag: het ... Lees meer
). Dat centrum wil de zichtbaarheid van onderwijs, onderzoek en dienstverlening met betrekking tot het Afrikaans en Zuid-Afrika vergroten, onder andere via jaarlijkse colloquia en een Leerstoel Zuid-Afrika: Talen, Literaturen, Cultuur en Maatschappij, en werkt daarvoor nauw samen met samen met academici van Zuid-Afrikaanse universiteiten.

Bijna dertig jaar na de heropstart van de Vlaams-Zuid-Afrikaanse relaties lijken de culturele betrekkingen tussen beide partners levendig, sterk en gediversifieerd. En hoewel ze historisch zijn gebouwd op het taalverwantschap tussen Nederlands en Afrikaans, is er van beide kanten in toenemende mate interesse in culturele samenwerking vanuit multiraciaal en meertalig perspectief.

Literatuur

- A. Smits, Betrekkingen tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika, 1943.
- Suid-Afrikaanse Biografiese Woordeboek, 5 dln., 1968-1977.
- J.M. Goris, België en de Boerenrepublieken. Belgisch-Zuidafrikaanse betrekkingen (ca. 1835-1895), 1983.
- J.M. Goris, Transvaal in de volkskunde, vooral in het volksleven van Vlaams-België, 1991, pp. 165-184.
- H. te Velde, Gemeenschapszin en plichtsbesef. Liberalisme en Nationalisme in Nederland, 1870-1918, 1992.
- P. van Hees en H. de Schepper (red.), Tussen Cultuur en politiek. Het Algemeen-Nederlands Verbond 1895-1995, 1995.
- B.J.H. de Graaff, De mythe van de stamverwantschap. Nederland en de Afrikaners, 1902-1930, 1993.
- O. Terblanche, Die aard van diplomatieke, politieke en kulturele betrekkinge tussen Suid-Afrika en Vlaandere (1945-1990), in: Historia, jg. 54, nr. 2, november 2009, pp. 77-97.
- O. Terblanche, Die verskille tussen Nederland en Vlaandere ten opsigte van Suid-Afrika tydens die apartheidsjare: ’n Ontleding, in: Tydskrif vir Geestewetenskappe, jg. 50, nr. 4, december 2010, pp. 447-466.
- M. Bossenbroek, De Boerenoorlog, 2012.
- M. Meeuwis, Taalstrijd in Afrika: Het taalwetsartikel in het Koloniaal Charter van 1908 en de strijd van de Vlamingen en Afrikaners voor het Nederlands in Afrika tot 1960, in: WT. Tijdschrift over de geschiedens van de Vlaamse Beweging, jg. 75, 2016, nr. 1, pp. 27-61.
- Y. t’Sjoen, Achter de trommels: het Afrikaner nationalisme als bouwsteen voor het ideologische discours van de Vlaamse Beweging (ca. 1875-1921), in: Werkwinkel. Journal of Low Countries and South African Studies/Tijdschrift voor Nederlandse en Zuid-Afrikaanse Studies/Tydskrif vir Nederlandse en Suid-Afrikaanse Studies, jg. 2, 2007, nr. 1, pp. 51-76.

Suggestie doorgeven

1975: Rob Antonissen (pdf)

1998: Jan M. Goris / Bart De Graaff

2023: Axel Buyse / Geraldine Reymenants

Databanken

Inhoudstafel