Picard, Edmond

Persoon
Willy Eeckhoutte (2023, aanvulling), Herman Van Goethem (1998)

Edmond Picard (1836-1924) was een belangrijk jurist en publicist. Hij publiceerde over de Belgische wetgeving en kunst, maar ook over wat hij zag als de Belgische ziel.

Volledige voornaam
Edmond Désiré
Geboorte
Brussel, 15 december 1836
Overlijden
Dave, 19 februari 1924
Leestijd: 8 minuten

Opleiding en veelzijdige carrière

Edmond Picard stamde uit een familie van Ardeens-Luxemburgse rechtsgeleerden en magistraten. Zijn vader was vrijmetselaar, zijn moeder een gelovige vrouw met Zeeuws-Vlaamse roots. Op 17-jarige leeftijd verliet Picard het atheneum in Brussel en ging varen als matroos. Na bijna drie jaar was hij terug in Antwerpen en daar behaalde hij aan de Zeevaartschool de graad van tweede luitenant ter lange omvaart. Daarna zette hij zijn studie voort, promoveerde in 1860 tot doctor in de rechten aan de Université libre de Bruxelles (ULB) en trad als stagiair in het kantoor van Jules Lejeune Lejeune, Jules
Jules Lejeune (1828-1911) was minister van Justitie. Hij zette zich in voor een correcte toepassing van de taalwetten inzake strafzaken. Hij verzette zich tegen het streven van de Vlaamse... Lees meer
, de latere minister van Justitie. In 1864 stichtte hij, samen met Charles Graux, Paul Janson, Gustave Jottrand Jottrand, Gustave
Gustave Jottrand (1830-na 1884), liberaal politicus en voorzitter van de Ligue de l'Enseignement, behoorde aanvankelijk tot de democratische vleugel van Vlamingen Vooruit, maar evolueerde... Lees meer
en Charles Buls Buls, Karel
Lees meer
, een progressistische krant: La Liberté (1864-1866). Hierin kwam hij op voor een scheiding van kerk en staat, voor de vrijheid van het individu en van de pers, voor de verruiming van het stemrecht, voor het verplicht onderwijs, voor de afschaffing van het protectionisme en de bestrijding van het militarisme. Met een gelijksoortig programma presenteerde hij zich, samen met Graux, Buls en Léon Vanderkindere Vanderkindere, Léon
Léon Vanderkindere (1842-1906) was een hoogleraar middeleeuwse geschiedenis, rector van de Université libre de Bruxelles en een liberaal politicus die onder andere pleitte voor Nederlands... Lees meer
, voor de wetgevende verkiezingen van 1870, maar hij werd niet verkozen.

Als rechtsgeleerde publiceerde Picard een groot aantal werken van juridisch-technische aard. In 1878 legde hij de grondslag van een groots opgezet naslagwerk, namelijk de uitgave van de Pandectes belges, een 136 delen tellend encyclopedisch overzicht van de Belgische wetgeving, rechtspraak en doctrine. In 1881 stichtte hij, samen met uitgever Ferdinand Larcier, het Journal des Tribunaux, waarvan hij tot 1900 nagenoeg de enige redacteur was. Als advocaat aan de balie in Brussel had hij onder meer Emile Verhaeren Verhaeren, Emile
Emile Verhaeren (1855-1916) was een Vlaams-Belgische Franstalige auteur die zich als dichter onderscheidde door de sociale inslag van zijn poëzie, maar als poète flamand beroemde hij zic... Lees meer
, Maurice Maeterlinck Maeterlinck, Maurice
Maurice Maeterlinck (1862-1949), een Franstalig schrijver uit Gent, was in de eerste decennia van de 20ste eeuw wereldberoemd voor zijn symbolistische drama’s, morele essays en studies ov... Lees meer
en Jules Destrée Destrée, Jules
Lees meer
als stagiair en Georges Rodenbach als medewerker. In 1880 was hij advocaat bij het Hof van Cassatie geworden en hij werd driemaal verkozen tot stafhouder van de Orde van advocaten bij dat Hof.

In 1879 begon zijn literaire loopbaan met de verzenbundel Les Rêveries d'un stagiaire. In 1881 stichtte hij, samen met onder meer Octave Maus, het tijdschrift L'Art moderne, waarin hij een sociale en later ook een nationale kunst voorstond. Vanaf 1884 was dit tijdschrift het orgaan van de avant-gardekunstenaarsvereniging Les XX, later La Libre Esthétique. In zijn woning aan de Gulden Vlieslaan in Brussel, die tevens als kunstgalerie en museum dienstdeed, ontving hij tal van kunstenaars, waaronder Auguste Rodin, die hij daar tevens een tijdlang onderdak bood.

Picard, die in 1866 een manifest had opgesteld voor de eerste werkliedengroepering en in verzet was gekomen tegen de conservatieve burgerij, die de arbeiders geen kiesrecht en geen sociale zekerheid gunde, trachtte in 1882, 1883 en 1884 vruchteloos een politiek mandaat te bemachtigen. Pas in 1893 werd hij door de Belgische Werkliedenpartij Belgische Werkliedenpartij
Lees meer
(BWP) als vertegenwoordiger van de provincie Henegouwen naar de Senaat gezonden. In 1908 verzaakte hij dit mandaat, omdat hij het marxistisch internationalisme van de BWP afkeurde.

Inmiddels had Picard, samen met onder anderen Paul Janson en Emile Vandervelde, naast en tegen de ULB (die volgens hen een inbreuk had gepleegd op de geestelijke vrijheid, door niet-doctrinairen uit te sluiten) in 1894 de Université Nouvelle de Bruxelles opgericht. Aan deze in 1919 opgeheven instelling, die weliswaar in de vorm van het samen met haar opgerichte Institut des Hautes Etudes de Belgique (IHEB) in zekere zin nog steeds bestaat, doceerde hij rechten. Wat later, in 1902, toen hij naar aanleiding van sommige benoemingen, de invloed van de politiek bij de coöptatie van de leden van de Koninklijke Academiën vaststelde, ging hij over tot het stichten van de Libre Académie de Belgique, bestemd voor diegenen die buiten de invloed van elke richting, school of groep wilden leven.

Vlaamse beweging en Belgische ziel

Picard, die wellicht Nederlands wel begreep, maar niet vlot kon spreken en zeker niet in die taal schreef, was overtuigd Vlaamsgezind. Wel was, bij deze veelzijdige actieve man, zijn Vlaamse actie maar een betrekkelijk klein gedeelte van zijn totale activiteiten. Zo werd hij bijvoorbeeld in 1891 erevoorzitter van het Vlaams Pleitgenootschap bij de balie van het hof van beroep in Brussel. Maar op belangrijke momenten sprong hij resoluut voor de Vlaamse beweging in de bres. Zo verdedigde hij in cassatie de rechten van de Vlaamse advocaten die de zaak- Jozef Schoep Schoep, Jozef
Jozef Schoep (1848-1881) was een Vlaamse arbeider die een centrale rol speelde in een taalincident waarrond de Vlaamse beweging zich mobiliseerde en de regering onder druk zette. Dit sym... Lees meer
in hun taal hadden gepleit. Picard was overtuigd van de onhoudbaarheid van de bestaande taaltoestanden, maar dacht er niet aan verder te gaan dan tweetaligheid in Vlaanderen en Brussel, niet in Wallonië. Tijdens de bespreking van de gelijkheidswet Gelijkheidswet
De gelijkheidswet van 1898 stelde het Nederlands voor officiële publicaties gelijk aan het Frans. De wet werd vanuit de Vlaamse beweging breed ondersteund, en leidde, na de Waalse afwijzi... Lees meer
(1897-1898) in de Senaat wees hij erop dat een volk zijn taalvrijheid ontnemen gelijkstond met het van zijn ziel beroven. De twee talen, zoals de twee volkeren, moesten behouden blijven volgens het beginsel van de elementaire rechtvaardigheid en van het gezond verstand: de gelijkheid. Ook bij de strijd om de vernederlandsing van de Gentse universiteit verklaarde Picard zich voorstander van een tweetalig stelsel.

Weinigen hebben even overtuigd als Picard de Belgische eenheid gepredikt en deze trachten te rechtvaardigen. Zijn ideeën daaromtrent gaf hij voor de eerste maal weer in het opstel ’L' Ȃme belge’, verschenen in de Parijse Revue encyclopédique Larousse (24 juli 1897). Omdat er, in hoofdzaak tegen de aanspraken van de Vlaamse beweging, met de uitdrukking L'Ȃme belge geschermd werd, zette Picard de ware toedracht van de zaak uiteen in een reeks artikelen, verschenen in de socialistische krant Le Peuple (van december 1905 tot oktober 1906). Deze opstellen werden gebundeld onder de titel: Essai d'une psychologie de la nation belge, suivi de l'idée du droit en Belgique. Hierin deed Picard een poging om de karaktereigenschappen van de Belgische natie te formuleren. België had volgens hem, niettegenstaande zijn twee talen en zijn twee bevolkingen, een gemeenschappelijke ziel, die tot uiting kwam in de kring van de gemeenschappelijke belangen, maar de bestaande verschillen niet ophief. Wat de Belgische ziel kenmerkte, waren de eigenschappen die gemeengoed geworden waren van de beide etnische groepen door de loop van de historie. Het ging hier om historisch gevormde eigenschappen, die nog steeds in wording en in ontwikkeling waren. Picard onderscheidde dus voor België de volksgemeenschappen en de natie, die zelf samengesteld was uit de elementen van de verschillende volkeren. Picard is dus, zoals Henri Pirenne Pirenne, Henri
Henri Pirenne (1862-1935) was een van de invloedrijkste Belgische historici uit de 20ste eeuw. Zijn werk, met name zijn zevendelige Histoire de Belgique, reflecteerde een Belgisch-nationa... Lees meer
, blijven vasthouden aan het feit en aan de theorie van een volkse dualiteit in België, zonder hieraan echter de waarde en de betekenis toe te kennen van een werkelijk nationaliteitendualisme. Picards geloof in de âme belge (Belgische volksgeest) werd zowel van Waalse als van Vlaamse zijde bestreden of verkeerd uitgelegd. Door het opkomend Franstalig Belgisch nationalisme werd het als wapen gebruikt tegen de Vlamingen en dit legt dan ook de scherpe flamingantische Flamingant
Flamingantisme is een term die met verschillende betekenissen wordt toegekend aan actoren binnen de Vlaamse beweging en het Vlaams nationalisme. Lees meer
reactie uit tegen deze interpretatie van de Belgische natie. De Belgisch-nationale visie van Picard, waarin een Belgische natie-idee verzoend werd met het Vlaams-Waals nationaliteitenvraagstuk, was echter in de toenmalige praktijk van de Vlaamse beweging niet strijdig met de Vlaamse gedachte, zoals die door het overgrote deel van de toenmalige flaminganten beleefd werd.

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
was Picard 78 jaar. In 1919 aanvaardde hij als getuige van de verdediging op te treden in het proces- August Borms Borms, August
August Borms (1878-1946) speelde een prominente rol in de activistische collaboratie tijdens de Eerste Wereldoorlog en groeide nadien uit tot hét symbool van de amnestiebeweging, die een ... Lees meer
. Hij zou er de rechtsgeldigheid betwisten van de besluitwetten, door de uitgeweken regering in Frankrijk genomen en tegen de activisten Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
toegepast. De voorzitter van het hof van assisen van Brabant weigerde Picard echter als deskundige getuige te laten optreden. Daarna leefde Picard nog vijf jaar, teruggetrokken in Dave-sur-Meuse, bij Namen. Hij schreef er Au pays des bilingues, een lijvige en levendige satire over de zeden in het naoorlogse België.

Een smet die is blijven kleven op het rijke blazoen van Picard, is het antisemitisme waarvan hij in een aantal publicaties blijk gaf. Hoewel dat deels te kaderen valt in een antisemitisme dat in zijn tijd gangbaar was in het socialisme en waarbij het Jodendom wordt vernauwd tot het grootkapitaal, kan niet worden ontkend dat Picard ook een raciaal antisemitisme voorstond.

Werken

– Essai d'une psychologie de la nation belge, suivi de l'idée du droit en Belgique, 1906.
– Mémoires d'un polémiste. Quatorze ans de plume. Articles parus dans Le Peuple, 1907.
– Au pays des bilingues, 1923.

Literatuur

– I. Gilkin, Edmond Picard, in: Revue belge, 15 maart 1924, pp. 583-292.
– L. Hennebicq, Edmond Picard, avocat, in: Journal des Tribunaux, 2 maart 1924, pp. 171-173.
– Edmond Picard, in: Vlaanderen, 29 maart 1928.
– L. Diercxsens, Maître E. Picard, 1933.
– F. Vermeulen, Edmond Picard et le réveil des lettres belges 1881-1888, 1935.
– A. Pasquier, Edmond Picard, 1945.
– J.P. Paulus, E. Picard, 1948.
– F. Passelecq, Edmond Picard. Derniers entretiens (1921-1923). Orné d'illustrations dont plusieurs inédites, 1949.
– M. Lamberty, Edmond Picard, in: Nieuw Vlaams Tijdschrift, jg. 3, 1949, pp. 1184-1189.
25 jaar geleden overleed Edmond Picard (1836-1924), in: Volksgazet, 19-20 februari 1949.
– A. Guislain, E. Picard, journaliste, 1945.
– Edmond Picard en de Vlamingen, in :De Standaard, 22 januari 1957.
– E. Sacre-Olin, E. Picard, le mal-aimé, 1959.
– L. Baekelmans, Edmond Picard, in: Dietsche Warande en Belfort, maart 1960, pp. 164-168.
– Fr. de Keyser, Edmond Picard. Rechtsgeleerde en letterkundige, in: Het Laatste Nieuws, 15 december 1961.
– Ph. Muret, Une amitié exemplaire. Edmond Picard en Jules Le Jeune, in: La Revue nationale, januari 1967, pp. 5-25.
– H.J. Elias, Geschiedenis van de Vlaamse Gedachte, 1964-1965, dln. 3-4.
– H.J. Elias, 25 jaar Vlaamse Beweging 1914-1939, 1969, dl. 1.
– A.W. Willemsen, Het Vlaams-nationalisme. De geschiedenis van de jaren 1914-1940, 1969.
– M. Heyse, Picard, Edmond, in Nationaal Biografisch Woordenboek, 1974, dl. 6.
– B. Coppein, Dromen van een nieuwe samenleving. Intellectuele biografie van Edmond Picard, 2011.
– P. Aron en C. Vanderpelen-Diagre, Edmond Picard. Un bourgeois socialiste belge à la fin du dix-neuvième siècle, 2013.
– W. van Eeckhoutte en B. Maes (eds.), Het Fin de Siècle rond het Justitiepaleis te Brussel en de controversiële figuur van Edmond Picard – La Fin de Siècle autour du Palais de Justice de Bruxelles et le personnage controversé d’Edmond Picard, 2014.

Suggestie doorgeven

1975: Janine Beyers-Bell (pdf)

1998: Herman Van Goethem

2023: Willy Eeckhoutte

Databanken

Inhoudstafel