Flamen, Gustaaf-Hendrik

Persoon
Johan Strobbe (2023, aanvulling), Filip Boudrez (1998)

Gustaaf-Hendrik Flamen (1837-1920) was een Vlaamsgezinde priester en letterkundige, die aanknoopte bij het West-Vlaamse taalparticularisme van Leonard de Bo en Guido Gezelle.

Geboorte
Brussel, 24 mei 1837
Overlijden
Brugge, 26 maart 1920
Leestijd: 3 minuten

Gustaaf-Hendrik Flaming volgde zijn humaniora aan het Sint-Lodewijkscollege in Brugge. Daar onderging hij de invloed van de leraars Leonardus L. de Bo De Bo, Leonardus
Leonard-Lodewijk de Bo (1826-1885) was een priester, jarenlang leraar aan het Sint-Lodewijkscollege in Brugge en overleden als pastoor-deken van Poperinge. Hij was lexicoloog van het West... Lees meer
en Emiel Minne, die hem een West-Vlaams taalbewustzijn bijbrachten en zijn aandacht voor de Vlaamse kwestie stimuleerden. In 1857 stapte hij voor zijn priesteropleiding over naar het Klein Seminarie van Roeselare Klein Seminarie van Roeselaere
In het Klein Seminarie van Roeselare, opgericht in 1806, liepen tal van belangrijke figuren uit de Vlaamse beweging school of gaven er les (Gezelle, Verriest, Rodenbach). In 1875 ontstond... Lees meer
, waar hij in nauw contact kwam met Guido Gezelle Gezelle, Guido
Guido Gezelle (1830-1899) was een Vlaamse priester die de Vlaamse volkstaal verdedigde binnen het algemeen Nederlands. Hij verwierf grote bekendheid als lyrisch dichter van religieuze nat... Lees meer
. In 1862 werd hij tot priester gewijd.

Enkele maanden voor zijn priesterwijding werd Flamen als leraar in de voorbereidende afdeling van het college van Kortrijk benoemd. Als lesgever stapte hij in de voetsporen van Gezelle en streefde hij de zelfstandige persoonsvorming van zijn leerlingen na. Omdat hij onvoldoende afstand met zijn leerlingen wist te houden, werd hij in 1867 overgeplaatst naar het Klein Seminarie van Roeselare Klein Seminarie van Roeselaere
In het Klein Seminarie van Roeselare, opgericht in 1806, liepen tal van belangrijke figuren uit de Vlaamse beweging school of gaven er les (Gezelle, Verriest, Rodenbach). In 1875 ontstond... Lees meer
. Tijdens het schooljaar 1868-1869 had hij er Albrecht Rodenbach Rodenbach, Albrecht
Albrecht Rodenbach (1856-1880) was een West-Vlaams studentenleider en dichter, die een sleutelrol speelde in het ontstaan van de Blauwvoeterij en de katholieke Vlaamse studentenbeweging. ... Lees meer
als leerling. Flamen oefende een belangrijke invloed uit op de ontwikkeling van de jonge Rodenbach, met wie hij een vertrouwensrelatie opbouwde. Hij wekte Rodenbachs belangstelling voor de Vlaamse beweging, spoorde hem aan zich meester te maken van de Nederlandse taal en trachtte zijn literaire aanleg aan te scherpen.

Tijdens zijn leraarschap in Roeselare begon Flamen te publiceren. Als redactielid van Rond den Heerd Rond den Heerd
Rond den Heerd was een West-Vlaams geïllustreerd volks- en taalkundig weekblad, dat naar Engels model werd gesticht door James Weale en Guido Gezelle. Het profileerde zich als een ‘leer- ... Lees meer
schreef hij (reis)verhalen, liederen en poëzie. In 1872 verscheen zijn boek over paus Pius IX en de pausviering in Roeselare. De Brugse bisschop Johannes Faict Faict, Johannes
Johannes Faict (1813-1889) was bisschop van Brugge (1864-1894). In het eerste decennium van zijn episcopaat steunde hij de katholieke Vlaamse beweging. Vanaf 1875 voerde hij een repressie... Lees meer
tikte hem hiervoor op de vingers omdat het werk, bestemd voor leerlingen, in een te provincialistische taal was geschreven. In augustus 1873 kwam er een einde aan zijn loopbaan van leraar en werd hij kapelaan in Ruiselede. Zijn Vlaamsgezindheid en methode van lesgeven, die door de bisschop en superior Henri Delbar Delbar, Henri
Henri Delbar (1833-1894) was superior van het Klein Seminarie van Roeselare. Hij spoorde zijn leraars en leerlingen aan om zich aan te sluiten bij de Vlaamse beweging in een poging om die... Lees meer
werden afgewezen, liggen vermoedelijk aan de basis van zijn verwijdering.

In Ruiselede en omstreken speelde hij een belangrijke rol in het vervlaamsen van het culturele leven. Voor plaatselijke verenigingen schreef hij verscheidene gedichten en toneelstukken, waarin veelal een oproep tot Vlaamsgezindheid was ingebouwd. Bijdragen van zijn hand verschenen ook in de Almanak voor de leerende jeugd van Vlaanderen Almanak voor de leerende jeugd van Vlaanderen
De Almanak voor de leerende Jeugd van Vlaanderen was een West-Vlaamse studentenalmanak in 1875 en 1876. De uitgave betekende een eerste beslissende stap in het op gang komen van de Blauwv... Lees meer
en De Vlaamsche Vlagge De Vlaamsche Vlagge (1875-1933)
De Vlaamsche Vlagge (1875-1933) was een West-Vlaams scholieren- en studententijdschrift onder wisselende redactie van seminaristen, universiteitsstudenten en priester-leraars. Het ademde ... Lees meer
. Daarnaast was hij nog lid van Met Tijd en Vlijt Met Tijd en Vlijt
Met Tijd en Vlijt was een Vlaamsgezind Studentengenootschap dat in 1836 aan de Leuvense universiteit werd opgericht en bleef bestaan tot na de Tweede Wereldoorlog. Het speelde tot 1875 e... Lees meer
en medeoprichter van de Tieltse Davidsfonds Davidsfonds
Het Davidsfonds is een katholieke Vlaamse cultuurvereniging, die werd opgericht in januari 1875. Lees meer
afdeling. In 1893 werd hij pastoor van Meetkerke. Ter gelegenheid van de zeshonderdste verjaardag van de Guldensporenslag Guldensporenslag
De Guldensporenslag was een veldslag op de Groeningekouter nabij Kortrijk op 11 juli 1302. Hierbij werd het Franse ridderleger verslagen. De slag kreeg in de Vlaamse beweging een symbolis... Lees meer
schreef Flamen een groots drama dat in Kortrijk zou opgevoerd worden. Uiteindelijk ging de uitvoering niet door: officieel vanwege technische redenen, officieus vanwege enkele royalistische en anti-Franse passages in Flamens werk. Voor- en tegenstanders vochten een felle polemiek uit over de ware toedracht van de afgelasting. In 1905 verhuisde hij naar Brugge, waar hij geestelijk directeur werd van de Sint-Trudoabdij.

Werken

– Artikelen in De Vlaamsche Vlagge; Rond den Heerd; De Landbouwer; Handelingen van de Gilde van Sinte Luitgaarde.
– Pius IX paus van Roome, dat is het leven zijner heiligheid tot gedachtenisse van den pauselijken jubile met de nauwkeurige beschrijvinge der feesten die ter dier gelegentheid op den 16, 17, en 18 junij 1871 te Rousselaere in Vlaanderen gevierd werden, 1872.
– Westvlaamsche Liederen, 1873.
– Op wandeling in den bosch, 1889.
– De drie Israëlieten en den brandende oven, 1896.
– Het groot vaderlandsch mimodrama van Groeninghe ofte van de Gulden Sporen in zeven tafereelen, 1902.

Literatuur

– A. Demeulemeester, Gustaaf-Hendrik Flamen (1837-1920), zijn heengaan uit Roeselare: augustus 1873, in: Rollariensia, jg. 11, 1979, pp. 17-158.
– P.J. Verstraete, Gustaaf-Hendrik Flamen: besproeit en kweekt, in: VWS-Cahiers, jg. 23, 1988, nr. 133.
– id., Flamen, Gustaaf-Hendrik, in: NBW, XIII, 1990.
– A. van Severen, Gustaaf-Hendrik Flamen, in: Oud Ruysselede, 1991, nrs. 1, 2 en 4, pp. 3-13, pp. 74-80 en pp. 171-178; 1992, nrs. 1 en 4, pp. 5-13 en pp. 204-211; 1993, nrs. 1 en 3, pp. 6- 12 en pp. 119-124, 1994, nrs. 1 en 4, pp. 9-20 en pp. 149-156.
– M. Braet, Rusleda 900 jaar. Een kroniek 1106-2006, in: Oud Ruysselede, 2006.

Suggestie doorgeven

1973: René F. Lissens (pdf)

1998: Filip Boudrez (pdf)

2023: Johan Strobbe

Databanken

Inhoudstafel