Aldietse beweging
De Aldietse Beweging van Constant J. Hansen streefde van in de 19de eeuw naar een taalkundige versmelting van het Nederlands met het Platduits. Hij onderstreepte de Dietsche taaleenheid van Duinkerke tot Koningsberg.
De Aldietse Beweging van Constant J. Hansen streefde van in de 19de eeuw naar een taalkundige versmelting van het Nederlands met het Platduits. Hij onderstreepte de Dietsche taaleenheid van Duinkerke tot Koningsberg.
Het taalgebruik in het bestuur is een centraal aspect van de Belgische taalkwestie. Het omvat het proces van het afdwingen van taalrechten voor Vlamingen evenals de bestuurstaalwetgeving en de toepassing ervan in de praktijk.
Vanaf het begin van de kolonisatie heeft de Vlaamse beweging zich beziggehouden met Congo: in eerste instantie vanuit Vlaanderen, later ook vanuit de kolonie.
Het corporatisme was in het interbellum, vooral in de crisisjaren 1930, een wijdverspreid, maar tegelijk vaag alternatief maatschappelijk en politiek model.
De zaak Coucke en Goethals diende voor de Vlaamse beweging lange tijd als hét symbool van de taaltoestanden in het gerecht.
De term ‘culturele transfer’ werd in 1988 gemunt door de historici Michel Espagne en Michael Werner en verwijst naar de overdracht van culturele fenomenen over nationale, talige en culturele grenzen heen.
Daensistische beweging is de verzamelnaam voor een geheel van feiten, opvattingen, organisaties, personen en strijdmiddelen die tijdens de late 19de en de vroege 20ste eeuw een onderdeel vormden van de christen-democratie in Vlaanderen en Brussel
De delta was tijdens het interbellum en de Tweede Wereldoorlog een symbool voor het Groot-Nederlandse streven van het Vlaams-nationalisme.
In deze bijdrage staat de strijd voor een gelijkwaardige vertegenwoordiging van de Vlamingen en de gelijkberechtiging van het Nederlands in de diplomatie centraal.
De ‘drie kraaiende hanen’ was de benaming voor de drie volksvertegenwoordigers die in 1910-1911 over de partijgrenzen heen een campagne voor de vernederlandsing van de Rijksuniversiteit Gent lanceerden.
De Vlaamse migratie was een tweezijdig proces tussen ontvangst- en oorsprongsregio's, beïnvloed door sociale, economische en politieke factoren.
Al sinds de eerste taalwet (1873) voorzag de wetgever in faciliteiten. Deze tegemoetkomingen gaven aanleiding tot tegengestelde interpretaties door Nederlandstaligen en Franstaligen, zo ook in de faciliteitengemeenten.
Sinds het begin van de 20ste eeuw behoort federalisme tot het programma van eerst de Waalse en vervolgens ook de Vlaamse beweging.