Congo en de Vlaamse beweging

Begrip

Vanaf het begin van de kolonisatie heeft de Vlaamse beweging zich beziggehouden met Congo: in eerste instantie vanuit Vlaanderen, later ook vanuit de kolonie. Na de dekolonisatie zou de herinnering aan het koloniale verleden onderdeel worden van een Vlaamse cultuuroorlog.

Leestijd: 27 minuten

Inleiding

Al vanaf het begin van de kolonisatie van Congo, tijdens de periode van de Onafhankelijke Congostaat (1885-1908), bestond er vanuit de Vlaamse beweging belangstelling voor de kolonie. Tijdens de gehele periode van de kolonisatie hebben Vlamingen, zowel in België als in Congo, gepleit en geijverd voor een betere positie van het Nederlands in de kolonie. In Belgisch-Congo Belgisch-Congo
Van 1885 tot 1908 was Congo als ‘Onafhankelijke Congostaat’ (OCS) in de handen van de Belgische koning Leopold II, die als een soevereine vorst over het land heerste. Om te vermijden dat... Lees meer
begon deze taalstrijd pas in de jaren 1930, maar in België vormde de taalkwestie in de kolonie al vanaf de jaren 1880 aanleiding tot debat. De discussie verplaatste zich rond de overname van de Onafhankelijke Congostaat door België in 1908 naar het parlement, waar pleidooien voor verankering van het Nederlands bij de overname leidden tot artikel 3 van het Koloniaal Charter, dat bepaalde dat het gebruik van de talen in Congo ‘vrij’ zou zijn. Dit artikel bleef lange tijd dode letter, maar het bood flaminganten en sympathisanten van de Vlaamse beweging wel een juridische basis in hun pogingen om de positie van het Nederlands daadwerkelijk te veranderen.

De taalkwestie was echter niet de enige reden waarom Vlaamsgezinden zich voor Congo interesseerden. In de gekoloniseerde Congolees zagen ze een spiegelbeeld van hun eigen achterstelling en ‘onderdrukking’. Zoals alle vormen van modern imperialisme bestond de kolonisatie van Congo bij gratie van opvattingen over hiërarchieën tussen rassen. De Vlaamse kijk op de kolonie was daarop geen uitzondering. In de Vlaamse beweging leidde dat idee echter ook tot een specifieke analyse van de eigen situatie. Op meerdere momenten duidden flaminganten hun eigen situatie als ‘gekoloniseerd’, daarbij gebruikmakend van een al bestaand repertoire, dat ‘ arm Vlaanderen Arm Vlaanderen
Arm Vlaanderen is de titel van verschillende publicaties die een rol hebben gespeeld in de geschiedenis van de Vlaamse beweging: een roman van Reimond Stijns en Isidoor Teirlinck uit 188... Lees meer
’ vergeleek met slavenplantages en de inheemse bevolking van Amerika. Deze diagnose leidde echter niet zonder meer tot sympathie voor de gekoloniseerde bevolking van Congo. Slechts heel zelden verzetten Vlaamse intellectuelen zich tegen de kolonisatie: het merendeel steunde die, ogenschijnlijk van harte.

Toen er tijdens en na de Tweede Wereldoorlog steeds meer Vlamingen naar de kolonie trokken, organiseerden ze zich op cultureel gebied. Via Vlaamse Vriendenkringen en culturele tijdschriften werd in Belgisch-Congo een Vlaamsgezind netwerk gecreëerd. In de laatste jaren voor de Congolese onafhankelijkheid in 1960 werd zelfs geprobeerd een ‘Vlaams-Afrikaanse’ letterkunde te definiëren en te propageren. Ook na het einde van de kolonisatie bleef Congo in de Vlaamse beweging een rol spelen. Vlaams-nationalisten, die vanwege hun anti-monarchistische en anti-Belgische politiek in Leopold II van Saksen-Coburg, Leopold II
Leopold II (1865-1909) is vooral bekend gebleven voor zijn bewind over het Congogebied. In de Belgische politiek stond hij neutraal in de levensbeschouwelijke kwesties maar ijverde voor d... Lees meer
en zijn controversiële Congostaat een doelwit zagen, besmeurden standbeelden van de koning en riepen op om deze beelden te laten verwijderen. De toenemende aandacht voor het koloniale verleden, bijvoorbeeld in het kader van Black Lives Matter, zorgde er echter voor dat kritiek op de koning in radicale fracties van het Vlaams-nationalisme omsloeg in het verdedigen van de kolonisatie als beschavingsoffensief. De koloniale herinnering was, met andere woorden, onderdeel geworden van een Vlaamse cultuuroorlog.

De taalkwestie: Het Nederlands in de kolonie

Al vanaf de periode van de Onafhankelijke Congostaat waren flaminganten begaan met de status van het Nederlands in de kolonie. In verschillende periodieken, waaronder het tijdschrift De Taalstrijd hier en elders De Taalstrijd hier en elders
De Taalstrijd hier en elders was een politiek getint maandblad met veel aandacht voor de taalproblematiek en de Vlaamse beweging. Het verscheen van 1 juni 1884 tot 1897 in Antwerpen en da... Lees meer
en het liberale weekblad Het Volksbelang Het Volksbelang
Het Volksbelang (1867-heden) is het oudste nog bestaande liberale weekblad. Het is de spreekbuis van de Vlaamsgezinde sociaal-progressieve liberalen. Lees meer
, werd gepleit voor een betere positie van de Vlaamse volkstaal in Congo. In zijn ‘Kritiek der Vlaamsche Beweging’ (1896) verwees August Vermeylen Vermeylen, August
August Vermeylen (1872-1945) was een schrijver, literatuur- en kunsthistoricus, en socialistisch senator. In het tijdschrift Van Nu en Straks, waarvan hij de leiding had, publiceerde hij ... Lees meer
naar dergelijke pleidooien, in dit geval een smeekschrift van het Nationaal Vlaamsch Verbond Nationaal Vlaamsch Verbond
Het Nationaal Vlaamsch Verbond was een vereniging waarin vrijzinnige en katholieke flaminganten van 1891 tot 1914 samenwerkten. Lees meer
, die hij bekritiseerde omdat ze de discussie over kolonisatie beperkten tot de taalkwestie.

In 1908, rond de overname van Congo door België, bereikte de discussie over de status van het Nederlands het parlement. Verschillende Vlaamsgezinde parlementariërs, onder wie Adelfons Henderickx Henderickx, Adelfons
Adelfons Henderickx (1867-1949) was een Antwerpse katholieke volksvertegenwoordiger. Tijdens de Eerste Wereldoorlog engageerde hij zich in het activisme en tijdens het interbellum in het ... Lees meer
en Pieter Daens Daens, Pieter
Drukker Pieter Daens (1842-1918) was als broer van Adolf Daens nauw betrokken bij de daensistische beweging. Als kamerlid steunde hij de vernederlandsing van de Gentse universiteit. ... Lees meer
, maakten zich sterk voor een gelijke status van het Nederlands in Belgisch-Congo. Uiteindelijk zouden zij door het indienen van amendementen deels hun zin krijgen. In artikel 3 van het Koloniaal Charter werd vastgelegd dat het gebruik van de talen in de kolonie ‘vrij’ zou zijn (zie Taalbeleid en -gebruik in de kolonie Taalbeleid en -gebruik in de kolonie
De strijd om taalgelijkheid verliep in de kolonie minder snel en met beduidend minder succes dan in België. Hoewel bij de overname van Congo door de Belgische Staat in 1908 werd verklaard... Lees meer
). In hun pogingen om in Congo het Nederlands in te voeren, speelde voor flaminganten de Groot-Nederlandse Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
gedachte een rol: als in Belgisch-Congo het Nederlands zou worden gebruikt, zou die taal ‘van de Kaap tot de Congo’ klinken.

Hoewel er in juridisch opzicht dus sprake was van taalgelijkheid, werd in de praktijk voor officiële doeleinden enkel het Frans gebruikt. Op de Koloniale Scholen, de plaats waar koloniale ambtenaren werden opgeleid, werd bovendien tot in de jaren 1930 enkel Frans gesproken. De Vlaamsgezinde minister van Koloniën Edmond Rubbens Rubbens, Edmond
Edmond Rubbens (1894-1938) was onder meer advocaat, volksvertegenwoordiger, lesgever, ACW-voorzitter en minister. In de loop van zijn leven verdedigde hij verschillende Vlaamsgezinde stan... Lees meer
zorgde ervoor dat zowel de Koloniale Hogeschool in Antwerpen (in 1935) als de Koloniale School in Brussel (in 1936) een Nederlandstalige afdeling kregen. Vlaamse ambtenaren zouden in de volgende decennia proberen om het Nederlands ook in de koloniale praktijk te gebruiken. Ondanks de tegenstand die ze ontmoetten, behaalden ze daarbij soms bescheiden (persoonlijke) successen.


Een klein aantal Vlaamse koloniale ambtenaren verzette zich tegen het de facto Franstalig karakter van de kolonie. Een doorbraak kwam er pas in de nadagen van de kolonie, toen een Vlaams magistraat, Jozef Grootaert, het recht opeiste om in het Nederlands te vonnissen. (Verzameling Rita Grootaert)
Een klein aantal Vlaamse koloniale ambtenaren verzette zich tegen het de facto Franstalig karakter van de kolonie. Een doorbraak kwam er pas in de nadagen van de kolonie, toen een Vlaams magistraat, Jozef Grootaert, het recht opeiste om in het Nederlands te vonnissen. (Verzameling Rita Grootaert)

In 1957 werd het enige taaldecreet van de gehele koloniale periode aangenomen dat Vlaamse verdachten in de rechtbanken van de kolonie het recht gaf om in het Nederlands verhoord te worden. In hetzelfde jaar kozen vijf van de zes provincieraden van Belgisch-Congo voor het Frans als enige onderwijstaal. Alleen Katanga koos voor Frans en Nederlands. De Congolese elites verzetten zich in de laatste jaren van de kolonisatie bovendien tegen Vlaamsgezinde pogingen om het Nederlands in het Congolese onderwijs in te voeren, omdat zij meenden dat het leren van Nederlands naast het Frans hun emancipatie nog verder zou bemoeilijken. In een reactie die tekenend was voor haar houding ten opzichte van de koloniale realiteit vermoedde de Vlaamsgezinde pers Pers
Van bij het ontstaan van de Vlaamse beweging vervulde de Nederlandstalige pers een belangrijke rol als spreekbuis. De veelheid aan Vlaamse kranten en (week)bladen die in de 19de en 20ste ... Lees meer
‘franskiljonse’ intriges. Na de onafhankelijkheid verdween het Nederlands vrijwel onmiddellijk uit het Congolese openbare leven.

In de jaren 1950 woedde daarnaast een taalstrijd om de universiteit van Elisabethstad, die in 1956 werd geopend en een vrijzinnig alternatief moest zijn voor de katholieke universiteit van Leopoldstad (zie Koloniale universiteiten Koloniale universiteiten
Tijdens de koloniale periode werden er twee universiteiten opgericht in Congo. Deze bijdrage onderzoekt hun betekenis in het licht van de thema’s taal, hoger onderwijs en kolonialisme. ... Lees meer
). Ook daar ijverde men voor colleges in het Nederlands, ondersteund door een bredere campagne van bijdragen in de pers, lezingen en boekpublicaties. (Opvallend genoeg was dat in Leopoldstad geen issue: op die universiteit stond het Frans nooit ter discussie.) Niet alleen in Belgisch-Congo, maar ook in België zorgde de hele kwestie voor een polemiek. Terwijl een tiental Vlaamse studenten vergeefs wachtte op colleges in het Nederlands, werd de Vlaamse beweging ingehaald door de feiten: de onafhankelijkheid kwam voordat een oplossing in zicht was.

De Vlaamse blik op Congo

Missie en etnologie

De Belgische katholieke missie in Congo was in feite grotendeels een Vlaamse missie. In 1940 kwam maar liefst 85% van de Belgische missionarissen in Congo uit Vlaanderen. Hoewel ook hier het onderzoek nog weinig systematisch is en al te snelle generalisaties dus te vermijden zijn, blijkt uit de bestaande studies dat de Vlaamse afkomst van missionarissen en ambtenaren in Belgisch-Congo hun opvattingen kon kleuren. De blik van Edmond Boelaert (1899-1966) en Gustaaf Hulstaert (1900-1990), twee missionarissen van het Heilig Hart, werd bepaald door het Vlaamse onderwijs Onderwijs
Lees meer
dat ze genoten hadden. Hun poging om verschillende etnieën (bevolkingsgroepen) af te bakenen werd bepaald door romantisch-nationalistische ideeën. Bovendien zag Boelaert uit nostalgie parallellen tussen het rurale Congo en het pre-industriële Vlaanderen.

Deze missionarissen-etnologen waren niet de enigen die Vlaamse denkkaders exporteerden naar de kolonie. Antropoloog Jan Vansina (1929-2017), wiens vader Dirk Vansina Vansina, Dirk
Dirk Vansina (1894-1967) was een schrijver en schilder. Hij was betrokken bij meerdere tijdschriften, Het Vlaamsche Volkstooneel en de kunstenaarbeweging De Pelgrim. Hij schreef veel en b... Lees meer
– de voornaamste hagiograaf van Cyriel Verschaeve – in Vlaams-nationalistische kringen verkeerde, vergeleek in zijn autobiografie zijn visie op de door hem onderzochte Kuba (een confederatie van meerdere etnische groepen in het centrale deel van Congo) met de manier waarop een flamingant (‘a Flemish nationalist’) in België naar zichzelf zou kijken: alleen de Kuba interesseerden Vansina, alle andere etnieën deden er niet toe.


<p>Missionarissen van Scheut in Bokoro, jaren 1920. Op tafel ligt een exemplaar van de krant <em>De Standaard</em>. (KADOC)</p>

Missionarissen van Scheut in Bokoro, jaren 1920. Op tafel ligt een exemplaar van de krant De Standaard. (KADOC)

Bij de groep rond het tijdschrift Aequatoria, dat in 1937 door Boelaert en Hulstaert werd opgericht en waarin ook Vansina publiceerde, speelden Vlaamse gevoeligheden geen onbelangrijke rol. Het door hen aangehangen ‘indigenisme’, de gedachte dat inheemse talen en culturen niet mogen worden onderworpen aan een opgelegde lingua franca of supra-etnische cultuur, werd ingegeven door de ervaringen die zij als Vlamingen hadden opgedaan met taalongelijkheid. Deze indigenisten meenden dat de dominantie van de vier linguae francae van Belgisch-Congo (Tshiluba, Lingala, Swahili en Kikongo) net zoals die van het Frans in België onwenselijk was, aangezien deze talen van bovenaf werden opgelegd.

Anderen met sympathie voor de Vlaamse beweging, zoals Louis Franck Franck, Louis
De inzet van Louis Franck (1868-1937) voor de vernederlandsing van het middelbaar onderwijs en de Gentse universiteit bracht hem rond 1910 op het hoogtepunt van zijn Vlaams-liberale roem.... Lees meer
(van 1918 tot 1924 minister van Koloniën), kozen voor een gematigdere benadering. Franck verwierp het ‘assimilationisme’, dat probeerde de staatsinrichting van het moederland aan de kolonie op te leggen, en pleitte in plaats daarvan voor ‘adaptationisme’. Dat nam de situatie in de pre-koloniale tijd als uitgangspunt voor koloniale structuren, waarbij verschillende etnieën zich onafhankelijk en gescheiden moesten kunnen ontwikkelen. Francks ‘adaptationisme’ vloeide voort uit zijn Vlaamsgezindheid, maar had ook te maken met een rapport van het Phelps-Stokes Fund in 1921 publiceerde over onderwijs in Congo en dat aanbeval om de scholing aan te passen aan de omstandigheden waarin de Congolezen leefden. Het indigenisme van Aequatoria was een reactie op deze benadering, omdat indigenisten meenden dat het adaptationisme alsnog structuren van bovenaf oplegde. Volgens Bambi Ceuppens waren echter ook de sympathieën die adaptationisten als Boelaert en Hulstaert hadden voor de Congolese bevolking uiteindelijk bepalend gekleurd door hun achtergrond en denkkader als Vlamingen en Vlaamsgezinden. Zo deed Hulstaert, naar analogie van de Nederlandse standaardtaal, een poging om het Lomongo te standaardiseren door de taal vereenvoudigd aan te leren in het onderwijs.

Sympathie voor de gekoloniseerde?

Vanaf het begin van de koloniale periode vergeleken Vlaamsgezinden de positie van de Vlamingen in België met die van de Congolezen in de kolonie. Op een plakkaat uit 1885 werden de Congolezen aangesproken als ‘Zwarte Broeders’ die van Leopold II weinig heil te verwachten zouden hebben. Deze tekst lijkt op het eerste gezicht (en zo is hij ook wel gelezen) te getuigen van sympathie voor de bevolking van de Onafhankelijke Congostaat, maar diende echter binnenlandse politieke doelen: de Congolese bevolking las geen Nederlands en werd ook niet bereikt met een affiche dat verspreid werd in België. De kolonisatie bood flaminganten een kader waarmee ze hun eigen situatie konden duiden. Congo was voor hen een spiegel waarin ze zichzelf zagen.


Fragment uit het flamingantisch plakkaat waarin de discriminatie van de Vlamingen in België vergeleken werd met de behandeling van zwarten in de net door koning Leopold II verworven Onafhankelijke Congostaat, 1885. (Universiteitsbibliotheek Gent)
Fragment uit het flamingantisch plakkaat waarin de discriminatie van de Vlamingen in België vergeleken werd met de behandeling van zwarten in de net door koning Leopold II verworven Onafhankelijke Congostaat, 1885. (Universiteitsbibliotheek Gent)

Het idee dat Vlaanderen door België gekoloniseerd zou zijn, werd tijdens de gehele koloniale periode door Vlaamsgezinden gedeeld. Zo schreef de liberale flamingant en hoogleraar Paul Fredericq Fredericq, Paul
Paul Fredericq (1850-1920) was een vooraanstaande Gentse historicus, die als de officieuze ideoloog van het liberaal flamingantisme kan worden  omschreven. Als rector van de Gentse univer... Lees meer
in zijn Schets eener geschiedenis der Vlaamsche Beweging (1909) over ‘de Vlamingen, die gedurende meer dan vijftig jaar na 1830 als echte negers behandeld zijn geworden in hun eigen vaderland België door hunne eigene broeders de Walen en de Franskiljons’. En nog in 1969, bijna een decennium na de Congolese onafhankelijkheid, publiceerde de Vlaams-nationalistische en marxistische Werkgroep De Witte Kaproenen Werkgroep De Witte Kaproenen
De Werkgroep De Witte Kaproenen (DWK), meestal kortweg Witte Kaproenen genoemd, was een Antwerpse studiegroep die in 1967-1968 ontstond in de schoot van de Vlaamse Volksbeweging (afdeling... Lees meer
een boekje met de titel Het kolonialisme in Vlaanderen. De vergelijking met zwarte mensen dateerde echter al van voor het begin van de kolonisatie. In een manifest van het Nederlandsch Kunstverbond Nederlands Kunstverbond
Het Nederlands Kunstverbond was in Antwerpen een politiek onafhankelijke Vlaamsgezinde vereniging voor schrijvers en kunstenaars. Lees meer
uit 1856 werd de situatie van de Vlamingen al vergeleken met die van slaven op een plantage en van inheemse bevolkingen in een kolonie: ‘En wat zouden wy dan meer zyn dan negers in eene plantery, dan de Indianen in eene Engelsche kolonie? Die wonen ook in hun geboorteland; maer hoe wonen zy er?’

Ondanks de vermeende parallellen tussen hun eigen situatie en die van de gekoloniseerde Congolezen, lieten Vlaamsgezinden impliciet doorschemeren dat er een beschavingshiërarchie zou zijn. Paul Fredericq stelde in zijn Schets ook de retorische vraag: ‘Of wilde men misschien de Vlaamsche boeren, wanneer zij naar Congo zouden uitwijken, beneden de negers der kolonie stellen?’ Vlamingen leken voor Fredericq in eerste instantie dus wel vergelijkbaar met Congolezen, maar waren voor hem uiteindelijk toch fundamenteel anders en au fond superieur aan zwarte mensen. Ook de vrijwel unanieme steun van Vlaamsgezinde intellectuelen voor de kolonisatie onderstreept dat van echte sympathie met de gekoloniseerde bevolking van Congo geen sprake was. Vergelijkingen tussen Vlaming en Congolees waren veeleer bedoeld om de Vlaamse zaak retorisch te onderbouwen.

Was er dan nooit sprake van oprechte sympathie? In Hendrik Consciences Conscience, Hendrik
Hendrik Conscience (1812-1883) was de eerste auteur die het in België aandurfde een roman in het Nederlands te schrijven en te publiceren. Zijn oeuvre van zo’n 65 romans, dat ook een bred... Lees meer
In ’t Wonderjaer(1566) (1837) en De Boerenkryg (1853) werd de positie van Vlamingen vergeleken met de situatie van onderdrukte volkeren. Volgens Kevin Absillis getuigen deze vergelijkingen van een kritische houding ten opzichte van het imperialisme. In het geval van het Belgische kolonialisme is de spanning echter dat kritische noten bij het imperialisme net vaak weerklonken binnen een kader waarin de Vlaming uiteindelijk hoger stond dan de Congolees. Het devies was dus hooguit: een andere kolonisatie en vrijwel nooit: geen kolonisatie. Misschien betekent dat niet dat vergelijkingen tussen Vlaanderen en Congo enkel retorische vehikels waren; het betekent wel dat tussen vergelijking en verwantschap uiteindelijk afstand bleef bestaan.

Vlaamse cultuur en de kolonie

Vlaamse cultuur in Belgisch-Congo

Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog begonnen Vlamingen in de kolonie zich op cultureel gebied te organiseren. Ze richtten Vlaamse Vriendenkringen op (de eerste in 1947) en begonnen tijdschriften. Het bekendste daarvan was het culturele tijdschrift Band Band (1942-1960)
Lees meer
, dat in het laatste jaar van de kolonisatie samen zou gaan met het literaire tijdschrift Zuiderkruis Zuiderkruis
Lees meer
en in die hoedanigheid verscheen tot 1963. In de kolonie verscheen ook het weekblad De week voor Belgisch-Congo (1951-1960), dat werd uitgegeven door de Belgische christelijke arbeidersbeweging Christelijke arbeidersbeweging
In de christelijke arbeidersbeweging heeft steeds een uitgesproken belangstelling voor de Vlaamse kwestie bestaan. De groeiende invloed van deze beweging, in het kielzog van de democratis... Lees meer
. Band was een blad met een pluralistische achtergrond, maar politiek gevoelige kwesties als de Koningskwestie Koningskwestie
Constitutioneel, politiek en maatschappelijk vraagstuk rond de persoon en de houding van koning Leopold III tijdens de Tweede Wereldoorlog. Lees meer
en de schoolstrijd leidden in het tijdschrift niet tot discussie. Het Vlaamse belang werd er ook nooit boven het Belgische gesteld: Vlaams-nationalistisch was het blad dus zeker niet. In de discussie rond de talen die in het koloniale onderwijs gebruikt moesten worden, pleitte Band voor tweetaligheid Tweetaligheid
Lees meer
, omdat het tijdschrift meende dat het Nederlands bij eentalig onderwijs in een pariapositie zou belanden.

In Band werd uiteraard ook een visie op de verhouding tussen Vlaming en Congolees gepropageerd. Zo verschenen grote delen van Placide Tempels’ Bantoe-filosofie in het blad, voordat dit pionierswerk over interculturele filosofie als boek werd uitgegeven. Ook in andere artikelen werd geprobeerd om de aard van de zwarte bevolking te peilen. Geen van deze analyses ontsnapten echter aan een hiërarchisch kader, waarin de koloniaal boven de gekoloniseerde stond. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog pleitten verschillende respondenten, onder wie de latere gouverneur-generaal van Belgisch-Congo Rik Cornelis Cornelis, Rik
Hendrik (Rik) Cornelis (1910-1999) was een Vlaams koloniaal ambtenaar. In 1958 werd hij benoemd tot gouverneur-generaal van Belgisch Congo. Als oprichter van het tijdschrift Band in 1942 ... Lees meer
, bovendien voor intensievere migratie vanuit België naar de kolonie.

Overigens was ook de Waalse beweging actief in Congo, bijvoorbeeld via het tijdschrift Raf (1943-1958). Daarin werd niet gepleit voor een zelfstandig(er) Wallonië, net zoals Band dat niet deed met betrekking tot Vlaanderen (zie Waalse beweging Waalse beweging
De Waalse beweging ontstond op het einde van de 19e eeuw en heeft zijn wortels in een culturele, politieke en taalkundige dimensie. Ze was verdeeld in verschillende stromingen, waarvan de... Lees meer
).

Congo in de Vlaamse cultuur

Hoe Congo figureerde in tijdschriften die verschenen in Vlaanderen en hoe over de kolonie werd geschreven door flaminganten in België is nog niet erg systematisch onderzocht. De eerste studies op dit gebied hebben aangetoond dat veel prominente figuren binnen de Vlaamse beweging, zoals August Vermeylen Vermeylen, August
August Vermeylen (1872-1945) was een schrijver, literatuur- en kunsthistoricus, en socialistisch senator. In het tijdschrift Van Nu en Straks, waarvan hij de leiding had, publiceerde hij ... Lees meer
, Lodewijk de Raet De Raet, Lodewijk
Lodewijk de Raet (1870-1914) was een econoom en ambtenaar die in belangrijke mate bijdroeg aan de theorievorming over de Vlaamse beweging en deze van een sociaaleconomisch denkraam voorza... Lees meer
, Cyriel Verschaeve Verschaeve, Cyriel
Cyriel Verschaeve (1874-1949) was een West-Vlaamse priester, literair auteur, kunstbeschouwer en publicist, die bekend werd als icoon van de Frontbeweging en het opkomende Vlaams-national... Lees meer
en Ernest Claes Claes, Ernest
Ernest Claes (1885-1968) was een schrijver van volkse romans en verhalen en een leidend ambtenaar in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Na de Tweede Wereldoorlog werd hij vervolgd wege... Lees meer
zich over de kolonisatie hebben uitgelaten. Hoe verschillend hun opvattingen verder ook waren, de meesten van hen ondersteunden het koloniale project. Vermeylen was in zijn ‘Kritiek der Vlaamsche Beweging’ (1896) een scherp criticus van de manier waarop destijds in de Vlaamse beweging over Congo werd gediscussieerd: als de kolonisatie enkel werd bekeken vanuit de taalkwestie, merkte hij op, kwamen andere, morele vragen niet aan bod: ‘Ik bespreek niet of het verlangde rechtvaardig is of niet. Maar in deze gewichtige zaak heeft men dus niets willen weten van de honderden redenen die voor of tegen eene overneming [van de Onafhankelijke Congostaat door België] in te roepen waren, (…) men heeft zich niet eens afgevraagd of alle koloniale politiek, trots een leugenachtig uithangbord, geen aanstootelijke schanddaad onzer “beschaving” is.’ Voor De Raet was de taalvraag wél cruciaal, juist om economische redenen. Alleen als er in de kolonie Nederlands gesproken zou worden, schreef hij in twee opstellen in De Vlaamsche Gids De Vlaamse Gids (met) Boek & Biliotheek
De Vlaamse Gids (1905-2000) was een flamingantisch en liberaal tijdschrift. Het werd gesticht door Max Rooses, met medewerking van Paul Fredericq en Jozef Vercoullie. Het blad was feiteli... Lees meer
, konden de economische belangen van Vlamingen in Congo gewaarborgd worden.

Verschaeve en Claes spraken op hun eigen wijze dubbelzinnig over Congo. Claes, die na de oorlog was gaan schrijven voor de Nederlands-Indische krant Het Nieuws van den Dag, prees enerzijds Leopolds Congostaat maar was anderzijds geschokt door de dwangarbeid die de Congolezen in Belgisch-Congo moesten verrichten: vrijwel voortdurend schipperde hij tussen ontzag voor het kolonialisme en kritiek op koloniale uitbuiting. Verschaeve verkondigde in zijn essay 1830-1908 (in 1908 geschreven, maar pas in 1918 onder pseudoniem verschenen) op zijn beurt dat de kolonisatie niet inherent verkeerd was, maar dat het vanwege de raciale verwantschap beter was om de banden met Zuid-Afrika aan te halen. Waar Claes af en toe humanitaire bezwaren leek te hebben, was het bij Verschaeve dus vooral zijn radicale essentialistische nationalisme dat zijn terughoudendheid kan verklaren.

In Vlaamse literaire werken over Congo zijn af en toe verwijzingen naar de Vlaamse beweging te vinden. Ook daarover bestaat echter nog maar weinig onderzoek. Veel van de bestaande studies over de Congoliteratuur gaan niet over de aan- of afwezigheid van Vlaamsgezinde opvattingen, maar over de mate waarin deze literatuur de kolonisatie ideologisch ondersteunde dan wel bekritiseerde. Slechts in een zeer beperkt aantal gevallen wordt aandacht besteed aan de Vlaamse cultuurhistorische context waarin deze teksten tot stand kwamen en functioneerden. Toch zou juist een dergelijke benadering de interactie tussen de literatuur over Congo en de Vlaamse beweging beter aan het licht kunnen brengen. Bovendien verschenen in het laatste decennium van de kolonisatie en de eerste jaren van de postkoloniale periode, onder andere bij het Davidsfonds Davidsfonds
Het Davidsfonds is een katholieke Vlaamse cultuurvereniging, die werd opgericht in januari 1875. Lees meer
, boeken over het Vlaamse culturele leven in Congo en over de Vlaamse Congoliteratuur, die veelzeggend ‘Vlaams-Afrikaanse letterkunde’ werd genoemd. Ook deze zijn nog nauwelijks bestudeerd.

Minder direct verbonden met de Vlaamse beweging was Congo vanaf de late 19de eeuw uiteraard een thema in de Vlaamse literatuur Literatuur
De literatuur heeft een cruciale rol gespeeld in het ontstaan van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en ook in de daaropvolgende fasen van de Vlaamse natiewording zijn schrijvers vaak richting... Lees meer
. Een van de romans die in dit verband veel aandacht heeft gekregen, is Cyriel Buysse Buysse, Cyriel
Cyriel Buysse (1859-1932) was een invloedrijk auteur van naturalistische romans en toneelstukken. Lees meer
s
De zwarte kost (1898). Hoewel De zwarte kost vaak is gelezen als een roman die de kolonisatie kritisch onder de loep neemt, uitte Buysse zich in ander werk racistisch Racisme
Lees meer
ten opzichte van de tot slaafgemaakte zwarte bevolking van de Verenigde Staten. De roman zelf is bovendien niet vrij van raciale stereotypen. De zwarte kost kan daarnaast gelezen worden in het licht van Buysses kritiek op een Vlaams provincialisme: in het Vlaamse dorp waarin De zwarte kost zich afspeelt, sluiten de inwoners zich af voor de realiteit van het kolonialisme als die niet langer raakt aan de levens van de inwoners.

Voor een auteur die stierf in 1883 en bijgevolg zelf nooit over de eigenlijke kolonisatie van Congo heeft kunnen schrijven, wordt het werk van Hendrik Conscience erg vaak verbonden met debatten over het kolonialisme. Slechts eenmaal verwees Conscience in zijn oeuvre naar Congo: in zijn roman Batavia (1858) voerde hij een slaafgemaakt personage op dat die naam draagt. Kevin Absillis heeft in zijn studie naar kolonialisme bij Conscience betoogd dat Congo echter niet moet worden gezien als racistisch stereotype: ondanks de problematische representatie van dit personage past Consciences roman beter bij de abolitionistische literaire traditie dan bij het 19de-eeuws racisme. Niet Conscience zelf, maar diens culturele erfgenamen waren volgens Absillis verantwoordelijk voor de associatie van het oeuvre met vreemdelingenhaat en racisme.


<p>Illustratie van Edward Dujardin uit Hendrik Consciences <em>Batavia</em>, 1858. De problematische representatie van het personage Congo sloot volgens literatuurwetenschapper Kevin Absillis eerder aan bij het abolitionisme dan bij het 19de-eeuws racisme. (ADVN, VB6615)</p>

Illustratie van Edward Dujardin uit Hendrik Consciences Batavia, 1858. De problematische representatie van het personage Congo sloot volgens literatuurwetenschapper Kevin Absillis eerder aan bij het abolitionisme dan bij het 19de-eeuws racisme. (ADVN, VB6615)

In de Vlaamse literatuur was ook de Onafhankelijke Congostaat van Leopold II (1835-1909) af en toe een thema. In de jaren 1970 verschenen twee teksten waarin de erfenis van de koning bijzonder kritisch tegen het licht werd gehouden. Hugo Claus Claus, Hugo
Lees meer
schreef met Het leven en de werken van Leopold II (1970) een satirische theatertekst waarin Leopold werd gepresenteerd als een even megalomane als infantiele uitbuiter: Claus zou later over dit toneelstuk zeggen dat hij de koning erin had willen voorstellen als ‘een vieze kobold’. In een van de scènes zingt een koor van Congolezen De Vlaamse Leeuw De Vlaamse Leeuw
De Vlaamse Leeuw (1847) is een nationaal Vlaams lied op tekst van Hippoliet van Peene en muziek van Karel Miry. Op 11 juli 1985 werden tekst en muzikale notatie officieel vastgelegd als V... Lees meer
, wat volgens Geert Buelens gelezen kan worden als een van de weinige momenten in de tekst waarin de gekoloniseerde Congolezen ‘empowered’ zijn. Julien Weverbergh publiceerde in 1971, het jaar waarin hij directeur werd van uitgeverij Manteau Manteau
Lees meer
, een bloemlezing met bronnen uit de tijd van de Onafhankelijke Congostaat. Ook in Leopold II van Saksen Coburgs allergrootste zaak kwam de koning er allerminst goed vanaf: het boek leest als één lange aanklacht tegen de misdaden in de Onafhankelijke Congostaat.

Postkoloniaal Vlaanderen

Na de dekolonisatie verdween de Vlaamsgezinde belangstelling voor Congo niet. In 1962 publiceerden Arthur Verthé Verthé, Arthur
Lees meer
en Bernard Henry hun Geschiedenis van de Vlaams-Afrikaanse letterkunde en ook andere flaminganten bleven zich bezighouden met de voormalige kolonie. Maar de zichtbaarste erfenis van het kolonialisme was te vinden in de Belgische publieke ruimte. In 2019 telde historicus Matthew Stanard in België 456 monumenten Monumenten
Voor de Vlaamse beweging monumenten oprichtte, ging België haar daarin reeds voor. Na de onafhankelijkheid van 1830 ontstond in België een uitgebreide en diverse historische cultuur, die ... Lees meer
, plakkaten en straatnamen Straatnamen
Straatnamen kunnen als monumenten fungeren die een bepaalde nationalistische of andere politiek-ideologische agenda reflecteren. In de geschiedenis van de Vlaamse beweging dienden straatn... Lees meer
die herinneren aan het koloniale verleden, waarvan er zich 182 in Vlaanderen bevonden. Stanard onderschatte echter het aantal lieux de mémoire gewijd aan Vlaamse missionarissen die naar Congo waren uitgezonden: hij telde er 14, terwijl Idesbald Goddeeris aantoonde dat maar liefst 91 missionarissen in de Vlaamse publieke ruimte werden herinnerd met in totaal 101 monumenten, gedenktekens en straatnamen. Ter vergelijking: in de lijst van Stanard staan 118 voorwerpen of namen die verwijzen naar kolonialen die niet behoorden tot de geestelijkheid. Er zijn dus vrijwel evenveel verwijzingen naar missionarissen als niet-geestelijke kolonialen.

Zulke monumenten en beelden, vooral die van Leopold II, riepen reactie op. Aan het begin van de 21ste eeuw, toen de gruweldaden in de Onafhankelijke Congostaat bredere bekendheid hadden gekregen (met name door Peter Bates documentaire White King, Red Rubber, Black Death, in 2004 uitgezonden door de VRT en RTBF) werden sommige van deze beelden vernield of besmeurd met rode verf of afgedekt. Deze vernielingen hadden meestal weinig effect: ze werden meestal gezien als vandalisme en leidde slechts af en toe tot nieuwe tekstbordjes bij de beelden. Politici van Vlaams Belang Vlaams Belang
Vlaams Belang is een radicaal-rechtse Vlaams-nationalistische partij, die in 1978 ontstond onder de naam ‘Vlaams Blok’, als verkiezingskartel van de Vlaamse Volkspartij en de Vlaams Natio... Lees meer
hekelden straatnamen die verwezen naar Leopold II, maar daarbij speelde vooral hun afkeer van België België
Geen Vlaamse beweging zonder België. Het is ook onmogelijk om België te begrijpen zonder de geschiedenis van de Vlaamse beweging erbij te betrekken. Tussen het ontstaan van een culturele ... Lees meer
en de monarchie een rol (zie Monarchie Monarchie
In deze bijdrage over de Belgische vorsten, van Leopold I tot en met Albert II (1831-2013), wordt gepeild naar hun oordeel over en aandeel in de ontwikkeling van de Belgische taalstrijd e... Lees meer
). Kritiek op Leopold II was overigens geen exclusief Vlaams fenomeen: ook in Franstalig België kwamen linkse actiegroepen in het geweer tegen de koloniale erfenis van de koning.

De kritiek van de Vlaams Belang-politici was vooral gericht op Leopold II en enkele legerofficieren. Een uitzondering daarop was het standbeeld van pater Constant de Deken in Wilrijk. De Deken, auteur van het postuum verschenen reisverslag Twee jaaren in Congoland (1900), overleed in 1896 in Congo. In 1904 werd ter nagedachtenis aan hem een monument opgericht, dat berucht is vanwege de manier waarop De Deken uittorent boven een geknielde, biddende zwarte man. Rond dit monument ontstond in de jaren 2010 discussie (onder andere vanwege internationale ontwikkelingen), die er in 2014 toe leidde dat Vlaams Belang haar kritische discours over koloniale beelden liet varen en de verdediging opnam van het aan De Deken gewijde gedenkteken.

Om het Vlaams Belang niet in de kaart te spelen, hadden tegenstanders van confederalisme of Vlaamse zelfstandigheid tot voor kort wel eens kritiek op het koloniale verleden vermeden. Vanwege de communautaire spanningen kon kritiek op dat verleden immers zomaar worden gezien als kritiek op België zelf. Niet alle Vlaams-nationalistische partijen uitten overigens openlijke kritiek op het koloniale verleden. De Nieuw-Vlaamse Alliantie Nieuw-Vlaamse Alliantie
De N-VA is op electoraal vlak de meest succesvolle Vlaams-nationalistische partij ooit en slaagde er ook in om de grootste Belgische partij te worden. Ze zit bijna 20 jaar in de Vlaamse R... Lees meer
(N-VA) voelde zich wellicht kwetsbaar vanwege de hardnekkige associatie tussen Vlaams-nationalisme en de collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
en zag, ook omdat de partij als ‘gouvernementeel’ wilde overkomen, af van al te scherpe kritiek op Leopold II en het koloniale verleden.

Rond het jaar 2020 veranderde het Vlaams-nationalistische discours over het koloniale verleden enigszins. N-VA-leider Bart de Wever pleitte er in 2019 zelfs voor om excuses aan te bieden voor de koloniale periode, maar wees daarbij naar de koning, zodat zijn oproep nog steeds gezien kon worden als onderdeel van zijn republikeinse agenda (zie Vlaams-nationalistische partijen Vlaams-nationalistische partijen
Het partijpolitieke Vlaams-nationalisme brak door in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog en streefde een verregaande of volledige staatkundige verzelfstandiging van Vlaanderen na. De b... Lees meer
). Toen in de zomer van 2020 Black Lives Matter ook in België de discussie deed opleven over (onder andere) standbeelden die herinnerden aan het koloniale verleden, verschoot Vlaams Belang verder van kleur dan sinds de commotie over het standbeeld van De Deken het geval was geweest. Partijleden, onder wie kamerlid Dries van Langenhove Van Langenhove, Dries
Lees meer
, beklaagden zich over ‘politieke correctheid’ en ‘wokeness’, en verdedigden daarom de standbeelden in plaats van ze te bekritiseren. Jan Neckers, die in de jaren 1980 een BRT-serie over Congo maakte, hekelde in 2021 in ’t Pallieterke 't Pallieterke
’t Pallieterke (1945-…) is een Vlaams-nationalistisch weekblad, dat aanvankelijk uiterst-rechts georiënteerd was en overwegend satirische bijdragen publiceerde, maar dat de afgelopen dece... Lees meer
de samenstelling en de inzichten van de Bijzondere commissie koloniaal verleden vanwege vermeende vooringenomenheid en verbond die in één adem met de Vivaldicoalitie. (Neckers was zelf overigens erg kritisch over de kolonisatie.) De cultuuroorlogen hadden ook de koloniale herinnering bereikt.


Actie van het Vlaams Belang voor het standbeeld van pater Constant de Deken, 23 juni 2022. Foto Vlaams Belang.
Actie van het Vlaams Belang voor het standbeeld van pater Constant de Deken, 23 juni 2022. Foto Vlaams Belang.

In de postkoloniale periode leefde in Vlaanderen lange tijd de gedachte dat de Vlaamse omgang met het koloniale verleden progressiever zou dan de francofoon-Belgische. Deze gedachte werd zowel geuit (op een min of meer verhulde manier) door politici als door wetenschappers. Volgens historicus Idesbald Goddeeris was dit positieve Vlaamse postkoloniale zelfbeeld echter gebouwd op drijfzand. Franstalig België leek inderdaad conservatiever om te gaan met de erfenis van het kolonialisme, bijvoorbeeld met eerbetuigingen aan Leopold II, maar in Brussel en Wallonië waren vanwege de connectie met de mondiale francofonie ook al andere, kritischere visies te horen. Vlaamse auteurs en media wilden daarentegen zelf de geschiedenis van het kolonialisme schrijven en gaven daarbij maar zelden het woord aan Congolese stemmen. De VRT-serie Kinderen van de kolonie (2018-2019), waarin ook Belgen van Congolese afkomst aan het woord kwamen, was daarop een van de eerste grote uitzonderingen. Vlaamse critici van het koloniale verleden, zoals Ludo de Witte, bevonden zich lange tijd institutioneel in de marge. Dat De Wittes De moord op Lumumba leidde tot de Lumumba-commissie was dan ook eerder de uitzondering die de regel bevestigde dan exemplarisch.

Leidde de onafhankelijkheid van Congo tot de federalisering van België? Matthew Stanard heeft gesuggereerd dat de Congolese onafhankelijkheid een rol speelde bij het heviger worden van de communautaire spanningen. Zijn stelling lijkt echter weinig gefundeerd en onjuist. Het repertoire waarop het Belgische nationalisme Belgisch nationalisme
Lees meer
zich kon beroepen werd zeker kleiner na de onafhankelijkheid, maar de federalisering van België was het gevolg van interne spanningen die al langer bestonden. Dat gold ook voor de taalwetten van de jaren 1960. Het verlies van de kolonie speelde in het federaliseringsproces dus hooguit een marginale rol.

Besluit

Hoe belangrijk was Congo voor de Vlaamse beweging? In de inleiding bij Congo in België: Koloniale cultuur in de metropool (2009) onderscheidden Vincent Viaene, David van Reybrouck en Bambi Ceuppens een continuüm tussen twee uitersten. Aan de ene kant zijn er ‘maximalisten’, die van mening zijn dat de geschiedenis van België niet (meer) geschreven kan worden zonder aandacht voor de kolonie: zij zijn van oordeel dat Congo grote invloed heeft gehad op België. ‘Minimalisten’ daarentegen menen dat de kolonisatie van Congo maar relatief weinig invloed heeft gehad op ontwikkelingen in België. Met betrekking tot de verhouding tussen de Vlaamse beweging en Congo lijkt een min of meer minimalistisch standpunt het meest recht te doen aan de werkelijkheid. Er bestonden Vlaamse perspectieven op kolonisatie en op de kolonie, maar in het geheel van de Vlaamse beweging moet het belang van die perspectieven niet worden overdreven.

In elk geval ontstond de Vlaamsgezinde belangstelling voor Congo niet pas met de Tweede Wereldoorlog, zoals lang werd gedacht. Ze bestond al vanaf het begin van de periode van de Onafhankelijke Congostaat. Toen en later was het vooral de status van het Nederlands die de tongen van flaminganten losmaakte, maar ook andere kwesties speelden een rol. Het lijkt erop dat er vanaf de periode rond de Tweede Wereldoorlog meer aandacht kwam voor de emancipatie van Vlamingen in de kolonie. Door periodieken en verenigingen op te richten probeerde men in de kolonie een Vlaams cultureel leven te creëren. Na het einde van de kolonisatie waren Leopold II en zijn Congostaat een makkelijk doelwit voor Vlaams-nationalisten, die daarmee de erfenis van het kolonialisme door konden schuiven naar de monarchie. De hernieuwde aandacht voor het koloniale verleden in de jaren 2020 heeft de kaarten echter opnieuw geschud: sommige Vlaams-nationalisten werpen zich nu op als verdedigers van de erfenis van het kolonialisme – of althans van Leopold II – omdat zij niet met politieke correctheid en wokeness geassocieerd willen worden.

Hoewel de contouren van de Vlaamsgezinde visie op Congo tijdens de afgelopen decennia duidelijk zijn geworden, blijven nog vele vragen onbeantwoord. Vooral de ideeën van de Vlaamse beweging in België kunnen nog verder onderzocht worden. Hoe werd in het centrum van de Vlaamse beweging, en niet alleen in het bij voorbaat al meer perifere Belgisch-Congo, over de kolonisatie gedacht? Ook onze kennis van het literaire werk over Congo zou baat hebben bij meer diepgravend onderzoek vanuit het perspectief van de Vlaamse beweging.

Verdere bestudering van de Vlaamsgezinde visie op Congo zou behulpzaam kunnen zijn bij twee grotere kwesties die van belang zijn voor de historiografie Historiografie
Lees meer
van de Vlaamse beweging. De eerste is het imperialistische motief in de Vlaamse beweging. Hoe door flaminganten tijdens de Eerste en vooral de Tweede Wereldoorlog maar ook op andere momenten werd gedacht over imperialisme – breder dan Congo en het bestaande Belgische kolonialisme – is nog lang niet uitputtend onderzocht. De tweede kwestie is de geschiedenis van de xenofobie in Vlaanderen. Kevin Absillis heeft betoogd dat de oorsprong daarvan niet moet worden gezocht in de vroege Vlaamse beweging. Hij stelt dat een racistische visie op de ander juist in de vroege fase van het Belgische kolonialisme haar beslag kreeg. Ook die suggestie verdient nader onderzoek, zeker omdat daaruit zou kunnen blijken dat de invloed van de kolonisatie op de Vlaamse beweging groter is dan gedacht.

Historiografische situering

Walter Geerts en Manu Ruys Ruys, Manu
Manu Ruys (1924-2017) was een Vlaamsgezind journalist en publicist, die van 1975 tot 1989 als politiek hoofdredacteur van De Standaard fungeerde. Ruys gold als een invloedrijk commentator... Lees meer
beweerden in het lemma ‘Kongo’ in de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse beweging (NEVB)
De opvolger van de Encyclopedie van de Vlaamse Beweging zocht bij het verschijnen in 1998 expliciet afstand tot zijn voorganger door de verwetenschappelijking van het historisch onderzoek... Lees meer
(1998) nog dat er pas sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog Vlaamsgezinde belangstelling voor Congo zou zijn geweest. Uit onderzoek dat sindsdien is gepubliceerd, blijkt dat die stelling geen stand houdt. Er is al vanaf de laatste decennia van de 19de eeuw vanuit de Vlaamse beweging interesse geweest voor Congo. Dat Geerts en Ruys in de jaren 1990 nog konden beweren dat Congo pas in de laatste decennia van de kolonisatie Vlaamse harten sneller deed kloppen, is het gevolg van verschillende factoren. In de historiografie van de Vlaamse beweging is allereerst lange tijd weinig aandacht besteed aan de internationale aspecten van de beweging. De geschiedschrijving van het Belgische kolonialisme is bovendien lange tijd vanuit de marges geschreven, en deze (vaak Franstalige) historici hadden weinig aandacht voor de manier waarop de Vlaamse beweging in Congo of vanuit België ijverde voor haar zaak in de kolonie. Daarbij komt dat veel van de auteurs die zich na de onafhankelijkheid van Congo wél met dat Vlaamse perspectief bezighielden ex-kolonialen waren. Het perspectief dat zij inbrachten, was duidelijk gekleurd door hun eigen ervaringen in Congo en richtte zich daarom allereerst op wat zij uit eigen ervaring kenden.

Het belang van Bambi Ceuppens’ Congo Made in Flanders? (2003) voor het begrip van de Vlaamsgezinde visie op Congo kan nauwelijks worden overschat. Sinds de jaren 2010 is er ook door andere onderzoekers meer aandacht besteed aan de rol die Congo speelde in de Vlaamse beweging. Met name het onderzoek van Idesbald Goddeeris naar de erfenis van het kolonialisme in de publieke ruimte; de artikelen van Bert Govaerts over de taalkwestie in Belgisch-Congo; en Michael Meeuwis’ bijdragen over datzelfde onderwerp bieden waardevolle inzichten. Op letterkundig gebied heeft Luc Renders veel materiaal aan de obscuriteit ontrukt. Zijn onderzoek besteedt echter vrijwel geen aandacht aan de Vlaamse beweging. Waardevolle bijdragen waarin de Vlaamse Congoliteratuur vanuit dat perspectief wordt gelezen, zijn te vinden in het werk van Matthijs de Ridder en Geert Buelens.

Literatuur

– A. Vermeylen, Kritiek der Vlaamsche Beweging, in: Van Nu En Straks, jg. 2, 1896, nr. 1, pp. 1-34.
– P. Fredericq, Schets eener geschiedenis der Vlaamsche Beweging, 1906-1909, 3 dln.
– W. van Saeftinge [=pseud. van C. Verschaeve], 1830-1908, 1918.
– A. Verthé & B. Henry, Geschiedenis van de Vlaams-Afrikaanse Letterkunde, 1961.
– H.J. Elias, Vijfentwintig jaar Vlaamse Beweging, 1969-1972, 4 dln.
– F. Joostens, Schaven aan de zwarte ziel: Belgisch-Kongo gezien door het koloniale maandblad BAND (1942-1960), 1991.
– J. Vansina, Living with Africa, 1994.
– W. Geerts, & M. Ruys, Kongo, in: R. de Schryver e.a. (red.), Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, 1998, pp. 1741-1744.
– B. Ceuppens, Congo Made in Flanders? Koloniale Vlaamse visies op “blank” en “zwart” in Belgisch Congo, 2003.
– M. Seghers, Phelps‐Stokes in Congo. Transferring Educational Policy Discourse to Govern Metropole and Colony, in: Paedagogica Historica, jg. 40, 2004, nr. 4, pp. 455-477.
– G. Castryck, Whose History is History? Singularities and Dualities of the Public Debate on Belgian Colonialism, in: C. Lévai (red.), Europe and the World in European Historiography, 2006, pp. 71-88.
– B. Govaerts, Wilfried Borms in Belgisch-Congo. Een eenmansgevecht voor het Nederlands in de kolonie?, in: WT. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, jg. 66, 2007, nr. 1, pp. 6-33.
– O. Boehme, Economic Nationalism in Flanders Before the Second World War’, in: Nations and Nationalism, jg. 14, 2008, nr. 3, pp. 542-561.
– O. Boehme, Greep naar de markt. De sociaal-economische agenda van de Vlaamse Beweging en haar ideologische versplintering tijdens het interbellum, 2008.
– B. Govaerts, De zaak van rechter Grootaert en de strijd om het Nederlands in Belgisch-Congo. Een symbooldossier uit de jaren vijftig, in: WT. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, jg. 67, 2008, nr. 1, pp. 7-46.
– N.R. Hunt, Rewriting the Soul in a Flemish Congo, in: Past & Present, jg. 198, 2008, nr. 1, pp. 185-215.
– V. Viaene, King Leopold’s Imperialism and the Origins of the Belgian Colonial Party, 1860-1905, in: The Journal of Modern History, jg. 80, 2008, nr. 4, pp. 741-790.
– S. de Mul, Framing the Congo and the (Un)Bildung of the Imperial State: De Zwarte Kost (1898) by Cyriel Buysse, in: Forum for Modern Language Studies, jg. 45, 2009, nr. 4, pp. 390-400.
– M. de Ridder, “Een Congoleesche werpspeer en een brok rubber, die onder ’s konings neus neergelegd waren”. Koloniale bedenkingen bij Willem Elsschot en Gaston Burssens, in: V. Viaene, D. van Reybrouck & B. Ceuppens (red.), Congo in België. Koloniale cultuur in de metropool, 2009, pp. 203-213.
– V. Viaene, D. van Reybrouck & B. Ceuppens (red.), Congo in België: Koloniale cultuur in de metropool, 2009.
– B. Govaerts, De Universiteit van Elisabethstad (1956-1960). Arena van het laatste Vlaamse gevecht in Belgisch-Congo, in: WT. Tijdschrift over de Geschiedenis van de Vlaamse Beweging, jg. 69, 2010, nr. 2, pp. 107-146.
– G. Vanthemsche, Belgium and the Congo, 1885-1980, 2012.
– I. Goddeeris, Colonial Streets and Statues: Postcolonial Belgium in the Public Space, in: Postcolonial Studies, jg. 18, 2015, nr. 4, pp. 397-409.
– M. Meeuwis, Language Legislation in the Belgian Colonial Charter of 1908. A Textual-Historical Analysis, in: Language Policy, jg. 14, 2015, nr. 1, pp. 49-65.
– M. Meeuwis, From the Cape to the Congo and Back. Afrikaners and Flemings in the Struggle for Dutch in Africa (1874-1960), in: Language Matters, jg. 46, 2015, nr. 3, pp. 325-343.
– E. Buettner, Europe After Empire: Decolonization, Society, and Culture, 2016.

– I. Goddeeris, Square de Léopoldville of Place Lumumba? De Belgische (post)koloniale herinnering in de publieke ruimte, in: Tijdschrift voor geschiedenis, jg. 129, 2016, nr. 3, pp. 349-372.
– G. Buelens, De Black Atlantic en wij. De Nederlandse literatuur als globale literatuur in de jaren zestig, Achter de verhalen, ongepubliceerde congreslezing, 2018.
– L. Renders, Koloniseren om te beschaven. Het Nederlandstalige Congoproza van 1596 tot 1960, 2019.
– H. Slotboom, Congo in Vlaanderen. Opvattingen over Congo en kolonisatie in de Vlaamse Beweging, 1885-1914. Universiteit Utrecht, ongepubliceerde masterproef, 2019.
– M. Stanard, The Leopard, the Lion, and the Cock: Colonial Memories and Monuments in Belgium, 2019.
– G. Buelens, Brave jongens voor de Volkenbond: De Vlaamse intellectuele elite en Congo, in: De lage landen, jg. 63, 2020, nr. 3, pp. 34-45.
– G. Buelens, “Voor hen is dat de slavernij, en niets anders”. Ernest Claes en Congo, in: Zacht Lawijd, jg. 19, 2020, nr. 3, pp. 16-33.
– M. Meeuwis, Taaldiversiteit: Wiens talen werden er in de kolonie gebruikt?, in: I. Goddeeris, A. Lauro & G. Vanthemsche (red.), Koloniaal Congo. Een geschiedenis in vragen, 2020, pp. 273-283.
– I. Goddeeris, Missionarissen: Geschiedenis, herinnering, dekolonisering, 2021.
– L. Renders, De mislukking van de beschavingsmissie: Het Nederlandstalige Congoproza van 1960 tot 2020, 2021.
– K. Absillis, Het slechte geweten van Vlaanderen. Nationalisme, racisme en kolonialisme in de tijd van Hendrik Conscience, 2022.

Suggestie doorgeven

2023: Hidde Slotboom

Inhoudstafel