Blunck, Hans
De schrijver Hans Blunck (1888-1961) was tijdens de Eerste Wereldoorlog in Brussel nauw betrokken bij de Flamenpolitik en werd een spilfiguur in de contacten tussen Nederduitse regionalisten en activisten.
De schrijver Hans Blunck (1888-1961) was tijdens de Eerste Wereldoorlog in Brussel nauw betrokken bij de Flamenpolitik en werd een spilfiguur in de contacten tussen Nederduitse regionalisten en activisten.
De Noord-Duitse publicist Jacob Bödewadt (1883-1946) ijverde tijdens de Eerste Wereldoorlog voor een toenadering tussen Vlaamse activisten en Nederduitse regionalisten.
Frans Boon (1791-1852) legde zich toe op de studie van de grammatica en de Vlaamse literatuur. Boon raakte ook verwikkeld in de  polemieken van de spellingoorlog.
Jan-Hendrik Bormans (1801-1878) was hoogleraar in de letterkunde. Hij was een promotor van de eengemaakte spelling in Vlaanderen en rapporteur van de Spellingcommissie (1836-1841).
Onderwijzer Jan Boucherij (1846-1911) was medewerker, hoofdredacteur en uitgever van diverse Vlaamsgezinde tijdschriften. Ook was hij actief als letterkundige.
De jurist Karel Brants (1856-1934) zette zich in voor het gebruik van het Nederlands als rechts- en bestuurstaal in Vlaanderen.
Jan Broeckaert (1837-1911) was historicus, linguïst, ambtenaar en griffier. Hij publiceerde verschillende taalkundige en historische werken, waaronder de tiendelige Bibliographie van den Vlaamschen Taalstrijd (1904-1914).
Broedermin en Taelyver was een Gentse toneelmaatschappij die in 1840 werd opgericht. Met haar oorspronkelijk Nederlandstalige repertoire en meer natuurlijke speelstijl zorgde de maatschappij voor vernieuwing in de Vlaamse theaterwereld.
Jeroen Brouwers (1940-2022) was een veelgeprezen Nederlandse schrijver van romans, essays en polemieken. Hij staat bekend als criticus en pleitbezorger van de Vlaamse literatuur.
Foeke Buitenrust Hettema (1862-1922) was een specialist inzake Friese taal- en letterkunde en van 1916 tot 1918 hoogleraar aan de Vlaamsche Hoogeschool in Gent.
Alfons Carlier (1845-1912) was van 1870 tot 1886 voorzitter van de Bond van Westvlamingen voor Taal en Volk. Hij was een gevierd spreker en gelegenheidsdichter.
Désiré Claes (1836-1910) was werkzaam in het onderwijs. Hij was ook actief als publicist en literator en speelde van bij de oprichting een belangrijke rol in het Davidsfonds, waarvan hij van 1908 tot 1910 waarnemend voorzitter was.