Action Française

Organisatie
Stefaan Marteel (2023)

De Action française was een Franse monarchistisch-nationalistische beweging uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Binnen de Vlaamse beweging was de ontvankelijkheid voor haar ideeëngoed beperkt, behalve bij Joris van Severen.

Afkorting
AF
Oprichting
20 juni 1899
Stopzetting
1944
Leestijd: 23 minuten

De Action française was een Franse monarchistisch-nationalistische beweging uit de eerste helft van de 20ste eeuw, geleid door Charles Maurras. Ze oefende voornamelijk intellectuele invloed uit en wist grote delen van de Franse katholieke rechterzijde voor zich te winnen (tot de pauselijke veroordeling in 1926). In België kende het gedachtegoed voor het eerst succes tijdens de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
onder nationalistische opiniemakers, maar het brak nadien vooral door in ultra-katholieke middens, waar het de antidemocratische gezindheid van een ideologisch fundament voorzag. Binnen de Vlaamse beweging stond men overwegend negatief tegenover de Action française, vooral vanwege de francofiele en anti-flamingantische gezindheid van haar Belgische adepten, en in het licht van de groeiende aantrekkingskracht van het Duitse völkische nationalisme. Een uitzondering vormde Joris van Severen Van Severen, Joris
Joris van Severen (1894-1940) is vooral bekend als de oprichter en leider van het fascistisch geïnspireerde Verdinaso (Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen). Medio jaren 1930 verru... Lees meer
, die in de jaren 1930 onder invloed van de Franse school evolueerde in rechts-autoritaire richting, wat hem tot de katalysator maakte van de crisis binnen de Frontpartij.

De Action française was een Franse nationalistische beweging (of “liga”). Ze werd bezield en geleid door Charles Maurras en had als voornaamste spreekbuis een dagblad met dezelfde naam (L’Action française). De Action française ontstond op het einde van de 19de eeuw in het polariserende klimaat dat door de Dreyfus-affaire (het gerechtelijk schandaal waarbij de Joods-Franse officier Alfred Dreyfus onterecht veroordeeld werd voor spionage, en die in Frankrijk tot een verregaande polarisering tussen links en rechts leidde; naar aanleiding ervan schreef Emile Zola zijn bekende open brief J’Accuse!) werd gecreëerd, en ontwikkelde zich onder invloed van Maurras en diens “integraal nationalisme” in de vroege jaren 1900 tot een anti-republikeinse, reactionair-monarchistische beweging. Ze groeide uit tot de belangrijkste gedachteschool van radicaal-rechts in Frankrijk Frankrijk & Vlaanderen
De verhouding tussen Vlaanderen en Frankrijk werd altijd gekenmerkt door een aanzienlijke dubbelzinnigheid. Hoewel er lange tijd een grote affiniteit met de Franse cultuur bestond, werd d... Lees meer
en de voornaamste spreekbuis van het Franse nationalisme. De invloed van de beweging beperkte zich nochtans in de eerste plaats tot het intellectuele en culturele domein, en ze slaagde er nooit in voet aan de grond te krijgen in de Franse politiek of de publieke instellingen. Haar hoogtepunt lag rond 1922-1923. Een electorale nederlaag in 1924 en de oprichting van de fascistische partij Fasceau door dissident Georges Valois in 1925 deden haar groei stagneren, waarna de pauselijke veroordeling in 1926 de neergang inluidde.

Los van de specifieke ontwikkeling die de Action française in Frankrijk doormaakte, stond de invloed die de beweging in het buitenland, voornamelijk in de francofone en Latijnse wereld (tot in Zuid-Amerika), kende. Haar ideeën werden toegeëigend en geherinterpreteerd in functie van concrete politieke behoeften, in de context van zeer uiteenlopende politieke omstandigheden. De interesse voor de Action française kon uiteenlopende facetten van haar gedachtegoed behelzen: monarchisme, regionalisme en federalisme Federalisme
Sinds het begin van de 20ste eeuw behoort federalisme tot het programma van eerst de Waalse en vervolgens ook de Vlaamse beweging. Vanaf 1970 is de transformatie van België van unitaire t... Lees meer
, intransigent katholicisme en traditionalisme, en klassieke esthetiek. In België België
Geen Vlaamse beweging zonder België. Het is ook onmogelijk om België te begrijpen zonder de geschiedenis van de Vlaamse beweging erbij te betrekken. Tussen het ontstaan van een culturele ... Lees meer
liep de invloed overwegend langs de weg van het politieke katholicisme, en het is ook langs die weg dat de Action française sporen heeft nagelaten in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De periode waarin de invloed van de Action française zich in België liet gelden betreft voornamelijk die van het interbellum, en daarbinnen overwegend de jaren 1920.

Het katholiek en monarchistisch reveil in Frankrijk

Het nationalisme in Frankrijk was tot het einde van de 19de eeuw verankerd in de tradities en symboliek van de Franse Revolutie en het napoleontische keizerrijk, en kende, binnen de contrarevolutionaire traditie van Louis de Bonald en Joseph de Maistre, geen rechtse equivalent. Met de Action française van Charles Maurras kwam daarin verandering en werden antirepublicanisme, nationalisme en traditionalisme met elkaar in verbinding gebracht.

Het integraal nationalisme van de Action française zag zichzelf als een beredeneerd nationalisme dat zich beriep op historische inzichten of “wetten” (in dit ‘empirisme organisateur’ liet de invloed van het positivisme van Auguste Comte zich duidelijk gelden). Centraal stond de overtuiging dat de Franse natie een product was van de Franse monarchie, de staatsvorm die het best aangepast was aan de natuurlijke, historische, geografische en psychologische kenmerken van Frankrijk, en dat de Franse Republiek voortkwam uit het “anti-Franse” gedachtegoed van de verlichting. De republiek werd ook voorgesteld als het werk van vier ‘geconfedereerde staten’ die de natie verdeelden – de protestanten, de vrijmetselaars, de métèques (vreemdelingen) en de joden (die voor Maurras noch een geloofsgemeenschap noch een ras vormden, maar niettemin een volk dat niet met de Franse natie te assimileren viel).

Een ander belangrijk aspect van het maurrassiaanse nationalisme was het regionalisme, de verwerping van het (“jakobijnse”) centralisme, dat als een product van de revolutie werd beschouwd, en de verdediging van een federale staatsstructuur. Dat hield verband met Maurras’ engagement in de Provençaalse literair-culturele beweging van de Félibrige Felibrige
De Felibrige was een literair genootschap dat taalkundige en taalpolitieke activiteiten ontplooide ten gunste van de Provençaalse taal en cultuur. Lees meer
, die gericht was op de verdediging en de promotie van het Occitaans. Maurras verkondigde het principe van ‘l’autorité en haut, les libertés en bas’, waar zijns inziens de republikeinse orde het perfecte tegendeel van was, en dat daarom alleen verwezenlijkt kon worden door de restitutie van de monarchie Monarchie
In deze bijdrage over de Belgische vorsten, van Leopold I tot en met Albert II (1831-2013), wordt gepeild naar hun oordeel over en aandeel in de ontwikkeling van de Belgische taalstrijd e... Lees meer
.

Hoewel het Franse monarchistische nationalisme van de Action française duidelijke overeenkomsten kende met andere uitingen van rechts-radicaal Rechts-radicalisme
De rechts-radicale traditie begon toen het Vlaams-nationalisme in het interbellum koos voor Nieuwe Orde en collaboratie. Na de oorlog evolueerde radicaal-rechts in Vlaanderen van nostalgi... Lees meer
nationalisme in Europa (de absolute onderwerping van het individu aan de natie, de xenofobie en het antisemitisme Antisemitisme
Lees meer
), speelden zuiver etnische denkbeelden hierin, in theorie, geen rol en werden raciale ideeën, evenals uitingen van nationaal mysticisme ontsproten aan de romantiek, verworpen. De absolute prioriteit toegekend aan het monarchistische principe gaf uitdrukking aan het idee van de primauteit van de politiek (‘politique d’abord’); het natiebegrip van Maurras was dat van de natie als een politieke en historische realiteit, ontleend aan de bekende gepubliceerde lezing Qu'est-ce qu'une nation? van Ernest Renan (1882).

Dit begrip van de natie als politiek-historische constructie was ook verbonden met een ander aspect van het maurrassiaanse nationalisme, de visie op Frankrijk als erfgenaam van de Romeinse wereld (romanità). Dit raakt aan een esthetische dimensie in het oeuvre van Maurras, waarbij de oudheid en het classicisme systematisch werden afgezet tegen de verlichting, de romantiek en het modernisme (met het individualisme als gemeenschappelijke onderliggende kwaal).

Ten slotte hechtte Maurras een groot belang aan het katholicisme als een noodzakelijke instelling voor het behoud van de sociale orde, hoewel hijzelf in zijn jeugd zijn geloof was afgevallen. In Le Dilemme de Marc Sangnier uit 1906 viel Maurras uit naar de Franse christendemocratische beweging van Le Sillon, die accommodatie zocht met de Franse republikeinse staat. Maurras claimde dat de Action française de ware erfgenaam was van het sociaalkatholicisme, dat in de 19de eeuw had geijverd voor een nieuwe ordening waarin niet individuen maar sociale entiteiten de belangrijkste samenstellende delen zouden zijn (de Action française kon rekenen op de sympathie van René de la Tour du Pin, die een van de drijvende krachten achter het sociaalkatholicisme was geweest).

Toen paus Pius X vier jaar later Le Sillon veroordeelde, leek dat een bevestiging van de orthodoxie van het gedachtegoed van de Action française, en haar verwerping van het laïcisme van de Derde Republiek. Zowat de hele rechtervleugel van het katholieke reveil in het vooroorlogse Frankrijk, met Charles Maritain, Henri Massis en Jacques Bainville als voornaamste representanten, zocht aansluiting bij de Action française. Op filosofisch vlak sloten de reactionaire katholieken aan bij de stroming het (neo)thomisme, dat ook het sociaalkatholicisme en de encycliek Rerum Novarum (1891) had geïnspireerd. In 1926 veroordeelde de paus echter eveneens de Action française, op grond van haar ultranationalisme en de voorrang van de politiek boven de religie. Dit deed veel katholieken (waaronder Maritain) de Action française de rug toekeren en kostte het dagblad zowat de helft van haar lezerspubliek.

Franstalig België

Vóór de Eerste Wereldoorlog bleef de belangstelling voor de Action française en Charles Maurras in België marginaal. Eric Defoort Defoort, Eric
Historicus Eric Defoort (1943-2016) werkte als leraar, bibliothecaris en hoogleraar, en was ook bedrijvig als auteur van historische boeken en als publicist. Hij was actief in de Volksuni... Lees meer
heeft daarvoor in zijn standaardwerk, Charles Maurras en de Action française in België (1978), een aantal verklarende factoren aangereikt. Er was geen nationalistische traditie aanwezig in België vergelijkbaar met die in Frankrijk, waar nationalisme sterk vervlochten was met de “vernedering” in de Frans-Duitse oorlog van 1870, sentimenten van nationaal verval en een drang naar revanchisme. Er werd bovendien veel waarde gehecht aan het in stand houden van de neutraliteitspolitiek en de Action française was fanatiek anti-Duits. Aan katholieke zijde verhinderde de sterke positie van het katholicisme binnen de Belgische samenleving en politiek (sinds 1884 was de katholieke partij Katholieke partij
De katholieke partij, later CVP (vanaf 1945) en CD&V (vanaf 2001) speelde een cruciale rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De partij had een belangrijk aandeel in onder m... Lees meer
onafgebroken aan de macht) een grote ontvankelijkheid voor Maurras’ ideeën. Tenslotte bestond in België voor de oorlog geen algemeen enkelvoudig stemrecht, en waren vele politieke en sociale privileges overeind gebleven. In een beperkte kring van katholieken die in de ban waren van integrisme en intransigentisme werd Maurras weliswaar reeds gelezen. Belangrijk, in het licht van wat later kwam, was dat aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte in Leuven, met aan het hoofd de latere aartsbisschop en kardinaal Désiré-Joseph Mercier Mercier, Désiré
Désiré Mercier (1851-1926) was van 1906 tot 1926 de kardinaal-aartsbisschop van het aarts­bisdom Mechelen. Hij was een vurig propagandist van het Belgisch patriottisme en leefde tijdens ... Lees meer
, aanzetten werden gegeven voor een “philosophie séparée”, een beoefening van filosofie losgekoppeld van de theologie en met de klemtoon op rationalisme.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog zorgden de opstoot van het Belgisch nationalisme, anti-Duitse sentimenten, en de toegenomen status en macht van de vorst voor een grotere ontvankelijkheid van de ideeën van de Action française. Le XXe Siècle Le XXe Siècle
Le XXe Siècle (1895-1940) was een Brussels katholiek dagblad. Het werd na de Duitse inval in 1914 de spreekbuis van het Belgisch nationalisme en annexionisme, wat leidde tot een breuk tus... Lees meer
van Fernand Neuray Neuray, Fernand
Fernand Neuray (1874-1934) was een Belgisch-nationalistische auteur en journalist. Lees meer
, de grootste Belgische krant in die jaren, zat volledig op de lijn van de Action française. Dat betrof in het bijzonder de analyses over Duitsland Duitsland & Vlaanderen
Van de eerste helft van de 19de eeuw tot 1945 stond het Duitse beeld van Vlaanderen in het teken van etnisch-culturele verbondenheid. Die romantische perceptie leefde vooral bij een beper... Lees meer
en de internationale politiek van Jacques Bainville, die steeds opnieuw hamerde op het belang van een duurzame Franco-Belgische alliantie. Nationalisten gingen weliswaar zelden zo ver als de Action française in hun afkeuring van de democratie.

Het was vooral in de onmiddellijke naoorlogse jaren dat de Action française een stevige voet aan de grond kreeg in België, toen de stroomversnelling waarin de democratisering en de ontkerstening van de samenleving terechtkwam tot een versterkte antimodernistische en antidemocratische gezindheid onder katholieke ideologen leidde. Via Maurras’ gedachtegoed kon deze ideologische stellingname voorgesteld worden als het logische politieke verlengstuk van de katholieke leer. Het hielp dat het anti-etatisme van Maurras vatbaar was voor een ultramontaanse recuperatie, in de zin van de voorrang van “natuurlijke groepen”, zoals Kerk Kerk
De verhouding tussen Kerk en Vlaamse beweging vertoont historisch een tweevoudig beeld. Enerzijds waren de godsdienstige en de Vlaamsgezinde overtuiging innig verstrengeld en vormde de cl... Lees meer
en gezin, boven de staat, en van de suprematie van het geestelijke over het wereldlijke gezag.

Gangmakers waren bladen als de Revue Latine van Stanislas Dotremont en de Revue Catholique des Idées et des Faits van abbé René-Gabriel van den Hout, dat in de jaren 1920 ook sterke invloed uitoefende op het vernieuwde Le XXe Siècle, nu onder leiding van abbé Norbert Wallez (de Franse historicus Olivier Dard beschouwt Wallez en Van den Hout als typische voorbeelden van de ‘abbé maurrassien’). Deze bladen droegen de ideeën van Jacques Maritain en Henri Massis uit, die (evenals Maurras) ook af en toe ongepubliceerde stukken aandroegen. De Fransen waren ook graag geziene gasten op de Grandes Conférences Catholiques die Van den Hout organiseerde, alles onder het goedkeurend oog van kardinaal Mercier. Een enquête in het blad van de katholieke Franstalige studenten, Les Cahiers de la Jeunesse Catholique, wees in mei 1925 uit dat Maurras veruit de populairste auteur onder de jonge generatie katholieken was.

Mede naar aanleiding van deze enquête ontspon zich in 1925 vanuit liberaal-katholieke, en in mindere mate christendemocratische kringen een campagne tegen de Action française, die in Frankrijk navolging kreeg en uitmondde in de pauselijke veroordeling in december 1926. De veroordeling betekende het einde van de openlijke identificatie onder Belgische katholieken met het maurrassisme. Waar het in Frankrijk niet zo’n vaart liep, verdwenen in België directe verwijzingen naar Maurras en de Action française vrijwel overnacht. Cécile Vanderpelen heeft dit toegeschreven aan de sterke verzuiling die toen op haar hoogtepunt was en alle katholieken in de pas deed lopen. Daarmee verdwenen echter nog niet de antidemocratische overtuigingen. Zoals Defoort heeft opgemerkt hadden de ultrakatholieken bij Maurras geleerd ‘om hun ongenoegen een leerstellige grondslag te geven, en om het te vertalen in politieke theorieën’, en daar had de pauselijke veroordeling geen vat op. Zo nam de Revue Catholique zich op 14 januari 1927 voor, ook al aanvaarde ze de veroordeling, om ‘de antiliberale, antidemocratische kruistocht verder te zetten’.

Nochtans zouden vele katholieken die in de jaren 1920 met Maurras hadden gezweept hun reactionaire overtuigingen opbergen en zich in het volgende decennium succesvol in het Belgische establishment integreren. Dat had in de eerste plaats te maken met een veranderende tijdsgeest: de ontreddering en het cultuurpessimisme van na de Eerste Wereldoorlog maakten plaats voor het besef dat de sociale hiërarchie in de naoorlogse jaren vrij goed overeind was gebleven, en dat het katholicisme als politieke kracht had standgehouden. Voor zover men heimelijk aan rechts-radicale politieke overtuigingen vasthield, kon men zich optrekken aan het aan de macht komen van autoritair-katholieke regimes in Spanje, Portugal en Oostenrijk.

In ultranationalistische bewegingen als de Action nationale van Pierre Nothomb en Rex van Léon Degrelle speelde het gedachtegoed van Maurras nooit een rol van betekenis, ofschoon Degrelle in zijn jeugd wel in de ban was geweest van Maurras. Fascistisch Italië was hier het grote voorbeeld.

De Vlaamse beweging

In de nasleep van de Eerste Wereldoorlog en in het licht van de radicalisering van (een deel van) de Vlaamse beweging, wekte de Action française ook interesse op in flamingantische en Vlaams-nationalistische kringen. Aangezien de katholieke kringen waar het maurrassiaanse denken diep was doorgedrongen het flamingantisme allerminst goedgezind waren, lag een eerder negatieve receptie voor de hand. De Action française stond dan ook voor veel flaminganten, zoals de Antwerpse priester Floris Prims Prims, Floris
Floris Prims (1882-1954) was een Vlaamsgezinde priester en historiograaf. Hij stond mee aan de wieg van de christelijke sociale beweging en schreef tal van historiografische werken over A... Lees meer
het beschreef in Nationalisme-Internationalisme (1920), voor een beweging die ‘de nationaal voelende en nog miskende volksgroepen bestrijdt of op nieuwe volksgroepen nationaliteit-schendende aanslagen pleegt’.

Een polemiek over de Action française ontspon zich tussen flaminganten en francofonen naar aanleiding van een voordracht van Maurras te Brussel op 29 mei 1922 voor de Grandes Conférences Catholiques, waarin hij het Belgische regionalisme en bilinguïsme bewierookte in het kader van een pleidooi tegen de gecentraliseerde staat. Katholiek en Vlaamsgezind volksvertegenwoordiger (en latere minister) Edmond Rubbens Rubbens, Edmond
Edmond Rubbens (1894-1938) was onder meer advocaat, volksvertegenwoordiger, lesgever, ACW-voorzitter en minister. In de loop van zijn leven verdedigde hij verschillende Vlaamsgezinde stan... Lees meer
greep hierop zijn kans om in De Standaard van 2 juni een tegenstelling te evoceren tussen Maurras en zijn Franstalige adepten in België: ‘Nog een geluk dat die Maurras niet in België leeft,’ moeten, aldus Rubbens, die laatsten bij het beluisteren van zijn rede gedacht hebben, ‘want hij zou… ook al flamingant zijn!’ Franstalige sympathisanten van Maurras zaten genoeg met deze interventie verveeld om bij Maurras zelf een antwoord te solliciteren, wat deze laatste uiteindelijk ertoe aanzette zijn bijdrage in L’Action française van 24 december 1922 te wijden aan ‘La question du flamand’.

Maurras stelde zijn Belgische aanhangers niet teleur. Het ‘Vlaams dialect’ of ‘onderdialect van het Nederlands’ bezat volgens Maurras kwaliteiten en een verleden die geenszins betwist mochten worden, en de Belgische bevolking die Vlaams sprak had het recht gehoord, toegesproken, bestuurd en berecht te worden in de moedertaal. Die rechten waren echter in België afdoende gewaarborgd, zo meende hij. De Belgische tweetaligheid Tweetaligheid
Lees meer
was ‘un état de fait’ waaraan niet te tornen viel, maar dat gold ook voor de ongelijke waarde van de Vlaamse en de Franse taal Taal
De ontwikkeling van het Nederlands vormde tot diep in de 20ste eeuw een fundamenteel aandachtspunt in de Vlaamse beweging. De wijze waarop het geschreven en gesproken Nederlands gehanteer... Lees meer
. Volgens Maurras lag aan het willen toekennen van gelijke rechten aan het minder rijke, minder kwalitatieve idioom van het Nederlands de ‘metafysica van het recht der talen’ en het ‘romanticisme van het recht der dialecten’ ten grondslag. De ‘separatistische microbe’ was trouwens niet geheel en al te wijden aan ‘centrifugale krachten’ binnen België zelf, vervolgde Maurras, er kwam ook inmenging vanuit Duitsland Duitsland & Vlaanderen
Van de eerste helft van de 19de eeuw tot 1945 stond het Duitse beeld van Vlaanderen in het teken van etnisch-culturele verbondenheid. Die romantische perceptie leefde vooral bij een beper... Lees meer
en Nederland Nederland
Nederland is met Vlaanderen verbonden door de economische infrastructuur, de taal en de geschiedenis. Vanaf eind 18de eeuw kreeg die verbondenheid in taal en cultuur op uiteenlopende mani... Lees meer
aan te pas. In verband met de vernederlandsing van de Rijksuniversiteit Gent Hoger onderwijs in Gent
Met de vernederlandsing in 1930 als hoogtepunt is de Gentse universiteit een belangrijk strijdpunt geweest in de Vlaamse beweging. Van het Latijn uit 1817 tot het Engels van vandaag: het ... Lees meer
meende Maurras dat het Frans in België de universitaire taal moest blijven.

Maurras kaderde zijn verdediging van het Frans als Belgische eenheidstaal eveneens in een breder, antidemocratisch discours ten voordele van hiërarchie en ongelijkheid. De Action française had nooit iets anders beweerd dan dat landen en talen ongelijk zijn. Eerder dan een theorie over de universele rechten van naties en talen had men steeds het Franse vaderland voor ogen gehouden (‘c’est de la patrie française, forte des droits et des acquisitions de la France, que nous avons toujours raisonné’). Waar ook ter wereld was de terugtrekking van de Franse taal en letteren een ‘malheur’ voor de geciviliseerde wereld, een achteruitgang van de elite, een opmars van de niet gecultiveerde massa, een succes van de democratie.

De ondubbelzinnige afwijzing door Maurras van de Vlaamse beweging hypothekeerde verder de ontvankelijkheid vanuit de Vlaamse beweging voor de Action française, zeker toen de Vlaams-nationalisten in de ban geraakten van het conservatief-revolutionaire en völkische denken uit Duitsland. Van buitenaf werden het Vlaams-nationalisme en de Action française nochtans wel, in negatieve zin, met elkaar verbonden. In september 1925 vermelde de Brugse bisschop Gustave Waffelaert Waffelaert, Gustave
Gustave Waffelaert (1847-1931) was bisschop van Brugge van 1895 tot 1931. Hij was voorstander van de West-Vlaamse gewesttaal. Ondanks een zekere Vlaamslievendheid kwam hij in conflict met... Lees meer
het Vlaams-nationalisme en de Action française in dezelfde adem als afkeurenswaardige bewegingen, in een brief die door alle bisschoppen werd ondertekend. Geïnspireerd door de veroordeling van de Action française door Rome koesterden in de jaren 1929-1930 een aantal geestelijken, vooral in het bisdom Brugge, het plan een katholieke campagne te ontketenen tegen het Vlaams-nationalisme. Een veroordeling van het Vlaams-nationalisme, aldus deze geestelijken, zou gemakkelijk te motiveren zijn op zuiver religieuze gronden: het Vlaams-nationalisme zou op dogmatische dwalingen berusten. Met het oog op deze onderneming werd zelfs contact opgenomen met Fernand Passelecq, een Brusselse advocaat en medewerker aan de La Libre Belgique, die in de campagne tegen de Action française het voortouw had genomen.

Joris van Severen

Wat de overwegend negatieve verhouding van de Vlaamse beweging tot de Action française betreft, bestond er niettemin een grote uitzondering. Zoals het studiewerk van Romain Vanlandschoot Vanlandschoot, Romain
Romain Vanlandschoot (1933) verwierf bekendheid als auteur van door de historische wereld sterk gewaardeerde biografieën van Albrecht Rodenbach, Hugo Verriest en Cyriel Verschaeve. ... Lees meer
heeft blootgelegd, heeft de Action française een cruciale invloed gehad op de ideologische ontwikkeling van Joris van Severen Van Severen, Joris
Joris van Severen (1894-1940) is vooral bekend als de oprichter en leider van het fascistisch geïnspireerde Verdinaso (Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen). Medio jaren 1930 verru... Lees meer
. Dit was niet zonder betekenis, omdat Van Severen vooruitliep op de verrechtsing van het Vlaams-nationalisme als zodanig, en zijn ideologisch parcours hem tot katalysator maakte van de crisis waar de Frontpartij Het Vlaamsche Front
Het Vlaamsche Front was een Vlaams-nationalistische partij, die werd opgericht in 1919 en ook bekend stond onder de couranter gebruikte officieuze benaming Frontpartij. Gesticht als een ... Lees meer
vanaf de tweede helft van de jaren 1920 in terechtkwam. De invloed van de Action française op Van Severen liep in de eerste plaats via de katholieke dimensie in zijn gedachtewereld, en dus, net als bij de Franstalige adepten van Maurras in België, via auteurs die als bemiddelaars golden voor een katholiek begrip van Maurras.

In 1921 lanceerde Van Severen het maandblad Ter Waarheid Ter Waarheid (1921-1924)
Ter Waarheid was een tijdschrift dat in 1921 werd opgericht door Joris van Severen en Achilles Mussche. Het zocht aansluiting bij het humanitaire expressionisme. Humanitaire en pacifistis... Lees meer
, met het gedachtenleven in Vlaanderen en in de wereld, dat zich in de beginfase prodemocratisch en antimilitaristisch opstelde en flamingantisme met internationalisme verbond. Tegenwerking ondervond hij daarbij van de bisschoppelijke curie in Brugge, die onder druk stond van de francofone ultrakatholieke kringen waarbinnen het gedachtegoed van Maurras toen circuleerde. Nochtans dook ook reeds in de eerste nummers van Ter Waarheid bij Van Severen interesse op voor de Action française, waarmee hij tijdens de oorlog kennis had gemaakt (Louis Boumal, een Waalse soldaat en literator, had als eerste Van Severen op de Action française gewezen, tijdens een van de bijeenkomsten bij Marie-Elisabeth Belpaire Belpaire, Marie-Elisabeth
Marie-Elisabeth Belpaire (1853-1948) was een welgestelde Vlaamsgezinde auteur die verschillende projecten realiseerde ter promotie van de literatuur (zoals het tijdschrift Dietsche Warand... Lees meer
in De Panne). Zo schreef Van Severen over zijn ontdekking van de filosoof Jacques Maritain als een ‘openbaring’. Het waren toen nog vooral Maritains beschouwingen over esthetica en literatuur Literatuur
De literatuur heeft een cruciale rol gespeeld in het ontstaan van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en ook in de daaropvolgende fasen van de Vlaamse natiewording zijn schrijvers vaak richting... Lees meer
die Van Severen fascineerden, maar die kunnen niet los worden gezien van het katholieke traditionalisme waar Maritain voor stond. In een autobiografisch document uit 1922 (‘Over Europa en het europeanisme’) schreef Van Severen bij de Franse neothomisten (met name Henri Massis) de ‘eeuwige waarheden [van] het Geloof’ gevonden te hebben. Ook beweerde hij dat ‘europeanisme’ en ‘latinisme’ onscheidbaar waren.

Op 29 juli 1922 liet Van Severen in Het Vlaamsche Land een verklaring publiceren: ‘Ter Waarheid is katholiek en was dit katholicisme tot hiertoe te wolkerig, thans ben ik vastbesloten dit katholicisme klaar, duidelijk en ordevol te doen uitkomen.’ In een brief aan Jeroom Parmentier van 29 oktober verduidelijkte Van Severen hoe bepalend de invloed van de Action française hierin was: ‘Tot voor drie maanden kon ik niet aannemen dat Ter Waarheid niet katholiek was of in alle geval niet duidelijk genoeg. Dat heb ik ingezien dank zij de jonge Franse katholieken Maritain, Massis en anderen en Charles Maurras.’ Een maand later bracht Van Severen in Ter Waarheid voor het eerst een zeer katholiek citaat van Maurras te berde, waarin deze had gesteld dat aan elke moraliteit onvermijdelijk dogmatisme en theologie ten grondslag lagen.

Vanaf maart 1923 pleitte Van Severen voor de opheffing van de Godsvrede Godsvrede
Godsvrede is een middeleeuws begrip dat een schorsing van de vijandelijkheden tussen verschillende partijen inhoudt. In de geschiedenis van de Vlaamse beweging werd het begrip op verschil... Lees meer
binnen de Vlaamse Frontpartij en in het zesde nummer van Ter Waarheid van 1923 schreef Van Severen dat zijn wereldbeschouwing voortaan uitsluitend ‘vanuit de rooms-katholieke theologie, dogmatiek en moraal’ zou worden opgebouwd. Daarin zag hij een cruciale rol weggelegd voor de inaugurale encycliek van paus Pius XI van 23 december 1922, maar ook voor kerkelijke documenten uit 1864 die de scheiding van kerk en staat en de moderne vrijheden veroordeeld hadden (de encycliek Quanta cura en de Syllabus errorum). Zoals door Lode Wils Wils, Lode
Lode Wils (1929) is een emeritus hoogleraar eigentijdse geschiedenis. Hij publiceerde voornamelijk over het katholieke flamingantisme en is een van de belangrijkste geschiedschrijvers van... Lees meer
is opgemerkt, had Van Severen waarschijnlijk behoefte aan een ‘religieuze verantwoording van de strijd tegen België’ om zijn oorspronkelijke ‘reserves tegen het nationalisme te overwinnen’.

Van Severen bleef met grote regelmaat in Ter Waarheid stukken en citaten van Maritain (vooral uit diens werk Antimoderne van 1921), van Massis en van Daniël Halévy publiceren, die baadden in cultuurpessimisme en ultramontaanse geschiedfilosofie. Ook nam hij in Ter Waarheid van juni 1923 binnen het Vlaams-nationalisme de ‘bekrompen en verderfelijke chauvinistische haat tegen Frankrijk’ op de korrel. Hij leek zelfs het stuk van Maurras over de Vlaamse kwestie te echoën toen hij betoogde dat ‘de echt Latijnse vorm der beschaving, een der schoonste en zeker de meest verfijnde, door geen enkel Europees volk mag worden afgewezen’.

Het verglijden naar de ideeënwereld van de Action française leidde in het najaar van 1923 tot een opmerkelijke polemiek met Cyriel Verschaeve Verschaeve, Cyriel
Cyriel Verschaeve (1874-1949) was een West-Vlaamse priester, literair auteur, kunstbeschouwer en publicist, die bekend werd als icoon van de Frontbeweging en het opkomende Vlaams-national... Lees meer
. Veelzeggend plaatste die laatste, in een brief van 9 oktober, de Duitse filosoof Johann Wolfgang von Goethe in contrast met de Franse school, en verweet hij Van Severen zijn ‘stroeve’ katholicisme. In april 1924 schreef Verschaeve aan Van Severen: ‘Charles Maurras is een slecht voorbeeld: er is hoogmoed in zijn misprijzen voor de democratie.’

Tussen februari en juli 1924 verscheen in Ter Waarheid een driedelig ‘essay’ over het Vlaams-nationalisme waarin alweer bleek hoe centraal Maritain in Van Severens gedachtewereld stond. Ook haalde hij bij Georges Valois, ‘de economist der Action française’, ideeën over een noodzakelijke revolutie van de sociaal-politieke orde: ‘De essentiële grondslag voor politieke organisatie is het volk en de volkeren. Wanneer we deze stelling aanvaarden, sluiten we, logisch doordenkend, alle sociale klasse-organisatie uit. Dit hebben in Frankrijk Charles Maurres en George Valois perfect bewezen.’ Tevens zag Van Severen zich verplicht om te reageren op een aanval op het Vlaams-nationalisme van de pen van Maritain-adept René-Gabriel van den Hout in Documentation Catholique van 9 februari. Deze had geschreven dat de Vlaams-nationalisten alles reduceerden tot, of ondergeschikt maakten aan, ‘het taal- en rassenprobleem’ en dat in een katholiek land als Vlaanderen de religieuze belangen in het gedrang kwamen door een overdreven gevoeligheid voor taal, ras en nationaliteit. Van Severen antwoordde in maart 1924, op zeer maurrassiaanse wijze, dat Van den Houts kritiek alleen maar betrekking kon hebben op ‘een liberaal en atheïstisch nationalisme, dat de natie tot een godheid verheft’. In het vijfde nummer van Ter Waarheid van dat jaar publiceerde Van Severen een stuk van Maurras over de ‘démocratie déclinante’, met onder meer een citaat over de illegitimiteit van de democratische staatsvorm: ‘L’erreur est de croire que la démocratie soit légitime.’

In de loop van 1925 werd Van Severen steeds meer ontvankelijk voor de antidemocratische dimensie in het gedachtegoed van de Action française. In een brief van 31 januari aan Charles Gouzée de Harven, een jarenlange correspondentievriend, schreef hij onomwonden dat hij de orde die hij wilde helpen creëren begreep ‘in de maurrassiaanse betekenis’ en dat hij ‘antidemocraat en traditionalist’ was geworden.

Op die uitgesproken omarming van het maurrassisme kwam ook voor het eerst openlijke reactie, weliswaar zonder Van Severen bij naam te noemen. Op een bijeenkomst van de christelijke arbeidersbeweging Christelijke arbeidersbeweging
In de christelijke arbeidersbeweging heeft steeds een uitgesproken belangstelling voor de Vlaamse kwestie bestaan. De groeiende invloed van deze beweging, in het kielzog van de democratis... Lees meer
in Leuven (de twaalfde Vlaamse Sociale Week van 30 augustus tot 2 september 1925) werd gewaarschuwd voor de invloed van Maurras op de Vlaamse jeugd. De eerder vermelde Edmond Rubbens (een oude collegegenoot van Van Severen) publiceerde eind 1925 een brochure (Charles Maurras. Eenige beschouwingen over zijn persoon, zijn werk en zijn invloed) waarin hij oordeelde dat ‘het Maurrassisme in België over ’t algemeen genomen onwenselijk en noodlottig is’. Nog opvallender zijn twee uitgebreide artikelen in de Nederlandse krant De Tijd die Lodewijk Dosfel Dosfel, Lodewijk
Lodewijk Dosfel (1881–1925) was een jurist die in de Vlaamse beweging bekendheid verwierf door zijn engagement in de Vlaamse katholieke studentenbeweging en in de campagne voor Vlaamse ta... Lees meer
, de voornaamste politieke concurrent van Van Severen in West-Vlaanderen, aan het maurrassiaanse denken wijdde. Het tweede stuk, ‘Een verpletterend requisitoir tegen Charles Maurras’, vergeleek de staatsopvatting van Maurras met ‘een streng-absolutistisch Pruisisch politiek systeem’. Dosfel ging voor zijn kritiek ten rade bij de eerder genoemde Fernand Passelecq.

Hoewel Van Severen een eclectisch lezer was en bij heel uiteenlopende denkers en stromingen inspiratie haalde, leidt het weinig twijfel dat de invloed van de Action française bepalend is geweest voor zijn ideologische ontwikkeling. Op basis van de huidige staat van het onderzoek (en omdat het blad Ter Waarheid in 1924 ophield te verschijnen) blijven echter heel wat vragen onbeantwoord. Zo blijft onduidelijk of de breuk van George Valois met Maurras in 1925, en zijn keuze voor een zuiver fascistische richting, een impact heeft gehad op Van Severen. Ook de betekenis die de pauselijke veroordeling van de Action française in 1926 voor Van Severen heeft gehad is volstrekt ongekend; heeft die ervoor gezorgd dat Van Severen nadien niet langer naar de Action française verwees zonder weliswaar haar gedachtegoed af te wijzen, of heeft die net bijgedragen tot een verdere radicalisering in de richting van het fascisme? Onduidelijk blijft ook of maurrassiaanse ideeën een rol gespeeld hebben in de latere koerswendingen van Van Severen. Dat geldt met name voor zijn keuze vanaf 1934 voor een pro-Belgische koers (de “nieuwe marsrichting”), die, zoals Luc Pauwels heeft gesteld, in 1936-37 resulteerde in een nationalisme met een eenduidig historisch-geopolitieke in plaats van etnisch-linguïstische invulling, en voor Van Severens bekering tot het monarchisme, wat vanaf 1938 uitdrukking vond in een bewieroking van de figuur van Leopold III en zelfs oproepen tot een koninklijke staatsgreep.

Met de dood van Van Severen in 1940 was de rol van de Action française binnen de Vlaamse beweging (voor zover de Van Severen uit de late jaren 1930 daar nog toe mag worden gerekend) uitgespeeld. Hooguit waren er na de oorlog nog sporadische verwijzingen in recht-radicale milieus, zoals in het standpunt van Wim Grauls Grauls, Willem
Wim Grauls (1917-2006) was leraar. Hij trad in 1937 toe tot het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) en werd kaderlid van deze partij, maar zou tijdens de oorlog tot de Dietse dissidentie bin... Lees meer
in Dietsland Europa Dietsland Europa
Het tijdschrift Dietsland Europa was het blad van de Jong Nederlandse Gemeenschap en later van Were Di. Het verdedigde radicaal Vlaamse, Groot-Nederlandse en extreemrechtse standpunten en... Lees meer
van april 1967 dat Maurras ‘het nationalisme der 19de eeuw heeft helpen te boven komen, dat hij heeft bijgedragen om de betekenis van de blijvende normen en structuren te onthouden’. Verder dan een positieve waardering van de historische betekenis van Maurras ging dit soort uitlatingen niet.

Literatuur

– L. Vos, Nationalisme en rechtse stroming bij de Vlaamse studenten te Leuven tijdens het interbellum (Dossiers geschiedenis nr. 2), 1977.
– E. Defoort, Charles Maurras en de Action française in België, 1978.
– E. Verhoeyen en F. Uytterhaegen, De kreeft met de zwarte scharen. 50 jaar rechts en uiterst rechts in België, 1981.
– E. Lamberts, Het ultramontanisme in België 1830-1914, in: E. Lambrechts (ed.), De Kruistocht tegen het Liberalisme. Facetten van het ultramontanisme in België in de 19e eeuw, 1984, pp. 38-59.
– E. Gerard, De Katholieke Partij in crisis. Partijpolitiek leven in België (1918-1940), 1985.
– A.C. d’Appollonia, L’extrême-droite en France. De Maurras à Le Pen, 1988.
– B. de Wever, Greep naar de macht. Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945, 1994.
– L. Wils, Joris van Severen. Een aristocraat verdwaald in de politiek, 1994.
– F. Huguenin, L'Action Française. Une histoire intellectuelle. 1998.
– L. Pauwels, De ideologische evolutie van Joris van Severen (1894-1940). Een hermeneutische benadering (3de jaarboek Studiecentrum Joris van Severen), 1999.
– O. Boehme, Revolutie van rechts en intellectuelen in Vlaanderen tijdens het interbellum, 1999.
– C. Vanderpelen, La condamnation de Charles Maurras. Une crise majeure dans l’histoires des intellectuels catholiques belges de langue française?, in: Sources. Travaux historiques, 2000, nr. 53-54, pp. 47-60.
– C. Pomeyrols en Claude Hauser (eds.), L’action française et l'étranger. Usages, réseaux et représentations de la droite nationaliste française, 2001.
– F. Huguenin, Histoire intellectuelle des droites, 2006.
– H. de Smaele, Rechts Vlaanderen. Religie en stemgedrag in negentiende-eeuws België, 2009.
– O. Dard (eds.), Charles Maurras et l'étranger – L'étranger et Charles Maurras (L’Action française – culture, politique, société II), 2011.
– E. Lamberts, Het gevecht met Leviathan. Een verhaal over de politieke ordening in Europa, 1815-1965, 2011.
– R. Vanlandschoot, De unieke betekenis van “Ter Waarheid” 1921-1922 en het cultuurpolitieke klimaat na de Eerste Wereldoorlog. Verfijnde biografie van een cruciale periode in het leven van Joris van Severen (II), in: M. Cailliau (red.), Joris van Severen, zijn persoon, zijn gedachten, zijn invloed, zijn werk (15de jaarboek Studiecentrum Joris van Severen), 2011, pp. 19-106.
– O. Dard, L’Action française: une matrice européenne et transatlantique des droites radicales?, in: Studia historica. Historia contemporánea, jg. 30, 2012, pp. 27-46.
– R. Vanlandschoot, Wij willen een principiële politiek voeren’ Joris van Severen – 1923, in: Maurits Cailliau (red.), Joris van Severen, zijn persoon, zijn gedachten, zijn invloed, zijn werk (16de jaarboek Studiecentrum Joris van Severen), 2012, pp. 83-162.
– R. Vanlandschoot, De eerste Grote Synthese. Joris van Severen – 1924 in: Maurits Cailliau (red.), Joris van Severen, zijn persoon, zijn gedachten, zijn invloed, zijn werk (17de jaarboek Studiecentrum Joris van Severen), 2013, pp. 71-158.
– R. Vanlandschoot, Een lastig verkiezingsjaar. Joris van Severen – 1925, in: Maurits Cailliau (red.), Joris van Severen, zijn persoon, zijn gedachten, zijn invloed, zijn werk (19de jaarboek Studiecentrum Joris van Severen), 2015, pp. 87-146.
– E. Gerard, De schaduw van het interbellum. België van euforie tot crisis, 1918-1939, 2017.
– R. Vanlandschoot, “Wij beleven de mislukking van het parlementarisme”. Joris van Severen: 1926 – mei 1927 – deel 1, in: Maurits Cailliau (red.), Joris van Severen, zijn persoon, zijn gedachten, zijn invloed, zijn werk (21ste jaarboek Studiecentrum Joris van Severen), 2017, pp. 67-120.
– O. Dard, The Action Française in a Transnational Perspective, in: I. Saz e.a. (eds.), Reactionary Nationalists, Fascists and Dictatorships in the Twentieth Century Against Democracy, 2019, pp. 29-47.
– O. Dard, Charles Maurras. Le nationaliste intégral, 2019.
– R. Vanlandschoot, “Wij beleven de mislukking van het parlementarisme”. Joris van Severen: 1926 – mei 1927 – deel 2, in: Maurits Cailliau (red.), Joris van Severen, zijn persoon, zijn gedachten, zijn invloed, zijn werk (23ste jaarboek Studiecentrum Joris van Severen), 2019, pp. 29-62.
– L. Wils, De jonge Joris van Severen: links of rechts?, in: L. Wils, Op zoek naar een natie. Het ontstaan van Vlaanderen binnen België, 2020, pp. 269-280.
– L. Pauwels, Joris van Severen. Op leven en dood, letterlijk. Biografie 1894-1940, 2021.
– R. Vanlandschoot, De laatste weg alleen. Joris van Severen: 8 mei 1927 – 26 mei 1929 (deel 1), in: Maurits Cailliau (red.), Joris van Severen, zijn persoon, zijn gedachten, zijn invloed, zijn werk (25ste jaarboek Studiecentrum Joris van Severen), 2021, pp. 5-48.

Suggestie doorgeven

1973: Eric Defoort (pdf)

1998: Eric Defoort (pdf)

2023: Stefaan Marteel

Databanken

Inhoudstafel