De Boodt, August
August de Boodt (1895-1986) was landbouwingenieur. Als Vlaamsgezind katholiek senator stelde hij de uitwassen van de repressie aan de kaak.
August de Boodt (1895-1986) was landbouwingenieur. Als Vlaamsgezind katholiek senator stelde hij de uitwassen van de repressie aan de kaak.
De Broederhand (1945-1947) was een maandblad onder redactie van de Duitser Johann Wolf, die met het project de culturele en politieke banden tussen de Vlaamse beweging en de Duitstalige gebieden wenste aan te halen.
Caesar de Bruyker (1878-1924) was een Vlaamsgezinde wetenschapper die na de Eerste Wereldoorlog werd veroordeeld voor activisme.
De liberale jurist Gerrit de Clercq (1821-1857) steunde als correspondent in Den Haag van L’Indépendence Belge in zijn bijdragen de Vlaamse beweging.
Adriaan de Corswarem (1849-1909) was een advocaat en katholiek politicus, die op lokaal en nationaal niveau actief was. Hij promootte als één van de eersten het Nederlands als administratieve rechtstaal.
Edmond de Coussemaker (1805-1976) was een Frans-Vlaamse musicoloog en historicus. Hij was medestichter van het Comité flamand de France.
Karel de Flou (1853-1931) was historicus, filoloog en letterkundige. Hij schreef tientallen historische en taalkundige artikelen en bezorgde publicaties van Middelnederlandse teksten.
De Brugse priester Leo de Foere (1787-1851) was leraar en vanaf 1815 de drijvende kracht achter het traditionalistische opinieblad Le Spectateur Belge. Hij was lid van het Nationaal Congres en volksvertegenwoordiger tot 1848.
De Fonteine is een rederijkerskamer, de volledige aanduiding luidt: Koninklijke Soevereine Hoofdkamer van Retorica De Fonteine, gevestigd te Gent.
Jan-Baptist De Grove (1813-1867) was priester in Halen en Hopmaal. Hij stimuleerde het beginnende Vlaamse taal- en cultuurbewustzijn.
Charles J. de Harlez de Deulin (1832-1899) was een Franstalig katholiek priester en hoogleraar-oriëntalist. Vanuit linguïstische belangstelling had hij contact met Guido Gezelle.