Van Rijswijck, Jan

Persoon
Christoph De Spiegeleer (2023, herwerking), Janine Beyers-Bell (1998)

De liberaal Jan van Rijswijck (1853-1906) was burgemeester van Antwerpen. Zijn inzet voor de rol van het Nederlands in de lokale politiek en het verenigingswezen alsook zijn volksgezinde invulling van het liberalisme maakten van hem een populair politicus.

Volledige voornaam
Jan Cornelis
Alternatieve naam
Van Ryswyck
Geboorte
Antwerpen, 14 februari 1853
Overlijden
Testelt, 23 september 1906
Leestijd: 16 minuten

Jan van Rijswijck was een boegbeeld van het Vlaamsgezinde en sociale liberalisme in Antwerpen Antwerpen
Lees meer
. Hij engageerde zich vanaf 1876 als advocaat in vele Vlaamsgezinde en liberale verenigingen in de Scheldestad en zette zich in voor de erkenning van het Nederlands in de kringen van de Antwerpse balie (zie Gerecht Gerecht
Lees meer
). Voor Van Rijswijck waren Vlaamsgezindheid en liberalisme onlosmakelijk met elkaar verbonden. Hij groeide uit tot een kopstuk van de Liberale Vlaamsche Bond Liberale Vlaamsche Bond van Antwerpen
De Liberale Vlaamsche Bond was een liberale kiesvereniging die in 1866 in Antwerpen werd opgericht door Julius de Geyter, Hendrik Lenaerts en anderen. Lees meer
. In De Kleine Gazet De Kleine Gazet
De Kleine Gazet (1874-1888) was een Antwerps liberaal, progressief en Vlaamsgezind dag- en weekblad. Het fungeerde als het orgaan van diverse organisaties. Lees meer
gaf hij blijk van zijn progressieve ideeën inzake de emanciperende rol van onderwijs Onderwijs
Lees meer
, de stemrechtkwestie en de taalkwestie Taal
De ontwikkeling van het Nederlands vormde tot diep in de 20ste eeuw een fundamenteel aandachtspunt in de Vlaamse beweging. De wijze waarop het geschreven en gesproken Nederlands gehanteer... Lees meer
. Hij werd in 1892 burgemeester van Antwerpen. Door zijn consequente gebruik van het Nederlands als burgemeester belichaamde Van Rijswijck als geen ander "taalfierheid". Toch was hij niet uit op taalhomogeniteit in Vlaanderen. De succesvolle strijd tegen de ‘Grote Doorsteek’ was een andere belangrijke erfenis van het stadsbestuur onder het burgemeesterschap van Van Rijswijck (1892-1906).

Biografie en historische context

Jan van Rijswijck werd geboren in Antwerpen op 14 februari 1853. Hij doorliep de humaniora in de colleges van de jozefieten in Melle (1864-1868) en in Leuven (1868-1870). Toen Van Rijswijck naar school ging in Melle stierven zowel zijn moeder, Isabella-Dymfna Tielemans, als zijn vader, de liberale en eigenzinnige journalist Jan-Baptist van Rijswijck Van Ryswyck, Jan Baptist
Jan Baptist van Ryswyck (1818-1869) was leerkracht, volksdichter, journalist en schrijver. Vanuit zijn radicaal liberalisme, antimilitarisme, flamingantisme en Antwerps particularisme von... Lees meer
. Zijn vader zetelde tussen 1863 en 1866 in de Antwerpse gemeenteraad. Hij bracht in 1867 zelfs vier weken in de gevangenis door. Hij weigerde immers een door de rechtbank opgelegde schadevergoeding te betalen voor smaad aan het adres van Jan J. de Laet De Laet, Jan Jacob
Antwerpenaar Jan J. de Laet (1815-1891) was een liberale en flamingantische letterkundige. Ook ijverde hij als Kamerlid van de Meetingpartij voor het stemmen van taalwetten. Lees meer
, volksvertegenwoordiger van de (meer en meer in katholiek vaarwater terechtgekomen) Meetingpartij Meetingpartij
De Meeting (1862-1914) was een Antwerpse politieke formatie die ontstond uit een coalitie van flaminganten, progressieve liberalen en katholieken. Ze liet zich kenmerken door een uitgespr... Lees meer
. Nieuw bewijsmateriaal onderbouwde uiteindelijk de aantijgingen die Jan-Baptist in de liberale pers verspreidde rond het ontvangen van steekpenningen door De Laet. Als gevolg vernietigde een nieuw vonnis eind december 1868 het vorige. Jan-Baptist van Rijswijck kon niet lang genieten van zijn eerherstel want hij stierf kort nadien. De affaire-De Laet maakte op de jonge Jan Van Rijswijck een onuitwisbare indruk. De Laet moest in 1870 uiteindelijk aan de wezen van Jan-Baptist, de 14-jarige Anna en de 16-jarige Jan, 5000 frank uitbetalen.

Van Rijswijck begon datzelfde jaar, in 1870, in Leuven aan een universitaire studie rechten. Hij nam er actief deel aan de werkzaamheden van Met Tijd en Vlijt Met Tijd en Vlijt
Met Tijd en Vlijt was een Vlaamsgezind Studentengenootschap dat in 1836 aan de Leuvense universiteit werd opgericht en bleef bestaan tot na de Tweede Wereldoorlog. Het speelde tot 1875 e... Lees meer
. Verscheidene malen spoorde hij zijn medestudenten aan hun taal 'vlijtig' te beoefenen en de verfransing tegen te gaan, indien ze hun zelfstandigheid wilden bewaren. In 1872-1873 was hij 'boekbewaarder' van Met Tijd en Vlijt en tevens redactiesecretaris van Lettervruchten, het blad van dit studentengenootschap.

Halverwege zijn studietraject, in 1873, besloot Van Rijswijck zijn studies voort te zetten in Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
en voorzag er in zijn onderhoud als leerkracht. In 1876 promoveerde hij aan de Université Libre de Bruxelles tot doctor in de rechten. Hierna vestigde hij zich als advocaat in Antwerpen, waar hij stage liep op het kabinet van Florent van Olffen. Hij was in en rond de Scheldestad ook actief als leraar: hij werd belast met de cursus in de wetgeving aan de Nijverheidsschool te Antwerpen (1877-1882) en met de cursus Bestuurlijk en Grondwettelijk Recht aan de Rijksnormaalschool van Lier Rijksnormaalschool van Lier
De Rijksnormaalschool in Lier (1817-1830, 1844-2012) ging de concurrentie aan met de vrije normaalscholen en vormde meerdere generaties Nederlandstalige intellectuelen in Vlaanderen: ond... Lees meer
(1879-1880) en de Rijksnormaalschool van Antwerpen (1880-1884). Hij trouwde in 1880 met Adolfine Biemans. Ten huize Van Rijswijck aan de Keyserlei werd enkel Nederlands gesproken.

Op partijpolitiek vlak sloot Van Rijswijck zich na zijn terugkeer naar Antwerpen in 1876 meteen aan bij de Liberale Vlaamsche Bond Liberale Vlaamsche Bond van Antwerpen
De Liberale Vlaamsche Bond was een liberale kiesvereniging die in 1866 in Antwerpen werd opgericht door Julius de Geyter, Hendrik Lenaerts en anderen. Lees meer
. Zijn politieke carrière begon toen hij bij de aanvullende provincieraadsverkiezingen van mei 1878 op een lijst stond van de Vereenigde Liberalen – de naam waaronder de Antwerpse liberalen opkwamen – als vertegenwoordiger van de Liberale Vlaamsche Bond. Hij veroverde meteen een zetel in de provincieraad. Van Rijswijck zetelde sinds 1881 in de Antwerpse gemeenteraad en in 1889 volgde hij Evarist Allewaert op als schepen van Onderwijs. Na heel wat tegenstrubbeling vanuit de Franstalige en doctrinaire Liberale Associatie werd Van Rijswijck uiteindelijk op 3 november 1892, bijna drie maanden na het overlijden van Leopold de Wael, benoemd als burgemeester van Antwerpen.

Dé politieke kwestie tijdens Van Rijswijcks ambtstermijn als burgemeester was de ‘Grote Doorsteek’, een door de Katholieke Partij Christelijke Volkspartij
Lees meer
, de Antwerpse Meetingpartij en Leopold II van Saksen-Coburg, Leopold II
Leopold II (1865-1909) is vooral bekend gebleven voor zijn bewind over het Congogebied. In de Belgische politiek stond hij neutraal in de levensbeschouwelijke kwesties maar ijverde voor d... Lees meer
gesteund project om de Schelde tussen Antwerpen en de Kruissschans recht te trekken. De Meetingpartij voerde in de gemeenteraadsverkiezingen van november 1895 campagne voor deze ‘Grote Doorsteek’ en behaalde negentien zetels. Van Rijswijck manifesteerde zich als een hevig tegenstander van dit volgens hem megalomane en riskante infrastructuurproject, dat bij een mislukking de doodsteek zou betekenen voor de haven. Van Rijswijck weigerde de vorming van een gemengd college met katholieke schepenen uit de Meetingpartij omdat een dergelijk college weerloos zou zijn tegen de regeringsplannen voor de Grote Doorsteek. Hierdoor werd Van Rijswijck pas in de zomer van 1896 door de katholieke regering als burgemeester herbenoemd. Door langdurige ziekte was hij uiteindelijk minder dan tien jaar uitvoerend burgemeester. Vanaf 1899 zocht hij geregeld rust in Testelt en vanaf 1902 werd hij vrijwel permanent vervangen door onderwijsschepen Victor Desguin als dienstdoend burgemeester.

Vlaams- en volksgezind liberalisme

De Antwerpse Vlaamsgezinde liberalen verwelkomden Jan van Rijswijck als zoon van Jan-Baptist van Rijswijck, ‘slachtoffer van clericale vervolging’, bij zijn terugkeer naar Antwerpen in 1876, met open armen. Voor Jan van Rijswijck waren Vlaamsgezindheid en liberaal engagement onlosmakelijk met elkaar verbonden. Van Rijswijck sloot zich aan bij de Antwerpse rederijkerskamer De Olijftak De Olijftak
De Olijftak was een in 1835 opgerichte Antwerpse rederijkerskamer, die in de context van het ontluikende Vlaamsgezinde cultuurleven wilde aanknopen bij de bewonderde 16de-eeuwse rederijke... Lees meer
. In 1878 trad hij toe tot de vrijmetselaarsloge Les Élèves de Themis, de enige werkplaats in Vlaanderen die inmiddels het Nederlands als voertaal hanteerde. In 1877 werd Van Rijswijck lid van de Antwerpse afdeling van het Willemsfonds Willemsfonds
Het Willemsfonds (1851-heden) is een liberaal-vrijzinnige culturele vereniging en drukkingsgroep die het gebruik van het Nederlands promoot en ondersteunt. Lees meer
, van 1882 tot 1891 was hij er tevens bestuurslid van.

In opdracht van het Willemsfonds stelde Van Rijswijck als jonge Vlaamsgezinde advocaat in 1878 een onderzoek in naar de toepassing van de taalwet Taalpolitiek en -wetgeving
Situaties van taalonderdrukking vindt men wereldwijd. Daarom besteedt deze bijdrage eerst aandacht aan gehanteerde taalpolitieke strategieën. Ook in België verzette een gedomineerde taalg... Lees meer
van 1873 in strafrechtelijke zaken voor de Antwerpse rechtbanken. De menigvuldige overtredingen van deze wet leidden tot de oprichting van de Vlaamse Conferentie der Balie Vlaamse Conferentie van de Balie van Antwerpen
Lees meer
van Antwerpen op 9 november 1885. De katholiek Edward Coremans Coremans, Edward (1835-1910)
Advocaat Edward Coremans (1835-1910) was politicus voor de Meetingpartij en voorzitter van de Nederduitsche Bond. Gedurende 42 jaar was Coremans als kamerlid een leidende figuur van de Vl... Lees meer
werd voorzitter en de liberaal Van Rijswijck ondervoorzitter. In tegenstelling tot Coremans, die de volledige en onmiddellijke vernederlandsing van het gerecht Gerecht
Lees meer
eiste, vertegenwoordigde Van Rijswijck een andere stroming: het radicalisme was volgens hem niet de geschikte methode om het doel te bereiken. Hij wilde de Vlaamse taal en gedachte in het milieu van de balie beminnelijk maken en op die manier het verzet van de Franssprekende confraters tegen de Vlaamse eisen uit de weg ruimen. Van Rijswijck vond het belangrijk om ‘voorbeelden te trekken’ door het Nederlands zo veel mogelijk als voertaal te gebruiken. Hij geloofde meer in het overtuigen van Franstaligen van de waarde van het Nederlands dan burgers te doen ‘buigen onder stalen wetten’. Hij onderhield dan ook vriendschappelijke betrekkingen met de leden van de Conférence du Jeune Barreau, zonder echter lid te zijn van deze vereniging. Ook in 1885 richtte hij samen met de Gentse liberaal Albert Fredericq Fredericq, Albert
Albert Fredericq (1844-1911) was een Vlaamsgezinde jurist en liberale politicus die zich inzette voor de vernederlandsing van het openbare leven en in het bijzonder het rechtsleven in Vl... Lees meer
de Bond der Vlaamsche Rechtsgeleerden Bond der Vlaamsche Rechtsgeleerden
De Bond der Vlaamsche Rechtsgeleerden (1885-…) werd opgericht als een overkoepelende vereniging van Vlaamsgezinde juristen uit alle disciplines. De vereniging zette zich in voor de verned... Lees meer
op, een overkoepelende vereniging van Vlaamsgezinde juristen. In 1891, een jaar voor zijn benoeming tot burgemeester, werd hij voorzitter van de Vlaamse Conferentie der Balie van Antwerpen en in 1896 erevoorzitter. In 1900, bij het vijftienjarige bestaan van de Conferentie, verscheen een Gedenkboek, waarin Van Rijswijck het artikel 'Wat is Taal?' publiceerde. Hierin trachtte hij duidelijk te maken dat taal niet slechts een instrument was waarin de gedachte werd meegedeeld, maar de gedachte zelf. Daarna staakte hij zijn activiteit binnen de organisatie volledig.

In 1880 werd hij bestuurslid van de Liberale Vlaamsche Bond. Het kwam dat jaar al snel tot moeilijkheden tussen de doctrinairen, die doorgaans geen flaminganten waren en elk Vlaams initiatief onmogelijk maakten, en de jongere generatie (onder wie Van Rijswijck), die aan deze toestand een eind wilde maken. Daarom werd op 9 november 1880 de Vlaamsche Vrijzinnige Vereeniging Vlaamsche Vrijzinnige Vereeniging
De Vlaamsche Vrijzinnige Vereeniging (VVV) werd in 1880 in Antwerpen opgericht nadat binnen de Liberale Vlaamsche Bond onenigheid was ontstaan. Ze deed aan permanente politieke informatie... Lees meer
(VVV) opgericht, met Jan van Beers Van Beers, Jan
Jan van Beers (1821-1888) was een Vlaams leraar en dichter uit Antwerpen. Lees meer
als erevoorzitter, August Michiels Michiels, August
August Michiels (1822-1884) was een ondernemer en Vlaamsgezinde liberaal. Hij was onder meer voorzitter van het Willemsfonds Antwerpen, lid van de Liberale Vlaamsche Bond en stichtend bes... Lees meer
als voorzitter en Hyppolite Langlois Langlois, Hyppolite
Lees meer
en Van Rijswijck als ondervoorzitters. De VVV, waarvan het manifest door Van Rijswijck was opgesteld, wilde op taalgebied gelijkheid voor alle Belgen verkrijgen, breken met de ‘slenter der verfransching’ en de vrijzinnige beginselen in Vlaanderen propageren. De VVV deed niet aan politiek, maar steunde de kandidaten van de Liberale Vlaamsche Bond. Met het weekblad De Kleine Gazet beschikte de VVV over een eigen spreekbuis. Reeds in 1880 was Van Rijswijck toegetreden tot de redactie van De Kleine Gazet. Hij werkte er samen met Max Rooses Rooses, Max
Lees meer
, Pol de Mont De Mont, Pol
Pol de Mont (1857-1931) was een dichter, essayist, folklorist, journalist, kunstcriticus en redenaar. In al zijn activiteiten gaf hij de Vlaamse strijd absolute prioriteit. Decennialang w... Lees meer
en Hendrik Baelden. Was zijn medewerking aanvankelijk onregelmatig, vanaf 1883 nam hij, met Flor van der Ven Van der Ven, Flor
Lees meer
, de uitgave van het blad volledig op zich. Toen De Kleine Gazet begin oktober 1888 verdween, werkte hij nog enkele maanden mee aan het liberale dagblad De Koophandel De Koophandel
Het liberale Antwerpse dagblad De Koophandel was de spreekbuis van de Liberale Associatie. Het zag het Nederlands als belangrijk voor de verspreiding van de liberale en vrijzinnige ideeën... Lees meer
(tot maart 1889) en werd daarna lid van het toezichtcomité van dit blad. In 1897 behoorde Jan van Rijswijck tot de stichters van een nieuw dagblad dat zich positioneerde als het orgaan van de Vlaamsgezinde Antwerpse liberalen: De Nieuwe Gazet De Nieuwe Gazet
De Nieuwe Gazet (1897-2022) was een liberaal dagblad dat ontstond op initiatief van Antwerps burgemeester Jan van Rijswijck. Na lange tijd de concurrent van Het Laatste Nieuws te zijn gew... Lees meer
.

Van Rijswijck leverde in De Kleine Gazet veel artikelen, waarin hij herhaaldelijk de Vlaamse grieven bekendmaakte en wantoestanden aan de kaak stelde. Hij opteerde voor een radicalere vernederlandsing van het middelbaar onderwijs Middelbaar onderwijs
De geschiedenis van het middelbaar onderwijs is nauw verweven met die van de Vlaamse beweging. Tot diep in de 20ste eeuw bleef de middelbare school een grotendeels Franstalig bastion van ... Lees meer
dan uiteindelijk in de wet van 1883 zijn neerslag vond. Hij pleitte voor een 'Vlaamse' voertaal in het lager onderwijs en in de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen en voor een rechtvaardigere toepassing van de bestaande taalwetten. Van Rijswijck argumenteerde in De Kleine Gazet dat bestuur en onderwijs in de eigen taal een ‘natuurrecht’ waren. Voor Van Rijswijck was de Vlaamse beweging in de eerste plaats een sociale beweging. Hij keerde zich af tegen de manier waarop de verfranste elites het taalverschil als standenverschil hanteerden.

In 1883 ging het VVV op in de Liberale Vlaamsche Bond en namen de jonge radicale elementen het roer over. In die radicalisering heeft Van Rijswijck, die bestuurslid was van de Bond, een doorslaggevende rol gespeeld. Van Rijswijck drong er in De Kleine Gazet immers op aan dat de innerlijke structuur van de Liberale Vlaamsche Bond steviger moest worden, de ijver groter en de beginselen krachtdadiger doorgedreven. In zijn krant drong hij ook aan op een 'zuivering' van doctrinaire Liberale Associatie-leden. Het was dan ook mede op zijn aandringen dat van november 1885 af, in de Liberale Vlaamsche Bond niemand meer stemgerechtigd was die in andere politieke verenigingen stemrecht uitoefende. Dit had tot gevolg dat ook Van Rijswijck ontslag nam als bestuurslid van de Liberale Associatie en als lid van de  Geuzenbond De Geuzenbond
De Geuzenbond was een Antwerpse liberale politieke vereniging die op 1 april 1872 werd opgericht. Het programma van de bond was Antwerps en meer antiklerikaal en democratisch dan Vlaamsge... Lees meer
, de twee andere liberale verenigingen die in Antwerpen kandidaten stelden bij verkiezingen. In 1889 werd hij ondervoorzitter en in 1892 voorzitter van de Liberale Vlaamsche Bond. Lang heeft hij dit mandaat echter niet waargenomen, omdat hij overtuigd was dat hem als burgemeester onpartijdigheid opgelegd was.

Compromisgericht flamingantisme

Van Rijswijcks aanwezigheid in allerhande culturele en politieke verenigingen en zijn deelname aan talrijke volkse manifestaties maakten van hem in de loop van de jaren 1880 een van de populairste politici van Antwerpen. Zijn democratische en Vlaamsgezinde profiel, als verkozene van de Liberale Vlaamsche Bond, zorgde echter ook voor een gespannen relatie met de Liberale Associatie die als kiesvereniging de Vereenigde Liberalen nog steeds domineerde. Van Rijswijck behoorde niet tot de hogere burgerij en kon geen beroep doen op een groot fortuin. Zijn aanstelling als burgemeester in 1892 werd in Brussel onder vrienden gevierd in aanwezigheid van Julius Hoste (sr.) Hoste, Julius (sr.)
De liberaal Julius Hoste sr. (1848-1933), stichter van De Zweep en Het Laatste Nieuws, speelde eind 19de en begin 20ste eeuw een centrale rol in de Vlaamse ontvoogdingsstrijd in Brussel.... Lees meer
, Julius de Geyter De Geyter, Julius
Julius de Geyter (1830-1905) was een progressief-liberale en Groot-Nederlandse flamingant in Antwerpen, die Nederlandstalige gedichten, liederen en krantenartikelen schreef. Lees meer
en Peter Benoit Benoit, Peter
Peter Benoit (1834-1901) was een Vlaamsgezinde componist en muziekpedagoog. Lees meer
. Van Rijswijck legde bij de gouverneur zijn eed als burgemeester af in het Nederlands. Max Rooses porde de jonge burgemeester meteen aan om in zijn installatierede in november 1892 een duidelijk Vlaamsgezind accent te leggen. Van Rijswijck presenteerde zich als een burger die ‘door afkomst, overtuiging en innige gemoedsdrang’ verbonden was met de Vlaamse taalbeweging. Hij sprak dan ook altijd Nederlands in het openbare leven. Uiteindelijk werd zijn positie binnen de partij als stemmenkanon vanuit Franstalige hoek niet meer in vraag gesteld. Zijn flamingantisme bleek in de praktijk voldoende gematigd. Van Rijswijck maakte van het flamingantisme geen strijdpunt in het stadsbestuur. In 1899 maakte Rooses zich bijvoorbeeld druk omdat Van Rijswijck niet meteen kordaat inging tegen schepen van Onderwijs Victor Desguin toen deze het Frans wilde aanleren in de lagere graad van het basisonderwijs. Van Rijswijck floot Desguin uiteindelijk terug, maar aanvaardde wel de aanwezigheid van het Frans in Vlaanderen.

Er was tijdens zijn mandaat een gestage vooruitgang van het Nederlandse taalgebruik in het stadsbestuur. In de stadsdiensten was de taal in de regel Nederlands, maar naar het hoger bestuur bleef het bestuur onder Van Rijswijck wel Franstalige brieven sturen. Voor de pragmaticus Van Rijswijck primeerden in dergelijke communicatie de "stadsbelangen" op de Vlaamsgezindheid. Hij legde zich tevens neer bij het Frans als beveltaal in het  leger Leger
Lees meer
, omdat men anders moest komen tot Vlaamse en Waalse regimenten, wat schadelijk zou kunnen zijn voor de eenheid van het land. Toen hij in 1900 volksvertegenwoordiger werd, legde hij de eed af in het Nederlands, maar was toch van oordeel dat een Vlaming die geen Frans kende, geen nuttig werk kon leveren in de Kamer.

Van Rijswijck maakte in 1896 deel uit van  Julius Mac Leods Mac Leod, Julius
Julius Mac Leod (1857-1919) was hoogleraar plantkunde aan de Gentse universiteit en een Vlaamsgezinde progressieve liberaal. Hij was een belangrijke pleitbezorger van de vernederlandsing ... Lees meer
 Vlaamsche Hoogeschoolcommissie Vlaamse Hogeschoolcommissies
Van 1896 tot de realisatie ervan in 1930 organiseerden vijf opeenvolgende hogeschoolcommissies het studiewerk over en de propaganda voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit. Zo... Lees meer
 en verklaarde zich voorstander van de vernederlandsing van de Gentse universiteit Hoger onderwijs in Gent
Met de vernederlandsing in 1930 als hoogtepunt is de Gentse universiteit een belangrijk strijdpunt geweest in de Vlaamse beweging. Van het Latijn uit 1817 tot het Engels van vandaag: het ... Lees meer
. Onder invloed van  Paul Fredericq Fredericq, Paul
Paul Fredericq (1850-1920) was een vooraanstaande Gentse historicus, die als de officieuze ideoloog van het liberaal flamingantisme kan worden  omschreven. Als rector van de Gentse univer... Lees meer
 veranderde hij echter van mening: in een interview met De Vlaamsche Gazet van Brussel, eind 1900, wees hij een radicale vernederlandsing af en wees hij op een gevaar voor ontvolking van de universiteit en op de moeilijkheden verbonden aan de aanstelling van bekwame hoogleraren. Hij gaf nu de voorkeur aan een tweetalig stelsel. De stellingen van Godefroid Kurth Kurth, Godefroid
Godefroid Kurth (1847-1916) was een invloedrijke Belgische historicus die pleitte voor de verdediging van de Vlaamse en Duitse volkstaal. Hij hield er een uitgesproken rooms-katholieke ov... Lees meer
, dat Vlaanderen in de geschiedenis steeds tweetalig was geweest, gebruikte Van Rijswijck in zijn betoog tegen de onmiddellijke vernederlandsing van de Gentse universiteit. Op het stelsel, geopperd door  Lodewijk de Raet De Raet, Lodewijk
Lodewijk de Raet (1870-1914) was een econoom en ambtenaar die in belangrijke mate bijdroeg aan de theorievorming over de Vlaamse beweging en deze van een sociaaleconomisch denkraam voorza... Lees meer
, heeft Van Rijswijck niet meer gereageerd.

Onder Van Rijswijck begon het Antwerpse stadsbestuur ook met het aanbieden van vaste banen aan Vlaamse letterkundigen. Van Rijswijck leefde mee met alle uitingen van de Vlaamse en bij uitbreiding de Nederlandstalige cultuur. Zo werd het gebouw van de latere Koninklijke Vlaamse Opera Vlaamse Opera
Lees meer
aan de huidige Frankrijklei onder zijn impuls opgetrokken. In mei 1899 werd hij bestuurslid van de Zuid-Nederlandse tak van het  Algemeen-Nederlands Verbond Algemeen-Nederlands Verbond
Het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV) werd in 1895 opgericht. Aanvankelijk behartigde het de belangen van de Nederlandse taal. Later en tot op de dag van vandaag ijvert het voor de brede ... Lees meer
. Verscheidene malen heeft hij ook het woord genomen op de Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen Nederlandse Congressen
De Nederlandse Congressen waren gemeenschappelijke (culturele) ontmoetingen van Vlamingen en Nederlanders in Vlaanderen en Nederland die met onderbrekingen werden georganiseerd sinds 1849... Lees meer
. Hij wees er op de noodzakelijkheid van een algemene beschaafde omgangstaal en schrikte er ook niet voor terug om, behalve de Vlamingen, ook de Nederlanders te berispen over hun onnodig en overvloedig gebruik van Franse termen. Tezelfdertijd stak hij in augustus 1897 op het veertiende Taal- en Letterkundig congres in Dordrecht, net als bij zijn installatierede als burgemeester, zijn eerbied voor de taal van Molière niet onder stoelen of banken. In oktober 1899 verwelkomde hij als burgemeester de stichting van het Hulpcomiteit voor Transvaal, ter ondersteuning van de ‘stamverwante’ Afrikaanse Boeren in hun oorlog met de Britten.

Leerplicht, stemrecht en dienstplicht

Van Rijswijck verbond de Vlaamse zaak aan de strijd voor algemeen stemrecht. In De Kleine Gazet kwam Van Rijswijck onstuimig op voor het algemeen stemrecht. In 1883 begon hij een hoofdartikel met de opzienbarende zin: ‘We bekennen het graag: we gevoelen ons ietwat socialist’. Na de liberale verkiezingsnederlaag van juni 1884 zag hij zich genoodzaakt afstand te nemen van zijn radicale standpunten inzake kiesrecht onder druk van partijgenoten. Van Rijswijck raakte ervan overtuigd dat de stemmen in de buitengemeenten de liberalen zouden doen verdwijnen uit het parlement. Daarom stond hij verschillende jaren algemeen stemrecht voor op basis van verplicht onderwijs met een geleidelijke invoer. Op het eerste partijcongres van de Progressistische Partij, dat plaatsvond in 1887, nam Van Rijswijck als Antwerps vertegenwoordiger zelfs zeer nadrukkelijk de argumentatie over dat de directe invoering van algemeen stemrecht in Vlaanderen zou leiden tot een triomf van de Katholieke Partij. Van Rijswijck pleitte voor de invoer van leerplicht waarna er best vijftien jaar gewacht werd om algemeen stemrecht in te voeren. Van Rijswijck geloofde sterk in de rol van onderwijs voor sociale en culturele emancipatie. Het progressistische partijcongres opteerde, tegen de wens van Van Rijswijck in, uiteindelijk voor de formule van een directe invoering van algemeen stemrecht voor burgers die konden lezen en schrijven.

Toen hij werd benoemd tot burgemeester, stond Van Rijswijck opnieuw bekend als een progressistisch voorstander van het onvoorwaardelijk algemeen stemrecht. Tegen de achtergrond van de aanstaande grondwetswijziging in 1893, liet hij zijn pleidooi voor geleidelijkheid en koppeling aan de leerplicht noodgedwongen varen. Hij schrok er in 1893 niet voor terug om zijn steun toe te zeggen aan een gemeentelijk referendum over algemeen stemrecht. Wel pleitte Van Rijswijck rond de eeuwwisseling, samen met andere stichters van de Bond voor Algemeen Stemrecht en Evenredige Vertegenwoordiging (°1899), om de invoer van algemeen stemrecht en evenredige vertegenwoordiging met elkaar te verbinden. Hij zette zich ook in voor een democratisch ingericht leger Leger
Lees meer
op basis van persoonlijke dienstplicht. Van Rijswijck liet als voordrachtgever, dagbladschrijver en politicus geen kans onbenut om te pleiten voor persoonlijke dienstplicht. De invoer van persoonlijke dienstplicht maakte ook deel uit van het officiële programma van de Liberale Partij.

Hoewel Van Rijswijck de reputatie had ‘naar de socialisten te hangen’, was hij in de eerste plaats een liberaal die zich met het volk verbonden voelde, een burgervader die het sociale probleem ter harte nam en vanuit zijn sociale liberalisme sympathie genoot bij de arbeiders. Hij was een voorstander van progressieve belastingen en sociale verzekeringen. Als burgemeester probeerde hij bij stakingen in de havenstad op te treden als bemiddelaar. Zo kon hij geweld door het leger en de Rijkswacht voorkomen. Hij duldde weliswaar geen collectivisme, omdat het in strijd was met de liberale principes van eigendom en persoonlijke vrijheid. Sociale en culturele emancipatie hielden voor Van Rijswijck ook de bevrijding van de Kerk Kerk
De verhouding tussen Kerk en Vlaamse beweging vertoont historisch een tweevoudig beeld. Enerzijds waren de godsdienstige en de Vlaamsgezinde overtuiging innig verstrengeld en vormde de cl... Lees meer
in. Als antiklerikaal huwde hij enkel burgerlijk en liet hij zijn kinderen niet dopen. Van Rijswijck zocht als schepen van Onderwijs niet frontaal de confrontatie op met klerikalen, maar verzette zich wel tegen de aanneming van vrije scholen door het stadsbestuur. Voor hem was de christelijke leer fundamenteel een leer van verdraagzaamheid en geloofsovertuiging een zaak die tot de privésfeer behoorde.

Een (levens)einde in mineur

Van Rijswijck kampte met een zwakke gezondheid. Hij stierf op 23 september 1906 op 53-jarige leeftijd in het landelijke Testelt, op het buitenverblijf van een bevriende liberale bankier, na een lange ziekte die hem fysiek en psychisch volledig had uitgeput. Van Rijswijck, die in financiële moeilijkheden zat, moest reeds in juni 1906 ontslag nemen als burgemeester en raadslid om zich van een stadspensioen te verzekeren dat na zijn overlijden kon overgaan naar zijn gezin.

Zijn burgerlijke uitvaart was een laatste getuigenis van de buitengewone populariteit die ‘onze Jan’, zoals hij in Antwerpen werd genoemd, genoot. Zijn persoonlijke politieke inzet voor de Vlaamse beweging als een culturele, sociale en politieke emancipatiebeweging werd echter niet voortgezet door zijn opvolgers aan het hoofd van de vooroorlogse Antwerpse schepencolleges. Na Van Rijswijcks overlijden verloor de Liberale Vlaamsche Bond stilaan zelfs elk politiek gewicht. Alfons Hertogs (burgemeester tussen 1906 en 1908) en Jan de Vos (burgemeester tussen 1909 en 1921), behoorden tot de Liberale Associatie en hadden veel minder oog voor de democratische, sociale en Vlaamse verzuchtingen van het volkse liberalisme waarvoor Van Rijswijck jarenlang symbool stond.

Werken

– Burgemeester Jan Van Rijswijck. Geschriften, Redevoeringen met een Levensschets door Max Rooses, 1908, 2 dln.
– Congrès libéral progressiste de Belgique. Séances des 29 et 30 mai 1887, 1887.
– Lijkplechtigheden van Jan Van Rijswijck, in: Het Handelsblad van Antwerpen, 28 september 1906.

Literatuur

– J. Beyers-Bell, Jan van Rijswijck, liberaal flamingant en burgemeester van Antwerpen, in: L. Wils, Kopstukken van de Vlaamse Beweging, 1973, pp. 9-106.
– G. Schmook, Mr. Jan van Rijswijck (1853- 1906), burgemeester, zoon van Jan Baptist (1818-1869), journalist, in: Noordgouw, 1975, nr. 1-2, pp. 63-92.
– J. Beyers-Bell, Jan van Rijswijck, in: Spiegel Historiael, jg. 45, 1979, nr. 2, pp. 88-91.
– J. Verschaeren, Jan van Rijswijck, in: Nationaal Biografisch Woordenboek, dl. 12, 1987, 2411.
– L. Hancké, Jan Van Rijswijck. Boegbeeld van het sociaal liberalisme, 1993.
– L. Hancké, Antwerpse burgemeesters van 1831 tot 2000, 2000.
– O. Elias, De Vlaamse Beweging in de stad Antwerpen onder het burgemeesterschap van Jan Van Rijswijck, 1892-1906, KU Leuven, ongepubliceerde masterproef, 2006.
– L. Hancké, Jan Van Rijswijck, burgemeester van Antwerpen. Flamingant en sociaal liberaal, in: Brood & Rozen, 2006, nr. 4, pp. 43-57.
– B. D’hondt, Van Rijswijck, Jan, geraadpleegd op 17 januari 2023, op: http://www.odis.be/lnk/PS_291.

Suggestie doorgeven

1975: Janine Beyers-Bell (pdf)

1998: Janine Beyers-Bell

2023: Christoph De Spiegeleer

Databanken

Inhoudstafel