Westvlaamsche Gilde

Organisatie
Lieve Gevers (2023, aanvulling), Lieve Gevers (1998)

De Westvlaamsche Gilde werd opgericht op 20 oktober 1873 door de Brugse seminaristen Amaat Vyncke en Zeger Maelfait. Ze lanceerde in 1875 de Almanak voor de leerende jeugd van Vlaanderen en het scholierentijdschrift De Vlaamsche Vlagge.

Alternatieve naam
Gilde der Westvlaamsche Gebroeders [1873-1876]
Gilde der Westvlaamse Gebroeders
Vlaggegilde [1876-1877]
Westvlaamse Gilde
Oprichting
20 oktober 1873
Stopzetting
september 1877
Leestijd: 6 minuten

Op 20 oktober 1873 richtten de seminaristen Amaat Vyncke Vyncke, Amaat
Amaat Vyncke (1850-1888) was een ultramontaans en Vlaamsgezind zoeaaf, priester en missionaris. Hij was mede-oprichter van de West-Vlaamse Zouavenmaatschappij, de Gilde der Westvlaamsche ... Lees meer
en Zeger Maelfait Maelfait, Zeger
Zeger Maelfait (1850-1913) stichtte, samen met Amaat Vyncke, de Gilde der Westvlaamsche Gebroeders, in de schoot waarvan de katholiek-Vlaamsgezinde Almanak voor de leerende jeugd van Vlaa... Lees meer
in het Grootseminarie te Brugge de Gilde der Westvlaamsche Gebroeders op. Ze werd al snel kortweg Westvlaamsche Gilde genoemd. De directe aanleiding tot de oprichting van de vereniging waren twee opgemerkte toespraken van de Roeselaarse poësisleraar Hugo Verriest Verriest, Hugo
De Vlaamsgezinde en progressieve priester en letterkundige Hugo Verriest (1840-1922) was een van de belangrijkste intellectuele inspirators van de katholieke flamingantische scholieren- e... Lees meer
, de eerste voor de Westvlaamsche Bond voor Taal en Volk Westvlaamsche Bond voor Taal en Volk
De Westvlaamsche Bond voor Taal en Volk was een overkoepelende flamingantische organisatie, opgericht in 1869 op initiatief van de Kortrijkse letterkundige vereniging In Vlaanderen Vlaams... Lees meer
op 26 december 1872, de tweede voor de Roeselaarse Jongelingenkring op 2 februari 1873. Verriest spoorde daarin de Roeselaarse studerende jongeren aan om, als verweer tegen het ‘offensieve’ liberale flamingantisme, een katholiek-Vlaamsgezinde beweging op gang te brengen met het oog op de herleving van het  'authentieke' christelijke en ‘grootse’ Vlaanderen van weleer.

Met ’t kruis in top

De Westvlaamsche Gilde stelde zich tot doel om de Vlamingen trouw te doen blijven aan God, taal en Vaderland, het Westvlaams taalrecht te verdedigen, en de Vlaamse Beweging op de ‘ware’ (dus katholieke) weg te houden. De leden namen zich voor zich toe te leggen op de studie van de Vlaamse taal- en letterkunde, Vlaams te zijn in handel en wandel en een getuigende Rooms-katholieke houding aan te nemen. Ze zouden dagelijks het gildegebed lezen, een Sint-Pietersketen dragen en een mis opdragen voor overleden gildeleden.

Deze laatste bepaling was ook terug te vinden in de statuten van de Westvlaamsche Pauselijke Zouavenmaatschappij waarin Vyncke een vooraanstaande rol speelde. Maar de Westvlaamsche Gilde was het sterkst geïnspireerd door de Sint-Lutgardisgilde Sint-Lutgardisgilde
De Sint-Lutgardisgilde is een culturele gilde naar middeleeuws model die Guido Gezelle in 1862 ter bevordering van de Vlaamse taal- en letterkunde wilde oprichten, maar niet werd gerealis... Lees meer
, die Guido Gezelle Gezelle, Guido
Guido Gezelle (1830-1899) was een Vlaamse priester die de Vlaamse volkstaal verdedigde binnen het algemeen Nederlands. Hij verwierf grote bekendheid als lyrisch dichter van religieuze nat... Lees meer
in het begin van de jaren 1860 zonder veel succes met zijn oud-leerlingen had willen tot stand brengen. Ze nam Sint-Lutgardis als patroonheilige en koos als kenspreuk het Gezelliaanse vers ‘Met 't kruis in top zo varen wij ten hogen hemel op’. In navolging van de oude Sint-Lutgardisgilde vatten de Westvlaamsche Gebroeders ook het plan op tot uitgave van een Almanak die zich in het bijzonder zou richten tot de studerende jongeren en bedoeld zou zijn als tegenhanger van de militant vrijzinnige almanak van de Gentse studentenvereniging 't Zal wel gaan 't Zal Wel Gaan
Lees meer
. Op 31 oktober 1873 hadden Vyncke en Maelfait al een prospectus opgesteld waarin het verschijnen van een Almanak voor 1874 werd aangekondigd. Maar door de temperende invloed van de vooraf geconsulteerde 'meesters', Gezelle en Verriest, ging dat plan voorlopig niet door.

Almanak en Vlagge

In 1874 raakte de gilde steviger ingeplant in het Grootseminarie van Brugge. Op 27 maart 1874 werd de stichting bekrachtigd en werd de gilde vervoegd door de seminaristen Leo I. van Dorpe, Adolf A. Dierick en Karel Fonteyne, zoals hun oudere gildebroeders oud-leerlingen van het Klein Seminarie van Roeselare Klein Seminarie van Roeselaere
In het Klein Seminarie van Roeselare, opgericht in 1806, liepen tal van belangrijke figuren uit de Vlaamse beweging school of gaven er les (Gezelle, Verriest, Rodenbach). In 1875 ontstond... Lees meer
. In de zomer van 1874 begon de vereniging met initiatieven naar buiten te treden. Op 25 juli 1874 publiceerde zij in Gezelles 't Jaer 70 een artikel over de ultramontaanse dichter Lodewijk de Koninck De Koninck, Lodewijk
Lodewijk de Koninck (1838-1924) was een Vlaamsgezinde onderwijzer en romantische taalflamingant, die sympathiseerde met het West-Vlaamse taalparticularisme van Gezelle en zich inzette voo... Lees meer
. Op 22 augustus liet ze vervolgens een prospectus verschijnen waarin nu toch een Almanak voor 1875 werd aangekondigd om een ‘machtige eenheid’ te bewerken in de strijd van de jeugd ‘voor 't katholiek geloof, voor de Vlaamsche taal en voor 't vaderland’. Er kwam een enthousiaste reactie van de Roeselaarse scholier Albrecht Rodenbach. In november 1874 trad Firmin Verhelst Verhelst, Firmin
Firmin Verhelst (1855-1894) ging naar school aan het Klein Seminarie van Roeselare en aan het Sint-Jozefscollege van Tielt en maakte daar bezwaar tegen de verwaarlozing van het Nederlands... Lees meer
, retoricaleerling in het Sint-Jozefscollege in Tielt, tot de Westvlaamsche Gilde toe.

Met nieuwjaar 1875 liet de gilde een eerste Almanak voor de leerende jeugd van Vlaanderen Almanak voor de leerende jeugd van Vlaanderen
De Almanak voor de leerende Jeugd van Vlaanderen was een West-Vlaamse studentenalmanak in 1875 en 1876. De uitgave betekende een eerste beslissende stap in het op gang komen van de Blauwv... Lees meer
verschijnen. Aangespoord door het succes ervan begon ze met Pasen 1875 bovendien met de uitgave van het scholierentijdschrift De Vlaamsche Vlag(ge) De Vlaamsche Vlagge (1875-1933)
De Vlaamsche Vlagge (1875-1933) was een West-Vlaams scholieren- en studententijdschrift onder wisselende redactie van seminaristen, universiteitsstudenten en priester-leraars. Het ademde ... Lees meer
(1875-1933). Deze publicaties hadden een belangrijk effect op de radicalisering van de West-Vlaamse scholieren zoals onder meer bleek uit de Groote Stooringe in het Klein Seminarie van Roeselare in juni 1875. Ze brachten tegelijk een hechtere band tot stand tussen Vlaamsgezinde scholieren in West-Vlaanderen en studerende jongeren in heel Vlaanderen. Ze gaven zo een belangrijke aanzet tot het ontstaan van de Katholieke Vlaamse Studentenbeweging Katholieke Vlaamse studentenbeweging
De Katholieke Vlaamse Studentenbeweging was de georganiseerde deelname van de katholieke studerende jeugd aan de Vlaamse beweging. Ze leverde daartoe met haar grote aanhang van ca. 1875 t... Lees meer
.

In september 1876 vond een verdere reorganisatie plaats. De Westvlaamsche Gilde werd toen omgevormd tot de Vlaggegilde, wat haar feitelijke evolutie van studiekring naar een redactieraad bezegelde. Behalve de vroegere Westvlaamsche Gebroeders, Vyncke, Maelfait, Dierick, Van Dorpe, Fonteyne, Verhelst, waarbij zich in de loop van 1875 of in de eerste helft van 1876 nog seminarist Gustaaf van de Putte Van de Putte, Gustaaf
Gustaaf van de Putte (1853-1913) was lid van de door Hugo Verriest geleide lettergilde van het Klein Seminarie van Roeselare. Later werd hij ook redactielid van de Almanak voor de leerend... Lees meer
en de Roeselaarse hulpsurveillant Jozef Axters Axters, Jozef
Jozef Axters (1850-1913) was een Vlaamse Rooms-katholieke priester en jezuïet en maakte deel uit van de blauwvoeterijbeweging. Hij behoorde tot de kring rond Hugo Verriest en was leraar v... Lees meer
hadden aangesloten, werden ook enkele jongere figuren in de redactieraad opgenomen: Rodenbach en Jules Devos Devos, Jules
Jules Devos (1854-1925) volgde middelbaar onderwijs in het Klein Seminarie van Roeselare waar hij tot de gangmakers van de Blauwvoeterij behoorde. Hij werd ten gevolge van de Groote Stoor... Lees meer
, die zopas hun retorica in Roeselare hadden beëindigd. Rodenbach werd secretaris van de Vlaggegilde naast hoofdman Maelfait, die intussen student in Leuven was geworden. De redactieleden besloten bij deze gelegenheid voortaan geen Almanak meer uit te geven, maar de omvang van de viermaandelijkse afleveringen van het tijdschrift te verhogen.

Discussie en ontbinding

Tijdens het schooljaar 1876-1877 ontstonden spanningen binnen de redactieraad ten gevolge van communicatieproblemen tussen de Leuvense en de West-Vlaamse leden. Ze woonden intussen ver uit elkaar en konden mekaar alleen tijdens de vakanties persoonlijk ontmoeten. Tegelijk kampte De Vlagge met  ernstige financiële moeilijkheden. Om aan de onhoudbare situatie een einde te stellen belegde de Vlaggegilde op 3 september 1877 een vergadering in Brugge. Vyncke, Verhelst, Maelfait, Devos en Rodenbach waren er aanwezig. De laatste twee kwamen elk met een eigen voorstel.

Rodenbach wilde van de Vlagge de tolk maken van de overkoepelende Vlaamsche Studenten­bond die enkele dagen later zou worden opgericht. De Vlagge-redactie diende in die optiek naar Leuven te verhuizen. De gilde zou dan, zo was Rodenbachs plan, voortaan bestaan uit twee soorten van leden. Er waren de gewone leden, met name Leuvense studenten die deel uitmaakten van het hoofdbestuur van de Studentenbond, en verder de buitenleden, met name de vroegere leden van de Vlaggegilde die niet in Leuven woonden. Zowel leden als buitenleden zouden, nog steeds volgens dit voorstel, bijdragen leveren voor het tijdschrift maar alleen de Leuvense leden zouden beslissen over selectie en publicatie van de toegezonden stukken.

Rodenbach vond voor zijn voorstel enkel steun bij zijn Leuvense metgezel Maelfait. De niet-Leuvenaars Vyncke, Devos en Verhelst voelden zich weinig gelukkig met de hen toebedeelde tweederangsrol en stemden tegen. Deze driekoppige meerderheid wilde het tijdschrift in West-Vlaanderen houden en aanvaardde het voorstel van Devos om redactie en beheer over te dragen aan Verriest, die enkele dagen later positief op dat verzoek reageerde. Daarmee werd de Vlaggegilde ontbonden. Ze vond enigszins een voortzetting in de vriendenkring de Swighenden Eede Swighenden Eede
De Swighenden Eede was een geheim eedverbond van priesters en leken dat aan de basis lag van het flamingantische studententijdschrift De Vlaamsche Vlagge. Lees meer
die zich rond de Vlaamsche Vlagge en zijn voornaamste redacteur Verriest vormde.

Literatuur

– L. en L. Vos-Gevers, Dat volk moet herleven. Het studentijdschrift De Vlaamsche Vlagge 1875-1933, 1976.
– M. de Bruyne, De Gilde der 'West-Vlaamsche Gebroeders' volgens Zeger Maelfait 1873-1876, 1976.
– L. Gevers, Bewogen Jeugd. Ontstaan en ontwikkeling van de katholieke Vlaamse studentenbeweging (1830-1894), 1987.
– A. Deprez en M. Carlier, Almanak voor de leerende jeugd van Vlaanderen 1875-1876. De Vlaamsche Vlagge 1875-1899, Gent, 1986.
– R. Vanlandschoot, Albrecht Rodenbach. Biografie, 2002.

Suggestie doorgeven

1975: Lieve Gevers (pdf)

1998: Lieve Gevers

2023: Lieve Gevers

Databanken

Inhoudstafel