Verriest, Hugo

Persoon
Nico Van Campenhout / Romain Vanlandschoot (2023, herwerking), Sandra Maes (1998)

De Vlaamsgezinde en progressieve priester en letterkundige Hugo Verriest (1840-1922) was een van de belangrijkste intellectuele inspirators van de katholieke flamingantische scholieren- en studentenbeweging. Vanaf de jaren 1890 ontwikkelde hij zich tot een sociaal bewogen christendemocraat en toonde hij zich een uitgesproken pleitbezorger van een eigentijds katholicisme en van pluralisme en tolerantie.

Pseudoniem
Claer
Gildeman
Scerpschuttere
Die Goedendach
Alternatieve naam
Huggo
Geboorte
Deerlijk, 25 november 1840
Overlijden
Ingooigem, 27 oktober 1922
Leestijd: 11 minuten

Hugo Verriest was het zesde van de zeven kinderen in een tot de plattelandsburgerij behorend gezin waarvan de vader van kamslager promoveerde tot koster-armenmeester en de belezen moeder – dochter van een notaris, die ook eigenaar was van een textielfabriek en burgemeester – een lakenwinkel uitbaatte. Ook zijn broers Adolf Verriest, Adolf
Adolf Verriest (1830- 1891) was advocaat, katholiek gemeenteraadslid en schepen in Kortrijk. Hij kwam op verschillende fora op voor het gebruik van het Nederlands/Vlaams. Lees meer
en Gustaaf Verriest Verriest, Gustaaf
Gustaaf Verriest (1843-1918) was een katholiek en Vlaamsgezind spreker en publicist uit de kringen rond Guido Gezelle, Albrecht Rodenbach en Pieter P. Alberdingk Thijm. Lees meer
, respectievelijk advocaat en politicus in Kortrijk en hoogleraar geneeskunde aan de Leuvense universiteit, waren Vlaamsgezind.

Opleiding en vorming

Van 1847 tot 1853 volgde Verriest in zijn geboortedorp Deerlijk lager onderwijs in de kostschool van de Vlaamsgezinde Pieter Jan Renier Renier, Pieter Jan
Pieter Jan Renier (1795-1859) was een Vlaamse pedagoog en schrijver die zich inzette voor de volkstaal en volksverheffing. Lees meer
. Deze (taal)pedagogisch bijzonder onderlegde onderwijzer kantte zich tegen het West-Vlaamse taalparticularisme en droeg dat over op Verriest. Tussen 1853 en 1859 volgde hij middelbaar onderwijs in het Klein Seminarie van Roeselare Klein Seminarie van Roeselaere
In het Klein Seminarie van Roeselare, opgericht in 1806, liepen tal van belangrijke figuren uit de Vlaamse beweging school of gaven er les (Gezelle, Verriest, Rodenbach). In 1875 ontstond... Lees meer
. Guido Gezelle Gezelle, Guido
Guido Gezelle (1830-1899) was een Vlaamse priester die de Vlaamse volkstaal verdedigde binnen het algemeen Nederlands. Hij verwierf grote bekendheid als lyrisch dichter van religieuze nat... Lees meer
, die later door Verriest vooral als pedagogisch vernieuwer en taalvirtuoos werd gemythologiseerd, was er zijn klastitularis in de poësis, het voorlaatste jaar van de humaniora.

Nadat hij in Roeselare ook de afdeling wijsbegeerte had doorlopen, studeerde Verriest verder aan het Grootseminarie in Brugge en werd hij er in 1864 tot priester gewijd en aangesteld als leraar in het Sint-Lodewijkscollege. Ondertussen onderhield hij het contact met Gezelle, die vanaf 1860 in Brugge woonde en die hij herhaaldelijk omschreef als zijn ‘geërde Vriend en Meester’. De sterk apologetische en ultramontaanse katholiciteit van Gezelle deelde hij echter niet. Verriest bleef levenslang het gematigde en open katholicisme van zijn familiale milieu trouw, dat bovendien perfect aansloot bij het onafhankelijke karakter en de sterk ontwikkelde kritische zin en intellectualiteit van deze verfijnde dandy, charmeur en seigneur in priestergewaad.

Leraar aan het Klein Seminarie van Roeselare

Eind 1867 werd Verriest benoemd tot klassenleraar van de poësis in het Klein Seminarie van Roeselare. In 1871 werd hij er aangesteld tot hoofdsurveillant voor de hogere klassen en in 1874 tot titularis van de retorica, de hoogste klas van het middelbaar. Hij probeerde het (talen)onderwijs minder strikt ex cathedra te organiseren en de impact van het literaire Franse classicisme te verminderen.

Op initiatief van de in 1870 opgerichte West-Vlaamsche Bond voor Taal en Volk, een Vlaamsgezinde drukkingsgroep die tal verenigingen en organisaties uit deze provincie overkoepelde, verzorgde de welbespraakte Verriest op 26 december 1872 in Roeselare een toespraak die later bekend kwam te staan onder de programmatorische titel ‘Eertijds heeft er een volk bestaan, edel en groot, de wereld door bekend…Dat volk moet herleven’. Als gecultiveerde gentleman pleitte hij voor “eigen beschaving, opvoeding en geleerdheid’ en ontvouwde hij een breed en toekomstgericht vormingsproject dat kan worden beschouwd als een ideologisch manifest van het cultuurflamingantisme. ‘We komen van ver. Men mag niet vergeten dat wij als volk geen taal meer hadden, geen eigen natuur, geen eigen nationaal gevoel’, zo stelde Verriest in deze redevoering, waarmee hij voor het eerst ook buiten West-Vlaanderen bekendheid verwierf.


De Lettergilde van het Klein Seminarie van Roeselare (1874-1875) met Albrecht Rodenbach (derde rij, derde van links), naast Hugo Verriest (derde rij, tweede van links), 1974-1875. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph3046)
De Lettergilde van het Klein Seminarie van Roeselare (1874-1875) met Albrecht Rodenbach (derde rij, derde van links), naast Hugo Verriest (derde rij, tweede van links), 1974-1875. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph3046)

In Roeselare werd hij de mentor van zijn leerling Albrecht Rodenbach Rodenbach, Albrecht
Albrecht Rodenbach (1856-1880) was een West-Vlaams studentenleider en dichter, die een sleutelrol speelde in het ontstaan van de Blauwvoeterij en de katholieke Vlaamse studentenbeweging. ... Lees meer
. Verriest was zijn inspirator bij de vernieuwing en de uitbouw van de katholieke flamingantische scholieren Scholierenbeweging
Deze bijdrage onderzoekt de invoed die de scholierenbeweging in het officieel onderwijs heeft gehad op de Vlaamse beweging. Lees meer
- en studentenbeweging Studentenbeweging
Lees meer
, de zogeheten blauwvoeterie Blauwvoeterij
Blauwvoeterij is de benaming voor de eerste fase van de katholieke Vlaamse studentenbeweging, vanaf de ‘Groote Stooringe’ in 1875 in het Klein Seminarie van Roeselare tot omstreeks 1880, ... Lees meer
. In 1878 droeg Rodenbach zijn literair debuut, Eerste gedichten, op aan Verriest. Die zorgde er op zijn beurt voor dat het theaterstuk Gudrun Gudrun
Lees meer
van zijn inmiddels vanuit katholieke hoek fel belaagde intellectuele zoon in 1882 postuum kon worden gepubliceerd.

Spilfiguur bij De Vlaamsche Vlagge

Twee van Verriests Roeselaarse leerlingen van een vorige generatie, Amaat Vyncke Vyncke, Amaat
Amaat Vyncke (1850-1888) was een ultramontaans en Vlaamsgezind zoeaaf, priester en missionaris. Hij was mede-oprichter van de West-Vlaamse Zouavenmaatschappij, de Gilde der Westvlaamsche ... Lees meer
en Zeger Maelfait Maelfait, Zeger
Zeger Maelfait (1850-1913) stichtte, samen met Amaat Vyncke, de Gilde der Westvlaamsche Gebroeders, in de schoot waarvan de katholiek-Vlaamsgezinde Almanak voor de leerende jeugd van Vlaa... Lees meer
, startten in 1875 met de uitgave van de Almanak voor de leerende jeugd van Vlaanderen Almanak voor de leerende jeugd van Vlaanderen
De Almanak voor de leerende Jeugd van Vlaanderen was een West-Vlaamse studentenalmanak in 1875 en 1876. De uitgave betekende een eerste beslissende stap in het op gang komen van de Blauwv... Lees meer
, waaruit datzelfde jaar het vooral voor West- en Oost-Vlaanderen leidinggevende flamingantische scholieren- en studententijdschrift De Vlaamsche Vlagge De Vlaamsche Vlagge (1875-1933)
De Vlaamsche Vlagge (1875-1933) was een West-Vlaams scholieren- en studententijdschrift onder wisselende redactie van seminaristen, universiteitsstudenten en priester-leraars. Het ademde ... Lees meer
ontstond. Verriest werkte onder verschillende pseudoniemen heel actief mee aan het blad, dat ondanks een bisschoppelijk verbod bleef verschijnen en waarvan hij in de jaren 1880 en 1890 als feitelijke leider van het geheime genootschap de Swighende Eede Swighenden Eede
De Swighenden Eede was een geheim eedverbond van priesters en leken dat aan de basis lag van het flamingantische studententijdschrift De Vlaamsche Vlagge. Lees meer
de redactie in belangrijke mate dirigeerde.


Vermoedelijk een bijeenkomst van enkele leden van de Swighenden Eede in de tuin van Hugo Verriest, ca. 1890. Van links naar rechts Karel Blancke (vermoedelijk), Hugo Verriest, Achiel Lauwers, Edward de Gryse en Alfons van Hee. (Collectie Stad Antwerpen, Leterenhuis, tglhph3048)
Vermoedelijk een bijeenkomst van enkele leden van de Swighenden Eede in de tuin van Hugo Verriest, ca. 1890. Van links naar rechts Karel Blancke (vermoedelijk), Hugo Verriest, Achiel Lauwers, Edward de Gryse en Alfons van Hee. (Collectie Stad Antwerpen, Leterenhuis, tglhph3048)

Bij de zogenaamde Groote Stooringe, de minirevolte van de Vlaamsgezinde leerlingen van het Klein Seminarie van Roeselare op 28 juli 1875, was Verriest inmiddels vooral observator geweest. Dat belette niet dat hij door zijn superieuren werd omschreven als ‘l’homme de la liberté et des idées neuves’ en werd beschouwd als de hoofdverantwoordelijke voor het klimaat dat aan de basis van dit incident lag. Toch werd Verriest pas twee jaar later, na afloop van het schooljaar 1876-1877, gesanctioneerd door het bisdom. Hij kreeg toen een aanstelling als pastoraal directeur van het klooster van de Zusters van Liefde in Heule.

Schoolhoofd van het Sint-Vincentiuscollege Ieper

In 1878 werd Verriest benoemd tot principaal (directeur) van het Sint-Vincentiuscollege in Ieper. Op een bijeenkomst van de oud-leerlingenbond van de school in september van dat jaar maakte hij meteen duidelijk dat hij – in tegenstelling tot wat meestal gangbaar was – een ‘éducation du coeur et de l’esprit’ voorstond, minder traditioneel schools en meer algemeen vormend, met ook aandacht voor lichaamscultuur. Vanaf het schooljaar 1881-1882 combineerde hij zijn directeursfunctie met die van klassenleraar van de poësis.

Verriest had van de bisschoppelijke overheid de boodschap gekregen om zich inzake de Vlaamse beweging gedeisd te houden, maar hield zich daar – hoewel zijn gangen werden gevolgd – slechts ten dele aan. Toen hij in 1884 werd genoemd als mogelijke opvolger van de Ieperse senator voor de katholieke partij Pierre Biebuyck (1800-1884), met wiens zoon Verriest goed was bevriend, presenteerde de Brugse bisschop Jean Joseph Faict Faict, Johannes
Johannes Faict (1813-1889) was bisschop van Brugge (1864-1894). In het eerste decennium van zijn episcopaat steunde hij de katholieke Vlaamse beweging. Vanaf 1875 voerde hij een repressie... Lees meer
hem de rekening door dat plan te dwarsbomen. Ondertussen had hij van zijn voorganger aan het hoofd van de school een financieel debacle geërfd en slaagde hij er niet in om de situatie ten goede te keren. Een lening – met de bedoeling de put te delgen – bij het klooster van de Ierse Dames in deze West-Vlaamse stad, waarvan hij eveneens directeur was, maakte het alleen maar erger.  

Pastoor in Wakken

Verriest, die het bisdom al eerder in min of meer bedekte termen had laten weten dat hij het in Ieper niet meer zag zitten, werd op 3 oktober 1888 aangesteld tot dorpspastoor en geestelijk raadsman van de zusters jozefienen in Wakken. Een maand voordien, op 2 september, was hij de inspirerende kracht geweest achter een hulde voor de acht jaar geleden overleden Rodenbach, met – behalve hij zelf, zijn broer Gustaaf en de arts en latere katholieke volksvertegenwoordiger Juliaan Delbeke Delbeke, Juliaan
Juliaan Delbeke (1859-1916) was een gevierd spreker, kunstliefhebber en katholiek politicus. Als volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Roeselare en als voorzitter voor de Katholi... Lees meer
– heel bewust ook de vrijzinnige Emmanuel Hiel Hiel, Emanuel
Emanuel Hiel (1834-1899) was een Vlaamse dichter en schrijver. Als radicaal-democratische, vrijzinnige flamingant speelde hij een belangrijke rol in het Vlaamsgezinde verenigingsleven in ... Lees meer
als spreker. Verriest was – in de woorden van zijn biograaf Romain Vanlandschoot Vanlandschoot, Romain
Romain Vanlandschoot (1933) verwierf bekendheid als auteur van door de historische wereld sterk gewaardeerde biografieën van Albrecht Rodenbach, Hugo Verriest en Cyriel Verschaeve. ... Lees meer
– op weg om de ‘pluralistische katholiek en verdraagzame flamingant’ te worden die ‘het strak katholiek antimodernisme bestreed’.

Vanaf zijn aanstelling in Wakken was Verriest de ‘pastor van te lande’, weliswaar met veel en uiteenlopende contacten buiten het Zuid-West-Vlaamse platteland waar hij nog meer dan drie decennia zou wonen. In 1889 stichtte hij in Waregem mee een afdeling van het Davidsfonds Davidsfonds
Het Davidsfonds is een katholieke Vlaamse cultuurvereniging, die werd opgericht in januari 1875. Lees meer
en nam hij het voorzitterschap op zich, een herhaling van het scenario van drie jaar voordien in Ieper. Geconfronteerd met de vele (materiële) noden van de plattelandsbevolking en geïnspireerd door de pauselijke encycliek Rerum Novarum uit 1891, verbond Verriest zijn Vlaamsgezindheid vanaf die tijd meer en meer met een sterke sociale bewogenheid. In tegenstelling tot de hem goed bekende daensisten Daensistische beweging
Daensistische beweging is de verzamelnaam voor een geheel van feiten, opvattingen, organisaties, personen en strijdmiddelen die tijdens de late 19de en de vroege 20ste eeuw een onderdeel... Lees meer
Léonce du Castillon Du Castillon, Léonce
Léonce du Castillon (1869-1941) engageerde zich als sociaal voelende Vlaamsgezinde gedurende een aantal decennia in het daensisme, waarvan hij zich na 1900 echter geleidelijk verwijderde.... Lees meer
en Hector Plancquaert Plancquaert, Hector
Hector Plancquaert (1863-1953) was via zijn weekblad Het Recht een spilfiguur binnen de daensistische beweging. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij als radicale flamingant betrokken bi... Lees meer
behield hij echter – weliswaar met reserves – zijn vertrouwen in de katholieke partij Katholieke partij
De katholieke partij, later CVP (vanaf 1945) en CD&V (vanaf 2001) speelde een cruciale rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De partij had een belangrijk aandeel in onder m... Lees meer
om te komen tot een meer democratische en meer rechtvaardige samenleving.

In de Katholieke Bond van Wakken werkte Verriest vlot samen met notaris en burgemeester Edmond van Severen (1860-1947), de vader van Joris van Severen Van Severen, Joris
Joris van Severen (1894-1940) is vooral bekend als de oprichter en leider van het fascistisch geïnspireerde Verdinaso (Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen). Medio jaren 1930 verru... Lees meer
. Vermoedelijk hebben intriges bij het bisdom Brugge van baron Gustave Kervyn de Lettenhove (1844-1934), die in Wakken een kasteel bewoonde en er het burgemeesterschap ambieerde, ertoe geleid dat Verriest in 1895 werd overgeplaatst naar Ingooigem. Dat hij allerminst het modale en volgzame priestertype was en een schuldenberg meesleepte, zal die beslissing zeker hebben bevorderd. Ondertussen was hij – net als zijn latere Ingooigemse dorpsgenoot Stijn Streuvels Lateur, Frank
Lees meer
– geïntroduceerd in het hoofdzakelijke vrijzinnige ( Brusselse Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
) milieu rond het vernieuwende literaire tijdschrift Van Nu en Straks Van Nu en Straks
Van Nu en Straks (1893-1901) was een literair en cultureel tijdschrift, dat voor Vlaanderen vernieuwend was doordat het aansloot bij internationale eigentijdse denkrichtingen zoals het an... Lees meer
, waarbij hij het vooral goed kon vinden met August Vermeylen Vermeylen, August
August Vermeylen (1872-1945) was een schrijver, literatuur- en kunsthistoricus, en socialistisch senator. In het tijdschrift Van Nu en Straks, waarvan hij de leiding had, publiceerde hij ... Lees meer
.   

Ingooigem en De Nieuwe Tijd

Verriest lag eind 1896 aan de basis van het weekblad De Nieuwe Tijd De Nieuwe Tijd (1896-1901)
De Nieuwe Tijd (1896-1901) was een Vlaamsgezind en christendemocratisch geïnspireerd weekblad, geleid door Hugo Verriest en Achiel Lauwers. Lees meer
(1896-1901), waarin hij flamingantisme, christendemocratie en esthetisch-artistieke openheid integreerde tot één geheel. Samen met collega-priester Achiel Lauwers Lauwers, Achiel
Achiel Lauwers (1864-1910) richtte in West-Vlaanderen Nederlandstalig onderwijs voor arbeiderskinderen in en stond aan het stuur van de Roeselaarse en Brugse Gildes der Ambachten en Chris... Lees meer
leverde hij er het merendeel van de bijdragen voor, met name actuele stukken in verband met de Vlaamse beweging en persoonlijk gekleurde portretten van hem bekende West-Vlamingen onder de titel Twintig Vlaamsche Koppen, een iconische reeks die ook in boekvorm zou verschijnen. Hoewel Verriest als priester-dichter Priester-dichters
Als verspreiders van het woord speelden priester-dichters als Guido Gezelle, Cyriel Verschaeve en Anton van Wilderode een belangrijke rol binnen de behoudend katholieke grondstroom van de... Lees meer
zelf ook een eerder bescheiden literair oeuvre zou nalaten, schuilt zijn betekenis voor de Vlaamse literatuur Literatuur
De literatuur heeft een cruciale rol gespeeld in het ontstaan van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en ook in de daaropvolgende fasen van de Vlaamse natiewording zijn schrijvers vaak richting... Lees meer
vooral in zijn letterkundige beschouwingen over andere auteurs, in het bijzonder Gezelle en Rodenbach.


<p>Omslag van de tweede editie (1903) van <em>Twintig Vlaamsche Koppen<em>, een bundeling van biografische essays over Vlaamse schrijvers en dichters, hoofdzakelijk uit de vriendenkring van Verriest. (ADVN, VB667)</p>

Omslag van de tweede editie (1903) van Twintig Vlaamsche Koppen, een bundeling van biografische essays over Vlaamse schrijvers en dichters, hoofdzakelijk uit de vriendenkring van Verriest. (ADVN, VB667)

Hoewel hij bleef publiceren, was de rol van Verriest als intellectuele animator en stimulator de facto uitgespeeld na de stopzetting van De Nieuwe Tijd in 1901. Voortbouwend op zijn faam en autoriteit mat hij zich echter een nieuwe publieke rol aan als ‘conferencier van de beschaafde Vlamingen’, zoals August van Cauwelaert Van Cauwelaert, August
De Vlaamsgezinde katholiek August van Cauwelaert (1885-1945), die professioneel aan de slag was als advocaat en rechter, was ook literair actief als dichter en essayist. Hij was betrokken... Lees meer
hem omschreef. Tijdens het eerste decennium van de 20ste eeuw verzorgde Verriest tal van lezingen voor uiteenlopende gezelschappen, niet het minst in het door hem steeds meer als een gidsland voor Vlaanderen gepercipieerde Nederland Nederland
Nederland is met Vlaanderen verbonden door de economische infrastructuur, de taal en de geschiedenis. Vanaf eind 18de eeuw kreeg die verbondenheid in taal en cultuur op uiteenlopende mani... Lees meer
, waar zijn improviserende voordrachten bijzonder werden geapprecieerd. De nogal ijdele en graag gefêteerde Verriest nam zelfs zodanig veel causerieën op zich dat Streuvels over zijn vriend en dorpsgenoot schreef dat hij ‘altijd maar reist met ‘t artikel Gezelle-Rodenbach (…) En hij geeft altijd maar voordrachten, geen enkele liederavond, of hij moet er verschijnen’. Onder meer deze frequente uithuizigheid, gevoegd bij zijn sinds jaren getroebleerde relatie met de Brugse bisschop Gustave Waffelaert Waffelaert, Gustave
Gustave Waffelaert (1847-1931) was bisschop van Brugge van 1895 tot 1931. Hij was voorstander van de West-Vlaamse gewesttaal. Ondanks een zekere Vlaamslievendheid kwam hij in conflict met... Lees meer
, leidden in 1912 tot de pensionering van de inmiddels 72-jarige Verriest als pastoor.

Intussen was hij in 1906 opgenomen in de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde Taal- en Letterkunde Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde
De Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (KANTL, 1886) is een instelling die zich in de loop van haar geschiedenis heeft ingezet zowel voor taalculturele, -wetenschappeli... Lees meer
(KANTL) en had hij dat jaar een eredoctoraat ontvangen van de Leuvense universiteit. Het grootste eerbetoon, en achteraf beschouwd zijn afscheid als publieke figuur, was de grootse en uitgebreide hulde op 17 augustus 1913 in zijn woonplaats Ingooigem. Het evenement etaleerde de cultstatus die Verriest had verworven en was opgezet in overeenstemming met de door hem gepropageerde geest van pluralisme en tolerantie. De viering met naar schatting 15.000 aanwezigen zou de geschiedenis ingaan als ‘de laatste eensgezinde flamingantische manifestatie voor de Eerste Wereldoorlog’.


Huldeviering in Kortrijk van Hugo Verriest, in aanwezigheid van onder meer: Emmanuel de Bom, August Vermeylen, Emiel Lauwers, Frans van Cauwelaert en Eugeen van Oye, 13 augustus 1913. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph3094)
Huldeviering in Kortrijk van Hugo Verriest, in aanwezigheid van onder meer: Emmanuel de Bom, August Vermeylen, Emiel Lauwers, Frans van Cauwelaert en Eugeen van Oye, 13 augustus 1913. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph3094)

De Eerste Wereldoorlog

Op voorstellen van de Duitse bezetter en de met hen tijdens de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
samenwerkende activisten Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
om zich aan hun kant te scharen, ging Verriest niet in. Hij volgde zowel in 1914-1918 als na de Wapenstilstand de katholiek-flamingantische lijn van Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
en sloot zich niet aan bij de in 1919 opgerichte Vlaams-nationalistische Frontpartij Het Vlaamsche Front
Het Vlaamsche Front was een Vlaams-nationalistische partij, die werd opgericht in 1919 en ook bekend stond onder de couranter gebruikte officieuze benaming Frontpartij. Gesticht als een ... Lees meer
.

Dat de lijkrede bij de teraardebestelling van Verriest op het kerkhof van Ingooigem op 4 november 1922 werd uitgesproken door de vrijzinnige en Vlaamsgezinde liberale literator Herman Teirlinck Teirlinck, Herman
Lees meer
, was in tal van opzichten meer dan symbolisch en absoluut ongehoord in het toen nog door en door katholieke Vlaanderen.

De honderdste verjaardag van het overlijden van Verriest vormde in 2022 de aanleiding tot onder meer de kortfilm Verriest 100, die werd gerealiseerd door het ADVN – archief voor nationale bewegingen (Antwerpen) en tot een bloemlezing uit zijn poëzie onder de titel De grote wateren der zee, die werd ingeleid en samengesteld door de uit Verriests geboorteplaats Deerlijk afkomstige dichter Luuk Gruwez.

Werken

– Keurbladzijden, z.j.
Regenboog uit andere kleuren, 1900.
Twintig Vlaamsche Koppen, 1901, 2 dln.
Op Wandel, 1903.
Voordrachten, 1904.
Drij geestelijke voordrachten, 1905.
A. Walgrave (ed.), Bloemlezing uit het werk van H. Verriest. Keuze uit zijn werken, 1909.
A. Vermeylen (ed.), Werk, 1913.

Literatuur

– Huldenummer De Vlaamsche Vlagge, 1904, nr. 4.
– A. de Ridder, Pastoor Hugo Verriest, een biografische studie, 1908.
– Huldenummer Vlaamsche Arbeid, 1912, nr. 7.
– A. Walgrave, Hugo Verriest, in: Jaarboek van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde, 1925, pp. 51-88.
– F. de Pillecyn, Hugo Verriest. Zijn leven en werken, 1926.
– S. Streuvels, Ingoyghem 1904-1914, 1951.
– S. Streuvels, Hugo Verriest, 1964.
– A. Demedts, Hugo Verriest, in: Twintig eeuwen Vlaanderen, 1976, dl. 13, pp. 355-358.
– J. M. Baillieul, M. de Bruyne en J. Geldhof, Hugo Verriest in Ieper: een blauwvoet in de branding, 1978.
– L. Delaforterie (e.a.), Hugo Verriest, Joris Van Severen, Wakken Herdenkt, 1984.
– L. Gevers, Bewogen Jeugd. Ontstaan en ontwikkeling van de katholieke Vlaamse studentenbeweging (1830-1894), 1987.
– A. de Vos, De receptie van Guido Gezelle door Hugo Verriest, in: Gezelliana. Kroniek van de Guido Gezellestudie, 1990, pp. 1-27.
– J. Brouwers, Figuren die entwie en entwat waren. De “Twintig Vlaamsche Koppen” van Hugo Verriest, in: Ons Erfdeel, 1996, nr. 3, pp. 332-344.
– J. Vanhecke, De Flandriens van Hugo Verriest. Van Gezelle tot Streuvels, 1997.
– R. Vanlandschoot, Hugo Verriest en Albrecht Rodenbach. Moderniteit en antimoderniteit 1856-2006, in: B. Vermeulen e.a. (red.), Omtrent Albrecht Rodenbach. Historisch-literaire opstellen en essays, 2006, pp. 67-81.
– M. de Ridder, Ouverture 1912. Literatuur en Vlaamse Beweging aan de vooravond van de Grote Oorlog, 2008.
– R. Vanlandschoot, Verdraagzaamheid en pragmatische samenwerking in de Vlaamse beweging. Hugo Verriest en August Vermeylen 1895-1914, in: Wetenschappelijke Tijdingen, 2013, nr. 1, pp. 7-38, nr. 2, pp. 103-139 en nr. 3, pp. 207-241.
– R. Vanlandschoot, Hugo Verriest. Biografie, 2014 (met een exhaustief overzicht van de bibliografie van Verriest).
– N. van Campenhout, ”De groote pastor van het kleine Ingoyghem”. Biografie van Hugo Verriest, in: Ons Erfdeel, 2015, nr. 3, pp. 181-183.
– L. Gevers, De levenswekker tot leven gewekt. Een nieuwe biografie over Hugo Verriest, in: Wt. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, 2015, n. 4, pp. 87-111.

Suggestie doorgeven

1975: André Demedts (pdf)

1998: Sandra Maes

2023: Nico Van Campenhout / Romain Vanlandschoot

Databanken

Inhoudstafel