IJzertoren

Bouwwerk
Peter Verplancke (2023, herwerking), Willy Moons (1998)

De IJzertoren is een Vlaamsgezind monument in Diksmuide, dat in 1928-1930 werd opgericht als eerbetoon aan de Vlaamse soldaten die sneuvelden aan het IJzerfront tijdens de Eerste Wereldoorlog.

Alternatieve naam
IJzermonument
Bouwjaar
1928
Plaats
Diksmuide
Ontwerper
Van Averbeke, Robert
Van Averbeke, Fritz
Leestijd: 10 minuten

De IJzertoren werd tussen 1928 en 1930 opgericht in Diksmuide (Kaaskerke), als hulde aan de Vlaamse soldaten die sneuvelden aan het IJzerfront tijdens de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
. In de nasleep van de Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
en de Vlaams-nationalistische collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
werd het monument op 16 maart 1946 gedynamiteerd, waarna het tussen 1952 en 1965 werd herbouwd. Op 1 januari 1987 werd de IJzertoren erkend als Memoriaal van de Vlaamse Ontvoogding en op 6 juli 2011 als Memoriaal van de Vlaamse Ontvoogding en Vrede. De crypte van de eerste IJzertoren staat sinds 2023 op de Unesco-Werelderfgoedlijst als onderdeel van de inschrijving ‘Begraafplaatsen en herdenkingssites van de Eerste Wereldoorlog (Westelijk Front).

Het idee voor de bouw van een monument Monumenten
Voor de Vlaamse beweging monumenten oprichtte, ging België haar daarin reeds voor. Na de onafhankelijkheid van 1830 ontstond in België een uitgebreide en diverse historische cultuur, die ... Lees meer
ontstond al tijdens de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
. In het voorjaar van 1916 schreef Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
in het oorlogsnummer van het tijdschrift Ons Leven Ons Leven
Ons Leven (1888) is een Leuvens studententijdschrift en het blad van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV). Lees meer
/ Hoogstudent Hoogstudent
Hoogstudent (1910-1914) was een maandblad voor de Gentse katholieke Vlaamsgezinde hoogstudenten. Lees meer
: ‘… als dankbare hulde en onvergankelijke herinnering aan onze gesneuvelde kameraden, onmiddellijk na de vrede, in een uitgelezen hoekje van het Vlaamsche land een grootsch denkmaal op te richten …’ Het nummer bevatte ook een visuele voorstelling van de hand van Joe English English, Joe
Joe English (1882-1918) was een Brugse kunstschilder, die zijn grote faam binnen de Vlaamse beweging vooral ontleende aan zijn tekenwerk als frontkunstenaar. Lees meer
: een groot kruis in een veld vol Heldenhulde Heldenhuldezerken
Lees meer
zerken.

De zoektocht naar plaats en ontwerp

Na de IJzerbedevaart IJzerbedevaarten
De IJzerbedevaart is een jaarlijkse herdenking van de Vlaamse gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog, die ontstond omstreeks 1920. Dit voor de Vlaamse beweging erg symbolische gebeur... Lees meer
vier jaar lang telkens op een andere locatie te hebben georganiseerd, ging het organiserende comité in 1924 op zoek naar een symbolische plaats waar deze manifestatie jaarlijks zou kunnen plaatsvinden. De keuze viel op een weide aan de IJzer, nabij de brug die centrum Diksmuide met Kaaskerke verbindt en gelegen in het midden van het voormalige Belgische front, tussen Nieuwpoort en Ieper. Het was een plaats die nooit was ingenomen door de Duitse soldaten, en die zich in de buurt van een treinstation bevond (niet onbelangrijk gezien de ambitie om een groot publiek te bereiken). De Diksmuideling Edward Clauw Clauw, Eduard
Eduard Clauw (1884-1987) was een Diksmuidse soldaat tijdens de Eerste Wereldoorlog, die na de oorlog erg actief werd in het flamingantische oud-strijdersmilieu. Hij zette zich in voor de ... Lees meer
kreeg de opdracht om de grond aan te kopen. De vijfde IJzerbedevaart kon op die manier plaatsvinden op de weide in Kaaskerke. Een houten Heldenhuldezerk van enkele meters hoog deed dienst als decor.

De aangekochte weide moest bovendien als verzamelplaats dienen voor de heldenhuldezerken. Toen in 1925 alle bestaande zerken op de Belgische militaire begraafplaatsen werden vervangen door officiële Belgische grafmonumenten, werden deze grafstenen van Vlaamsgezinde frontsoldaten overgebracht naar de weide in Kaaskerke, waar bovendien een nieuw monument moest komen. Op 25 mei 1925 schreef het IJzerbedevaartcomité een prijskamp uit, met als belangrijkste voorwaarde dat de heldenhuldezerk in het ontwerp verwerkt moest zijn.

Enkele dagen later kreeg de wedstrijd echter een heel andere inzet en lading. Toen het IJzerbedevaartcomité te horen kreeg dat een groot aantal van de zerkjes al weggenomen en verbrijzeld was om er een ‘Heldenweg’ rond de militaire begraafplaats van Adinkerke mee aan te leggen, paste het de voorwaarden van de prijskamp aan: het monument moest hoger worden, hoger dan alle nog geplande monumenten in de omgeving.

Enkele maanden later, op 30 augustus 1925, de dag van de 6de IJzerbedevaart, werden de 39 inzendingen tentoongesteld en beoordeeld door een jury. Uiteindelijk kwam het ontwerp van de gebroeders Robert en Frans van Averbeke als winnaar uit de bus. Hun ontwerp kreeg een centrale plaats op de affiche Affichekunst
Van aankondigingen van Rodenbach- of Consciencevieringen over verkiezingsaffiches tot propagandabiljetten voor Vlaamse onafhankelijkheid: affichekunst speelde in de loop van de 20ste eeu... Lees meer
voor de IJzerbedevaart van 1926. Op die IJzerbedevaart kondigde comitévoorzitter Frans Daels Daels, Frans
Frans Daels (1882-1974) vormde de spil van de Vlaamsgezinde organisaties aan het IJzerfront en groeide in het interbellum als voorzitter van het IJzerbedevaartcomité en voorvechter van N... Lees meer
aan ‘… dat de schamele zerk die men voor immer wou verbrijzelen, vervangen zal worden door het onvergankelijke kruis’, daarmee verwijzend naar de eerdere verwijderingen van heldenhuldezerken in 1918 en 1925.

Bouw en toevoeging van symbolen

Om alles te kunnen financieren werd een steunfonds opgericht. De openbare aanbesteding voor de bouw vond plaats op 24 maart 1928. Van de 16 inschrijvingen werd gekozen voor de bouwfirma De Tandt Gebroeders uit Nederbrakel. De toren, die 30-35 meter hoog was gepland, werd 40 meter hoog aanbesteed, maar zou uiteindelijk 50 meter hoog worden.

De werken begonnen in mei 1928. De betonnen constructie steunde op 85 betonnen pijlers van tien meter lengte. Daarop kwam een betonnen plaat van een meter dik, die het gevaarte moest dragen en waarop Cyriel Verschaeve Verschaeve, Cyriel
Cyriel Verschaeve (1874-1949) was een West-Vlaamse priester, literair auteur, kunstbeschouwer en publicist, die bekend werd als icoon van de Frontbeweging en het opkomende Vlaams-national... Lees meer
op 7 juli 1928 de eerste steen metselde. Onder de draagplaat werd een crypte gebouwd en boven op de romp, veertig meter hoog, kwam in juni 1929 de kruiskop met daarop het letterwoord AVV-VVK Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus (AVV-VVK)
Deze leuze werd in 1881 gelanceerd door Frans Drijvers in het scholierentijdschrift De Student. Ze verwoordde de dubbele motivatie van Vlaamsgezindheid en ultramontaanse geloofsijver die ... Lees meer
(‘Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus’). Gedurende de bouw werden, verspreid over de zeven verdiepingen, 120 geredde zerken ingemetseld

Op 12 oktober 1929 gebeurde de ceremoniële laatste steenlegging door Joanna Vercauteren, de echtgenote van Frans Daels. In de daaropvolgende maanden werd het opschrift ‘Geen oorlog meer’ in vier talen op de vier zijden van de toren aangebracht. Op 24 augustus 1930, tijdens de 11de bedevaart, werd de toren ingewijd.

Tijdens de IJzerbedevaart van 21 augustus 1932 werden zeven frontsoldaten in de grafkamers van de crypte bijgezet die bekend kwamen te staan als de IJzersymbolen IJzersymbolen
Lees meer
: martelaren van de Vlaamse beweging aan het front, die met hun sterk gemythologiseerde levensverhalen de anti-Belgische herinnering aan de oorlog moesten voeden. Op 22 augustus 1937 kwam er met Luitenant Juul de Winde De Winde, Jules
Juul De Winde (1893-1918) was musicus, dichter en acteur. Hij sneuvelde tijdens de Eerste Wereldoorlog als luitenant aan het IJzerfront. Zijn stoffelijk overschot werd bijgezet in de cryp... Lees meer
een achtste IJzersymbool bij.

Tijdens vier opeenvolgende IJzerbedevaarten werden langs de romp van de toren beelden van de IJzersymbolen geplaatst: Renaat de Rudder De Rudder, Renaat
Renaat de Rudder (1897-1917) was actief in de Frontbeweging. Nadat hij werd gedood tijdens een verkenningstocht, ging De Rudder als een van de ‘IJzersymbolen’ deel uitmaken van de Vlaams-... Lees meer
(1931), Joe English English, Joe
Joe English (1882-1918) was een Brugse kunstschilder, die zijn grote faam binnen de Vlaamse beweging vooral ontleende aan zijn tekenwerk als frontkunstenaar. Lees meer
(1932), de gebroeders Edward en Frans van Raemdonck Gebroeders van Raemdonck
De broers Edward en Frans van Raemdonck waren twee Vlaamsgezinde soldaten in het Belgische leger, die door hun gezamenlijke dood op het slagveld symbool gingen staan voor zowel de ideale ... Lees meer
(1933) en Lode de Boninge De Boninge, Lode
Lode de Boninge (1896-1918) was een brancardier tijdens de Eerste Wereldoorlog, die zich aansloot bij de Frontbeweging. De Boninge sneuvelde op 7 mei 1918 en werd na de oorlog verheven to... Lees meer
en Frans van der Linden Van der Linden, Frans
Frans van der Linden (1894-1918) speelde tijdens de Eerste Wereldoorlog een bedrijvige rol binnen de Frontbeweging. Na zijn overlijden aan het eind van de oorlog werd hij een van de zogen... Lees meer
(1934). Ze werden ontworpen door beeldhouwer Karel Aubroeck Aubroeck, Karel
Karel Aubroeck (1894- 1986) was een Vlaamsgezinde beeldhouwer, die de vier beelden van IJzersymbolen vervaardigde die eerst op de IJzertoren werden aangebracht en vervolgens, na de dynami... Lees meer
. Ook andere symbolisch geladen objecten werden in de crypte bijgezet, zoals de Steen van Merkem, waarop soldaten tijdens de oorlog de leuze Leuzen
Lees meer
‘Hier ons bloed, wanneer ons recht’ hadden geschreven en het Kruis van Nieuwpoort.

Halverwege de jaren 1930 werd het opschrift ‘Geen oorlog meer’ gewijzigd in ‘ Nooit meer oorlog Nooit meer oorlog
‘Nooit meer oorlog’ is een leuze die bij de voltooiing van de IJzertoren in 1931 op de voet van het monument werd aangebracht. De spreuk was gangbaar in de hele Europese vredesbeweging v... Lees meer
’.

Vernietiging

Op 30 mei 1940 werd de IJzertoren geraakt door een Britse vliegtuigbom, met een groot gat in ongeveer het midden van de toren als gevolg. Het duurde tot april 1943 voor de schade werd hersteld. Dat er zoveel tijd over de reparatie heen ging, was onderdeel van een propagandacampagne die moest laten zien dat ook de IJzertoren onder de oorlog leed.

Een jaar eerder, in 1942, had het IJzerbedevaartcomité nog een ingrijpende verandering aan de kruiskop doorgevoerd. In een poging de toren nog meer op de heldenhuldezerk te doen lijken, werden de letters AVV-VVK op de zijkanten van de toren verwijderd. Naar analogie met de zerk bleef het acroniem alleen behouden op de voor- en achterzijde van het monument.

Na afloop van de Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
werd de IJzertoren tot tweemaal toe gedynamiteerd. Door een eerste aanslag, in de nacht van 15 op 16 juni 1945, raakte het monument zwaar beschadigd. Er werd een groot gat geslagen in de romp van de toren. Een tweede aanslag in de nacht van 15 op 16 maart 1946 legde de IJzertoren helemaal in puin. Het toonde het ongenoegen bij een deel van de bevolking over de collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
van het IJzerbedevaartcomité tijdens de voorbije oorlog.

Tijdens zijn Algemene Vergadering van 26 maart 1949 besliste het IJzerbedevaartcomité om met de brokstukken van de IJzertoren een monumentale toegangspoort te bouwen. De vier monumentale beelden die op de vier zijden van de toren stonden, vormden nu de vier hoeken van dit nieuwe monument, dat de Pax-poort werd genoemd. Het werd voltooid op 1 oktober 1949 en plechtig ingewijd op de IJzerbedevaart van 1950.

De beschadigde IJzercrypte werd hersteld. Daar was intussen een wit Heldenhuldekruis opgericht met de leuze AVV-VVK en Verschaeves vers 'Hier liggen hun lijken als zaden in het zand, hoop op de oogst O Vlaanderenland'.

Naar een tweede IJzertoren

In een toespraak op de IJzerbedevaart van 1948 bevestigde Edward Clottens Clottens, Edward
Lees meer
dat de IJzertoren herbouwd zou worden. Begin 1950 lanceerde de Leuvense hoogleraar Clement van Himbeeck een even spectaculair als onrealistisch plan: een toren van 250 meter hoog met een verticale wentelweg voor voetgangers, fietsers en auto’s. Het voorstel werd in 1952 verworpen door het comité, dat besloot om de vorm en symboliek van de eerste toren te behouden. Opnieuw werd de ‘Nooit-meer-oorlog’-boodschap in vier talen op de vier zijden van de toren aangebracht. Ook het acroniem AVV-VVK op de kruiskop bleef behouden. Wel maakte het comité er een punt van dat deze toren nog groter moest zijn dan zijn voorganger. Het nieuwe monument kreeg een hoogte van 84 meter.

De werken startten in 1952 en zouden uiteindelijk 13 jaar in beslag nemen. Pas op 22 augustus 1965, op de 38ste IJzerbedevaart, werd de tweede IJzertoren plechtig ingewijd. Vooral een tekort aan financiële middelen zorgde ervoor dat de bouw van de toren zo traag verliep. Het IJzerbedevaartcomité ontving van de Belgische overheid weliswaar een financiële compensatie voor de dynamitering, maar deze bleek ontoereikend voor de heropbouw. De voortgang van die heropbouw bleef dan ook in grote mate afhankelijk van de financiële steun waarin de manifestanten jaarlijks tijdens de IJzerbedevaart voorzagen en, vooral, van privégiften. De Kruiskopactie van 1964 was hier een voorbeeld van. Wie een bedrag van minimum 1.000 fr. schonk, kon zijn naam vereeuwigd zien op een keramieken tegel in de kruiskop. Het resultaat is vandaag nog steeds zichtbaar.

Het IJzerbedevaartcomité probeerde van de nood een deugd te maken. Het integreerde de bouw van de toren als regie-element in de bedevaart. Bovendien werden, net zoals bij de eerste toren, ook ditmaal symbolen toegevoegd. De keuze viel opnieuw op de Heldenhuldezerk. Tijdens de bedevaart van 1956 werd zo de heldenhuldezerk van Lode Smits in de toren binnengedragen.

In 1969 werd het Gulden Doek van Vlaanderen, een schilderij van Henry Luyten Luyten, Hendrik
De kunstschilder Hendrik Luyten (1859-1945) was de maker van ‘Het Gulden Doek van Vlaanderen’, een geschilderd groepsportret dat een overzicht van de geschiedenis van de Vlaamse beweging... Lees meer
dat het IJzerbedevaartcomité nog net voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog had aangekocht, geïntegreerd op de eerste verdieping van de toren. Het bleek de start van de inrichting van de IJzertoren als museale ruimte. Al bleef dit tot halverwege de jaren 1990 beperkt tot de onderste drie verdiepingen van het gebouw.

Eind jaren 1990 begon het comité met de museale inrichting van de verdiepingen 22 tot 12. Net na de eeuwwisseling volgden de onderste verdiepingen. Los van tijdelijke tentoonstellingen bleef deze opstelling zo behouden tot eind november 2013. Het museum sloot vervolgens honderd dagen lang zijn deuren. Op 1 maart 2014 ging het volledig vernieuwde museum opnieuw open. Het inhoudelijke verhaal is opgehangen aan het narratief ‘Wat rest van het leven, wat blijft van het land’ en toont het verhaal van de Belgische-Duitse confrontatie tijdens de Eerste Wereldoorlog en het ontstaan en de geschiedenis van de site en de IJzerbedevaart.

Erkenning als Memoriaal

Op 16 december 1986 diende CVP Christen Democratisch & Vlaams
Lees meer
-volksvertegenwoordigster Jozefa de Loore-Raeymaekers in de Vlaamse Raad het voorstel van decreet in ‘houdende uitroeping van het IJzermonument en het omringende domein te Diksmuide tot Memoriaal van de Vlaamse Gedachte’. Op 23 december werd het decreet van het Memoriaal van de Vlaamse Ontvoogding goedgekeurd, zonder steun van de Socialistische Partij Socialistische partij
De socialistische partij werd in België in 1885 opgericht als de Belgische Werkliedenpartij (BWP), veranderde in 1945 haar naam in Belgische Socialistische Partij (BSP) en viel in 1978 u... Lees meer
en de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang Partij voor Vrijheid en Vooruitgang
Lees meer
. Zij achtten de christelijke inslag van het monument niet representatief voor de volledige Vlaamse gemeenschap. Het decreet verscheen op 14 februari 1987 in het Belgisch Staatsblad.

Op 10 november 1992 ondertekende minister Johan Sauwens Sauwens, Johan
Johan Sauwens (1951) was een Limburgs kopstuk van de Volksunie. Hij was onder meer Vlaams volksvertegenwoordiger en bekleedde verschillende ministerposten in de Vlaamse regering. In 2001 ... Lees meer
het ministerieel besluit dat het IJzertorencomplex met Pax-poort, de restanten van de oude toren met crypte en de nieuwe toren beschermde als monument en de omgeving als dorpsgezicht. Op 10 juni 1994 startte de restauratie van de IJzertoren, de Pax-poort en de ruïnes en crypte van de oude toren. De werken waren begroot op 63 miljoen maar kostten 80 miljoen.

Op 17 mei 2011 dienden Jan Durnez, John Crombez, Danielle Godderis-T'Jonck, Marc vanden Bussche, Bart Caron, Ludwig Caluwé en Lode Vereeck het voorstel van decreet in voor de erkenning van en de subsidieregeling voor het Memoriaal van de Vlaamse Ontvoogding en Vrede. Op 6 juli 2011 werd het decreet goedgekeurd. Twee parlementsleden onthielden zich , er waren geen tegenstemmen.

De crypte van de eerste IJzertoren staat sinds 2023 op de Unesco-Werelderfgoedlijst als onderdeel van de inschrijving ‘Begraafplaatsen en herdenkingssites van de Eerste Wereldoorlog (Westelijk Front).

Literatuur

— F. van Cauwelaert, Op den IJzer, in: Ons Leven, oorlogsnummer 1914-1915-1916.
— Het Geding van de IJzertoren, 1952.
— E. Balduck, Diksmuide, onze trots en onze schande, 1968.
— W. Moons, Het Taboe van Vlaanderen. 40 Jaar na de Aanslag, 1986.
— F. Becuwe en L. de Lentdecker, Van IJzerfront tot Zelfbestuur, 1993.
— M. Jacobs, Zij die vielen als helden… Cultuurhistorische analyse van de oorlgsgedenktekens in West-Vlaanderen, 1995, dl. 1, pp. 163-166.
— W. Bekers, R. de Meyer & E. de Kooning, Bricks of wrath: (Re)building the IJzertoren memorial (1925–1930 and 1952–1965), 2021.

Suggestie doorgeven

1973: Louis De Lentdecker (pdf)

1998: Willy Moons

2023: Peter Verplancke

Databanken

Inhoudstafel