Boekbedrijf

Begrip
Kevin Absillis (2023)

In de 19de eeuw kwam het Vlaamse boekbedrijf moeizaam van de grond. Pas na de Eerste Wereldoorlog ontstonden in Vlaanderen de bestaansvoorwaarden voor een moderne cultuurindustrie. Tot de Tweede Wereldoorlog was die cultuurindustrie sterk ingebed in de Vlaamse beweging en werd ze bovendien diepgaand beïnvloed door het proces van verzuiling. Na 1945 zou het boekbedrijf deze dubbele ideologische bedding geleidelijk aan verlaten.

Alternatieve term
Uitgeverij en boekhandel
Leestijd: 72 minuten

Context: het Vlaamse boekbedrijf als een uitdaging voor de nationalismetheorie

Over het aandeel van het gedrukte woord in natievorming heeft nooit volledige eensgezindheid bestaan. Karl Deutsch betoogde dat nationale denkbeelden verspreid werden via kranten en boeken, en dat zonder deze media perifere gemeenschappen zich onvoldoende uitgenodigd zouden hebben gevoeld om op te gaan in een groter verband. Ernest Gellner corrigeerde deze veronderstelling door te stellen dat niet zozeer de boodschap die gedrukte media verspreiden van belang was: de circulatie van kranten, tijdschriften en boeken, alsook de gestandaardiseerde taal die deze gedrukte media daarbij hanteerden, kon op zich al volstaan om nationalistische opvattingen geloofwaardigheid te verlenen. Wat en waarover er precies gecommuniceerd wordt, deed er volgens Gellner veel minder toe. Benedict Anderson beschouwde de uitvinding van de boekdrukkunst in combinatie met de opkomst van het kapitalisme (‘print capitalism’) als de ontstaansgrond van het nationalisme. Dankzij kranten en boeken kon een narratief worden uitgedragen dat afzonderlijke volkeren verbeeldde en ze voor een groot publiek herkenbaar maakte. Anderson onderstreepte tevens de impact van de boekdrukkunst op de standaardisering van de volkstalen die in de vroegmoderne tijd in Europa het Latijn verdrongen. Door deze evolutie kon taal in de periode van het romantisch nationalisme gepromoveerd worden tot een van de voornaamste bestanddelen van de zogenaamde ‘volksaard’.

Alle meningsverschillen ten spijt wordt in het nationalismeonderzoek hoe dan ook zelden getwijfeld aan de these dát gedrukte media een cruciale rol hebben gespeeld in de opkomst en verspreiding van nationalisme(n). Deze aanname hangt samen met wat in de context van het nationalisme-onderzoek de moderniteitsthese wordt genoemd, namelijk de veronderstelling dat nationalismen pas na het ancien régime tot volle ontwikkeling konden komen in geïndustrialiseerde, kapitalistisch georganiseerde regio’s. Het is in zulke regio’s dat nieuwe communicatiemogelijkheden een beslissende maatschappelijke impact konden verwerven. De moderniteitsthese hanteert daarbij een ‘top down’-perspectief: ze schrijft de verspreiding van nationale opvattingen toe aan een maatschappelijke bovenlaag. Het zijn per slot van rekening immers financiële, politieke, religieuze en intellectuele elites die de media controleren.

In het licht van deze theoretische discussie rond nationalisme en natievorming stelt de geschiedenis van de Vlaamse beweging enkele verworven inzichten op de proef. Ze begint in de jaren 1830 immers met de promotie van een Vlaamse natie in concurrentie met een Belgisch nationalisme dat zal beschikken over de typische infrastructuur die zo noodzakelijk wordt geacht voor efficiënte natievorming in gemoderniseerde samenlevingen: een militair apparaat, politieke instellingen, persorganen, onderwijsvoorzieningen, spoorwegen, enzovoort. In weerwil van de Franstalige dominantie van deze infrastructuur in de 19de eeuw zal het Vlaamse natiebesef opmerkelijk succesvol zijn en het Belgische natiebesef op termijn naar de kroon steken. Men kan hierbij moeilijk volhouden dat de groeiende geloofwaardigheid van een Vlaamse culturele identiteit na 1830 in de eerste plaats te danken was aan een goed uitgebouwd communicatiecircuit van drukkers en uitgevers. In de negentiende eeuw zou met name het Nederlandstalige boekbedrijf namelijk slechts moeizaam van de grond komen. Pas na de Eerste Wereldoorlog ontstonden in Vlaanderen de bestaansvoorwaarden voor een moderne cultuurindustrie. Tot de Tweede Wereldoorlog was die cultuurindustrie sterk ingebed in de Vlaamse beweging en werd ze bovendien diepgaand beïnvloed door het proces van verzuiling. Na de Tweede Wereldoorlog zal het boekbedrijf, net als andere takken van die cultuurindustrie, deze dubbele ideologische bedding geleidelijk aan verlaten. Onderhavige bijdrage reconstrueert deze geschiedenis in grote lijnen en neemt daarbij de Nederlandstalige uitgeverij als brandpunt omdat hierrond veruit de meeste gegevens beschikbaar zijn (vergelijk bijvoorbeeld het overzichtswerk Het boek in Vlaanderen sinds 1800 van Ludo Simons). Minder ver staat het onderzoek naar boekhandels, drukkerijen en lezers en dus komen deze andere actoren uit Robert Darntons befaamde ‘communicatiecircuit’ noodgedwongen minder aan bod. Voor de rol van de auteur, de openbare bibliotheken Openbare bibliotheken
Openbare bibliotheken kennen een lange geschiedenis, die in de Zuidelijke Nederlanden teruggaat tot de 17de eeuw. Ze spelen een rol in de (stedelijke) leescultuur door op een laagdrempeli... Lees meer
en de pers Pers
Van bij het ontstaan van de Vlaamse beweging vervulde de Nederlandstalige pers een belangrijke rol als spreekbuis. De veelheid aan Vlaamse kranten en (week)bladen die in de 19de en 20ste ... Lees meer
zij de lezer doorverwezen naar andere lemma’s.

De negentiende eeuw

Een boekbedrijf in de kinderschoenen

Toen Hendrik Conscience Conscience, Hendrik
Hendrik Conscience (1812-1883) was de eerste auteur die het in België aandurfde een roman in het Nederlands te schrijven en te publiceren. Zijn oeuvre van zo’n 65 romans, dat ook een bred... Lees meer
in het najaar van 1836 In ’t Wonderjaer voltooide, de eerste Nederlandstalige roman in het prille België, vond hij niet snel een geschikte uitgever in Antwerpen. In de stad die in de 16de eeuw over een luisterrijk druk- en uitgeversimperium had beschikt, waren driehonderd jaar later slechts kleinschalige ondernemingen overgebleven. Het drukkersgeslacht Verdussen, dat in de 17de eeuw kon wedijveren met de familie Moretus, had in 1832 de boeken neergelegd. Ook de dynamiek van de Officina Plantiniana behoorde tot het verleden. Het bedrijf zou in 1866 de deuren sluiten; toen het in 1877 heropende als museum, was het als een herinnering aan de glorieuze dagen van weleer, niet als het vlaggenschip van een florissante industrie. Elders in Vlaanderen was de situatie vergelijkbaar. Er bestonden drukkers met een Nederlandstalig fonds, maar bellettrie en romans maakten daar zelden deel van uit. Wel investeerden firma’s zoals Snoeck-Ducaju in Gent of Josephus Thys in Antwerpen in almanakken en zogenaamde ‘blauwboeken’: op goedkoop papier gedrukte, populaire legendes en volksverhalen. Hanicq in Mechelen en Brepols in Turnhout waren de voornaamste producenten van missalen, volksprenten, hagiografieën en ander godsdienstig drukwerk. Toen Jan Frans Willems Willems, Jan Frans
Jan Frans Willems (1793-1846), de “vader van de Vlaamse beweging”, was dichter, polemist, filoloog, tekstediteur en initiatiefnemer of lid van tal van academies en genootschappen in binne... Lees meer
in 1834 in Eeklo zijn herdichting van Reinaert de Vos publiceerde, moest hij zich wenden tot het lokale drukkerijtje van A.B. van Han.


<p><em>In ’t Wonderjaar </em>(1837) van Hendrik Conscience was de eerste Nederlandstalige roman in België en werd uitgegeven door de weduwe Schoesetters. (Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience)</p>

In ’t Wonderjaar (1837) van Hendrik Conscience was de eerste Nederlandstalige roman in België en werd uitgegeven door de weduwe Schoesetters. (Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience)

In het Antwerpen van de jaren 1830 moesten schrijvers van Nederlandstalige boeken zoals Conscience intekenaars ronselen voor een te verschijnen titel en borg staan voor de drukkosten. Toen de jonge schrijver slechts 241 exemplaren van zijn debuut verkocht, stond hij meteen in het krijt bij de weduwe Schoesetters, die In ’t Wonderjaer had gedrukt. In de hoop dat nieuw werk meer succes zou kennen, pakte Conscience in 1837 uit met Phantazij, een mengeling van verhalen en poëzie. Deze keer ging hij in zee met de in Antwerpen gevestigde drukkerij van Laurentius Joannes de Cort De Cort, Laurentius
Laurentius Joannes de Cort (1793-1866) was de drukker van onder meer enkele boeken van Hendrik Conscience, waaronder De Leeuw van Vlaenderen (1838). Lees meer
. Phantazij werd slecht ontvangen en leidde tot nieuwe schulden.

Eind december 1838 verscheen, opnieuw bij De Cort, Consciences tweede roman: De Leeuw van Vlaenderen. Dit breed uitgemeten heldenverhaal over de Guldensporenslag Guldensporenslag
De Guldensporenslag was een veldslag op de Groeningekouter nabij Kortrijk op 11 juli 1302. Hierbij werd het Franse ridderleger verslagen. De slag kreeg in de Vlaamse beweging een symbolis... Lees meer
wekte meer geestdrift. Het aantal intekenaars voor de in drie volumes aangeboden roman liep tegen de vijfhonderd. Nieuwe schulden zou De Leeuw van Vlaenderen Conscience niet bezorgen, maar daarmee is dan ook alles gezegd. Zonder de steun van koning Leopold I van Saksen-Coburg, Leopold I
Leopold I (1790-1865) was de eerste koning der Belgen. Hij werd als prins uit het hertogelijk huis van Saksen-Coburg-Gotha in 1831 vanwege zijn uitgebreid Europees netwerk tot de Belgisch... Lees meer
zou zijn financiële toestand precair zijn gebleven. Deze vorstelijke bijval had de auteur, behalve aan de bemiddeling van de schilder Gustaaf Wappers Wappers, Gustaaf
Gustaaf Wappers (1803-1874) was schilder van historiestukken, genrestukken en portretten en wordt gerekend tot de school van de Belgische romantiek. Lees meer
, te danken aan Leopolds verwachting dat een Nederlandstalige letterkunde zou bijdragen aan de bloei van een Belgische culturele identiteit. De middeleeuwse geschiedenis van het graafschap Vlaanderen was toen bovendien voor de Belgische elite evenzeer bruikbaar om een nationale identiteit mee te boetseren.

De beperkte afzetmogelijkheden, de gammele infrastructuur van het boekbedrijf en het algehele gebrek aan professioneel perspectief hadden Conscience intussen ontmoedigd. Vanaf 1843 boden zich echter betere kansen aan. Toen stichtte de uit Luxemburgse ouders geboren Joseph-Ernest Buschmann Buschmann, Joseph-Ernest
Joseph-Ernest Buschmann (1814-1853) richtte in 1842 de drukkerij-uitgeverij J.E. Buschmann op en was daarmee één van de eerste Belgische drukkers die op eigen risico Nederlandstalig werk ... Lees meer
in Antwerpen een drukkerij en uitgeverij die zich met meer professionele toewijding over de jonge ‘Vlaams-Belgische’ letterkunde ging ontfermen. In tegenstelling tot Consciences eerste uitgevers drukte Buschmann voor eigen rekening en keerde hij een auteurshonorarium uit. Bij hem zouden van Conscience onder meer verschijnen Siska van Roosemael (1844), de historische roman Jacob van Artevelde (1849), de populaire verhalen Baes Gansendonck (1850) en De loteling (1850), alsmede de in opdracht van het koningshuis geschreven Geschiedenis van België (1845). Daarnaast verzorgde Buschmann werk van Consciences collega’s Pieter Frans van Kerckhoven Van Kerckhoven, Pieter F.
Lees meer
, Karel Lodewijk Ledeganck Ledeganck, Karel L.
Karel Lodewijk Ledeganck (1805-1847) was een Vlaams ambtenaar, politicus, jurist en dichter uit Eeklo. Hij was een cultuurflamingant en schreef een dichterlijke trilogie die in de Vlaamse... Lees meer
en Eugeen Zetternam Diricksens, Joos
Joos J. Diricksens (1826-1855), beter bekend onder zijn pseudoniem Eugeen Zetternam, was een Antwerpse letterkundige en huisschilder. Hij staat bekend om zijn sociaal geëngageerde romans ... Lees meer
, alsook de uitgave van het Kunst- en Letterblad Kunst- en Letterblad
Het Kunst- en Letterblad (1840-1845) was een tijdschrift dat van 1840 tot 1843 in Gent en daarna in 1844 en 1845 in Antwerpen verscheen. Het besteedde aandacht aan de Nederlandstalige lit... Lees meer
, dat onder redactie stond van Conscience en Theodoor van Ryswyck Van Ryswyck, Theodoor
Theodoor van Ryswyck (1811-1849) was een Vlaamse dichter die in dichtbundels, kranten en tijdschriften een omvangrijk literair oeuvre bij elkaar schreef. Met zijn gedichten gaf hij vorm a... Lees meer
. Overigens gaf Buschmann van 1842 tot 1850 vrijwel evenveel Franstalige (#78) als Nederlandstalige (#83) titels uit en kende hij naar alle waarschijnlijkheid weinig Nederlands. Met Conscience correspondeerde hij in het Frans.
Toen Buschmann ziek werd, vond Conscience een nieuwe uitgever in Jan Petrus van Dieren Van Dieren, Johannes
Lees meer
. Bij deze Noord-Brabander die zich in 1839 in Antwerpen had gevestigd, zou Conscience tot aan zijn dood in 1883 zijn nieuwe werk onderbrengen. Van Dieren begon eind 1844 tevens met de uitgave van Het handelsblad van Antwerpen Het Handelsblad (van Antwerpen)
Lees meer
, een katholieke krant die van 1849 tot 1899 werd geleid door August Snieders Snieders, August
Lees meer
. Vanaf 1851 bracht Snieders ook romans en verhalen uit bij Van Dieren en groeide hij uit tot de populairste Vlaamse auteur, na Conscience.

Naast vele andere gelegenheidsuitgevers en met goede wil maar kleinschalig opererende ondernemers springen er in de negentiende eeuw nog twee namen bovenuit: Hendrik Hoste en Hendrik De Seyn-Verhougstraete. Laatstgenoemde publiceerde in Roeselare onder meer de verzamelde werken van Johanna Courtmans-Berchmans Berchmans, Johanna
Lees meer
en Karel Lodewijk Ledeganck alsook de ophefmakende roman Arm Vlaanderen Arm Vlaanderen
Arm Vlaanderen is de titel van verschillende publicaties die een rol hebben gespeeld in de geschiedenis van de Vlaamse beweging: een roman van Reimond Stijns en Isidoor Teirlinck uit 188... Lees meer
(1884) van Isidoor Teirlinck Teirlinck, Isidoor
Isidoor Teirlinck (1851-1934) was een Vlaamse onderwijzer en leraar, die literair actief was en zich bekwaamde in de volkskunde en de dialectologie. Samen met zijn zwager Reimond Stijns s... Lees meer
en Reimond Stijns Stijns, Reimond
Onderwijzer Reimond Stijns (1850-1905) was betrokken bij het Vlaamse verenigingsleven in Brussel. Hij was auteur van romans, verhalen, novellen en toneelstukken en lag mee aan de basis va... Lees meer
, en later, toen hij in Aalst actief was, werk van Virginie Loveling Loveling, Virginie
Virginie Loveling (1836-1923) was een Vlaamse, vernieuwende en vaak uitgesproken geëngageerde schrijfster. Ze was de zus van Rosalie Loveling en de tante van Cyriel Buysse. Lees meer
(Het lot der kinderen, 1906) en Victor de Meyere De Meyere, Victor
Lees meer
(De roode Schavak, 1909).

Hendrik Hoste richtte in 1828 in Gent een boekhandel op die een trefpunt werd voor liberale flaminganten. In dit milieu rekruteerde hij auteurs voor een eigen fonds, zoals Ferdinand Snellaert Snellaert, Ferdinand A.
Ferdinand Augustijn Snellaert (1809-1872) was een arts, filoloog, letterkundige en leidende figuur in de Vlaamse beweging. Lees meer
, Philip Blommaert Blommaert, Philip M.
Lees meer
, Karel Lodewijk Ledeganck (De drie zustersteden, 1846) en Eugeen Zetternam (Bernhart, de laet, 1847). Samen met I.S. van Doosselaere had hij ook het Leesmuseum Leesmuseum
Leesmuseum (1856-1959) was een flamingantisch algemeen literair, geschiedkundig en cultureel tijdschrift, dat verscheen in Gent. Lees meer
onder zijn hoede, een reeks goedkope romans waarop lezers zich konden abonneren. Zo’n abonnementsformule was een toen gebruikelijke strategie waarmee uitgevers van populaire lectuur zich van een afzet wilden verzekeren. Het Leesmuseum bracht verscheidene vertalingen van buitenlandse successchrijvers zoals Charles Dickens en Heinrich Zschokke. Niet in dit Leesmuseum, maar in een driedelige uitgave verscheen begin 1853 bij Hoste eveneens De hut van onkel Tom, de eerste Nederlandse vertaling van Harriet Beecher Stowe’s bestseller annex antislavernijpamflet. In deze periode haalde Hoste een flink deel van zijn inkomsten als ‘roofdrukker’: zonder toelating van de oorspronkelijke uitgever en auteur drukte hij Nederlandse boeken goedkoop na voor de Vlaamse markt (o.a. werk van Nicolaas Beets). Deze praktijk (contrefaçon) werd toen toegejuicht door Vlaamsgezinde intellectuelen omdat de uit Nederland geïmporteerde boeken voor Vlaanderen duur uitvielen en de verspreiding van Nederlandstalige teksten prevaleerde op respect voor intellectueel eigendom. Aan de praktijk van de roofdruk werd in 1859 met een bilateraal verdrag tussen België en Nederland een einde gemaakt.

Tekenend voor de negentiende-eeuwse situatie blijft intussen het feit dat Guido Gezelle Gezelle, Guido
Guido Gezelle (1830-1899) was een Vlaamse priester die de Vlaamse volkstaal verdedigde binnen het algemeen Nederlands. Hij verwierf grote bekendheid als lyrisch dichter van religieuze nat... Lees meer
, naast Conscience toch de meest gecanoniseerde auteur uit deze periode, bij leven nooit met een professionele uitgever heeft samengewerkt. Ook de Roeselaarse boekhandelaar en drukker Julius De Meester (1857-1933), die vanaf 1878 Gezelles belangrijkste bundels uitgaf en zijn eerste verzameld werk op touw zette, was slechts uitgever ‘in bijberoep’. Zoals het onderzoek van Jan Pauwels aantoonde moeten Gezelles landelijke doorbraak en zijn postume bekendheid in de Lage Landen op het conto van de Nederlandse uitgever Lambertus Jacobus Veen worden geschreven.

Media voor de ongeletterden

Aangezien tot diep in de negentiende eeuw zo weinig professionele uitgevers actief waren en de boekdistributie te wensen overliet, dringt de vraag zich op hoe de verbeelding van Conscience en zijn collega’s zo’n impact kan hebben gehad op de Vlaamse (sub)natievorming. Temeer omdat in de eerste helft van de negentiende eeuw door verpaupering en een nauwelijks sociaal bijgestuurde industrialisering de geletterdheid in Vlaanderen achteruitgegaan was ten opzichte van de late achttiende eeuw. Anno 1860 was in België 50% van de mannen en 56% van de vrouwen analfabeet. De situatie was veruit het schrijnendst in Vlaanderen: Nederlandstalige mannen hadden vier keer meer kans om ongeletterd te zijn dan hun Franstalige landgenoten, Nederlandstalige vrouwen zelfs vijf keer meer. In Waregem kon omstreeks 1870 slechts 30% van de mannen en 20 à 25% van de vrouwen lezen en schrijven; in Antwerpen was anno 1866 een derde van de bevolking analfabeet. Het publiek dat alleen Nederlands kon lezen (en dus geen Frans), beschikte bovendien over een geringe koopkracht. Voor tweetaligen was het aanbod Franse lectuur destijds niet alleen groter, maar ook goedkoper dankzij de in België bloeiende contrefaçon van Frans werk. Het inspireerde Pieter Frans van Kerckhoven Van Kerckhoven, Pieter F.
Lees meer
in 1848 tot een klacht die niet alleen inzicht biedt in de toenmalige prijszetting, maar ook de algehele teneur goed vat: ‘De bemiddelde burgers, die dagelyks grove sommen gelds aen ydele vermaken en tot het voldoen hunner lusten opofferen, zien er tegen op om 2 franken aen een vlaemsch boekdeel te besteden. De contrefaçon levert hun fransche windwerken aen 50 centimen het voluem en, daer zy niet nationael genoeg zyn om liefde voor hunne moedertael te gevoelen, nemen zy het goedkoopste: het moge dan ook vergift voor hunnen geest, vergift voor de maetschappy wezen’.
Dat wat in gedrukte boeken stond, in de negentiende eeuw desondanks breed verspreid kon worden onder een Nederlandstalig publiek had te maken met allerlei niet-geschreven vormen van communicatie, een vaststelling die de het oorzakelijk verband tussen de drukpers en de opkomst van nationalismen (zie inleiding) een beetje relativeert.

Sporen van orale transmissie zijn om te beginnen gedocumenteerd in het werk van Hendrik Conscience zelf. Meermaals beschrijft de auteur hoe in dorpscafés ongeletterden met verhalen in aanraking kwamen. In de al genoemde roman Arm Vlaanderen (1877) van Stijns en Teirlinck lezen we dan weer hoe de onderwijzer Everaart Vanderlaen zijn leerlingen en mededorpelingen inpalmt met het werk van Conscience. De socialistische kleermaker Pol De Witte vertelt in zijn postuum gepubliceerde memoires hoe hij op lange winteravonden in de jaren 1860 de door hem gelezen romans en verhalen doorvertelde in werkateliers. De in de Pajotse gemeente Wambeek opgegroeide schrijver Pol de Mont De Mont, Pol
Pol de Mont (1857-1931) was een dichter, essayist, folklorist, journalist, kunstcriticus en redenaar. In al zijn activiteiten gaf hij de Vlaamse strijd absolute prioriteit. Decennialang w... Lees meer
herinnerde zich hoe er omstreeks dezelfde tijd – hij was een jaar of negen – rond de haard werd voorgelezen uit de boeken van Conscience. In de Brugse katoenspinnerij van de familie Du Jardin, waaraan een bibliotheek en een schooltje was verbonden, woonden de werklieden in 1865 massaal een voorleessessie bij uit De hut van onkel Tom.

Daarnaast wonnen personages, verhaalverwikkelingen en denkbeelden uit Vlaamse boeken aan bekendheid via liederen. Geïnspireerd door Consciences epos over de Guldensporenslag schreef Hippoliet van Peene Van Peene, Hippoliet
Hippoliet van Peene (1811-1864) was een huisarts en toneelauteur. Hij schreef de tekst voor De Vlaamse Leeuw, dat later het Vlaamse volkslied zou worden. Met zijn vele oorsponkelijk theat... Lees meer
in 1845 de tekst van ‘ De Vlaemsche Leeuw De Vlaamse Leeuw
De Vlaamse Leeuw (1847) is een nationaal Vlaams lied op tekst van Hippoliet van Peene en muziek van Karel Miry. Op 11 juli 1985 werden tekst en muzikale notatie officieel vastgelegd als V... Lees meer
', die op muziek werd gezet door Karel Miry Miry, Karel
Karel Miry (1823-1899) was muziekleraar, violist en dirigent. Hij componeerde tal van Nederlandstalige muziekstukken, waaronder De Vlaamse Leeuw. Lees meer
en vandaag het officiële Vlaamse volkslied is. Uit Consciences roman De kerels van Vlaanderen puurde Albrecht Rodenbach Rodenbach, Albrecht
Albrecht Rodenbach (1856-1880) was een West-Vlaams studentenleider en dichter, die een sleutelrol speelde in het ontstaan van de Blauwvoeterij en de katholieke Vlaamse studentenbeweging. ... Lees meer
in 1875 zijn ‘Lied der Vlaamse zonen’, dat een evergreen werd in de Vlaamse (jeugd)beweging en door verschillende componisten werd getoonzet. Gedrukte bundels met oude volksliederen die door letterkundigen als Jan Frans Willems en Ferdinand Snellaert werden samengesteld, droegen ook bij aan de constructie van een Vlaamse culturele identiteit. Maar het was wellicht via koren, muziekverenigingen, zangfeesten, volksoptochten en muziektheater dat ze onder brede lagen van de bevolking konden doordringen ( Muziek Muziek
Lees meer
).

Minstens zo belangrijk was dat tal van romans voor het toneel Toneel
Het Vlaamse toneel onderhield vanaf zijn ontstaan in de 19de eeuw een complexe en gelaagde verhouding met de Vlaamse beweging. Van een belangrijk emancipatorisch instrument en voorwerp va... Lees meer
werden bewerkt. Al in 1838 was in Brussel een toneelbewerking van In ’t Wonderjaer bij te wonen. Eveneens slechts twee jaar na zijn verschijning werd De Leeuw van Vlaenderen in een bewerking van Lodewyk Uytterhoeven opgevoerd in het kader van de Antwerpse Rubensfeesten; twee jaar later oogstte een andere adaptatie door Petrus Deny bijval in Brugge en tal van andere opvoeringen zouden volgen. Ook Consciences zedenverhalen werden al gauw vertaald naar de scène: zo onder andere Siska van Roosemael (eerste druk: 1841) in 1844 door Hippoliet van Peene. Toneelwerk werd al gauw zo gewichtig voor de Vlaamse beweging dat enkele uitgevers er bijzondere inspanningen voor deden. De Gentse drukker I.S. van Doosselaere bouwde in de jaren 1850 een eigen ‘Tooneelbibliotheek’ op met theaterteksten van onder andere Van Peene, Pieter Geiregat Geiregat, Pieter
Pieter Geiregat (1828-1902) was een zeer productieve Gentse volksschrijver die een breed publiek bereikte en het Vlaamsgezinde liberalisme in zijn thuisstad en de bredere Vlaamse letterku... Lees meer
, Domien Sleeckx Sleeckx, Domien
Domien Sleeckx (1818-1901) was op meerdere vlakken een pionier in de Vlaamse emancipatiestrijd, in het bijzonder in de vernederlandsing van het onderwijs. Lees meer
en Jan Bruylants. In de jaren 1880 begon Lodewijk Janssens in Antwerpen met zijn ‘Tooneelfonds’; in 1882 verscheen in Gent bij Adolf Hoste (zoon van de al eerder genoemde Hendrik) de in literair-historisch opzicht meer baanbrekende toneeluitgave Gudrun Gudrun
Lees meer
van Albrecht Rodenbach.

Een bijdrage tot de verspreiding van negentiende-eeuwse literaire en historische taferelen vormden voorts de optochten die bij feestelijke gelegenheden uitreden om het vaderlandse verleden te verheerlijken – onder dat ‘vaderlandse’ konden toen zoals bekend zowel Belgische als Vlaams(-Belgische) taferelen en helden worden begrepen. Gedurende de negentiende eeuw werden geregeld historische scènes verbeeld met praalwagens en gelegenheidsacteurs, precies om ook het (ongeletterde) volk van een collectief geheugen te voorzien.


<p><em>De Boerenkryg </em>(1853) van Hendrik Conscience, uitgebeeld door de Koninklijke Maatschappij De Burgerkring, Antwerpen, 1912. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph4869)</p>

De Boerenkryg (1853) van Hendrik Conscience, uitgebeeld door de Koninklijke Maatschappij De Burgerkring, Antwerpen, 1912. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph4869)

Niet te vergeten valt tot slot het fenomeen van de 'meetings' of 'volksvergaderingen', publieke bijeenkomsten waar werd gespeecht en gedebatteerd, en waar ook laag- en ongeletterden kennis konden nemen van politieke ideeën en overtuigingen, alsook van de verhalen en symbolen waarmee die in de markt werden gezet. De grens tussen volkstoneel en politieke meeting viel trouwens niet altijd zo scherp te trekken: de protosocialistische, Vlaamsgezinde republikein, journalist, schrijver en toneelmaker Jacob Kats Kats, Jacob
Jacob Kats (1804-1886) was een Vlaams meetingleider, journalist, satiricus en theatermaker. Geïnspireerd door een ‘vroegsocialistische’ levensvisie zette hij zich in voor het ontstaan van... Lees meer
bedreef en programmeerde, hoofdzakelijk in de benedenstad van Brussel maar ook in onder meer Kortrijk, Temse, Gent en Mechelen, beide genres door elkaar en wist zo al in de jaren 1830 een Vlaams én sociaal bewustzijn aan te wakkeren bij de lagere klassen. Door hem georganiseerde, vrij toegankelijke bijeenkomsten trokken gemiddeld 300 à 400 toeschouwers, voornamelijk ongeletterde of nauwelijks geletterde textielarbeiders en ambachtslieden en opvallend veel vrouwen. Kats maakte ook volop gebruik van liederen en muziek; voor de producties van het door hem in 1852 opgerichte Toneel der Volksbeschaving deed hij een beroep op de jonge componist Peter Benoit Benoit, Peter
Peter Benoit (1834-1901) was een Vlaamsgezinde componist en muziekpedagoog. Lees meer
. Voor het drukken en verspreiden van zijn tijdschrift Den Volksvriend en nogal wat van zijn toneelwerk werkte Kats dan weer samen met zijn schoonbroer Jan-Hendrik Dehou, destijds een van de weinige Nederlandstalige drukkers in Brussel, maar zijn bereik hing dus in de eerste plaats af van publieke optredens en vertoningen (men vergelijke: in het najaar 1836 telde Den Volksvriend 168 abonnees).

Al de bovenvermelde gegevens relativeren wel enigszins de impact van drukpers en boekbedrijf die de nationalismetheorie zo doorslaggevend acht voor natievorming. Ze kleuren ook het epitheton bij dat Hendrik Conscience na zijn dood in 1883 is blijven aankleven. Met zijn werk heeft deze auteur ongetwijfeld meerdere Vlamingen (beter) leren lezen, maar zeker de eerste decennia kon van een grootschalig effect geen sprake zijn. Ter illustratie: bij uitgeverij Buschmann was een startoplage van nauwelijks 1350 exemplaren gebruikelijk. Pas bij Van Dieren ging dat aantal omhoog. Van De Boerenkrijg drukte laatstgenoemde in 1853 meteen 6000 exemplaren, maar dat was zelfs voor Conscience een absolute uitschieter. Van andere auteurs werd aanzienlijk minder verkocht. Vermoedelijk hebben Conscience en zijn collega’s hun volk tot diep in de negentiende eeuw vooral tot kijken en luisteren verleid en was het ook langs die weg dat de Nederlandssprekende Belg werd uitgenodigd om zich Vlaming te voelen. Ten overvloede: deze door de negentiende-eeuwse flaminganten geboetseerde model-Vlaming onderscheidde zich qua ‘volksaard’ van zijn Franstalige landgenoten, maar wilde graag een trouwe patriot blijven, zolang het Belgische vaderland voldoende respect opbracht voor zijn culturele identiteit.

Deze bedenking doet verder weinig af aan het feit dat vele prominenten in de Vlaamse beweging het belang van geletterdheid, ook voor vrouwen, hebben verdedigd. De bovenvermelde volksverlichter Jacob Kats maakte hier al een strijdpunt van op zijn meetings. Conscience brak een lans voor algemeen onderwijs voor jongens én meisjes in het met de Staatsprijs bekroonde Bavo en Lieveken (1865), Courtmans-Berchmans in het eveneens uit 1865 daterende, bij Willem Rogghé Rogghé, Willem
Lees meer
uitgegeven De hut van tante Clara. Maria Doolaeghe Doolaeghe, Maria
Lees meer
zette een gelijkluidende boodschap op rijm in het lange gedicht ‘Het onderwijs der vrouw’ (opgenomen in Winterbloemen, 1868, gedrukt bij Eugeen Vanderhaegen in Gent). Virginie Loveling bekritiseerde in de roman Sophie (1885, bij Hoste in Gent) de katholieke overwinning in de eerste Schoolstrijd en de volgens haar desastreuze effecten ervan op de geletterdheid in Vlaanderen. In de spraakmakende roman Arm Vlaanderen (1885) namen Stijns en Teirlinck een vergelijkbaar standpunt in.

Leesbevordering en verzuiling

In de praktijk hing de alfabetisering van het volk natuurlijk minder af van literaire retoriek dan van de professionalisering en impact van lager en middelbaar onderwijs en hier hield het schoentje de hele negentiende eeuw niet op te knellen ( onderwijs Onderwijs
Lees meer
). Pas aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog zou de leerplicht wettelijk worden geregeld. Omstreeks 1875 genoot nog steeds ruim een kwart van de Belgische kinderen niet eens basisonderwijs. Van onderen uit ontstonden er echter initiatieven die voor jongeren in kansarmoede soms een groot verschil betekenden. De eerder genoemde Pol de Witte De Witte, Paul
Paul de Witte (1848-1929) was een kleermaker en actief in de socialistische beweging, onder andere als medestichter van de coöperatie Vooruit. Hij schreef voor meerdere tijdschriften en w... Lees meer
leerde lezen en schrijven op een Gentse zondagsschool en verslond vervolgens de romans van Conscience, Snieders en Pieter Ecrevisse Ecrevisse, Pieter
Pieter Ecrevisse (1804-1879) was een liberale onderwijzer, politicus, jurist en auteur. Lees meer
die hij, na voorlegging van een briefje van een geestelijke, gratis kon lenen bij de weduwe Vander Schelden, in de jaren 1860 de beheerder van de grootste uitleenbibliotheek van Gent. Op zoek naar een wat hoogstaander aanbod zou De Witte op latere leeftijd tegen vijf cent per deel boeken lenen bij boekhandelaars die een ‘leeskabinet’ hadden, zoals Willem Rogghé. Vooruitstrevende en/of door liefdadigheid aangestoken ondernemers stichtten soms scholen bij hun fabrieken, zoals de Gentse katoenproducent Eugène Parmentier die model stond voor de fabrieksbaas in Consciences Bavo en Lieveken.

Nadat minister van Binnenlandse zaken Alfons Vandenpeereboom Vandenpeereboom, Alfons
Lees meer
in 1862 had gepleit voor de oprichting van volksbibliotheken in elke gemeente, namen de initiatieven toe. Het in 1851 in Gent opgerichte Willemsfonds Willemsfonds
Het Willemsfonds (1851-heden) is een liberaal-vrijzinnige culturele vereniging en drukkingsgroep die het gebruik van het Nederlands promoot en ondersteunt. Lees meer
stichtte tussen 1876 en 1887 verspreid over heel Vlaanderen 22 bibliotheken. Het Davidsfonds Davidsfonds
Het Davidsfonds is een katholieke Vlaamse cultuurvereniging, die werd opgericht in januari 1875. Lees meer
, dat in 1875 in Leuven werd opgericht nadat het Willemsfonds voor een deel van zijn achterban te vrijzinnig was geworden, toonde zich een te duchten concurrent en beschikte tegen 1883 al over negen bibliotheken. Omdat voor de meeste Vlamingen een krant, zelfs na de afschaffing van het zegelrecht in 1848, te duur bleef, kan de invloed van de volksbibliotheken nauwelijks worden overschat. Over wat er precies werd ontleend en gelezen hebben we vooralsnog slechts sporadische getuigenissen ter beschikking. Een ding lijkt wel vast te staan: ook in dit segment van de boekenmarkt torende Conscience boven de concurrentie uit. Max Rooses Rooses, Max
Lees meer
, van 1868 tot 1876 secretaris van de Gentse afdeling van het Willemsfonds, getuigde dat al die jaren niet één van de veertien exemplaren van De Leeuw van Vlaenderen in de volksbibliotheek ook maar ‘één uur ongebruikt op de planken had gestaan’. In een katholieke volksbibliotheek verderop in Gent waren de boeken van Conscience zo in trek dat de wantrouwige ultramontaanse textielfabrikant, Joseph de Hemptinne, ze uit voorzorg liet wegnemen. Als het volk dan toch wilde lezen, stelde hij op het tweede katholieke congres in Mechelen, dan kon het zich maar beter ledig houden met heiligenlevens. Die waren minstens zo wonderbaarlijk als literaire fictie en in ieder geval stichtelijker.


Het Lakenmetershuis aan de Vrijdagsmarkt in Gent, algemene zetel en bibliotheek (volksboekerij) van het Willemsfonds. (Stadsarchief Gent)
Het Lakenmetershuis aan de Vrijdagsmarkt in Gent, algemene zetel en bibliotheek (volksboekerij) van het Willemsfonds. (Stadsarchief Gent)

Met de animositeit tussen het tot een liberaal-vrijzinnig bolwerk vervellend Willemsfonds en het katholieke Davidsfonds manifesteerde zich in het Nederlandstalige boekbedrijf voor het eerst nadrukkelijk het proces dat sociologen en historici later verzuiling zijn gaan noemen. Deze verzuiling hing voor zover het de wereld van het boek betrof nauw samen met de Belgische persvrijheid die elke vorm van preventieve censuur belette en de strafrechtelijke mogelijkheid om geschriften na publicatie te verbieden (zogenaamde repressieve censuur) aan strenge voorwaarden verbond. Naarmate meer mensen leerden lezen, leidde deze in de Belgische grondwet ingeschreven vrijheid tot zenuwachtigheid. Het succes van het krantenfeuilleton in de eerste helft van de negentiende eeuw, een fenomeen dat zich eerst in Frankrijk en Groot-Brittannië manifesteerde en een grote invloed uitoefende op de professionalisering van het auteurscircuit, schudde met name de katholieke elite wakker.

Nadat al enkele keren vanaf de kansel was gepreekt tegen de schadelijke invloed van romans en filosofische geschriften, waarschuwden de Belgische bisschoppen in 1843 voor ‘slechte lectuur’ in een herderlijke brief. Een einde maken aan de leesgewoonten van het volk kon die echter niet. Daarom paste de kerk haar strategie aan. In plaats van ‘zedenbedervende’ verhalen te bestrijden ging ze romans die het vaderlandse gevoel, de kerk en de godsdienst respecteerden, promoten. Een vereniging als het Davidsfonds maakte daar vanaf haar prille ontstaan werk van. Onder het motto ‘Voor Godsdienst, Taal en Vaderland’ stichtte ze in 1875 een eigen fonds. De eerste uitgave was de antiliberale roman De Geuzen in de Kempen van Jan Renier Snieders Snieders, Jan
Lees meer
(broer van August). Eerder dan als een uitgeverij in strikte zin opereerde het Davidsfonds als een boekenclub. In ruil voor een jaarlijkse ledenbijdrage ontvingen abonnees een aantal titels. Onder leiding van Julius Vuylsteke Vuylsteke, Julius
Lees meer
probeerde het Willemsfonds op het gebied van lectuuruitgave nog enig liberaal weerwerk te bieden, niet alleen met literatuur, ook met boekjes over onder andere chemie, biologie, economie, uitspraakleer en de Vlaamse beweging (Lodewijk-Jan Mathot, De Vlaemsche beweging. Bediedenis, doel, invloed, toekomst, 1856). Na 1900 namen deze inspanningen gestaag af. Het Vlaams-katholieke Davidsfonds zette wel door en blijft tot op de dag van vandaag actief als organisator van cultuurreizen, lezingen en andere culturele evenementen. De uitgeefactiviteit, die al lang met verlies draaide, werd in 2015 echter afgestoten; het boekenfonds werd overgenomen door WPG-uitgevers (sinds 2018: Standaard Uitgeverij, zie verder), waar het als merknaam voortleeft.

Net als in het politieke landschap zou de verzuiling in de boekenmarkt verdeeldheid zaaien tussen Vlaamsgezinde strekkingen. Plannen voor een pluralistische uitgeverij die los van de levensbeschouwelijke meningsverschillen een forum zou bieden aan alle flamingante stromingen, liepen op niets uit. Hippoliet Meert Meert, Hippoliet
Hippoliet Meert (1865-1924) was de oprichter van het Algemeen-Nederlands Verbond. Hij ijverde voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit en engageerde zich tijdens de Eerste Were... Lees meer
, stichter van Neerlandia Neerlandia
Neerlandia, gesticht door Hippoliet Meert in 1896, werd in 1897 de spreekbuis van het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV). Na verloop van tijd werd Neerlandia een zelfstandig kwartaalperiod... Lees meer
en bedrijvig in het Algemeen-Nederlands Verbond Algemeen-Nederlands Verbond
Het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV) werd in 1895 opgericht. Aanvankelijk behartigde het de belangen van de Nederlandse taal. Later en tot op de dag van vandaag ijvert het voor de brede ... Lees meer
(ANV), koesterde in de jaren voor de Eerste Wereldoorlog de ambitie om de officiële drukker en uitgever te worden van de Vlaamse beweging. Uit het beleid van de door Meert gestichte Flandria’s Novellen-Bibliotheek blijkt echter dat voor het bereiken van zo’n pluralistisch Vlaams profiel veel water bij de wijn moest worden gedaan. Van niet-katholieke auteurs maakte bijvoorbeeld alleen ‘braaf’ werk kans op publicatie. Meert zou tijdens de Eerste Wereldoorlog een positie aanvaarden aan de door de Duitse bezetter vernederlandste Universiteit Gent en zich aansluiten bij de Raad van Vlaanderen Raad van Vlaanderen (1917-1918)
De Raad van Vlaanderen (1917-1918) was een activistisch marionettenparlement tijdens de Eerste Wereldoorlog, dat onderdeel was van de Duitse plannen om in Vlaanderen een blijvende invloed... Lees meer
. Hij moest na de bevrijding naar Duitsland vluchten en verdere uitgeefplannen opbergen.

Kenteringen rond het fin de siècle

Het boekbedrijf in het Nederlandstalige gedeelte van België stak schril af tegen het boekbedrijf in Nederland. Niet alleen waren daar al vanaf de vroege negentiende eeuw grote uitgeverijen werkzaam, de hele markt was er toen al georganiseerd rond belangenverenigingen en een Centraal Bestelhuis, dat op nationaal niveau de distributie organiseerde. Dat sommige Vlaamse schrijvers een kijkje gingen nemen aan gene zijde van de grens, hoeft dus niet te verbazen. Toch kwam het tot het einde van de negentiende eeuw zelden voor dat Vlaamse auteurs met Nederlandse uitgevers samenwerkten. Uitzonderingen waren de Antwerpse dichter Jan van Beers Van Beers, Jan
Jan van Beers (1821-1888) was een Vlaams leraar en dichter uit Antwerpen. Lees meer
, die uitgaf bij J.C. van Kesteren (Amsterdam), August Snieders, die in Henri Bogaerts (’s-Hertogenbosch/Amsterdam) een uitgever vond, Virginie Loveling, die haast met evenveel verschillende Nederlandse uitgevers in zee ging als ze boeken schreef, en de onvermijdelijke Hendrik Conscience. De populaire volksschrijver beschikte vanaf 1867 met A.W. Sijthoff over een Nederlandse co-uitgever en impresario die voor hem een promotour langs Den Haag, Leiden en Amsterdam regelde. Dat de Nederlandse lezer in de jaren 1870 zelfs met Hendrik Conscience-sigaren werd verleid, zegt wel iets over de roem die de Vlaamse auteur op dat ogenblik ook boven de Moerdijk genoot.

Ondanks alle eerder geschetste beperkingen moet de afzetmarkt in Vlaanderen voor Nederlandse uitgevers tegen het einde van de negentiende eeuw stilaan voldoende aantrekkelijk zijn geworden. Anders valt het moeilijk te verklaren dat in 1892 de Nederlandse uitgeverijen Holkema & Warendorf, W.J. Thieme en Bohn gezamenlijk investeerden in een distributiecentrum voor Nederlandstalig België. De zaak werd De Nederlandsche Boekhandel De Nederlandsche Boekhandel
De Nederlandsche Boekhandel was een Antwerpse boekhandel en uitgeverij die in 1892 werd opgericht. In 1986 werd ze omgedoopt tot Uitgeverij Pelckmans en vandaag opereert ze onder de naam... Lees meer
gedoopt en de Fries Lucas Smeding werd aangesteld als directeur. Aan de Sint-Jacobsmarkt in Antwerpen werd een winkelruimte gehuurd waar Gerard Nahon (de vader van schrijfster Alice Nahon) boeken zou aanbieden uit de fondsen van de Nederlandse investeerders. De mede-initiatiefnemers Jan van Rijswijck Van Rijswijck, Jan
De liberaal Jan van Rijswijck (1853-1906) was burgemeester van Antwerpen. Zijn inzet voor de rol van het Nederlands in de lokale politiek en het verenigingswezen alsook zijn volksgezinde ... Lees meer
en Max Rooses, toen conservator van het Museum Plantin-Moretus, vervulden een adviserende functie.

De Nederlandsche Boekhandel bleek in een behoefte te voorzien en het ging de zaak de eerste jaren voor de wind, mede dankzij de handigheid van vertegenwoordigers als Jos. Goudswaard die het land afreisden om boeken bij lokale handelaars en particulieren te plaatsen. Het duurde niet lang voordat andere Nederlandse firma’s de vertegenwoordiging van hun boeken aan Smeding en Nahon toevertrouwden (onder hen bijvoorbeeld A.W. Bruna, G.B. van Goor, P.N. van Kampen en Em. Querido). Vervolgens werden ook in andere Vlaamse steden filialen opgericht. De geschiedenis van deze expansie moet nog geschreven worden, maar het is bekend dat in Gent, onder leiding van Gerard van Oest, een boekhandel werd geopend. Leo Kryn Kryn, Leo
Leo Kryn (1878-1940) was een Antwerps-Brusselse uitgever en boekhandelaar. Hij was onder meer de oprichter van De Vlaamsche Boekhandel in Brussel en was medeoprichter en voorzitter van de... Lees meer
, een flamingant van joodse afkomst, opende in 1901 in Brussel De Vlaamsche Boekhandel, nadat hij eerst ervaring had opgedaan in De Nederlandsche Boekhandel. Onder de naam van De Vlaamsche Boekhandel verzorgde hij ook enkele uitgaven die voor de Vlaamse ontvoogdingsstrijd van niet geringe betekenis zijn geweest, zoals het Economisch programma voor de Vlaamsche Beweging (1906) en Over Vlaamsche volkskracht: de vervlaamsching der hoogeschool van Gent (1907) van Lodewijk de Raet De Raet, Lodewijk
Lodewijk de Raet (1870-1914) was een econoom en ambtenaar die in belangrijke mate bijdroeg aan de theorievorming over de Vlaamse beweging en deze van een sociaaleconomisch denkraam voorza... Lees meer
en De Belgische wetten op het gebruik van de Nederlandsche taal (1908) van Lodewijk Dosfel Dosfel, Lodewijk
Lodewijk Dosfel (1881–1925) was een jurist die in de Vlaamse beweging bekendheid verwierf door zijn engagement in de Vlaamse katholieke studentenbeweging en in de campagne voor Vlaamse ta... Lees meer
.


De Nederlandsche Boekhandel aan de Sint-Jacobs Markt in Antwerpen, 1917. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph39179)
De Nederlandsche Boekhandel aan de Sint-Jacobs Markt in Antwerpen, 1917. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph39179)

Ook De Nederlandsche Boekhandel begon al in de jaren 1890 met de opbouw van een eigen fonds. Zo verschenen dichtbundels van Victor de Meyere en Prosper van Langendonck Van Langendonck, Prosper (1862-1920)
Prosper van Langendonck (1862-1920) was een dichter en letterkundige die zich ook inzette voor de Vlaamse beweging in Brussel. Lees meer
alsook, beide in 1898, de roman Wrakken van Emmanuel De Bom De Bom, Emmanuel
Emmanuel de Bom (1868-1953) was een Vlaamse schrijver, redacteur, journalist en bibliothecaris. Lees meer
en het toneelstuk Starkadd van Alfred Hegenscheidt Hegenscheidt, Alfred
Lees meer
. Op deze manier zocht en vond dit jonge fonds aansluiting bij Van Nu en Straks Van Nu en Straks
Van Nu en Straks (1893-1901) was een literair en cultureel tijdschrift, dat voor Vlaanderen vernieuwend was doordat het aansloot bij internationale eigentijdse denkrichtingen zoals het an... Lees meer
, het tijdschrift waar de eerste volwaardige Vlaamse artistieke avant-garde zich inmiddels rond had gegroepeerd en waarvan Van Langendonck en De Bom samen met August Vermeylen Vermeylen, August
August Vermeylen (1872-1945) was een schrijver, literatuur- en kunsthistoricus, en socialistisch senator. In het tijdschrift Van Nu en Straks, waarvan hij de leiding had, publiceerde hij ... Lees meer
en Cyriel Buysse Buysse, Cyriel
Cyriel Buysse (1859-1932) was een invloedrijk auteur van naturalistische romans en toneelstukken. Lees meer
in 1894 de oprichters waren geweest. Van Nu en Straks was niet alleen voor de literaire en intellectuele geschiedenis van groot belang, maar gaf ook impulsen aan de boekverzorging. De redactie nam Henry van de Velde in de arm om het blad ook typografisch in de artistieke voorhoede te positioneren. De kunstenaar dreef meerdere drukkers tot wanhoop met zijn sterk door de Arts-and-Crafts-beweging geïnspireerde vernieuwingen.

Het is ook mede aan Van Nu en Straks te danken dat toonaangevende uitgeverijen in Nederland meer belangstelling begonnen te tonen voor de literatuur ten zuiden van Roosendaal. Alsof het een apart genre was, gingen sommige firma’s zich rond 1900 zelfs specialiseren in Vlaamse letterkunde. Cornelis van Dishoeck (Bussum) financierde voor de Eerste Wereldoorlog het meeste werk van Karel van de Woestijne Van de Woestijne, Karel
Karel van de Woestijne (1878-1929) was een Gentse dichter, prozaïst, criticus en journalist. Hij engageerde zich als gematigd flamingant binnen de Vlaamse beweging en was tijdens de Eerst... Lees meer
, F.V. Toussaint van Boelaere Toussaint, Fernand Victor
Lees meer
, Cyriel Buysse, August Vermeylen en Herman Teirlinck Teirlinck, Herman
Lees meer
– allen auteurs wier naam aan Van Nu en Straks was verbonden. Voorts bracht Van Dishoeck Gustaaf Vermeersch' Vermeersch, Gustaaf
Gustaaf Vermeersch (1877-1924) was een romanschrijver in dienst van de spoorwegen. Hij zette zich in voor de Vlaamse beweging in Wallonië en was tijdens de Eerste Wereldoorlog activist.... Lees meer
roman De last (1904) en Willem Elsschots De Ridder, Alfons
Alfons de Ridder (1882-1960) verwierf als schrijver grote bekendheid onder het pseudoniem Willem Elsschot. Tijdens zijn school- en studiejaren was hij lid van diverse Vlaamse culturele ve... Lees meer
romandebuut Villa des Roses (1913) uit. Lambertus Jacobus Veen (Amsterdam) stelde na 1900 een Vlaams fondssegment samen, dat haast niet minder titels bevatte dan dat van Van Dishoeck, maar hoofdzakelijk op twee auteurs steunde: de West-Vlaamse romanschrijver en Van Nu en Straks-er Stijn Streuvels Lateur, Frank
Lees meer
en diens in 1899 overleden, dichtende oom Guido Gezelle. Daarnaast publiceerde de Maatschappij voor Goede en Goedkope Lectuur (later uitgeverij De Wereldbibliotheek) in 1909 Herman Teirlincks roman Het ivoren aapje en was S.L. van Looy enige tijd de uitgever van de Vlaamse dichter René de Clercq De Clercq, René
Lees meer
.
De literaire uittocht naar Nederland was indrukwekkend, maar de meeste Vlamingen bleven gewoon in Vlaanderen publiceren. Mede door de exclusiviteit van een contract bij een Nederlandse uitgever groeide in het begin van de twintigste eeuw de consensus dat Vlaams werk van literaire waarde in Nederland werd uitgegeven. Zo opperde de Nieuwe Rotterdamsche Courant in 1903 dat ‘de beste Vlaamsche literatuur bij uitgevers benoorden den Moerdijk het licht ziet’. Karel van de Woestijne Van de Woestijne, Karel
Karel van de Woestijne (1878-1929) was een Gentse dichter, prozaïst, criticus en journalist. Hij engageerde zich als gematigd flamingant binnen de Vlaamse beweging en was tijdens de Eerst... Lees meer
definieerde twee decennia later in hetzelfde dagblad een Hollands impressum als ‘een waarborg van degelijkheid’. De omgekeerde redenering raakte eveneens ingeburgerd: wat in Vlaanderen het licht zag, kon niet helemaal deugen. Voor auteurs als De Bom en De Meyere, die hun werk bij De Nederlandsche Boekhandel in Antwerpen lieten verschijnen, had dat negatieve gevolgen. Als De Meyere in 1910 klaagt dat de ‘in Holland uitgegeven schrijvers’ zich ‘vervreemden’ van de Vlaamse lezer, dan zal eigen positioneringsdrang daar niet helemaal vreemd aan zijn geweest.

Op het gebied van kinder- en jeugdliteratuur begon er rond de eeuwwisseling tot slot ook wat te bewegen. In 1899 sticht Lodewijk (Lode) Opdebeek Opdebeek, Lode
Lode Opdebeek (1869-1930) was redacteur, drukker, journalist en auteur van jeugdliteratuur. In 1900 richtte hij de naar zichzelf vernoemde uitgeverij L. Opdebeek op, die na zijn dood over... Lees meer
, na ervaringen als drukker en redacteur, een eigen uitgeverij in Antwerpen. Hij zal schoolboeken en volksromans publiceren, maar vooral naam maken met een kinderboekenfonds waarin hij onder diverse schuilnamen eigen verhalen onderbrengt, maar ook onder meer werk van de jonge Abraham Hans Hans, Abraham
Lees meer
en van Constant de Kinder. Van laatstgenoemde auteur wordt Jan zonder Vrees (1910) een klassieker.

Van oorlog tot oorlog (1914-1945)

De ‘heilzame gisting’ van de Eerste Wereldoorlog

Het wel en wee van het boekbedrijf tijdens de Eerste Wereldoorlog is vooralsnog weinig systematisch bestudeerd. Dat de Duitse bezetting een grote impact had, valt echter niet te betwijfelen. Het sluiten van de grenzen en het stilvallen van allerlei economische en culturele sectoren deed de behoefte aan lectuur stijgen. Daar kwam nog bij dat de Flamenpolitik Flamenpolitik
Met het begrip ‘Flamenpolitik’ wordt verwezen naar de politiek die de Duitse bezetter voerde ten aanzien van de Vlaamse beweging tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Sommige aute... Lees meer
de vernederlandsing van het openbare leven in een tijdelijke stroomversnelling bracht. In 1916 besloot het Duitse bezettingsbestuur in Gent een 'Vlaamsche hoogeschool' op te richten. Hoewel die alleen een kleine, geradicaliseerde groep van professoren en studenten aantrok, deed ze toch de vraag naar Nederlandstalige boeken toenemen.  Voor de Vlaamse boekhandel waren de oorlogsjaren zakelijk gesproken niet noodzakelijk een slechte tijd.

Zoals uit onderzoek van Ulrich Tiedau is gebleken nam de Duitse bezetter via figuren als de schrijver Friedrich Markus Huebner Huebner, Friedrich Markus
Friedrich Markus Huebner (1886-1964) was een Duitstalige auteur, vertaler en cultuurbemiddelaar. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werkte hij in dienst van de Duitse bezetter aan een herstru... Lees meer
en uitgever Anton Kippenberg Kippenberg, Anton
Anton Kippenberg (1874-1950) was een Duitse uitgever en vertaler. Tussen 1905 en 1950 was hij directeur van de invloedrijke Insel-uitgeverij, waar hij talrijke vertalingen van Vlaamse li... Lees meer
initiatieven om de infrastructuur van de Vlaamse boekhandel te verbeteren en naar Duits model om te vormen. De concrete resultaten daarvan, zoals de oprichting in september 1918 van een Vlaamse Boekencentrale voor de distributie, werden pas luttele tijd voor de Wapenstilstand gerealiseerd, te laat om nog effect te sorteren. Wel van blijvende invloed waren de contacten tussen uitgeverij Kippenberg en Vlaamse auteurs zoals Streuvels en Timmermans wier werk in het interbellum in Duitsland erg goed zou gedijen.
Voorts kon de oorlog drastisch ingrijpen in de levens van particuliere uitgevers. Sommigen waren bij het uitbreken van het geweld het land uit gevlucht (Leo Kryn naar Engeland bijvoorbeeld); anderen werden tijdens de jaren van bezetting gedeporteerd. Victor de Lille De Lille, Victor
Victor de Lille (1863-1940) was stichter, uitgever en hoofdredacteur van ’t Getrouwe Maldeghem, waarmee hij ijverde voor de vernederlandsing van Vlaanderen. Hij was literair auteur en uit... Lees meer
, de Maldegemse uitgever die met de goedkope Duimpjesuitgaven sinds de eeuwwisseling literatuur bij een breed publiek had gebracht, werd bijvoorbeeld gevangengezet in een kamp in Holzminden. Via Zwitserland kon hij in 1918 terugkeren naar België waar hij zijn uitgeefactiviteiten opnieuw ter hand zou nemen. De advocaat Alfons de Groeve De Groeve, Alfons
Alfons de Groeve (1885-1945) werkte als student mee aan De Vlaamsche Vlagge en aan Ons Leven. Daarna was hij uitgever. Tijdens het interbellum was hij volksvertegenwoordiger voor de katho... Lees meer
, die sinds 1909 in Brugge de Vlaams-christelijke uitgeverij Kerlinga runde, vluchtte bij het uitbreken van de oorlog met zijn gezin naar Leiden waar hij onder de naam De Vlaamsche Boekenhalle een nieuwe uitgeverij en boekhandel stichtte. Hij gaf tijdens de oorlog werk uit van Cyriel Verschaeve Verschaeve, Cyriel
Cyriel Verschaeve (1874-1949) was een West-Vlaamse priester, literair auteur, kunstbeschouwer en publicist, die bekend werd als icoon van de Frontbeweging en het opkomende Vlaams-national... Lees meer
en Jozef de Cock De Cock, Jozef
Germanist Jozef de Cock (1877-1944) was hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij steunde openlijk de Vlaamse studenten. In 1915 pleitte hij voor administratieve scheiding, wa... Lees meer
, en kort na de oorlog werk van Ernest Claes Claes, Ernest
Ernest Claes (1885-1968) was een schrijver van volkse romans en verhalen en een leidend ambtenaar in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Na de Tweede Wereldoorlog werd hij vervolgd wege... Lees meer
. De Groeve keerde in 1919 naar België terug en verzorgde vanuit Leuven nog publicaties van o.a. Gerard Walschap Walschap, Gerard
Gerard Walschap (1898-1989) was een Vlaamse auteur. Lees meer
, Jozef Simons Simons, Jozef
Jozef Simons (1888-1948) was een Kempische schrijver, die vooral bekendheid vergaarde met zijn oorlogsroman Eer Vlaanderen vergaat (1927). Lees meer
en Dirk Vansina Vansina, Dirk
Dirk Vansina (1894-1967) was een schrijver en schilder. Hij was betrokken bij meerdere tijdschriften, Het Vlaamsche Volkstooneel en de kunstenaarbeweging De Pelgrim. Hij schreef veel en b... Lees meer
. In 1926 deed hij zijn zaak over aan De Standaard De Standaard
Lees meer
.

De toestand in het bezette België was er niet naar om veel nieuwe initiatieven uit te lokken. Dat het toch niet onmogelijk was om in deze tijd een uitgeverij op te richten bewees August Remouchamps Remouchamps, August
August Remouchamps (1892-1927) was tijdens WOI lid van de Gentse groep van Jong-Vlaanderen. In Nederland diende hij vervolgens de Duitse propaganda. Na de oorlog was zijn rol uitgespeeld... Lees meer
, die in 1917 het plan ontwierp voor de Fonteine-uitgaven, een reeks goedkope boeken, met oud en nieuw literair werk van Vlaamse auteurs. Dat hij als activist goede contacten onderhield met de Duitse bezetter heeft een rol gespeeld – mogelijk werd hij zelfs gefinancierd door de Politische Abteilung. In de reeks zouden uiteindelijk maar een vijftal titels verschijnen (onder andere van H. Teirlinck, E. De Bom en K. van de Woestijne). Toen de Duitse nederlaag wenkte, moest Remouchamps zijn plannen staken en naar Nederland vluchten.

Literair-historisch belangrijk – al zou dit belang zich pas later in zijn volle omvang laten bepalen – was de verschijning in 1916 van de dichtbundel Music-hall bij Gust Janssens Janssens, Gust
Gust Janssens (1873-1924) was een Antwerpse uitgever. In 1916 publiceerde hij Paul van Ostaijens debuut Music Hall. Lees meer
, een Antwerpse drukker die zich door de oorlogsomstandigheden ook al niet liet tegenhouden om de van zijn eerder genoemde vader Lodewijk geërfde zaak uit te bouwen, bijvoorbeeld door in 1915 te beginnen met Onze leestafel, een reeks spotgoedkope en op navenante wijze geproduceerde negentiende-eeuwse Vlaamse romans die per 9000 exemplaren werden gedrukt. Tegenover dat cijfer stak de oplage van Music-hall – 200 exemplaren plus 6 luxe-exemplaren – schamel af. Bovendien had Paul van Ostaijen Van Ostaijen, Paul
Paul van Ostaijen (1896-1928) was een schrijver die met zijn poëzie, proza en kritische werk grote invloed heeft uitgeoefend op de Nederlandstalige literatuur. Zijn zoektocht naar een nie... Lees meer
, de twintigjarige activist en verschroeiend ambitieuze auteur van deze bundel, de drukkosten uit eigen zak gefinancierd. De weerklank van zijn zeker thematisch vernieuwende poëzie bleef vooralsnog grotendeels beperkt tot de kringen van het Antwerpse activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
waarin deze auteur zijn weg aan het zoeken was. In tegenstelling tot Van Ostaijen, die uit schrik voor vervolging kort voor de wapenstilstand de wijk nam naar Berlijn, kwam Gust Janssens de oorlog goed door. Hij zou vanaf 1919 De Schelde De Schelde (1919-1936)
Lees meer
beheren en uitgeven, het dagblad dat onder hoofdredactie van Pol de Mont De Mont, Pol
Pol de Mont (1857-1931) was een dichter, essayist, folklorist, journalist, kunstcriticus en redenaar. In al zijn activiteiten gaf hij de Vlaamse strijd absolute prioriteit. Decennialang w... Lees meer
een radicaal Vlaamsgezinde koers ging varen en op termijn de spreekbuis werd van de Frontpartij Het Vlaamsche Front
Het Vlaamsche Front was een Vlaams-nationalistische partij, die werd opgericht in 1919 en ook bekend stond onder de couranter gebruikte officieuze benaming Frontpartij. Gesticht als een ... Lees meer
.
Niet minder belangrijk dan het debuut van Van Ostaijen was het romandebuut van Felix Timmermans Timmermans, Felix
Felix Timmermans (1886-1947) is de auteur van een omvangrijk en veelgelezen oeuvre. Tot zijn bekendste romans horen Pallieter (1916) en Boerenpsalm (1935). Tijdens de Eerste Wereldoorlog ... Lees meer
, Pallieter, dat eveneens in 1916 verscheen. Niet in Vlaanderen echter, maar bij de Amsterdamse uitgever Van Kampen met wie de Lierse auteur voor de oorlog contacten had aangeknoopt. Pallieter kon zo eerst een commercieel succes worden in Nederland voordat in Vlaanderen de boekhandels moeizaam met exemplaren werden bevoorraad. Timmmermans, ook al een activist, werd in de Lage Landen een bestseller-auteur, en vooral dankzij Pallieter zou hij in het buitenland de succesvolste Vlaamse auteur ooit worden.


<p><em>Het Sienjaal</em>, de tweede dichtbundel van Paul van Ostaijen, rolde in het najaar van 1918 van de persen van de <em>Antwerpsche Courant</em>, een activistisch dagblad waaraan de dichter op dat moment intensief meewerkte. Alfons Baeyens, de beheerder van deze krant, had zijn drukkerij samengesteld uit materieel dat de Duitsers in beslag hadden genomen bij de Brusselse kranten <em>Le Patriote</em> (de voorloper van <em>La Libre Belgique</em>), <em>Le Soir</em> en <em>La Dernière Heure</em>. (EHC)</p>

Het Sienjaal, de tweede dichtbundel van Paul van Ostaijen, rolde in het najaar van 1918 van de persen van de Antwerpsche Courant, een activistisch dagblad waaraan de dichter op dat moment intensief meewerkte. Alfons Baeyens, de beheerder van deze krant, had zijn drukkerij samengesteld uit materieel dat de Duitsers in beslag hadden genomen bij de Brusselse kranten Le Patriote (de voorloper van La Libre Belgique), Le Soir en La Dernière Heure. (EHC)

Ook aan de andere kant van het westelijke front vielen initiatieven te noteren. In Le Havre, waar de Belgische regering in ballingschap verbleef, startte de Nederlander Ernest Kuyper met de Vlaamsche Boekhandel, een uitgeverij die met goedkope lectuur de Nederlandstalige frontsoldaten wilde bedienen. Het eerste boekje – vraagprijs 25 centiemen – was Uit mijn soldatentijd van de jonge veteraan Ernest Claes, die zich op dat ogenblik in Le Havre ophield. De 4500 gedrukte exemplaren waren in een mum van tijd de deur uit – een voorafspiegeling van het succes dat Claes na de oorlog te beurt zou vallen. Nadien kwam Kuypers’ uitgeverij nog met werk van onder meer frontsoldaat Jozef Simons en de eveneens in Le Havre gelegerde Hendrik Heyman Heyman, Hendrik
Hendrik Heyman (1879-1958) engageerde zich in de christelijke vakbeweging en in de katholieke partij. Hij was onder meer de voorzitter van het Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV) en va... Lees meer
. De Vlaamsche Boekhandel staakte iedere activiteit na de Wapenstilstand.

Achteraf bekeken schuilde het grootste effect van de Eerste Wereldoorlog op het Vlaamse boekbedrijf in wat Eugène de Bock De Bock, Eugène
Eugène de Bock (1889-1981) was een Vlaamse uitgever en auteur. Hij was de oprichter en directeur van uitgeverij De Sikkel en stichtte ook mee de Vereniging ter bevordering van het Vlaamse... Lees meer
omschreef als de ‘heilzame gisting’ van de ‘oeverloze flamingantenrepressie’ in het bevrijde België. De verwoording van De Bock is uiteraard sterk gekleurd, maar in de observatie van de zelf met deze ‘repressie’ geconfronteerde ondernemer schuilt een kern van waarheid. Omdat veroordeelde activisten de toegang tot het onderwijs of de ambtenarij werd ontzegd, moesten ze vaak soelaas zoeken in een eigen zaak. Gezien hun door de oorlog nog aangescherpte politieke overtuigingen lag het voor de hand dat ze zich toelegden op activiteiten die de Vlaamse beweging vooruit konden helpen. En waar was de nood hoger dan in het boekenvak? Nog altijd keek de Vlaamse beweging uit naar opvolgers van Dirk Martens en Christophe Plantin (in flamingantische kringen vernederlandst tot Christoffel Plantijn). De recuperatie van iconen uit de Vlaamse/Belgische boekgeschiedenis was al in de 18de eeuw op gang gekomen – in zijn Verhandeling uit 1788 claimde Jan B. Verlooy Verlooy, Jan Baptist
Jan Baptist Verlooy (1746-1797) was een Brusselse advocaat en activist die schatplichtig was aan verlichte Franse denkers en ijverde voor het gebruik van het Nederlands als officiële taal... Lees meer
de uitvinding van de boekdrukkunst voor de Nederlanden, Jan Frans Willems Willems, Jan Frans
Jan Frans Willems (1793-1846), de “vader van de Vlaamse beweging”, was dichter, polemist, filoloog, tekstediteur en initiatiefnemer of lid van tal van academies en genootschappen in binne... Lees meer
mengde zich dertig jaar later in een vergelijkbaar debat. Dirk Martens kreeg in 1856 een standbeeld op de Grote Markt in Aalst, en in diezelfde periode reed er een locomotief over het Belgische spoornetwerk met de naam Thierry Martens. In 1876 opende in Antwerpen, zoals gezegd, het Plantinmuseum. Dit proces van toe-eigening vloeide voort uit een zowel Vlaams als Belgisch verlangen naar een moderne identiteit. Samen met een standaardtaal is een eigen, voldragen boeknijverheid met name in de Vlaamse beweging altijd opgevat als een noodzakelijke bestaansvoorwaarde voor een verlichte natie. Deze opvatting, die in vrijwel alle Europese naties breed gedragen werd, verklaart waarom het gebrek aan goede uitgevers in Vlaanderen zo vaak betreurd is geweest als een teken van achterstand en onvermogen. Maar aan die achterstand en aan dat onvermogen zou een nieuwe generatie uitgevers, eenmaal de kruitdampen van de oorlog goed en wel waren opgetrokken, in ijltempo wat gaan doen. Intussen waren namelijk ook in Vlaanderen de voorwaarden vervuld voor het bloeien van een moderne cultuurindustrie.

Naar een eigen cultuurindustrie

In de tussenoorlogse periode zou de Vlaamse economie opleven onder impuls van de Limburgse steenkoolmijnen, de modernisering van de landbouwsector, de groei van de haven van Antwerpen en de opkomst van de automobielindustrie. De stijgende werkgelegenheid creëerde welvaartstoename en schiep zo de condities voor sociale hervormingen die de levenskwaliteit verbeterden. Na de invoering van de achturige werkdag in de jaren 1920 hoefden alle arbeiders in België in principe nog maar achtenveertig uur per week aan de slag. In 1936 kregen ze nog meer vrije tijd toen het recht op een week betaalde vakantie bij wet werd vastgelegd. Zo ontstonden in Vlaanderen de voorwaarden voor een volwaardige cultuurindustrie.

Het succes van bioscoop en radio Radio
Lees meer
was groot, maar evengoed nam de vraag naar dagbladen, magazines en boeken een hoge vlucht. Dat er in Vlaanderen vooral meer Nederlandstalige teksten werden gelezen, valt dan weer toe te schrijven aan de vernederlandsing van het openbare leven in het noorden van het land. Tegen 1932 was de eentaligheid van Vlaanderen zo goed als afgedwongen. Voor een kentering zorgden de integrale – en nu door de Belgische overheid geautoriseerde – vernederlandsing van de Gentse Rijksuniversiteit in 1930 en de wetten op lager en middelbaar onderwijs die twee jaar later het gebruik van het Nederlands op alle Vlaamse scholen verplicht maakten. Daarnaast mag niet uit het oog worden verloren dat het opleidingsniveau van de gemiddelde Belg was gestegen na de verlenging van de leerplicht tot veertien jaar, die overeengekomen was aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog, maar pas effect kon sorteren vanaf 1918. Dankzij de onderwijshervormingen daalde de ongeletterdheid en groeiden de afzet- en verspreidingsmogelijkheden van uitgevers en boekhandelaren.

Dat meer Vlamingen almaar meer gingen lezen, blijkt uit de verveelvoudiging van de oplagen van de dagbladen en de aanwas van de bibliotheken, waar steeds meer boeken werden geleend. Ook de verkoop van boeken nam tussen de wereldoorlogen toe. Anders dan in Nederland doorstond het boekbedrijf in Vlaanderen bovendien de Grote Depressie die na de krach op Wall Street de wereldeconomie ontwrichtte. Sterker nog, bij het uitbreken van de financiële crisis zou het Vlaamse boekbedrijf juist enkele belangwekkende initiatieven ontplooien. In 1929 werd de Vereeniging ter Bevordering van het Vlaamsche Boekwezen Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen
De Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen (VBVB), opgericht in 1929 in Antwerpen, had als doel de Vlaamse uitgeverij en boekhandel te professionaliseren en te emanciperen. H... Lees meer
(VBVB)
opgericht, die de belangen van de importeurs, boekverkopers en uitgevers zou gaan behartigen. De VBVB zette een ‘week van het Vlaamsche boek’ op en in 1932 een boekenbeurs in Antwerpen. Door de volkstoeloop konden de stands met moeite worden benaderd en werd besloten om de beurs een dag langer open te houden dan was voorzien. De VBVB zou haar initiatief jaarlijks herhalen, en de Boekenbeurs groeide uit tot de hoogmis van het Vlaamse boek. Mede dankzij dit soort initiatieven kon het Vlaamse boekbedrijf tegen 1935 worden beschouwd als ‘een faktor van ekonomische en kultureele volkskracht’. Nog doorslaggevender waren intussen de inspanningen van enkele nieuwe uitgevers, die bijna allemaal een nauwe band met de Vlaamse beweging onderhielden.

Nieuwe spelers

De al genoemde Eugène De Bock (1889-1981) was na de Eerste Wereldoorlog zijn baan bij de Antwerpse Stadsbibliotheek verloren door activisme. Min of meer gedwongen om als zelfstandige te beginnen, richtte hij in 1919 in Antwerpen uitgeverij De Sikkel De Sikkel
De Sikkel was een uitgeverij die in 1919 werd opgericht door de activistische letterkundige Eugène de Bock. Vanaf 1954 ging de uitgeverij zich hoofdzakelijk toeleggen op schoolboeken en i... Lees meer
op. Hij vestigde zijn reputatie door een generatie activisten samen te brengen in de redactie van het tijdschrift Ruimte Ruimte
Lees meer
.
Van de meeste medewerkers nam hij in zijn fonds ook afzonderlijke publicaties op. Van de dichter Wies Moens Moens, Wies
Lees meer
, die een gevangenisstraf uitzat, gaf hij alleen al in 1920 drie titels uit: Celbrieven, De boodschap en De tocht. De eerste twee uitgaven moesten snel worden herdrukt en zorgden ervoor dat De Bocks uitgeverij de moeilijke beginperiode doorstond. Van Marnix Gijsen Goris, Jan-Albert
Jan-Albert Goris (1899-1984) was een veelzijdig schrijver, ambtenaar en diplomaat. Als literator maakte hij naam onder het pseudoniem Marnix Gijsen. Hij debuteerde als expressionistisch d... Lees meer
publiceerde De Sikkel Lof-litanie van den H. Franciscus van Assisië (1919) en Het huis (1925), van Achilles Mussche Mussche, Achilles
Achilles Mussche (1896-1974) was een socialistisch en flamingantisch geïnspireerde leraar en dichter, die zich in zijn jonge jaren engageerde in het activisme en begin jaren 1920 mee aan ... Lees meer
De twee vaderlanden (1927).

Eveneens Vlaamsgezind, maar in tegenstelling tot De Bock ook uitgesproken katholiek, was Joris Lannoo Lannoo, Joris
Joris Lannoo (1891-1971) was een belangrijke drukker en uitgever van katholieke flamingantische signatuur. In het interbellum was hij lid van Verdinaso. Lees meer
(1891-1971). Deze West-Vlaamse bakkerszoon was sinds 1909 in Tielt actief als drukker en uitgever, maar zijn zaak kwam pas tot volle wasdom na 1918. Lannoo had tijdens de oorlog aan het IJzerfront gestreden, waar hij als flamingant radicaliseerde. Het fonds dat hij na de Wapenstilstand tot stand bracht, reflecteerde dit engagement en steunde op het netwerk dat hij in de loopgraven had opgebouwd. Zo publiceerde hij werk van oud-frontsoldaten als Ward Hermans Hermans, Ward
Ward Hermans (1897-1992) was een Vlaams-nationalistische schrijver, journalist en politicus, die in de loop van het interbellum radicaliseerde in nationaalsocialistische zin. Tijdens de T... Lees meer
, Filip de Pillecyn De Pillecyn, Filip
Filip De Pillecyn (1891-1962) was schrijver en journalist. Hij was actief in de Frontbeweging, werkte voor De Standaard en De Tijd en stichtte het satirisch weekblad Pallieter. Tijdens de... Lees meer
en Jozef Simons. Ook publiceerde hij het jongerentijdschrift De Vlaamsche Vlagge De Vlaamsche Vlagge (1875-1933)
De Vlaamsche Vlagge (1875-1933) was een West-Vlaams scholieren- en studententijdschrift onder wisselende redactie van seminaristen, universiteitsstudenten en priester-leraars. Het ademde ... Lees meer
en het periodiek van de katholieke Vlaamse meisjesbeweging Gudrun Gudrun
Gudrun was het bewegingstijdschrift van de Katholieke Vlaamse meisjes- en vrouwenbeweging tussen 1919-1942 en 1952-1964. Lees meer
. De parel aan Lannoos kroon was de uitgave van het zevendelige Verzameld Werk van de katholieke dichter, toneelschrijver en jurist Lodewijk Dosfel Dosfel, Lodewijk
Lodewijk Dosfel (1881–1925) was een jurist die in de Vlaamse beweging bekendheid verwierf door zijn engagement in de Vlaamse katholieke studentenbeweging en in de campagne voor Vlaamse ta... Lees meer
(1927-1932).


Vignet dat vanaf 1912 tot 1969 prijkte op de titelpagina van alle Lannoo-uitgaven. Het werd ontworpen door Joe English. (ADVN, VB1552)
Vignet dat vanaf 1912 tot 1969 prijkte op de titelpagina van alle Lannoo-uitgaven. Het werd ontworpen door Joe English. (ADVN, VB1552)

Ook Achiel Geerardyn (1894-1969) had aan de IJzer gestreden, waar hij zich net als Lannoo bij de Frontbeweging aansloot. Na de oorlog richtte hij in Brugge uitgeverij Excelsior Excelsior
Excelsior (1916-1934) was een uitgeverij in Brugge gesticht door Achiel Geerardyn. De uitgeverij gaf een uitgesproken Vlaamsgezind fonds uit. Lees meer
op die zijn intussen uitgesproken anti-Belgische visie zou uitdragen. Excelsior verzorgde de uitgave van het tijdschrift Jong Dietschland Jong Dietschland (1926-1933)
Jong Dietschland (1926-1933) was een radicaal Vlaamsgezind en Groot-Nederlands weekblad met veel interesse voor kunst en literatuur en met aandacht voor de Nieuwe Orde-stromingen. Het bla... Lees meer
(1926-1935),
en in het boekenfonds duiken de namen op van Filip de Pillecyn, Achiels broer Maurits Geerardyn Geerardyn, Maurits
Oorlogsvrijwilliger en priester Maurits Geerardyn (1896-1979) was een aanhanger en medewerker van Cyriel Verschaeve. Tijdens het interbellum en de Tweede Wereldoorlog vertegenwoordigde hi... Lees meer
(Het kompas van den Vlaming, 1926), Robert van Genechten Van Genechten, Bob
Robert van Genechten (1895-1945) was een advocaat, docent en publicist. Hij was actief in het Vlaamsgezinde studentenleven en trad toe tot het activisme. Hij week uit naar Utrecht en groe... Lees meer
, Ward Hermans, Cyriel Verschaeve, Reimond Speleers Speleers, Reimond
Lees meer
, Victor Leemans Leemans, Victor
Victor Leemans (1901-1971) was een politiek en sociaaleconomisch theoreticus, die het gedachtegoed van de revolutie van rechts introduceerde in de Vlaamse beweging. Tijdens de Tweede Were... Lees meer
, Antoon Jacob Jacob, Antoon
Antoon Jacob (1889-1947) was een atheneumleraar en later hoogleraar in Hamburg en Gent. Hij was actief bij activistische tijdschriften, nadien in de amnestiebeweging en later de culturele... Lees meer
en anderen. Excelsior breidde snel uit, maar in de jaren 1930 taande het succes en in 1935 moest het faillissement worden aangevraagd.

De meest ambitieuze nieuwkomer was de Standaard Boekhandel Standaard Boekhandel
De nv Standaard Boekhandel werd in 1924 afgescheiden van de nv De Standaard, die ook de gelijknamige krant uitgaf. Standaard Boekhandel was oorspronkelijk actief als uitgeverij en boekhan... Lees meer
. De fundamenten van deze Vlaamsgezinde katholieke onderneming werden nog voor de oorlog gelegd, maar de uitgeverij ging pas als zelfstandige nv van start in 1924 – de gelijknamige krant die in 1918 begon te verschijnen was haar meerderheidsaandeelhouder. Als eerste directeur van de Standaard Boekhandel trad Maurits de Meyer De Meyer, Maurits
Maurits de Meyer (1895-1970) was tijdens de Eerste Wereldoorlog student aan de vernederlandste Gentse universiteit. Daarna was hij directeur van de Standaard Boekhandel en medeorganisator... Lees meer
(1895-1970) aan. Na de oorlog was deze jonge activist de toegang tot een universitaire opleiding ontzegd, omdat hij zich in 1916 had ingeschreven aan de Von Bissing-universiteit. Aan het hoofd van de Standaard Boekhandel slaagde hij erin om een breed fonds op te zetten evenals een netwerk van boekwinkels. Tegen 1930 waren er filialen in Leuven, Gent, Antwerpen en Brussel, niet toevallig de steden waar zich de belangrijkste universiteits- en hogeschoolcampussen bevonden.
Vermelding verdient tot slot Het Kompas Het Kompas
Het Kompas was een Mechelse uitgeverij die werd opgericht door Korneel Goossens. De uitgeverij was onder meer verantwoordelijk voor de Fenixreeks. Lees meer
, de importboekhandel en uitgeverij die Korneel Goossens Goossens, Korneel
Korneel Goossens (1900-1971) was de stichter van Uitgeverij Het Kompas, dat als doel had om het Vlaamse volk geestelijk te emanciperen. Daarnaast was Goossens auteur van literaire en kuns... Lees meer
in september 1929 in Mechelen oprichtte met kapitaal van de Amsterdamse firma De Spieghel. Behalve het fonds van zijn voornaamste financier vertegenwoordigde Het Kompas de Nederlandse uitgeverijen Van Loghum Slaterus en Nijgh & Van Ditmar. Goossens handelde tevens in eigen uitgaven. Zijn opvallendste prestatie was de Fenixreeks, die op 15 maart 1933 werd voorgesteld. Hierin verschenen garenloos gebonden boeken van elf bij achttien centimeter met een papieren, recht afgesneden omslag. Pas later zou men zulke uitgaven ‘pocket’ gaan noemen.

Naast alle nieuwkomers was De Nederlandsche Boekhandel de belangrijkste blijver. Het tekent de toenmalige situatie dat dit bedrijf geleidelijk aan loskwam van zijn Nederlandse financiers en uitgroeide tot een zelfstandige, toonaangevende uitgeverij onder impuls van Albert Pelckmans Pelckmans, Albert
Albert Pelckmans (1910-1994) was een Vlaamse boekhandelaar en uitgever. Van 1934 tot 1968 was Pelckmans de directeur van De Nederlandsche Boekhandel. Hij was betrokken bij de oprichting v... Lees meer
, een uit Turnhout afkomstige katholieke flamingant die als jongste bediende in de boekhandel was begonnen en vanaf 1934 het directeurschap waarnam. Pelckmans haalde in de tweede helft van de jaren 1930 zijn vriend Maurice Gilliams naar het fonds en voorts onder anderen Albert van Hoogenbemt, Karel Jonckheere Jonckheere, Karel
Karel Jonckheere (1906-1993) was een auteur en propagandist voor de Vlaamse letterkunde in binnen- en buitenland. Lees meer
en Bert Decorte.

Een opmerkelijk terugkeer maakte Leo Kryn, die na zijn verblijf in het Verenigd Koninkrijk in Brussel opnieuw met uitgeven begon. Niet langer onder de naam De Vlaamsche Boekhandel, maar onder zijn eigen naam zette hij in Brussel een serie kunstenaarsmonografieën op waarvan de delen zowel in het Frans als in het Nederlands op de markt werden gebracht. In 1929 ging Kryn aan de slag als redacteur en vertaler van het Beknopt Verslag van de Belgische senaat. Rond die tijd, en dat is vermoedelijk geen toeval, begon hij met de uitgave van de officiële Nederlandse vertalingen van Belgische wetteksten. Eveneens in 1929 raakte hij betrokken bij de oprichting van de Vereeniging ter Bevordering van het Vlaamsche Boekwezen, waarvan hij van 1929 tot 1931 ondervoorzitter zou zijn en voorzitter vanaf 1931. Na een wetswijziging in 1936 was Kryn verplicht om zijn zaak om te vormen tot een vennootschap. Hij doopte zijn uitgeverij Onze Tijd, een naam die eveneens werd gebruikt voor een gloednieuw maandblad voor letterkunde, kunst en wetenschap.


Vijf Vlaamse uitgevers, van links naar rechts: Eugène de Bock (De Sikkel), Korneel Gossens (Het Kompas), Leo Kryn (Onze Tijd), Piet Landsvreugt (De Wilde Roos) en Maurits de Meyer (Standaard Boekhandel). (Collectie Stad Antwepen, Letterenhuis, tglhph50336)
Vijf Vlaamse uitgevers, van links naar rechts: Eugène de Bock (De Sikkel), Korneel Gossens (Het Kompas), Leo Kryn (Onze Tijd), Piet Landsvreugt (De Wilde Roos) en Maurits de Meyer (Standaard Boekhandel). (Collectie Stad Antwepen, Letterenhuis, tglhph50336)

De impact van de verzuiling

Op de drempel van de twintigste eeuw had August Vermeylen in zijn beroemde ‘Kritiek der Vlaamsche beweging’ opgemerkt dat hij ‘de Vlaamsche letteren [niet] van de Vlaamsche Beweging’ kon onderscheiden. Ze vielen volgens de oprichter van Van Nu en Staks vrijwel met elkaar samen. Van het Nederlandstalige boekbedrijf kon hetzelfde worden beweerd: uitgeven in het Nederlands was ongeacht de inhoud van de publicatie haast per definitie een bijdrage tot de Vlaamse natievorming. Ook in het tussenoorlogse Vlaanderen bleef de boeknijverheid in de traditie van de Vlaamse beweging staan. Daarnaast hadden de meeste uitgeverijen en boekwinkels banden met een politieke partij of organisatie en waren ze dus ingekapseld in het systeem van verzuiling, waarvoor al in de 19de eeuw de fundamenten waren gegoten.

Omdat meer mensen konden lezen en er steeds meer drukwerk beschikbaar was, leek controle urgenter dan ooit. Bij ontstentenis van wettelijke middelen om het aanbod te ‘corrigeren’ werden door de katholieke zuil maatregelen genomen om schadelijke lectuur buiten het bereik van de achterban te houden. In 1922 stichtte de Antwerpse priester Joris Baers Baers, Joris
Joris Baers (1888-1975) was door kardinaal Desiré Mercier belast met de uitbouw van het katholieke bibliotheekwezen in Vlaanderen. Hij was de stichter van het Algemeen Secretariaat voor K... Lees meer
(1888-1975) op instigatie van kardinaal Mercier Mercier, Désiré
Désiré Mercier (1851-1926) was van 1906 tot 1926 de kardinaal-aartsbisschop van het aarts­bisdom Mechelen. Hij was een vurig propagandist van het Belgisch patriottisme en leefde tijdens ... Lees meer
het Algemeen Secretariaat voor Katholieke Boekerijen Algemeen Secretariaat voor Katholieke Boekerijen
Het Algemeen Secretariaat voor Katholieke Boekerijen (ASKB) werd in 1922 op verzoek van kardinaal Désiré Mercier opgericht door de Antwerpse priester Joris Baers. De organisatie zou de ka... Lees meer
(ASKB)
. Het instituut ging cursussen organiseren voor bibliothecarissen en opende een boekhandel waar de bij het Secretariaat aangesloten bibliotheken hun aankopen konden doen. Ook werd een eigen uitgeverij opgericht: Leeslust. Het fonds bevatte kinderboeken van de priesters Lod. Lavki, Theo Lindekruis en Armand Boni, maar ook literair werk voor volwassenen van Dirk Vansina Vansina, Dirk
Dirk Vansina (1894-1967) was een schrijver en schilder. Hij was betrokken bij meerdere tijdschriften, Het Vlaamsche Volkstooneel en de kunstenaarbeweging De Pelgrim. Hij schreef veel en b... Lees meer
, Karel van den Oever Van den Oever, Karel
Karel Van den Oever (1879-1926) was de bezieler van het tijdschrift Vlaamsche Arbeid. Hij toonde zich in zijn literair proza een katholieke en strijdende flamingant. Lees meer
alsook van de toen nog vrome Gerard Walschap Walschap, Gerard
Gerard Walschap (1898-1989) was een Vlaamse auteur. Lees meer
(Waldo, 1928). Leeslust ging in de jaren 1930 op in de Vlaamsche Boekcentrale, die de boekhandels- en uitgeversactiviteiten van het ASKB centraliseerde. In 1923 publiceerde het ASKB de eerste aflevering van Boekengids, een maandblad dat zo goed als alle in Vlaanderen en Nederland verschenen publicaties besprak en van een zedelijk-morele code voorzag.


<p><em>De Belleman</em>, ontworpen door Leo Meurrens, presenteert de sterk stijgende boekenverspreiding door het Davidsfonds tussen 1913 en 1933. Vanaf 1930 bracht het Davidsfonds jaarlijks minstens tien nieuwe boeken op de markt: vijf in de Volksreeks, twee in de Keurreeks, drie in de Jeugdreeks en een muziekuitgave. (ADVN, VB18679)</p>

De Belleman, ontworpen door Leo Meurrens, presenteert de sterk stijgende boekenverspreiding door het Davidsfonds tussen 1913 en 1933. Vanaf 1930 bracht het Davidsfonds jaarlijks minstens tien nieuwe boeken op de markt: vijf in de Volksreeks, twee in de Keurreeks, drie in de Jeugdreeks en een muziekuitgave. (ADVN, VB18679)

Naast het ASKB bleef het Davidsfonds een belangrijke rol spelen. Het organiseerde zang- en voordrachtavonden en toneelopvoeringen, maar zijn kerntaak was de verspreiding van literatuur. Het fonds ondersteunde bibliotheken en bleef boeken uitgeven. Een derde belangrijke speler was de aan de Norbertijnenabdij verbonden drukkerij Averbode, onder meer de uitgever van het tijdschrift Hooger Leven Hooger Leven (1927-1938)
Hooger Leven (1927-1938) was een algemeen katholiek Vlaams weekblad opgericht door Gerard Walschap. Nadat het blad initieel een politiek neutrale voer, steunde het de Katholieke Vlaamsche... Lees meer
(1927-1938) en vanaf 1930 van de ‘Vlaamsche Filmkens’ (tegenwoordig: De Vlaamse filmpjes Vlaamsche Filmkes
Reeks kortverhalen gericht op de (katholieke) jeugd (vanaf 1930). Lees meer
). Laatstgenoemde reeks met goedkope verhaaltjes was bestemd voor de katholieke jeugd en opgezet om weerwerk te bieden aan de in 1922 opgerichte, populaire Kinderbibliotheek van de liberale, uit protestants Nederlandse ouders geboren, maar in Vlaanderen opgegroeide Abraham Hans, die zijn sporen als jeugdauteur al had verdiend in het fonds van Opdebeek. Hoewel de zogenaamde ‘Hansjes’ in de tussenoorlogse jaren erg in trek waren, kan in het algemeen worden gesteld dat het netwerk van de socialistische en de liberale zuil minder uitgebreid was en een kleiner bereik had. Beide zuilen beschikten in het interbellum over eigen uitgeverijen, maar die waren kleinschaliger dan de genoemde katholieke initiatieven. Zo stichtte de Belgische Werkliedenpartij Belgische Werkliedenpartij
Lees meer
in 1922 het tweetalige fonds De Wilde Roos/L’Eglantine. Nadat het ter ziele ging, richtten socialistische politicus en latere eerste minister Achille van Acker Van Acker, Achille
Achille van Acker (1898-1975) was een socialistische politicus uit Brugge, die in het begin van zijn carrière een tijdlang lid was van de Frontbeweging. Na de Tweede Wereldoorlog bekleedd... Lees meer
en Richard Declerck Declerck, Richard
Richard Declerck (1899-1986) was een Brugse advocaat die later gouverneur van Antwerpen werd en binnen de socialistische beweging een brede en Vlaams geïnspireerde culturele visie verspre... Lees meer
in 1936 in Brugge De Garve De Garve
Lees meer
op.
In deze door de zuilen en de Vlaamse beweging vrijwel volledig ingepalmde boekenmarkt zou in het interbellum tot slot een opvallende verschijning haar opwachting maken. In 1938 begon de 27-jarige Angèle Manteau Manteau, Angèle
Angèle Manteau (1911-2008) was oprichtster en van 1932 tot 1970 directeur van de naar haar genoemde importboekhandel en uitgeverij, die decennialang over het meest prestigieuze fonds in N... Lees meer
in Brussel onder haar eigen naam een uitgeverij (nadat ze zes jaar eerder al een importboekhandel had overgenomen). Opvallend, omdat zoals andere economische actoren de wereld van het boek gedomineerd werd door mannen, omdat de jonge directrice als Franstalige Nederlandstalig werk ging uitgeven, en omdat ze wars van levensbeschouwelijke hokjes vooral 'goede boeken' wilde uitgeven. Ze kon daarbij in de beginjaren terugvallen op het netwerk van haar Nederlandse zakenpartners Alexander Stols en Robbert Leopold, alsook op het advies van de Nederlandse dichter-criticus Jan Greshoff bij wie Manteau nog als au pair had ingewoond te Brussel.

De vloek van Arm Vlaanderen

Na de trage ontwikkeling van het Vlaamse boekbedrijf in de negentiende eeuw ontstonden in de tussenoorlogse jaren dus meer en beter geoutilleerde boekhandels, drukkerijen, importzaken en uitgeverijen, en na de oprichting van de Vereeniging ter Bevordering van het Vlaamsche Boekwezen in 1929 beschikte de sector over een vakvereniging. Toch bleef de omzet van uitgeverijen veelal klein en het netwerk van boekhandels weinig ontwikkeld. Van een doorgedreven professionalisering van het uitgeversberoep was geen sprake.

Het Nederlandse boekbedrijf was nog steeds beter georganiseerd en op Vlaamse auteurs met ambitie bleven Nederlandse uitgevers mede hierdoor veel aantrekkingskracht uitoefenen. Van Dishoeck en Veen verzeilden na 1918 geleidelijk aan in de achtergrond, maar zij werden afgelost. De firma Van Kampen had met Felix Timmermans een echte klapper gestrikt en met Willem Elsschot een auteur die in de kringen van het begin jaren 1930 toonaangevende tijdschrift Forum op handen werd gedragen. Bij de Maatschappij voor Goede en Goedkope Lectuur van Leo Simons Simons, Leo
De Nederlandse uitgever en journalist-publicist Leo Simons (1862-1932) zette zich gedurende bijna een halve eeuw op diverse manieren in voor de Vlaamse en de Groot-Nederlandse beweging.... Lees meer
(vandaag: De Wereldbibliotheek Wereldbibliotheek
Lees meer
) publiceerden onder meer Herman Teirlinck en Ernest Claes, die zich vanaf de publicatie van De Witte in 1920 in Vlaanderen qua populariteit met Timmermans kon meten. In de jaren 1930 bond de in Rotterdam gevestigde uitgeverij Nijgh & Van Ditmar onder leiding van Doeke Zijlstra een nieuwe generatie Vlaamse auteurs aan zich, onder wie Maurice Roelants Roelants, Maurice
Maurice Roelants (1895-1966) was een Vlaamse literaire auteur en cultuurpromotor. Lees meer
, Gerard Walschap, Filip de Pillecyn, Richard Minne Minne, Richard
Lees meer
, Raymond Herreman Herreman, Raymond
Lees meer
en Willem Putman Putman, Willem
Lees meer
.

Hoewel ze op technisch en logistiek vlak vooruitgang boekten, konden Vlaamse uitgevers tegenover de lokroep van het Noorden in de tussenoorlogse periode doorgaans weinig beginnen. Alleen Eugène De Bock slaagde erin om in de jaren 1920 een jonge generatie aan zijn fonds te binden en zo een eigen artistiek profiel te verwerven. Maar, en dat was symptomatisch, het bleef voor De Bock moeilijk om in Nederland voet aan de grond te krijgen. Volgens de directeur van De Sikkel lag dit aan ‘de slechte reputatie’ van het Vlaamse boek. Dat het in Nederland ‘hoogmoedig’ werd ‘afgewezen’ legde hij uit als ‘een kwestie van traditie en prestige’ en stak hij ook op de ‘voorliefde’ van Vlaamse auteurs voor Nederlandse uitgevers. Dit laatste bleef een feit: toen Lode Zielens Zielens, Lode
Lode Zielens (1901-1944) was reporter voor het socialistische dagblad De Volksgazet, volksschrijver én romanvernieuwer, auteur van sociaal en politiek geëngageerd werk. Lees meer
eind jaren 1920 Het duistere bloed voltooide, besefte hij bijvoorbeeld maar al te goed dat zijn ‘prestige’ er ‘niet weinig bij winnen kon’ als deze roman bij ‘een Hollandsche firma’ zou verschijnen. (Hij tekende een contract bij Elsevier.)

Op het gebied van de kinder- en jeugdliteratuur golden nagenoeg vergelijkbare opvattingen en krachtsverhoudingen. De pedagoog, schrijver en kinderboekenrecensent van De Vlaamse Gids De Vlaamse Gids (met) Boek & Biliotheek
De Vlaamse Gids (1905-2000) was een flamingantisch en liberaal tijdschrift. Het werd gesticht door Max Rooses, met medewerking van Paul Fredericq en Jozef Vercoullie. Het blad was feiteli... Lees meer
Hendrik van Tichelen stelde omstreeks 1930 in een bespreking van recente uitgaven van Lode Opdebeek beteuterd vast 'hoe ver stoffelijk ons Vlaamsch kinderboek bij dat van elders ten achter (stond)'. 'Elders' betekende ook in deze context eerst en vooral: Nederland.

Dat Vlaamse uitgevers er zo moeilijk in slaagden hun merk tot kwaliteitslabel uit te bouwen is door onderzoek in verband gebracht met het emancipatoir bedoelde discours dat de Vlaamse beweging in de loop van de 19de eeuw ontwikkelde. Dit discours zette sterk in op de ‘culturele achterstand’ die Vlaanderen had op andere Europese naties, en schreef als remedie voor dat de Vlamingen zich aan het Nederlandse ‘broedervolk’ moesten spiegelen. Het paradoxale neveneffect van deze boodschap was dat de Vlaamse natie een onderdeel van haar emancipatie werd ontzegd. De wijze waarop almaar werd gescandeerd dat de Vlaming ‘van ver’ kwam en dringend zijn ‘achterstand’ moest inhalen, verhinderde de totstandkoming van een zelfstandig cultureel gezag. Kon in ‘ Arm Vlaanderen Arm Vlaanderen
Arm Vlaanderen is de titel van verschillende publicaties die een rol hebben gespeeld in de geschiedenis van de Vlaamse beweging: een roman van Reimond Stijns en Isidoor Teirlinck uit 188... Lees meer
’ wel ‘literaire kwaliteit’ tot stand worden gebracht? Het was dit legitimiteitprobleem dat de renaissance van het Vlaamse boekenvak bleef fnuiken. Pas toen de oorlog, die al zo lang in de lucht hing, eindelijk losbarstte en de Duitsers de Lage Landen bezetten, zouden de kansen van de Vlaamse uitgevers keren.

Uitgeven in bezet België (1940-45)

Na de capitulatie van België en Frankrijk gingen de meeste uitgevers voor zover het mogelijk was over tot de orde van de dag. Vanzelfsprekend ondervonden ze de nodige hinder van de oorlog (grondstoffenschaarste, elektriciteitspannes, import- en exportrestricties) alsook van het bezettingsregime. Anti-Duits drukwerk mocht niet meer worden verkocht of geleend in bibliotheken. Toch werd het Belgische boekwezen redelijk ongemoeid gelaten, zeker in vergelijking met Nederland en het bezette deel van Frankrijk. Auteurs waren niet verplicht zich aan te sluiten bij een letterengilde, en uitgeverijen hoefden niet ondergronds te gaan. Bovendien konden de maatregelen van de Propaganda-Abteilung tot begin 1943 gemakkelijk worden omzeild. Pas daarna moest door de papierschaarste voor elk boek een goedkeuringsnummer worden aangevraagd.

Uitgevers en boekverkopers gingen dus aan de slag in ongerieflijke omstandigheden, maar in de praktijk konden ze hun zaak doorgaans draaiende houden. Bij de door honger en stress geteisterde Vlaamse bevolking was de behoefte om het oorlogsleed even te kunnen vergeten namelijk groot, ook al omdat de meeste mensen over meer vrije tijd beschikten nu reizen slechts beperkt was toegestaan en de werkloosheid toenam. De expansie van de Vlaamse cultuurindustrie heeft zich tijdens de oorlog dan ook kunnen doorzetten. Bioscoopuitbaters moesten stoelen bijplaatsen om aan de vraag te kunnen voldoen. In de eerste plaats deed de bezetting echter de vraag naar lectuur pieken. Boeken waren gemakkelijk te verkrijgen en in vergelijking met de bioscoop, het museum en de krant minder onderhevig aan de censuur. Het was dan ook uitzonderlijk druk in de bibliotheken. In die van de stad Antwerpen steeg het aantal geregistreerde uitleningen bijvoorbeeld van 266.723 in 1939 tot 455.269 in 1942.


<p>Tijdens de oorlog brak een heuse leeswoede uit. Zeker de zogenaamde volksuitgaven werden in massale oplagen verspreid. Het Brusselse agentschap Dechenne drukte van Felix Timmermans roman <em>Boerenpsalm</em> in 1942 liefst 100.000 exemplaren. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhps48274)</p>

Tijdens de oorlog brak een heuse leeswoede uit. Zeker de zogenaamde volksuitgaven werden in massale oplagen verspreid. Het Brusselse agentschap Dechenne drukte van Felix Timmermans roman Boerenpsalm in 1942 liefst 100.000 exemplaren. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhps48274)

Boeken werden niet alleen massaal geleend, maar ook buitengewoon goed verkocht. Zeker de zogenaamde volksuitgaven, goedkoop vervaardigde en laaggeprijsde boekjes, haalden fabelachtige oplagen. Het concept was niet nieuw, maar de kordate wijze waarop het distributieagentschap Dechenne heruitgaven van enkele bekende Vlaamse auteurs promootte, was dat wel. Voor volksuitgaven van Pallieter en Boerenpsalm zette de firma vrachtwagens in met reclamepanelen waarop respectievelijk een portret van Felix Timmermans en een zaaiende boer stonden afgebeeld. Van deze titels werden vele tienduizenden exemplaren verkocht. De leeuw van Vlaanderen verpulverde alle records: van een goedkope editie van Vlaanderens stichtingsmythe gingen meer dan tweehonderdduizend exemplaren van de hand.

De Vlaamse boekenmarkt bloeide al gauw als nooit tevoren: van 275 titels in het moeilijke eerste oorlogsjaar 1940 steeg de productie naar 446 titels in 1942 en 742 in 1943. Dit was mede het werk van nieuwkomers in de branche. In 1941 stichtte de Brugse drukkerij en de in Franstalige religieuze literatuur gespecialiseerde uitgeverij Desclée de Brouwer Desclée de Brouwer
Lees meer
onder impuls van Jan François het Nederlandstalige fonds De Kinkhoren. Het zou ook in de jaren 1950 en ’60 een belangrijk bedrijf blijven. Eveneens in 1941 ontstond in Brussel uitgeverij De Lage Landen, met als zaakvoeder de Degrelle-aanhanger Guido Eeckels Eeckels, Guido
Guido Eeckels (1912-1986) was een conservatieve dichter en journalist. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij een van de oprichters van de collaborerende uitgeverij De Lage Landen. ... Lees meer
.

Daarnaast valt het op dat sommige van de al voor de oorlog gestichte uitgeverijen tijdens de bezetting spectaculaire resultaten boekten, in het bijzonder De Nederlandsche Boekhandel en de nog jonge firma Manteau. De inkomsten van beide firma’s waren tot 1940 hoofdzakelijk gebaseerd geweest op de import uit Nederland. Deze import nam fors af, ook al omdat de legale boekproductie in Nederland in deze jaren flink daalde. De Nederlandsche Boekhandel en Manteau verschoven in de gegeven omstandigheden hun zakelijke zwaartepunt van de import naar de eigen uitgaven. Dat had als gevolg dat grote Vlaamse schrijvers die voor de oorlog in Nederland werden uitgegeven, hun belangen plots graag door een Vlaamse uitgever lieten verdedigen. Vooral Manteau heeft auteursrechten uit Nederland geïmporteerd en onder meer het werk van Willem Elsschot en Gerard Walschap in deze jaren succesvol geëxploiteerd. Een deel van haar kapitaal investeerde de uitgeefster in 1943 in de overname van Les Editions Lumière, een fonds dat in 1924 was ontstaan in de schoot van het Antwerpse, maar overwegend Franstalige kunstenaarsgenootschap rond Roger Avermaete. Het was bescheiden van omvang en opzet, maar bezat wel artistieke uitstraling. Manteau, die zoals gezegd van huis uit Franstalig was en intussen ook goede contacten in Franstalig België én Parijs had uitgebouwd, wilde Lumière verbreden tot een Franstalig fonds van chique kunstboeken, essays, oorspronkelijke Franse literatuur en Franse vertalingen van Nederlandstalige boeken, waarmee ze na de oorlog voet aan de grond wilde krijgen in Frankrijk.

Tijdens de Duitse bezetting waren de grenzen tussen accommodatie en collaboratie, opportunisme en neutraliteit, handigheid en meegaandheid op de Vlaamse boekenmarkt lang niet altijd duidelijk. Dat na de bevrijding ondernemingen als Steenlandt Steenlandt
Steenlandt was een uitgeverij die in 1929 werd opgericht door Richard Acke en in 1934 werd overgenomen door zijn zoon Jan Acke. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stond het fonds helemaal in ... Lees meer
, Ignis, Die Poorte Die Poorte
Die Poorte was een Vlaamse uitgeverij en boekengilde die werd opgericht door de auteur Antoon Thiry. Die Poorte publiceerde een groot aantal volksboeken, waaronder ook heel wat vertalinge... Lees meer
, Cultura Cultura
Cultura was de uitgeverij van de radicale flamingant Hendrik Cayman. De uitgeverij publiceerde tijdens de Tweede Wereldoorlog heel wat werken van auteurs die zich tot de collaboratie beke... Lees meer
,   Zeemeeuw Zeemeeuw
Lees meer
/ Wiek Op Wiek Op
Lees meer
en De Lage Landen De Lage Landen
Lees meer
onder sekwester werden geplaatst verbaast echter niet. Ze stelden zich uitgesproken Duitsvriendelijk op (Cultura publiceerde collaboratieboegbeeld Ferdinand Vercnocke Vercnocke, Ferdinand
Ferdinand Vercnocke (1906-1989) was een West-Vlaamse dichter van romantisch nationalistische poëzie, die zich in de jaren 1930 met het fascistisch geïnspireerde VNV affilieerde en tijdens... Lees meer
; Zeemeeuw was de huisuitgeverij van Cyriel Verschaeve Verschaeve, Cyriel
Cyriel Verschaeve (1874-1949) was een West-Vlaamse priester, literair auteur, kunstbeschouwer en publicist, die bekend werd als icoon van de Frontbeweging en het opkomende Vlaams-national... Lees meer
; Die Poorte gaf het pro-Duitse weekblad Westland Westland
Westland (1942-1944) was een cultureel en letterkundig tijdschrift onder leiding van Filip de Pillecyn, dat ondanks zijn verklaring dat het zich onafhankelijk zou opstellen pro-Duitse bij... Lees meer
uit), werden gedeeltelijk gefinancierd met Duits kapitaal (De Lage Landen), werden geleid door Rexisten (Ignis), en/of publiceerden nationaalsocialistische propaganda (Steenlandt gaf de tijdschriften De Vlag De Vlag
De Vlag (1936-1938; 1940-1944) was het maandblad van de gelijknamige Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap (DeVlag). Lees meer
en Balming Balming
Het weekblad Balming werd van 1943 tot 1945 gepubliceerd door de Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap. Het was gericht op leden en het grote publiek en vertolkte de standpunten van de DeV... Lees meer
uit en verzorgde onder meer een heruitgave van Adolf Hitlers Mijn kamp).


Cyriel Verschaeve met zijn uitgeefster Martha van de Walle, 1943. (ADVN, VFAL188)
Cyriel Verschaeve met zijn uitgeefster Martha van de Walle, 1943. (ADVN, VFAL188)

De belangrijkste uitgeverijen die al voor de oorlog actief waren – Lannoo, De Sikkel, De Nederlandsche Boekhandel, Manteau, Standaard Boekhandel en Het Kompas – werden ongemoeid gelaten. Ten aanzien van het uitgeverswezen lijkt de houding van het Krijgsauditoraat betrekkelijk mild te zijn geweest. Per slot van rekening had Lannoo tijdens de oorlog het antisemitische traktaat Het jodenvraagstuk herdrukt en de beruchte falsificatie De protocollen van de wijzen van Zion gepubliceerd, geadverteerd in het maandblad De Vlag en in Nederland samengewerkt met de voor collaboratie veroordeelde uitgeverij De Residentiebode. De Sikkel gaf collaborateurs als Wies Moens, Jeanne de Bruyn De Bruyn, Jeanne
Jeanne de Bruyn (1902-1975) was een journaliste en schreef veel over film. Ze was redactrice van Volk en Staat, waarvan ze vanaf februari 1944 het hoofdredacteurschap in handen kreeg, en ... Lees meer
en Marcel Matthijs Matthijs, Marcel
Lees meer
uit alsook enkele werken van de ‘eugeneticus’ en SS’er Jan de Roeck De Roeck, Jan
De Antwerpse arts Jan de Roeck (1892-1961) maakte in de jaren 1930 naam als Vlaams-nationalistisch rassentheoreticus en onderhield als drijvende kracht achter het antisemitische Volksverw... Lees meer
. Op de fondslijst van de Standaard Boekhandel verschenen tijdens de bezetting eveneens titels van collaborateurs zoals Jeanne de Bruyn, Dirk Vansina, Georges Marlier, Johan Sacré en Herman de Vleeschauwer De Vleeschauwer, Herman
Herman de Vleeschauwer (1899-1986) was filosoof, hoogleraar en bibliothecaris. Hij collaboreerde tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Vlaamsch Nationaal Verbond en week na de bevrijding ... Lees meer
. Zelfs in het geval dat er sancties werden getroffen, konden de gevolgen meevallen. Martha van de Walle, die tijdens de oorlog met Zeemeeuw/Wiek Op een keur van nationaalsocialistische en antisemitische auteurs bracht (naast Verschaeve ook Moens, Vansina, Karel Vertommen Vertommen, Karel
Germanist Karel Vertommen (1907-1991) was een katholieke en Vlaams-nationalistische toneelauteur, dichter en medewerker van tal van culturele periodieken. Lees meer
, Bert Peleman Peleman, Bert
Bert Peleman (1915-1995) was tijdens de Tweede Wereldoorlog diensthoofd bij de Dietsche Militie-Zwarte Brigade, waarvoor hij vijf jaar gevangen zat. Na de oorlog was hij vooral actief in ... Lees meer
…), moest op 20 november 1944 haar handel staken. Drie jaar later werd ze buiten vervolging gesteld. In deze jaren ging ze de bij verstek ter dood veroordeelde Verschaeve bezoeken in Oostenrijk. Na de dood van de kapelaan zou ze voor de tweede maal diens verzameld werk uitgeven.

Van 1945 tot vandaag

Crisis en koerswijzigingen

Na de vette oorlogsjaren brak in het Vlaamse boekenvak een crisis uit. De boekproductie kelderde van 1.119 publicaties in 1946 naar 438 in 1952. De Nederlandse uitgeefsector herstelde zich daarentegen vlug en kon op het vlak van bellettrie de vooroorlogse machtsverhouding herstellen. Met Querido, De Arbeiderspers, Contact en nieuwkomers als De Bezige Bij en Geert van Oorschot zijn enkele van de voornaamste spelers genoemd. De omstandigheden noopten tal van Vlaamse uitgevers tot bijsturing. De Nederlandsche Boekhandel zou zich toeleggen op de schoolboekenmarkt en wetenschappelijke uitgaven, net als De Sikkel, dat vanaf 1954 door Eugène De Bocks neef Karel zou worden geleid. De Standaard Boekhandel zou literatuur altijd in het fonds behouden, maar werd na de oorlog in de eerste plaats een uitgever van schoolboeken, grote naslagwerken (zoals de veertiendelige Standaard Encyclopedie) en strips – Suske en Wiske, maar ook reeksen zoals De familie Snoek van Willy Vandersteen Vandersteen, Willy
Willy Vandersteen (1913-1990) was de populairste Vlaamse stripauteur van de tweede helft van de twintigste eeuw. In zijn persoonlijke en professionele leven (inbegrepen in sommige van zij... Lees meer
, en vanaf 1965 Nero van Marc Sleen.

Ook Lannoo Lannoo
Uitgeverij Lannoo werd in 1909 in Tielt opgericht. Aanvankelijk was er inhoudelijk een christelijk en Vlaams profiel met een prominente plek voor het werk van Stijn Streuvels. Later kreeg... Lees meer
bouwde de investeringen in literatuur voor volwassenen af ten voordele van het aandeel non-fictie (onder andere toerisme, geschiedenis en kunst), kinderboeken en wetenschap. De blijvende aandacht voor de Vlaamse beweging spreekt uit publicaties als De Vlamingen. Een volk in beweging – een natie in wording (1972) van De Standaard-journalist Manu Ruys Ruys, Manu
Manu Ruys (1924-2017) was een Vlaamsgezind journalist en publicist, die van 1975 tot 1989 als politiek hoofdredacteur van De Standaard fungeerde. Ruys gold als een invloedrijk commentator... Lees meer
, de tweedelige Geschiedenis van de uitgeverij in Vlaanderen (1984-1987) van Ludo Simons Simons, Ludo
Ludo Simons (1939) is emeritus hoogleraar en stond aan het hoofd van het Letterenhuis, de Antwerpse Stadsbibliotheek en de Antwerpse universiteitsbibliotheek. Lees meer
(die in 2013 bij dezelfde uitgever volledig werd herzien en geactualiseerd als Het boek in Vlaanderen sinds 1800. Een cultuurgeschiedenis), de tweedelige Encyclopedie van de Vlaamse Beweging Encyclopedie van de Vlaamse Beweging
De tweedelige Encyclopedie van de Vlaamse beweging verscheen in 1973-1975 en gold jarenlang als het voornaamste naslagwerk met betrekking tot de geschiedenis van de Vlaamse beweging. ... Lees meer
(1973-1975) en de grondig herziene driedelige én op de CD-ROM beschikbaar gemaakte Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse beweging Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse beweging (NEVB)
De opvolger van de Encyclopedie van de Vlaamse Beweging zocht bij het verschijnen in 1998 expliciet afstand tot zijn voorganger door de verwetenschappelijking van het historisch onderzoek... Lees meer
(1998).

Slechts één uitgeverij koos de tegenovergestelde richting: de nv Manteau veranderde na de Tweede Wereldoorlog van een eerder pluralistisch in een exclusief niet-confessioneel bedrijf dat zich afzijdig hield van de Vlaamse beweging en investeerde in ‘literaire kwaliteit’. Daarbij botste Angèle Manteau echter voortdurend op de concurrentie uit Nederland. Jonge, getalenteerde auteurs als Louis Paul Boon Boon, Louis Paul
In zijn streven naar zelfontwikkeling omarmde Louis Paul Boon (1912-1979) begin jaren 1930 de radicaal-linkse strekking binnen de Vlaamse beweging. Zijn ideaal – een republiek van vrije V... Lees meer
en Hugo Claus Claus, Hugo
Lees meer
verloor ze al snel aan respectievelijk De Arbeiderspers en De Bezige Bij. Ook auteurs als Piet van Aken en Hubert Lampo bleven niet lang in haar fonds. Wel zou ze in de jaren 1960 met succes het werk van onder andere Johan Daisne, Jos Vandeloo, Ward Ruyslinck en Jef Geeraerts exploiteren in pocket- en paperbackreeksen. Om het proza van haar fondsauteurs na te kijken werkte Manteau in de jaren 1950 en ’60 samen met Nederlandse redacteurs, onder wie Jeroen Brouwers Brouwers, Jeroen
Jeroen Brouwers (1940-2022) was een veelgeprezen Nederlandse schrijver van romans, essays en polemieken. Hij staat bekend als criticus en pleitbezorger van de Vlaamse literatuur. Lees meer
die zelf zijn eerste boeken bij Manteau uitgaf. De plannen om in de Franstalige letteren een rol van betekenis te spelen, moest Angèle Manteau na de oorlog opbergen. De overlap die het Franstalige en het Nederlandstalige literaire en artistieke circuit in België sinds 1830 altijd had vertoond, zou na 1945 sterk afnemen en vanaf de eerste staatshervorming in 1970 zelfs onbeduidend worden. De blik van het Vlaamse boekenvak keerde meer dan ooit noordwaarts: streven naar ‘culturele integratie’ met Nederland was in deze periode het devies dat ook de aanzet gaf tot het Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag
Het Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag regelde van 1946 tot 1995 de politieke en ambtelijke samenwerking tussen enerzijds Nederland en anderzijds België, en vooral Vlaanderen. Lees meer
in 1946 en de oprichting van de Nederlandse Taalunie Nederlandse Taalunie
Lees meer
in 1980. Toch zou een vergelijkend onderzoek naar het Franstalige en Nederlandstalige boekbedrijf in België interessante dwarsverbanden of parallellen kunnen blootleggen. Ook het Franstalig-Belgische uitgeverswezen had de nodige moeite om literaire legitimiteit te verwerven ten opzichte van het artistieke centrum Parijs. Firma's als Marabout, Casterman en Dupuis legden zich daarom toe op niches die de grote Franse concurrenten veronachtzaamden, zoals strips en kinderliteratuur.


Uitgeefster Angèle Manteau bij een signeersessie van haar auteur Herman Wouters, 1955. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph50967)
Uitgeefster Angèle Manteau bij een signeersessie van haar auteur Herman Wouters, 1955. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph50967)

Nieuwe spelers

Na de Tweede Wereldoorlog ontstonden enkele initiatieven om een stem te geven aan ‘aangebrande’, vaak met een publicatieverbod opgezadelde auteurs, alsook om de politiek van de restauratie, inclusief de zogenoemde repressie en epuratie, te kunnen bekritiseren. De nv Ontspanningslectuur (onder andere Albe, Valère Depauw, Ernest Claes) kan worden genoemd, evenals Luctor Luctor
Lees meer
, dat zich toelegde op apologetische berichtgeving over veroordeelde collaborateurs, maar de in cultuurhistorisch opzicht belangrijkste was De Clauwaert De Clauwaert
Boekengilde en cultuurvereniging De Clauwaert startte in 1948 met het uitgeven van literair werk van Vlaamse auteurs die met de repressie te maken hadden gekregen. Nadien werd de groep va... Lees meer
. Dit Boekengilde werd in 1948 in Leuven opgericht door Willem vanden Eynde Vanden Eynde, Willem
Willem vanden Eynde (1918-2007) was een Vlaamsgezinde uitgever. Hij stond aan het hoofd van Uitgeverij Pijl en Uitgeverij Wolters en was een van de oprichters van de culturele vereniging ... Lees meer
, Henri Draye Draye, Henri
Henri Draye (1911-1983) was hoogleraar Duitse taalkunde aan de KU Leuven. In 1967 werd hij ook directeur van het Instituut voor Naamkunde. Hij verrichte onderzoek naar taalgrenzen. ... Lees meer
en Paul Rubbens Rubbens, Paul
Paul Rubbens (1924-2008) speelde een prominente rol bij onder andere de vereniging De Clauwaert, de Bond van Grote en Jonge Gezinnen en het Vlaams Verbond van Katholieke Scouts. Ook bij d... Lees meer
. Hun eerste doelstelling was literair werk te publiceren van de na de oorlog tot tien jaar opsluiting veroordeelde Filip de Pillecyn De Pillecyn, Filip
Filip De Pillecyn (1891-1962) was schrijver en journalist. Hij was actief in de Frontbeweging, werkte voor De Standaard en De Tijd en stichtte het satirisch weekblad Pallieter. Tijdens de... Lees meer
. Om geen al te grote risico’s te lopen werd gekozen voor de statuten van een vereniging zonder winstoogmerk, zodat via de ledenwerving het nodige kapitaal kon worden verzameld. De Clauwaert ging in 1949 van start met De Pillecyns roman Mensen achter de dijk en werk van de net als De Pillecyn na de bevrijding in opspraak geraakte auteurs Marcel Matthijs Matthijs, Marcel
Lees meer
, Ernest van der Hallen Van der Hallen, Ernest
Ernest van der Hallen (1898-1948) was een romantische katholiek-Vlaamse auteur, redacteur van Boekengids en Lectuurrepertorium, later bibliotheekinspecteur. Hij was een mentor van de jeug... Lees meer
en Bert Peleman Peleman, Bert
Bert Peleman (1915-1995) was tijdens de Tweede Wereldoorlog diensthoofd bij de Dietsche Militie-Zwarte Brigade, waarvoor hij vijf jaar gevangen zat. Na de oorlog was hij vooral actief in ... Lees meer
. Ook de jonge Ivo Michiels vond hier onderdak.

Gestrafte collaborateurs kregen eveneens kansen van Piet Vink, een naar Antwerpen uitgeweken Nederlander. Na de oorlog bracht hij werk van Bert Peleman en Blanka Gijselen Gyselen, Blanka
Blanka Gyselen (1909-1959) was een Vlaams-nationalistische journaliste en dichteres. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stapte ze in de collaboratie, waarbij ze haar nationaalsocialistische o... Lees meer
, maar hij had vooral succes met een reeks romans van Jean du Parc, een pseudoniem van de met het gerecht in aanraking gekomen Willem Putman Putman, Willem
Lees meer
: Christine Lafontaine (1946), Marilou (1948) en Wij zijn geen heiligen (1950) waren onvervalste bestsellers.

In Beringen werd in 1945 in de schoot van de Katholieke StudentenActie Katholieke StudentenActie
De Katholieke Studentenactie (KSA) was een (jeugd)beweging rond Katholieke Actie. Ze was gericht op scholieren en beschouwde zichzelf als een erfgenaam van de Katholieke Vlaamse Studenten... Lees meer
uitgeverij Heideland Heideland-Orbis
Heideland was een uitgeverij die in 1945 werd gesticht in Beringen en vanaf 1946 in Hasselt gevestigd was als uitgeverij en boekhandel. Lees meer
opgericht. Na een jaar verhuisde de onderneming naar Hasselt. De zaakvoerder, Lou Nagels, stelde een fonds samen van christelijke signatuur en verwierf een solide basis voor zijn onderneming met de populaire jeugdboeken van Kapitein Zeldenthuis (pseudoniem van Renaat Joostens Joostens, Renaat
Renaat Joostens (1902-1973) was dichter en jeugdschrijver. Ook werkte hij mee aan De Vlaamse Linie en Rommelpot. Lees meer
) en de reeks Pantheon der winnaars van de Nobelprijs voor literatuur, die in 1956 van start ging. Heideland ontwikkelde zich verder tot een van de belangrijkste naoorlogse uitgeverijen dankzij de Vlaamse Pockets, een reeks boekjes in zakformaat die meer nog dan de eerdergenoemde Fenixreeks van Het Kompas de Vlaamse huishoudens wist te veroveren met een mix van populaire Vlaamse fictie en non-fictie. De strekking van deze Vlaamse Pockets was schatplichtig aan het volksopvoedende project van de Vlaamse beweging, met onder meer taalgidsen (van onder andere Jan Grauls Grauls, Jan
Jan Grauls (1887-1960) was een ambtenaar en taalkundige afkomstig uit Hasselt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog oefende hij achtereenvolgens de ambten uit van provinciegouverneur van Antwer... Lees meer
, Joos Florquin Florquin, Joos
Germanist Joos Florquin (1916-1978) was medewerker van de BRT. Hij werd bekend met de door hem gepresenteerde reeks Ten Huize Van. Daarnaast was Florquin bestuurslid van Dietsche Warande ... Lees meer
, Marc Galle Galle, Marc
Marc Galle (1930-2007) was een socialistisch politicus en taalkundige. Lees meer
, Maarten van Nierop Van Nierop, Maarten
Maarten van Nierop (1912-1979) was een journalist, taalkundige en auteur. Hij was de oprichter en leider van achtereenvolgens de Diets Solidaristische Beweging en de Solidaristische Beweg... Lees meer
), de in totaal meer dan 100 afleveringen van het ‘Poëtisch Erfdeel der Nederlanden’, en voorts publicaties over de Vlaamse beweging (van onder andere Leo Picard Picard, Leo
De vrijzinnige flamingant en journalist-publicist Leo Picard (1888-1981) engageerde zich in het activisme, maar sloeg al in de nazomer van 1915 een andere weg in en verhuisde naar Nederl... Lees meer
, Maurits van Haegendoren Van Haegendoren, Maurits
Maurits van Haegendoren (1903-1994) was een Vlaamse historicus, rijksarchivaris, politicus en publicist. Hij leidde vanuit een Vlaamsgezinde overtuiging het Vlaams Verbond van Katholieke ... Lees meer
, Raymond Derine Derine, Raymond
Raymond Derine (1926-1987) was jurist, hoogleraar, politicus, auteur en polemist. Hij was Antwerps schepen voor de CVP en voorzitter van het Davidsfonds (1970-1972), en zette zich in voor... Lees meer
) en Vlaams erfgoed (Bokrijk, het Vlaamse lied, ...).


<p>Maurits van Haegendoren, <em>De Vlaamse beweging nu en morgen - Na 130 jaar</em>, verscheen in 1962 bij Vlaamse Pockets.</p>

Maurits van Haegendoren, De Vlaamse beweging nu en morgen - Na 130 jaar, verscheen in 1962 bij Vlaamse Pockets.

De banden tussen het boekbedrijf en de Vlaamse beweging zouden na de Tweede Wereldoorlog dus niet meteen verdampen. De zuilen losten vooralsnog al evenmin hun greep op de organisatie van het boekenvak. De Reinaertreeks, die vanaf 1950 literatuur in vertaling (Pearl S. Buck, Toergenjev, Ch. Brönte) en Vlaamse klassiekers (onder andere Conscience, Claes, Timmermans) in goedkope pocketboekjes bracht, was een initiatief van De Arbeiderspers, een Brusselse, met de christelijke arbeidersbeweging gelieerde uitgeverij die niet te verwarren is met de Nederlandse uitgeverij met dezelfde naam. De nv Ontwikkeling, uitgever van de Antwerpse socialistische krant Volksgazet Volksgazet
Volksgazet (1914-1978) was een Antwerps socialistisch dagblad, gesticht door Camille Huysmans en Willem Eekelers, dat regelmatig Vlaamsgezinde standpunten innam. Lees meer
, nam na de oorlog onder het bewind van Adolf Molter het Nieuw Vlaams Tijdschrift Nieuw Vlaams Tijdschrift (NVT)
Lees meer
(NVT)
onder zijn hoede en vervolgens ook een hele reeks als vrijzinnig geboekstaafde auteurs die aan het NVT meewerkten (onder andere Herman Teirlinck, Piet van Aken, Gerard Walschap, Paul de Wispelaere...).

Pas vanaf de jaren zestig ontstonden in de sfeer van studentikoze rebellie en links-kritisch engagement meer ongebonden initiatieven. Jan Hugo Verhaert en Johan Sonneville gaven vanaf 1964 met uitgeverij De Galge een jonge generatie een forum (Julien Weverbergh, Hedwig Speliers, Herwig Leus...). Dat avant-gardistisch en Vlaamsgezind in de dagen van ‘Leuven Vlaams’ nog kon rijmen bewees de publicatie van Matrakkensabat (1967) van dichter en Volksunie-sympathisant Nic van Bruggen. Het katholieke en ultrarechtse engagement van Marcel Brauns Brauns, Marcel
De jezuïet Marcel Brauns (1913-1995), vooral bekend als ‘pater Brauns’, was een dichter, schrijver, theoloog en hoogleraar Nederlandse letterkunde die er een radicaal Vlaams-nationalisti... Lees meer
was echter een splijtzwam: na de door Henri-Floris Jespers doorgedrukte publicatie van Mijn waarheid (1966), Brauns’ omstreden verdediging van oorlogsmisdadiger Robert Verbelen Verbelen, Robert
Robert Verbelen was tijdens de Tweede Wereldoorlog leider van een collaborerende militie. Van 1946 tot 1955 werkte hij als spion voor de Amerikanen in Oostenrijk. De vrijspraak op zijn p... Lees meer
, verliet Johan Sonneville De Galge en stichtte hij de nieuwe uitgeverij Sonneville. Intussen wilde Angèle Manteau de boot van het jongerenprotest niet missen en engageerde ze Julien Weverbergh als redacteur voor de Vijfde Meridiaan-reeks waarin auteurs als Walter van den Broeck, Herman J. Claeys, Jeroen Brouwers en Julien Weverbergh zelf zouden publiceren.

In de jaren 1970 startten de ‘mei 68-ers’ Rik Coolsaet en André van Halewyck in Leuven met Kritak (‘Kritiese Aksie’), dat de distributie eerst via de Wereldwinkel-keten (tegenwoordig Oxfam) liet verlopen en zijn linkse engagement in de fondsopbouw tot uiting liet komen met publicaties over ecologie, feminisme, racismeproblematiek, de Derde Wereld-beweging, de naweeën van het kolonialisme, enzovoort. Bij Kritak verschenen essays van journalisten als Johan Anthierens (Het Belgische domdenken, 1986) en Marc Reynebeau Reynebeau, Marc
Marc Reynebeau (1956) is journalist, publicist en historicus. Als redacteur van Knack en later De Standaard ontpopte hij zich tot een gezaghebbend intellectueel die zich uitgesproken krit... Lees meer
(Apollo’s klacht, 1988) alsook onderzoek van Jaak Brepoels (Wat zoudt gij zonder het werkvolk zijn? Anderhalve eeuw arbeidersstrijd in België, 1977-1981), Chris Vandenbroucke (Sociale geschiedenis van het Vlaamse volk, 1984), Rudi van Doorslaer en Etienne Verhoeyen (De moord op Lahaut, 1985) en Luc Huyse en Steven Dhondt (Onverwerkt verleden. Collaboratie en repressie in België, 1991). Kritak nam in 1979 De nieuwe maand over en gaf kortstondig Anthierens’ lijfblad De Zwijger De Zwijger
Lees meer
uit. De literaire ambities van de uitgeverij, die aan de oppervlakte kwamen toen onder meer Tom Lanoye Lanoye, Tom
Tom Lanoye (1958) is sinds de jaren 1980 een van de meest spraakmakende en bestverkopende schrijvers van het land, actief in alle literaire genres en via een niet aflatende stroom columns... Lees meer
(Rozegeur en maneschijn, 1983; Bagger, 1984) en Herman Brusselmans (in de bloemlezing Mooie jonge goden, 1986) hun opwachting maakten in het fonds, stuitten echter op oude problemen. Ook deze literaire generatie zocht haar heil in Nederland – zowel Lanoye als Brusselmans gingen naar Bert Bakker en later Prometheus.

Ontzuiling en concernvorming

Vanaf het einde van de jaren 1960 kwam de ontzuiling van het boekenvak in een stroomversnelling terecht door een stroom van fusies en overnames. De meeste uitgeverijen raakten ingekapseld in grote mediaconglomeraten waarin het boek als cultuurproduct een ondergeschikte rol had. De geschiedenis heeft uitgewezen dat schaalvergroting het boekenvak inderdaad bevrijdde uit de ideologische bedding waarin het zich zo lang had bevonden en die starheid en amateurisme in stand had gehouden. Maar niet zelden gingen de hervormingen ook gepaard met grote financiële, culturele en menselijke ravage. Het ‘beste’ voorbeeld daarvan is het wedervaren van Heideland. De uitgeverij van de Vlaamse Pockets smolt in 1969 samen met de Antwerpse mediagroep Orbis. Een jaar later kocht Heideland-Orbis ook de Nederlandstalige afdeling van Desclée de Brouwer. In 1975 werd deze hele groep overgenomen door het Nederlandse Kluwer. In de jaren 1970 werden nog grote projecten geëntameerd, waaronder de Grote Nederlandse Larousse Encyclopedie en de vijftiendelige reeks Twintig eeuwen Vlaanderen, maar uiteindelijke zouden financiële tegenvallers, wanbeheer en vetes in de jaren 1980 naar een implosie van de groep leiden. Belangrijke fondsen hielden toen door faillissementen abrupt op te bestaan.

De firma A. Manteau werd al in 1965 overgenomen door de Nederlandse groep Van Goor (vanaf 1970: Edicom). Eind 1970 nam de directrice na een conflict met haar aandeelhouders ontslag. De uitgeverij die Manteaus naam droeg, werd na een korte overgangsperiode voortgezet door Manteaus voormalige medewerker Julien Weverbergh, die de uitgeverij naar Antwerpen verhuisde en zou leiden tot 1986. Op dat ogenblik was het Edicomconcern zelf integraal overgenomen door het Elsevierconcern. Na zijn ontslag aan het hoofd van Manteau begon Weverbergh in Antwerpen onder de vleugels van uitgeverij Hadewijch met het imprint Houtekiet (naar de roman van Gerard Walschap). Oude bekenden als Paul de Wispelaere en Walter van den Broeck volgden Weverbergh, maar hij slaagde er ook in om het bekroonde romandebuut van Kristien Hemmerechts (Een zuil van zout, 1987) te strikken. Net als Lanoye en Brusselmans verruilde zij haar Vlaamse uitgever echter al snel voor een Nederlandse. Onder Weverberghs opvolger Leo de Haes specialiseerde Houtekiet zich in Vlaamse fictie (onder andere J.M.H. Berckmans, Josse de Pauw en Anne Provoost), terwijl Hadewijch de non-fictie behartigde (onder andere biografieën over Herman Vos Vos, Herman
Herman Vos (1889-1952) engageerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog in het activisme. Vanaf 1925 was hij parlementslid voor de Frontpartij. Toen het Vlaams-nationalisme zich in de jaren... Lees meer
, Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
en Neel Doff). Na het stopzetten van Hadewijch nam Houtekiet de non-fictie erbij (onder andere biografieën van Cyriel Buysse, Albert de Vleeschauwer en Ernest Claes, maar ook titels van politici zoals Karel de Gucht, Patrick Janssens, Jos Geysels Geysels, Jos
Jos Geysels (1952) was politicus voor AGALEV. Hij was fractievoorzitter in het Vlaams Parlement en toonde een Vlaamsgezinde reflex. Lees meer
, Bert Anciaux Anciaux, Bert
Bert Anciaux (1959) is advocaat en doctor in de Pedagogie. Hij stapte al vroeg in de politiek. Voor de Volksunie was hij zes jaar voorzitter en twee jaar voor VU&amp;ID. Hij was schepen i... Lees meer
). Eind jaren 1990 verzeilde Houtekiet via bedrijfs- en merknamenverklontering in het grote, Nederlandse concern NDV/VBK, dat in 2009 Houtekiet liet opgaan in Linkeroever Uitgevers. Het moest de grootste algemene uitgeverij van Vlaanderen worden, maar het plan draaide uit op een mislukking. Linkeroever Uitgevers verdween in 2014 alweer van de radar; alleen de imprint Houtekiet hield stand als een onderdeel van de Nederlandse VBK Uitgeversgroep.

De grootste speler op de Vlaamse markt was omstreeks 1970 De Standaardgroep, die zich onder leiding van Antoon Sap ontwikkelde tot een concern met een ook in Nederland goed geoutilleerd distributieapparaat. Toen in de zomer van 1976 De Standaard failliet werd verklaard, ging het echter ook hier mis. Het dagblad bezat op dat ogenblik 65% van de aandelen in de Standaard Boekhandel. Hoewel die onderneming kerngezond was, moest men op zoek naar een overnemer. Dat werd de Nederlandse groep Bührmann-Tetterode.


<p>De Standaard Boekhandel was in de eerste plaats een uitgever van schoolboeken, grote naslagwerken en strips, met <em>Sukske en Wiske</em> van Willy Vandersteen als absolute topper. (ADVN, VAFAT37)</p>

De Standaard Boekhandel was in de eerste plaats een uitgever van schoolboeken, grote naslagwerken en strips, met Sukske en Wiske van Willy Vandersteen als absolute topper. (ADVN, VAFAT37)

In 1986 kocht de Nederlandse zakenman René Malherbe de Standaard Uitgeverij alsook alle door Elsevier beheerde fictiefondsen, waaronder Manteau, om die collectie vijf jaar later van de hand te doen. Hij vond een koper in het naar expansiemogelijkheden speurende Meulenhoff & Co, een Nederlandse holding die beschikte over een educatieve uitgeverij, een importafdeling en na de overname van uitgeverij Kritak in 1986 ook over een Vlaamse poot. In 1994 fuseerde Meulenhoff & Co met de Perscombinatie, op dat ogenblik Nederlands belangrijkste dagbladuitgever. Zakelijk leek het aldus ontstane PCM Uitgevers voor de wind te gaan, maar in dit grotere geheel verzonk de boekendivisie. Hoog in de hiërarchie werden beslissingen genomen die het goede functioneren van de boekenfondsen in het gedrang brachten. Een teken aan de wand was het ontslag van André van Halewyck in 1994. De oprichter van Kritak begon hierna onder zijn eigen naam in Leuven een nieuw fonds en kon daarbij rekenen op de medewerking van onder anderen de aan Knack verbonden journalisten Johan Anthierens, Chris de Stoop en Marc Reynebeau Reynebeau, Marc
Marc Reynebeau (1956) is journalist, publicist en historicus. Als redacteur van Knack en later De Standaard ontpopte hij zich tot een gezaghebbend intellectueel die zich uitgesproken krit... Lees meer
. Die laatste publiceerde in 1995, niet toevallig het jaar waarin het Vlaams Parlement Vlaams Parlement
Het Vlaams Parlement is de parlementaire vergadering van de Vlaamse deelstaat in het federale België. Zijn geschiedenis kent drie grote fasen: de periode van de Cultuurraad voor de Neder... Lees meer
voor het eerst rechtstreeks werd verkozen, Het klauwen van de leeuw. De Vlaamse identiteit van de 12de tot de 21ste eeuw, dat in de kringen van de Vlaamse beweging opschudding veroorzaakte vanwege de als erg kritisch ervaren toon waarop de geschiedenis van de Vlaamse natievorming werd verteld. Een vergelijkbare toon viel toen overigens op te vangen in het fonds van Epo, onder meer in publicaties als De grote mythen uit de geschiedenis van België, Vlaanderen en Wallonië, onder redactie van Anne Morelli (1996). Epo verzette zich ook tegen het (Vlaamse) rechts-extremisme (onder andere De Vlaamsche kronijken van J. Anthierens, H. de Schampheleire en H. Gijsels, 1987; Het Vlaams Blok, 1938-1988: het verdriet van Vlaanderen van H. Gijsels en J. Vander Velpen, 1989). Epo (Education prolétarienne – Proletarische opvoeding), opgericht in 1974 in de schoot van de marxistische Amada-beweging ('Alle macht aan de arbeiders') en tot op vandaag de huisuitgever van de Belgische Partij van de Arbeid, bleef vanzelfsprekend uit het vaarwater van de concerns en kon zo ontsnappen aan de logica van het marktdenken. Het fonds stelt zich nog altijd kritisch op ten aanzien van het historische en het actuele Vlaams-nationalisme (bijvoorbeeld: I. Maly, N-VA. Analyse van een politieke ideologie, 2012; R. Vanderbeeken & K. Zahidi, Debatfiches van de Vlaamse elite, 2022).

Intussen verloor Manteau in steeds wisselende constellaties veel van zijn uitstraling. Pas in 1997 ontstond enig zicht op beterschap, toen Manteau als fonds werd ondergebracht bij Standaard Uitgeverij. Onder Wim Verheije als directeur ging Manteau opnieuw meer literatuur aanbieden en werd het welvarend dankzij de inbreng van de in Vlaanderen geliefde politieromans van Pieter Aspe, Luc Deflo en Bob Mendes, die vanaf 2001 onder het imprint Manteau Thrillers aan de lezer werden gepresenteerd. Mede door de impact van deze thrillers op het merk Manteau, rijpten plannen voor een nieuw fonds dat een literair profiel zou nastreven en ook weer in Nederland moest kunnen meetellen. Dit nieuwe fonds ging in 2003 van start onder het dubbelimprint Meulenhoff/Manteau. Onder Harold Polis groeide het uit tot een in Vlaanderen toonaangevend fonds van fictie en non-fictie, dat de discussie over Vlaamse en Belgische identiteit levendig hield en ruimte maakte voor onderzoekers en opiniemakers met een migratieachtergrond (onder andere Tarik Fraihi, Rachida Lamrabet, Nadia Fadil). Het initiatief was andermaal geen lang leven beschoren, want eind 2009 ging het PCM-concern spectaculair ten gronde. Na desastreuze ingrepen van een Brits investeringsbedrijf werd PCM voor een habbekrats verkocht aan het Vlaamse mediabedrijf De Persgroep, onder meer eigenaar van de krantentitels Het Laatste Nieuws en De Morgen. Persgroep-directeur Christian van Thillo zag te weinig voordeel in de combinatie van boeken en kranten, en besloot de volledige boekendivisie van PCM in de etalage te zetten.

Nadat de Nederlandse WPG-groep met A.W. Bruna en Standaard Uitgeverij/Manteau de helft van PCM inlijfde, moest het Meulenhoff/Manteau van Harold Polis verder onder de naam De Bezige Bij-Antwerpen. Na de bankencrisis van 2008 moest WPG-uitgevers echter enkele imprints afstoten en in 2015 ook De Bezige Bij-Antwerpen opdoeken. De teloorgang heette als vanouds een klap voor de Vlaamse letteren, een symptoom van de zware crisis in het boekenvak en een blijk van het Vlaamse onvermogen om een literaire uitgeverij in stand te houden. In 2018 kocht de Vlaamse tak van het WPG-concern – in feite de Standaard Uitgeverij – zich vrij en ging het onder leiding van Jeroen Overstijns en Koen Clement een zelfstandige koers varen. Het maakte ruimte om onder de naam Angèle – een eerbetoon aan Angèle Manteau – een nieuw fonds te stichten. Het beschikt met choreograaf en mediafiguur Ish Ait Hamou over een publiekslieveling. Van zijn roman Het moois dat we delen (2019) werden intussen meer dan 50.000 exemplaren verkocht. In het najaar van 2022 werd journalist en televisiemaker Kris Hoflack (ex-Borgerhoff & Lamberigts) CEO van Standaard Uitgeverij.

De firma Lannoo Lannoo
Uitgeverij Lannoo werd in 1909 in Tielt opgericht. Aanvankelijk was er inhoudelijk een christelijk en Vlaams profiel met een prominente plek voor het werk van Stijn Streuvels. Later kreeg... Lees meer
, die in 2009 zijn honderdste verjaardag vierde, wist zich zakelijk gemakkelijker te handhaven in het veranderende economische klimaat sinds de jaren 1960. Na de dood van hun vader Joris Lannoo Lannoo, Joris
Joris Lannoo (1891-1971) was een belangrijke drukker en uitgever van katholieke flamingantische signatuur. In het interbellum was hij lid van Verdinaso. Lees meer
(in 1971) namen Godfried en Jan Lannoo de leiding van de uitgeverij en drukkerij over. In 1992 werd de uitgeverij-afdeling verzelfstandigd, twee jaar later nam Godfrieds zoon Matthias Lannoo de leiding ervan op zich. Lannoo ontplooide vanaf 1993 activiteiten in de Franstalig-Belgische markt (Editions Racine) en vanaf 2003 in de markt van het wetenschappelijke boek (LannooCampus). Het nam in 2015 ook de Gentse Academia Press over. Het reguliere fonds kende financiële successen dankzij de boeken van de populaire tv-kok Piet Huysentruyt. In 2010 kon Lannoo bovendien de helft van het PCM-concern overnemen (Meulenhoff Boekerij en Unieboek/Het Spectrum). In 2021 verstevigde Lannoo zijn positie in Nederland nog door ook Park Uitgevers over te nemen (met onder andere Nieuw Amsterdam, Wereldbibliotheek en Podium). Lannoo geeft nu om en bij de 1250 nieuwe titels per jaar uit. Dat is meer dan de totale jaarlijkse productie van het hele Vlaamse uitgeverswezen een halve eeuw geleden.

Ook de Nederlandsche Boekhandel groeide uit tot een concern zonder het karakter van een familiebedrijf te verliezen. In 1968 gaf Albert Pelckmans de leiding over De Nederlandsche Boekhandel door aan zijn zonen Jan en Rudi Pelckmans. Onder hun bewind koos de uitgeverij voor het schoolboekenfonds als steunpilaar. In 1986 werd de uitgeverij omgedoopt tot Uitgeverij Pelckmans. Nadat Thom Pelckmans (zoon van Jan Pelckmans) eind jaren 1990 aan het roer kwam te staan beleefde het bedrijf verdere expansie. In 2013 was er de overname van Abimo, een educatieve uitgeverij met een fonds kinder- en jeugdliteratuur; in 2016 werd de uitgeverij van de pensioengerechtigde André van Halewyck overgenomen. Al in 2015 had Pelckmans aan Harold Polis de kans geboden om een fonds voor literatuur en non-fictie uit te bouwen. In het door het coronavirus Covid-19 geplaagde jaar 2020 besloot Thom Pelckmans alle deelmerken samen te voegen, een reorganisatie die gepaard ging met ontslagen, onder anderen van Harold Polis en zijn medewerkers. Naast de merknaam Polis verdween ook die van Van Halewyck. In 2019 begon André Van Halewyck opnieuw zelf boeken uit te geven onder de naam Kritak, met de steun van Lannoo. Onder meer een geactualiseerde en uitgebreide uitgave van de omvangrijke studie naar de Vlaamse collaboratie en repressie, Onverwerkt verleden, trok de aandacht.

Tot slot: zij leren hun volk koken

In de vorige editie van de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse beweging (1998) besloot Ludo Simons het lemma ‘Uitgeverij en boekhandel’ als volgt: ‘Bij het beschouwen van ruim anderhalve eeuw VB moet men constateren dat het boek als uitgeversproduct, in deze aanvankelijk nochtans bij uitstek literair georiënteerde emancipatiestrijd, een slechts moeizaam op de sociaal-economische en intellectuele verpaupering bevochten cultuurgoed is’. Ook de voorbije kwarteeuw is de culturele uitgeverij het zorgenkind gebleven van de boekensector. Naast enkele kleinschalige niche-uitgevers zoals Het Balanseer (vernieuwende poëzie en fictie), het Poëziecentrum en Uitgeverij P (poëzie) doet anno 2021 de zelfstandige uitgeverij Vrijdag van Rudy Vanschoonbeek nog aan literatuur (met auteurs als Kris van Steenberge, Moya de Feyter en de intussen naar het Nederlandse De Geus getrokken Fikry El Azzouzi) en sporadisch ook Pelckmans (Tülin Erkan, Stijn Vranken) en Horizon (Dalilla Hermans, Nele van den Broeck), het in 2015 opgerichte Vlaams imprint van Overamstel uitgevers. In binnen- en buitenland geprezen is het kinderboekenfonds van de zelfstandige uitgeverij De Eenhoorn.

De meeste Vlaamse boekenfondsen zijn intussen geïntegreerd in multimediabedrijven, die activiteiten ontplooien in de dagbladjournalistiek, lifestylemagazines en op het gebied van tv-productie. Het schoolvoorbeeld van het nieuwe type uitgeverij is Borgerhoff & Lambrigts, dat in 2005 werd opgericht door Steven Borgerhoff (ex-Q Music) en Kristof Lamberigts (ex-Lannoo). Het duo begon met boeken voor een breed publiek (thrillers, kookboeken, toegankelijke non-fictie, BV-boeken...), maar breidde in 2011 uit met een eigen tv-productiehuis en voegde later nog een evenementenbureau aan de activiteiten toe. Er werden in deze nieuwe bedrijfscultuur de voorbije jaren meer boeken dan ooit uitgegeven in Vlaanderen, maar het merendeel van de literair gewaardeerde auteurs alsook een niet gering aantal auteurs van de kwaliteitsvolle non-fictie (onder andere David van Reybrouck, Bart van Loo, Paul Verhaeghe, Mark Schaevers) vindt nog steeds onderdak in Nederland. Ook Nederlandse vertalingen van belangwekkende buitenlandse fictie en non-fictie belanden doorgaans in Nederlandse fondsen.

De omstandigheden waarin de uitgeverij in de éénentwintigste eeuw functioneert zijn sterk gewijzigd ten opzichte van de dagen van Conscience. Zo is het boekbedrijf sinds de Tweede Wereldoorlog losgekomen van het Vlaams-emancipatoire discours (een proces dat zich eveneens doorzette in de geschreven pers). Concernvorming – een evolutie die tot een almaar grotere verstrengeling met internationaal kapitaal leidde – speelde daarbij zoals gezegd geen geringe rol. Daarnaast valt moeilijk te ontkennen dat de strijd van de politieke erfgenamen van de Vlaamse beweging, en met name de electorale marktleider in Vlaanderen sinds 2010, wat ooit ‘volksverheffing’ heette ondergeschikt heeft gemaakt aan politieke en financiële autonomie. Vlaams-nationalisten hebben het ook niet moeilijk om kunst en cultuur toe te vertrouwen aan de vrije markt. In dit opzicht symbolisch was dat de Vlaamse regering – met Vlaams-nationalisten aan boord – in 2016 de bibliotheekplicht voor gemeentes afschafte.

Daarnaast valt het moeilijk te negeren dat geletterd Vlaanderen de jongste decennia op gespannen voet leeft met het flamingantisme en politiek haast per definitie rechtse en uiterst rechtse vormen van Vlaams-nationalisme. Volgens menig schrijver en intellectueel had de Vlaamse beweging minstens een keer te vaak aan de verkeerde kant van de geschiedenis gestaan – de collaboratie en de krampachtige omgang met de naoorlogse bestraffing ervan zorgde voor een odium dat nog verergerde door de opkomst van de extreemrechtse, in 2004 voor racisme veroordeelde partij Vlaams Blok Vlaams Belang
Vlaams Belang is een radicaal-rechtse Vlaams-nationalistische partij, die in 1978 ontstond onder de naam ‘Vlaams Blok’, als verkiezingskartel van de Vlaamse Volkspartij en de Vlaams Natio... Lees meer
(intussen Vlaams Belang). Voorts bleek de paternalistische inslag van veel flaminganten en cultuurflamingantische organisaties moeilijk te verzoenen met meer moderne opvattingen over artistieke en intellectuele vrijheid.

Betekenisvol was dat de ooit helemaal in een flamingantische geest opgerichte Vereniging ter Bevordering van het Vlaamse Boekwezen in 2001 de naam Boek.be verkoos als nieuwe vlag om onder te varen. Eveneens veelzeggend waren de reacties toen Harold Polis in 2015 bij Pelckmans werd binnengehaald om een nieuw literair fonds te beginnen. Kon dat wel, een literair fonds in de schoot van een bedrijf dat sommigen conservatief en Vlaams-nationalistisch toescheen? Echt verrassend was de framing van Pelckmans trouwens niet. Ook in de éénentwintigste eeuw had de uitgeverij, onder invloed van acquirerend redacteur Karl Drabbe Drabbe, Karl
Karl Drabbe (1973) is een Vlaamse activist, journalist en uitgever. Hij werkt(e) mee aan Taktivist en Doorbraak, en richtte in 2021 de non-fictie uitgeverij Ertsberg op. Lees meer
, ruim baan gemaakt voor de kopstukken uit de culturele en politieke Vlaamse beweging. Een van de opmerkelijkste successen was niet toevallig getekend door Bart de Wever De Wever, Bart
Bart de Wever (1970) is een Vlaams-nationalistisch politicus. Hij is sinds 2004 voorzitter van de N-VA, die onder zijn voorzitterschap de grootste partij van België werd. Sinds 2013 is hi... Lees meer
(Het kostbare weefsel, 2008; opgevolgd in 2011 met Werkbare waarden).

Toen Drabbe nauwelijks enkele maanden na de oprichting van Polis door Pelckmans werd ontslagen, gaf dat een fikse rel. In de pers werd gespeculeerd dat Drabbes politieke overtuigingen, en meer bepaald zijn betrokkenheid bij het Vlaams-nationalistische forum Doorbraak, de aanleiding zouden zijn geweest. Het gerucht deed de ronde dat enkele auteurs uit de entourage van Polis het moeilijk hadden om te moeten samenwerken met een zo uitgesproken Vlaams-nationalistische redacteur. In de media spraken N-VA kopstukken Bart de Wever en Geert Bourgeois Bourgeois, Geert
Geert Bourgeois (1951) is een Vlaams-nationalistisch politicus voor de N-VA. Hij was van 2014 tot 2019 minister-president van Vlaanderen. Lees meer
, maar ook stemmen uit andere hoeken, hun steun uit voor Drabbe.

Drabbe bouwde in 2016 samen met Jean-Pierre Rondas Doorbraak uit tot een non-fictie-uitgeverij en kon professioneel aan de slag bij Vrijdag, waar zijn contacten met het politieke Vlaams-nationalisme verder gevaloriseerd werden. In 2017 verscheen bijvoorbeeld Onvoltooid Vlaanderen. Van taalstrijd tot natievorming van de historicus Frank Seberechts (zie Historiografie Historiografie
Lees meer
). Het nawoord was geschreven door Bart De Wever en zijn partij nam vierduizend exemplaren af om ze te verspreiden onder haar leden. Mede op grond daarvan werd de publicatie in De Standaard met nogal wat machtsvertoon – tegelijk door Bart Brinckman en Marc Reynebeau – weggezet als een partijpolitiek pamflet. Voorvallen als deze tonen aan dat er wel degelijk allerhande dwarsverbanden tussen Vlaamse natievorming en het boekbedrijf blijven staan. De felle contestatie van die verbanden is echter betrekkelijk nieuw en verdient verder onderzoek. Ook de controverse rond de door Vlaamse regering bestelde, door historici en enkele opiniemakers fel bestreden, maar door pers en publiek uiteindelijk enthousiast onthaalde Canon van Vlaanderen dient zich als een casus aan. (Deze canon werd in mei 2023 in boekvorm uitgegeven bij Borgerhoff & Lamberigts en voerde wekenlang de bestsellerlijsten aan.)

Karl Drabbe startte in de zomer van 2021 een eigen non-fictie uitgeverij: Ertsberg. Die nam qua publiciteit en verkoopcijfers een vliegende start met Reset. Over identiteit, gemeenschap en democratie van Mark Elchardus, een Brusselse socioloog die jarenlang beschouwd werd als de huisideoloog van de Vlaamse socialisten maar als opiniemaker een als conservatief en identitair gepercipieerde koers was gaan varen. Intussen bouwde Drabbe een overwegend op politiek en geschiedenis toegespitst fonds uit met werk van Rik Torfs, Eric Corijn, Dyab Abou Jahjah, Ivan De Vadder en andere spraakmakers.

De achterdocht ten aanzien van de erfenis van de Vlaamse beweging in intellectuele kringen ten spijt blijft het boekbedrijf in de éénentwintigste eeuw bijdragen tot de creatie van een als specifiek Vlaams herkende publieke ruimte. Thans lijkt de these van Ernest Gellner dan ook wel van toepassing op het Vlaamse boekenvak: de tegenwoordigheid van als Vlaams ervaren media en publicaties is belangrijker dan de boodschap die ze verspreiden.

De politieke autonomisering van Vlaanderen ging gepaard met het loslaten van Nederland als cultureel gidsland, een proces dat met de oprichting van de commerciële omroep VTM in 1989 is begonnen en vooralsnog onomkeerbaar is gebleken. De promotie van het Algemeen Nederlands in Vlaanderen – een van de grote projecten van de Vlaamse beweging en van het boekenvak – staat op een laag pitje. Literatuur- en boekenprogramma’s, in de eerste decennia van de BRT een vast onderdeel op radio en televisie, worden met tussenpozen gemaakt, op luid aandringen van de literaire sector. Het publieksbereik ervan valt meestal tegen. De in april 2021 uitgezonden eerste aflevering van het Vlaams-Nederlandse format Brommer op zee, gepresenteerd door Ruth Joos en Wilfried de jong, haalde in Vlaanderen 54.000 kijkers. Canvas kondigde in de zomer van 2021 aan dat het tweede seizoen niet meer zal worden uitgezonden. In plaats van de oude als belerend ervaren cultuuroverdracht overheerst nu, ook in het boekenvak, een rond entertainment en rendabiliteit draaiende BV Bekende Vlaming
Bekende Vlaming (BV) is een term waarmee sinds de jaren 1990 bekende personen in Vlaanderen aangeduid worden. Sinds de komst van commerciële televisie nemen zij in het Vlaamse medialandsc... Lees meer
-cultuur. Nergens werd die zichtbaarder dan op de Boekenbeurs, die in de vroege 21ste eeuw jaarlijks tot meer dan 175.000 bezoekers trok. Zeker de gevierde koks lijken in hun populaire boeken (en hun televisieprogramma’s) als vanzelfsprekend een nationale essentie uit te dragen: die van de goedlachse, volkse, genietende, spontane en zich in een informele (tussen)taal uitdrukkende Vlaming. De verbluffende verkoopsuccessen van Piet Huysentruyt en Pascale Naessens (bij Lannoo), Jeroen Meus (eerst bij Van Halewyck, nu bij Manteau) en Sandra Bekkari (Borgerhoff & Lamberigts) zou cynici kunnen verleiden tot de bedenking dat de Vlaamse uitgevers de Vlamingen de voorbije decennia eerder leerden koken dan lezen. Vast staat dat het Vlaamse boekbedrijf van een expliciet natievormende kracht is geëvolueerd naar een consoliderende factor in een ‘banaal’ Vlaams-nationalisme. Dat in 2021 de Boekenbeurs-organisator Boek.be failliet verklaard werd en ook de Boekenbeurs, na bijna 90 jaar en 83 edities moest worden opgedoekt, zal daar wellicht weinig aan veranderen.

Literatuur

– P. De Mont, Hendrik Conscience. Zijn leven en werken, 1912.
– L. De Schutter, Het uitgeversbedrijf in Vlaanderen, in: Het boek. Gust Janssens’ algemeen letterkundig overzicht 1914-1918, 1918, p. 5.
– K. van de Woestijne, Staat en letterkunde, in: Nieuwe Rotterdamsche Courant, 14 april 1922.
– E. De Bock, Boekhandel en uitgeverij in Vlaanderen. Mededeeling op het eerste congres voor het boek- en bibliotheekwezen, Antwerpen 26-28 april 1930 (vervolg), in: De boekenkast, 15 mei 1930, pp. 113-118.
– J. D., Op bezoek bij onze uitgevers. Het Vlaamsche boek in de Wereldtentoontsteling, in: Het Laatste Nieuws, 14 september 1935.
– K. Deutsch, Nationalism and Social Communication. An Inquiry into the Foundations of Nationality, 1953.
– X. De Win, 40 jaar openbare bibliotheken, in: De linie, 28 juli 1961, p. 5.
– G. Degroote & J. De Schuyter, Hendrik Conscience en zijn uitgevers. Brieven met inleiding en toelichting, 1967.
– J. Vandamme, Het bibliotheekwezen in Brugge. Vóór 1920, 1971.
– H. Gaus, Pers, kerk en geschreven fictie, 1975.
– G. Algoet & C. Vandenbroeke, Analfabetisme in Vlaanderen en inzonderheid in zuidelijk Vlaanderen (einde 18de eeuw - ca. 1870), in: 5de Jaarboek van de geschied- en heemkundige kring ‘De Gaverstreke’, 1977, pp. 142-178.
– H. Gaus, Literatuur en kunst 1844-1895, in: Algemene Geschiedenis der Nederlanden 12: Nederland en België 1840-1914 eerste helft, 1977-1983, pp. 191-208.
– K. Van Isacker, Mijn land in de kering I, 1978.
– E. De Bock, Een uitgever herinnert zich, 1979.
– W. Gobbers, ‘Volksbeschaving! Nationaliteit!’ Krachtlijnen van een geschiedenis van de 19de-eeuwse Vlaamse letteren, in: Ons Erfdeel, 1982, nr. 5, pp. 718-728.
– B. Anderson, Imagined Communities. Reflections on the origin and spread of nationalism, 1983.
– E. Gellner, Nations and Nationalism, 1983.
– M. van Hattum, Hendrik Conscience en Nederland, in: Ons Erfdeel, 1983, nr. 1, pp. 177-190.
– R. Vanlandschoot, Joris Lannoo. Drukker en uitgever voor Vlaanderen 1891-1971, 1984.
– P. De Witte, Hoe de werklieden vroeger leefden 1848-1918, 1986.
– V. Nachtergaele, Een verhaal vol frustraties. De Franse literatuur in België, in: DWB, 1988, nr. 8-9, pp. 565-572.
– S.A. Goffinet & D. van Damme, Functioneel analfabetisme in België, 1990.
– M.-L. Buschmann, De Antwerpse boekdrukkers- en uitgeverswereld in de eerste helft van de 19de eeuw, een casestudie: de drukkerij-uitgeverij J.E. Buschmann en zijn stichter 1814-1853, 1991.
– J. Van Gerven, Literatuur en burgerlijke emancipatie in de 19de eeuw: een Antwerpse terreinverkenning, in: Handelingen, 1991, pp. 145-174.
– L. Simons, Honderd jaar Nederlandsche Boekhandel, in: Overzichtscatalogus. Honderd jaar De Nederlandsche Boekhandel Uitgeverij Pelckmans, 1992, pp. 5-11.
– G. Durnez, De Standaard. Het levensverhaal van een Vlaamse krant vol. 2, 1993.
– T. Verschaffel, Het verleden tot weinig herleid. De historische optocht als vorm van de romantische verbeelding, in: J. Tollebeek, F. Ankersmit & W. Krul (red.), Romantiek & historische cultuur, Groningen, 1996, pp. 297-320.
– L. Simons, Hij leerde zijn volk lezen. Conscience: een groot schrijver of een mythe?, in: K. Wauters (red.), Verhalen voor Vlaanderen. Aspecten van het Vlaamse fictionele proza tot aan de Tweede Wereldoorlog, 1997, pp. 9-32.
– D. De Geest e.a. (red.), Hun kleine oorlog. De invloed van de Tweede Wereldoorlog op het literaire leven in België, 1998.
– L. Van Krevelen, Een huis tussen markt en moed. Biografische schets van het literaire fonds van uitgeverij J.M. Meulenhoff 1906-2000 met een epiloog over de jaren 2001-2005, in: G.J. Dorleijn & K. van Rees (red.), De productie van literatuur. Het literaire veld in Nederland 1800-2000, 2006.
– E. De Maesschalk & L. Vints, Davidsfonds 1875-2000, 2000.
– E. De Bens, De pers in België. Het verhaal van de Belgische dagbladpers gisteren, vandaag en morgen, 2001.
– U. Tiedau, De Duitse cultuurpolitiek in België tijdens de Eerste Wereldoorlog, in: BEG-CHTP, 2003, nr. 11, pp. 21-45.
– K. Beeusaert & E. Kayaert, Van Vereniging ter Bevordering van het Vlaamsche Boekwezen tot boek.be. Een verhaal van 75 jaar, 2004.
– S. Van Faassen & J. Vanhecke, Een soort Nederlandsche ‘Nouvelles Littéraires’. Mislukte pogingen tot een Vlaams-Nederlands letterkundig nieuwsblad (1930-1931), in: Zacht Lawijd, 2004, nr. 4, pp. 30-53.
– E. Bruinsma, Kwaliteit als credo. Een geschiedenis van uitgeverij Manteau (1938-1953), 2005.
– G. Buelens, M. De Ridder & J. Stuyck (red.), De trust der vaderlandsliefde. Over literatuur en Vlaamse Beweging 1890-1940, Antwerpen, 2005.
– J. Pauwels, ‘Méér dan een mode-koorts’: Guido Gezelle en zijn postume uitgever Lambertus Jacobus Veen, 1901-1919, 2005.
– E. Bruinsma, H. Renders & L. Kuitert, Inktpatronen. De Tweede Wereldoorlog en het boekbedrijf in Nederland en Vlaanderen, 2006.
– J. Janssens, De weifelende ezel. Over Vlaamse identiteit en Nederlandse poëzie 1893-1925, 2006.
– P. Buijnsters, Jos Goudswaard (1870-1959), leurder en verzamelaar, in: De parelduiker, 2007, nr. 4, pp. 25-37.
– J. Dambruyne, Inventaris van het conglomeraatsarchief van Orbis en Orion Uitgevers NV, VUBT NV en rechtsvoorgangers 1923-1983, Brussel, 2008.
– W. van den Berg & P. Couttenier, Alles is taal geworden. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1800-1900, 2009.
– A. Keersmaekers, Hendrik Conscience. De muze en de Mammon, Gent, 2009.
– J. Ramaer, De geldpers. De teloorgang van het mediaconcern PCM, Amsterdam, 2009.
– K. Absillis, Vechten tegen de bierkaai. Over het uitgevershuis van Angèle Manteau (1932-1970), 2010.
– E. Simoens, Het verborgen verdriet van de Vlaamse Pockets, in: Zacht Lawijd, 2010, nr. 2, pp. 100-120.
– R. Vanlandschoot, M. Reynebeau & M.A. Wilssens, De toekomst is al begonnen. 100 jaar uitgeverij Lannoo: het verhaal van een voorzichtige durver, 2010.
– R. Vanlandschoot, Een Vlaamse viking aan het front. Het verhaal van Joris Lannoo en zijn vrienden tijdens WOI, 2011.
– A. Ceulemans, Tussen Liereman en Literator. Het poëtisch oeuvre van Theodoor Van Ryswyck (1811-1849), Universiteit Antwerpen, proefschrift, 2013.
– L. Simons, Het boek in Vlaanderen sinds 1800. Een cultuurgeschiedenis, 2013.
– K. Absillis, Remembering modernity. Print culture heritage and the building of the Belgian nation, in: De gulden passer. Tijdschrift voor boekwetenschap, 2014, nr. 1, pp. 71-101.
– K. Absillis, W. Lemmens & V. Rousseau (red.), ‘Allez, ge gaat het ook eens proberen’: over uitgeverij Meulenhoff/Manteau (2003-2010), 2016.
– K. Humbeeck, K. Absillis & J. Weijermars (red.), De grote onleesbare. Hendrik Conscience herdacht, 2016.
– S. Vandenbogaerde, Periodieke pers en Vlaamse identiteitsvorming (1830-1914), in: G. Willems & B. De Wever (red.), De verbeelding van de leeuw. Een geschiedenis van media en natievorming in Vlaanderen, 2020, pp. 155-177.
– E. Witte, Belgische republikeinen. Radicalen tussen twee revoluties (1830-1850), 2020.

Suggestie doorgeven

1975: Eugeen De Bock (pdf)

1998: Ludo Simons

2023: Kevin Absillis

Inhoudstafel